Tuchtrecht: waarschuwing voor tandarts die parodontitis onvoldoende behandelde

waarschuwing voor tandarts

Het centraal tuchtcollege te Eindhoven heeft een waarschuwing gegeven aan een tandarts die niet in overeenstemming handelde met het protocol voor parodontitis. Hiermee vervulde hij niet de plicht die hij als beroepsbeoefenaar behoort te realiseren.

Klacht
De betreffende patiënt kreeg vanaf 2004 verhoogde aandacht voor haar parodontium in de vorm van uitgebreide gebitsreiniging. In 2010 werd bij haar de diagnose gegeneraliseerde gingivitis gesteld. In maart 2012 zijn  biteswings gemaakt waarbij beginnende parodontitis werd vastgesteld.

Door middel van afbeeldingen werd er uitleg gegeven aan de patiënt over haar parodontale gebitstoestand en meerdere malen aandacht besteed aan haar rookgedrag en zeer matige mondhygiëne. Er werd geen DPSI-status gemaakt.
De patiënt heeft vanaf 2012 regelmatig de preventieassistente van de praktijk bezocht. Zij noteerde pockets van 4-5 millimeter.

Tot halverwege 2014 werd de patiënt behandeld door de tandarts in kwestie. Hierna werd zij pas doorverwezen naar een parodontoloog. Deze stelde dat de patiënt te laat was doorverwezen. Op dat moment stonden er al tanden los en had de patiënt pockets van 5 tot 7 millimeter.

De patiënt verwijt de tandarts onvoldoende behandeling na het vaststellen van de parodontitis en dat ze eerder doorverwezen had moeten worden.

Beoordeling
Er vast te komen staan dat er niet conform het protocol “Parodontale diagnostiek en behandeling” is gehandeld. Zo heeft de tandarts onder andere geen parodontiumstatus gemaakt, heeft er geen initiële reiniging plaatsgevonden en is er geen evaluatiestatus uitgevoerd.

De tandarts in kwestie gaf aan geen gehele pocketstatus te hebben gemaakt aangezien er slechts problemen waren met enkele elementen. In bepaalde gevallen mag er afgeweken worden van het protocol, die daarbij slechts als maatstaf geldt. Een afwijking moet daarbij wel kunnen worden beargumenteerd.

De tandarts heeft niet in het dossier genoteerd dat hij van het protocol is afgeweken en waarom hij dit deed. Hierdoor kan er niet getoetst worden of de afwijking en de hieruit volgende keuzes juist waren. Er kan dus worden vastgesteld dat hij in dit geval tekort schoot wat betreft de zorg voor de patiënt.

Een patiënt hoeft echter niet altijd direct naar een parodontoloog doorverwezen te worden. In dit geval verwees de tandarts de patiënt pas op het moment dat er ondanks alle behandelingen geen verbetering optrad maar juist een verslechtering. Hier vond het tuchtcollege dat dit tijdig werd gedaan.

Uitspraak
Op basis van de afwegingen heeft het tuchtcollege besloten een waarschuwing te geven aan de betreffende tandarts voor het niet in acht nemen van de zorg die hij als beroepsbeoefenaar behoort te beogen. Er werden geen verdere maatregelen genomen door het tuchtcollege.

Bron:
tuchtrecht.overheid.nl

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving