Kroonfracturen: kansen voor de pulpa

kroonfracturen

Van alle tandletsels komt de kroonfractuur het meeste voor: twee-derde van alle tandletsels betreft een fractuur van de tandkroon. Doel van de tandletselbehandeling is het behouden van een vitale pulpa. Hoe gebruiken we moderne inzichten en materialen het best om de pulpa te laten overleven? Een vitale pulpa is de beste ‘kanaalvulling’ en zorgt ervoor dat de wortel zich kan afvormen. Ook zorgt deze herstel van de esthetiek.

3 typen kroonfracturen

  • Type 1: Kroonfractuur – in glazuur
  • Type 2: Ongecompliceerde kroonfractuur – glazuur, dentine, geen pulpa (meest voorkomende)
  • Type 3: Gecompliceerde kroonfractuur – glazuur, dentine, pulpa

Kroonfractuur
Cracks in glazuur zijn geen ‘pathway’ voor bacteriën om de pulpa te infecteren. Echter wel als de crack tot in het dentine zit. Met ultraviolet licht kan een crack zichtbaar gemaakt worden. Als de crack zichtbaar is met ultraviolet licht, dan is dentine erbij betrokken. Dit wordt ook wel een ‘complet fracture’ genoemd. Komt het ultraviolet licht er niet doorheen, dan betreft het een ‘incomplete fracture’.

Vitaliteit van de pulpa
Een koude test blijkt nog steeds het meest effectief te zijn om te kijken of een tand nog vitaal is.

De baseline voor het testen van sensibiliteit van gebitselementen is:

  • Elke tand van hoektand tot hoektand en
  • Boven- en onderkaak
  • Incisaal is de meest effectieve positie voor een koude test

Trope adviseert om niet enkel te focussen op de tand met bloed. En direct na trauma is een koude test vaak vals-negatief.

Follow-up

Fractuurtype 1: Glazuurfractuur

fractuurtype 1

 

fractuurtype 1-2

 Bron: The Dental Trauma Guide  

De kans op de pulpacomplicaties bij type 1 fracturen is bijna nul (incidentie pulpanecrose is 0,1%). Als algemene regel geldt: het fractureren van de kroon van het element heeft de kracht opgevangen, daardoor er een kleine kans op een luxatie is. Is er geen sprake van een kroonfractuur, dan is de kans op een luxatie groter.

Follow-up na 3, 6, 12 maanden en jaarlijks voor 5 jaar.

Fractuurtype 2: Ongecompliceerd kroon fractuur (glazuur – dentine)

Fractuurtype 2

Fractuurtype 2-2

Bron: The Dental Trauma Guide 

Bij dit fractuur type geldt in de meeste gevallen dat de pulpa zichzelf beschermt.

De 2 beschermingsmechanismen van de pulpa vanuit de tand zelf:

  1. Vorming van reparatief dentine
  2. White locking kristallen sluiten dentine tubuli. Na 2-3 weken is daardoor de gevoeligheid afgenomen.

Incidentie pulpanecrose is 10%.

Een ongecompliceerde fractuur is geen noodgeval, tenzij er sprake is van bloeding of lipzwelling. Het zou kunnen dat er een tandfragmentje in de lip terecht is gekomen.

De glazuur-dentine fractuur wordt bij voorkeur behandeld door terugplaatsing van het tandfragment of vervaardiging van een adhesieve restauratie. Voor esthetisch herstel is het belangrijk dat het tandfragment gehydrateerd blijft, anders veel verlies van hechtsterkte.

Follow-up na 3, 6, 12 maanden en jaarlijks voor 5 jaar.

Fractuurtype 3: Gecompliceerd kroonfractuur (glazuur – dentine – pulpa)

fractuurtype 3

Fractuurtype 3-1

Bron: The Dental Trauma Guide 

 Als dit soort type fractuur niet wordt behandeld is er 100% kan op pulpanecrose. Er is 95% kans op overleving als het wel goed behandeld is. De incidentie van gecompliceerde kroonfracturen is 2-13%, dit komt dus minder vaak voor dan andere fracturen.

  1. Overkappen van de pulpa
    Pulpa reageert op trauma door bescherming ‘op te bouwen’.  Eerste reactie van de pulpa na trauma is proliferatie.
  1. Afsluiting tegen bacteriën
    Een goede seal is het meest kritisch voor een succesvol resultaat!

Behandelmogelijkheden

  1. Pulpaoverkapping
  2. Partiële pulpotomie
  3. Volledige pulpotomie

Pulpoverkapping is te oppervlakkig en een volledige pulpotomie moet vermeden worden.

Partiele pulpotomie, hoe?
Met een sneldraaiende boor met waterkoeling haalt u een gedeelte van de pulpa weg.

  1. Type materiaal
    Pulpa afdekken met MTA, biokeramiek, calciumhydroxide, dan de vulling. Een nadeel van MTA is verkleuring, gebruik daarom liever biokeramiek.

Follow-up na 3, 6, 12 maanden en jaarlijks voor 5 jaar.

Lees ook: Richtlijn tandletsel

Dr. Martin Trope is geboren in Johannesburg. Hij studeerde daar af in 1976. Na enkele jaren algemene praktijkvoering verhuisde hij in 1980 naar Philadelphia, USA om zich in de endodontologie te specialiseren aan de Universiteit van Philadelphia. Naast zijn eigen praktijk voor endodontologie en trauma is hij als universitair docent verbonden aan de School of Dental Medicine bij Penn University. Hij heeft zeer veel universitair onderwijs gegeven, 180 publicaties op zijn naam staan en wordt wereldwijd gezien als een van de meest vooraanstaande specialisten op het gebied van traumata.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Martin Trope tijdens het congres Tandletsel van Bureau Kalker.

 

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z