Prothese beter geaccepteerd bij goede communicatie

Kunstgebit

Niet de kwaliteit van een gebitsprothese, maar de patiënt-tandartsrelatie bepaalt of de patiënt tevreden is met zijn prothese.

Psychologie en het kunstgebit. Daarover sprak prof. dr. Rien van Waas tijdens de cursus ‘Mondhygiënist en kunstgebit’ van ACTA Quality Practice Mondhygiëne.

Gevolgen tandeloosheid
Tandeloosheid is geen kleinigheid. Als gevolg van tandeloosheid treedt er resorptie van de boven- en onderkaak op, waardoor een gebitsprothese los kan zitten en pijn kan geven. Een loszittende prothese kan ook veroorzaakt worden door flabby ridges, ondersnijdingen en ongunstige kaakrelaties. Door de tandeloosheid vermindert het kauwvermogen en veroudert bovendien het gelaat versneld.

Tevredenheid
Ook met een kwalitatief goede gebitsprothese heeft 30% van de dragers er problemen mee: 25% heeft klachten en 5% is echt ontevreden. De problemen bestaan uit klachten over een loszittende prothese, pijnklachten, eetproblemen en een lelijk uiterlijk.

Het vreemde hierbij is dat er maar een hele zwakke relatie is tussen de kwaliteit van de gebitsprothese en de tevredenheid. Na twee jaar is deze relatie zelfs verdwenen. Opmerkelijk is dat volgens onderzoek vooral de patiënt-tandartsrelatie de doorslaggevende factor is voor het al dan niet tevreden zijn met de prothese.

Goede communicatie
Een goede gebitsprothese garandeert dus niet alles en bij mooie kaken zijn er helaas toch ook regelmatig problemen. De acceptatie van een prothese is beduidend beter bij goede communicatie. Rien van Waas adviseert ons daarom te investeren in de band met de patiënt en hem uitgebreid voor te lichten. Vertel in hoeveel zittingen een prothese kan worden geplaatst en welke klachten de patiënt hierbij kan verwachten. Een goed intake-gesprek dus. Als dit wordt gedaan, is de kans groter dat bij het uiteindelijk dragen van de prothese deze niet tegenvalt.

Leeftijd
De leeftijd blijkt tegenwoordig ook een heel belangrijke factor te zijn: hoe hoger de leeftijd, des te moeilijker veranderingen te accepteren zijn. De oudere kan er maar niet aan wennen, zeker als velen in de omgeving nog dentaat zijn. Iets wat steeds vaker voorkomt.

Psychische stoornis
Waar men wel waakzaam voor moet zijn, is dat sommige orale klachten niet direct veroorzaakt zijn vanuit de mondholte. Er kan sprake zijn van een psychische stoornis. Maar liefst 25% van de Nederlanders maakt immers jaarlijks een psychische ziekte door, met name angststoornissen, depressieve stoornissen en alcoholmisbruik. Orale klachten kunnen dus psychosomatisch zijn.
Om hier achter te komen kan men gebruik maken van de 3-sporenanamnese. Het is belangrijk te weten of de patiënt onder behandeling staat van een medisch specialist of bepaalde medicijnen gebruikt, b.v. tegen depressies. Dit kan namelijk de (on)tevredenheid beïnvloeden. Luister vooral goed naar de patiënt. En vraag goed door bij opvallende reacties.

Empathie
Een allereerste oplossing is het geven van aandacht aan de patiënt. Laat de patiënt aan het woord en reageer in geen geval meteen met oplossingen of veroordelingen. Reageer met empathie en reflectie. Met begrip dus en laat dit begrip ook zien en horen. Vraag hierbij niet te veel, maar laat de patiënt echt zelf praten.

Daarna kunt u vragen naar specifieke klachten, het protheseverleden en het prothesegedrag. Anatomische problemen kunnen vaak goed worden gecompenseerd met implantaten. Psychosociale problemen uiteraard niet.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist
Bron: Cursus ‘Mondhygiënist en kunstgebit’ van ACTA Quality Practice Mondhygiëne

Prof. dr. Rien van Waas studeerde tandheelkunde aan de Universiteit van Utrecht. Hij promoveerde in 1985 op het proefschrift: Een kunstgebit, een kwestie van doorbijten. Daarna werkte hij bij de Katholieke Universiteit in Nijmegen als coördinator van onderzoek. Hij hield zich in het bijzonder bezig met onderzoek op het terrein van de volledige prothese, de gerodontologie, de overkappingsprothese en de orale implantologie.
In 1995 werd hij tot hoogleraar benoemd op ACTA om onderwijs te geven en onderzoek te doen in de Prothetische Tandheelkunde en de Orale Implantologie. Hij schreef een 60-tal artikelen in de Engelse en een 60-tal in de Nederlandse taal. Hij geeft cursussen op het terrein van de sterk gemutileerde dentitie (bij ouderen), kroon- en brugwerk, de orale implantologie, de volledige en de partiële prothese en de overkappingsprothese op natuurlijke elementen en implantaten in binnen- en buitenland.

 

 

Lees meer over: Tandprothese | techniek, Thema A-Z