Autotransplantatie: kleine chirurgie met grote resultaten

Autotransplantatie: kleine chirurgie met grote resultaten

Het herstel na tandletsel vraagt veel creativiteit van de tandarts. Dit geldt ook bij de vervanging van aangeboren ontbrekende gebitselementen. Omdat het in beide gevallen vaak om jonge patiënten gaat, is implantologie niet de aangewezen oplossing. Door het lichaamseigen materiaal, en een vitaal parodontaal ligament, bieden autotransplantaten in zulke gevallen veel onverwachte voordelen. Deze zeer succesvolle vervanging ondersteunt bovendien de groei van kaak en gingiva.

Verslag van de lezing van dr. Dick Barendregt, parodontoloog en implantoloog.

Autotransplantatie is misschien wat vergeten, maar zeker niet nieuw. In 1967 schreef Hovinga in Nederland al over autotransplantatie. Tijdens de lezing maakte Dick Barendregt meer dan duidelijk dat autotransplantatie een onmisbare tool is in de toolbox van de tandarts, zeker bij diagnostiek in de praktijk. Keywoorden voor de behandeling zijn:

  • Voorzichtigheid
  • Teamwork
    o Parodontologie
    o Endodontologie
    o Restauratief
    o Orthodontie

Het allerbelangrijkste wat deze behandeling zo succesvol maakt is het parodontaal ligament. Het parodontaal ligament zorgt ervoor dat tanden en kiezen meegroeien.

Inmiddels is er genoeg evidence te krijgen voor de behandelingen, 533 Artikelen beschrijven iets over autotransplantaties. Er zijn alleen geen RCT’s beschikbaar.

Indicaties autotransplantaties

Bij implantaten zie je dat het dento gingivale complex niet mee ontwikkeld met ouder worden. Er ontstaat vaak een step; de elementen op implantaten komen vaak in infrapositie te staan gezien het kaakbot daar niet mee ontwikkeld. Daarom bij een leeftijd onder de 30 jaar moet je na denken of je überhaupt wel implantaten wil zetten. Doordat bij autotransplanteren een parodontaal ligament is, heb je dit probleem hierbij niet. Transplanteren kan op elke leeftijd. Op jonge leeftijd zijn de radices (tandwortels) nog niet afgevormd en is een endodontische behandeling niet nodig. Indien de radices zijn afgevormd moet er voor transplanteren een endodontische behandeling worden gedaan. Dan na 6 weken functioneel belasten om ankylose te voorkomen.

Agenesie

Is er sprake van aangeboren ontbrekende gebitselementen bij een kind? Belangrijk om op tijd te verwijzen! Meestal tussen de 10 en 11 jaar naar de orthodontist.

In Nederland is bij de meeste mensen sprake van een disto-relatie, daarom zie je dat dan vaak premolaren uit de bovenkaak naar de onderkaak worden getransplanteerd. De beste periode is bij een radix afvorming van 2/3 tot ¾ van de totale lengte, blijkt uit onderzoek van Andreasen. Een endodontische behandeling is dan niet nodig, je krijgt obliteratie van de pulpakamer.

Overtollige elementen

Een verstandskies (M3) is vaak een overtollig en ook een a-functioneel element. In het geval dat een eerste molaar (M1) vanwege bijvoorbeeld resorptie of een afwijking geëxtraheerd moet worden, is het gunstig om de M3 naar de plek van de M1 te transplanteren. Hierbij geldt ook de open-apex regel. Een open apex is altijd voordelig omdat er geen endodontische behandeling hoeft te worden gedaan. Voorkeur is tussen de 16-18 jaar: een goede start van de radix 2/3 of de furcatie moet gevormd zijn.

In tegenstelling tot implantologische behandelingen is primaire stabiliteit onbelangrijk bij autotransplantaties. Bot is dus niet erg belangrijk, het parodontaal ligament zorgt voor dit grote voordeel.

Trauma

Door trauma kan het zijn dat er vervangingsresorptie optreedt en een voortand geëxtraheerd moet worden. Soms is er daarbij ook sprake van ankylose: de eigen tand blijft achter en wordt heel lang, dat is esthetisch niet fraai. De voortand kan dan vervangen worden door een premolaar met autotransplantatie. Door deze autotransplantatie techniek kun je gingiva weer op gelijk niveau krijgen.

Ook toonde Dick Barendregt voorbeelden waarbij een volledig verdwenen processus door trauma weer hersteld kan worden door autotransplantatie zonder ingewikkelde chirurgie. De volledig verdwenen processus kan dan weer terug gekregen worden door het getransplanteerde element te extruderen door middel van orthodontie. Door extrusie groeit het bot mee dankzij het parodontaal ligament.

Chirurgie

Belangrijk is dat de chirurgie atraumatisch is, de extractietang mag de glazuurcement grens niet beschadigen. Daarna wordt het donorelement opgemeten en weer voorzichtig teruggezet in de extractie-alveole. Dan kan gestart worden met de voorbereidingen van de donorlocatie. In het geval dat een premolaar naar de plek van een incisief wordt getransplanteerd is de premolaar in bucco-palatinale positie breder. Een incisief is gemiddeld 7mm en een premolaar gemiddeld 10mm. Vaak moet de buccale lamel weg anders past premolaar niet. Maar dankzij het parodontaal ligament is het adaptieve vermogen zo groot, dat dit zelden tot problemen leidt. Het getransplanteerde element wordt gefixeerd met een zogenoemde ‘Cortellini’ hechting en platte matras lus eroverheen.

Na een periode 6 weken kan de buccale knobbel van de premolaar worden uitgebouwd tot incisief. De opbouw moet staan in richting van de as element radix. Daarna start de orthodontische behandeling.

Chirurgische planning

In sommige gevallen wordt gebruik gemaakt van een 3D behandelplanning met cone beam. Daarbij wordt de een afdruk gecombineerd met de beelden van de cone beam opname.

Met het transplanteren wil je het PDL niet beschadigen, daarom wordt er vaak een fractie groter geprepareerd. Door een ‘paselement’ te gebruiken van pmma kan de preparatie nauwkeurig gedaan worden zonder het PDL te beschadigen.
Na chirurgie is de zachtweefsel sluiting belangrijk. Na 3 en 6 weken vindt een controle plaats, gecombineerd met een mondhygiëne check en gebitsreiniging.

Uit meerdere onderzoeken en ook de praktijkresultaten uit Rotterdam blijkt autotransplantatie een zeer succesvolle en voorspelbare behandeling te zijn met een slagingspercentage van ongeveer 93%. Als er failures zijn, ontstaan deze vaak in het begin, belangrijk is de belasting van het element na 6 weken. Geconcludeerd kan worden dat autotransplantatie van een tand op elke leeftijd een behandeloptie is en soms nog een betere behandeloptie dan een implantaat.

Dr. Dick Barendregt is parodontoloog (NVvP) en implantoloog (NVOI). Studeerde in 1988 af als tandarts aan de Rijksuniversiteit van Groningen. In 1991 startte hij een post-academische opleiding parodontologie aan ACTA. Deze opleiding rondde hij in 1994 af. In 1996 werd door hem de Kliniek voor Parodontologie Rotterdam opgericht. Daar houdt hij zich naast de parodontologie bezig met de implantologie. De laatste 18 jaar is in dat kader de nadruk komen te liggen op patiëntenbehandeling in een interdisciplinair teamverband (Proclin Rotterdam) met collega- tandartsen zoals orthodontisten, endodontologen, restauratieve tandartsen, kaakchirurgen en tandtechnici. In 2009 promoveerde op zijn proefschrift “Probing around teeth” aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is betrokken bij verschillende postacademische cursussen in binnen- en buitenland.

Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van dr. Dick Barendregt tijdens het congres Chirurgie van Bureau Kalker

Lees meer over: Chirurgie, Congresverslagen, Kennis, Thema A-Z