NWVT – TP master scriptieprijs 2018 uitgereikt

NWVT – TP master scriptieprijs 2018 uitgereikt

Op 11 oktober is de NWVT – TP master scriptieprijs 2018 uitgereikt aan Robert Pogosian – oud student ACTA –  voor zijn master scriptie: Temporomandibular disorders and headache. Milou Snijders ontving de tweede prijs en de derde prijs ging naar Iris Driessen.

Voor de NWVT-TP master scriptieprijs dingen masterscripties vanuit de Faculteit der Tandheelkunde in Amsterdam (ACTA), Nijmegen (Radboud MC) en Groningen (UMCG) mee naar deze prijs. De jury heeft de inzendingen beoordeeld op geschiktheid en relevantie voor de tandarts algemeen.

Hieronder ziet u een abstracts van de drie master scriptieprijzen.

1e prijs: Temporomandibular disorders and headache, door Robert Pogosian

Zijn begeleiders waren prof. dr. C.M. Visscher en H.A. van der Meer, MSc.

Doelstelling

Het doel van dit prospectieve, longitudinale onderzoek was om het effect van de behandeling van temporomandibulaire dysfunctie (TMD) op comorbide hoofdpijnklachten te onderzoeken.

Materiaal en methode

Volwassen deelnemers met een TMD-pijndiagnose en hoofdpijn kregen een multidisciplinaire TMD-behandeling. Bij aanvang van de behandeling ontvingen zij dezelfde vragenlijst met betrekking tot hun orofaciale pijn en hoofdpijn die zij bij baseline en na 4, 8 en 12 weken invulden. De uitkomstmaten voor de orofaciale pijn en hoofdpijn waren de Characteristic Pain Intensity (CPI), Days in Pain, Disability Score en Disability Days. Veranderingen in uitkomstmaten bij baseline en na 12 weken voor orofaciale pijn en hoofdpijn werden bepaald. Vervolgens werd onderzocht of de verandering in orofaciale pijn geassocieerd was met de verandering in hoofdpijn en 3 verschillende subtypes van hoofdpijn (migraine, spanningshoofdpijn (TTH) en hoofdpijn toegeschreven aan TMD).

Resultaten

Van alle geïncludeerde patiënten voltooiden er 50 het studieprotocol van 12 weken. Voor orofaciale pijn werd een significante verbetering in de loop van de tijd gevonden voor de CPI en Days in Pain. Voor hoofdpijn werd een significante verbetering voor alle uitkomstmaten gevonden. Voor alle uitkomstmaten werd een significante associatie gevonden tussen de verbetering in orofaciale pijn en hoofdpijn. Voor migraine was deze associatie sterker dan voor TTH of hoofdpijn toegeschreven aan TMD.

Conclusie

Er werd een matige correlatie gevonden voor de CPI, Disability Score en Disability Days tussen de verbetering in orofaciale pijn en hoofdpijn. De sterkste associatie werd gevonden voor de CPI en Disability Score. De resultaten van deze studie tonen aan dat een succesvolle TMD-behandeling een positief effect heeft op de bijkomende hoofdpijn.

2e prijs: Are the quality of root canal filling & marginal bone level correlated with the presence of apical periodontitis? A retrospective cohort study, door Milou Snijders

Parodontitis apicalis (PA) is een veel voorkomende en wijdverspreide aandoening, met name bij endodontisch behandelde elementen. Identificatie van de risicofactoren voor het ontstaan van PA is belangrijk om de prognose van een endodontische behandeling te bepalen. Het doel van dit onderzoek was om de invloed van de kwaliteit van de wortelkanaalvulling en het marginale botniveau te evalueren. Beide factoren zouden in verband kunnen staan ​​met de aanwezigheid van PA.

Methoden

In totaal werden 511 endodontisch behandelde elementen geïncludeerd in deze retrospectieve cohortstudie. Alle elementen beschikten over een periapicale röntgenfoto van ten minste 1 maand na de wortelkanaalbehandeling, de “baseline röntgenfoto”, en een “follow-up-röntgenfoto” met een minimaal interval van 24 maanden. Geen enkel element vertoonde PA op de baseline röntgenfoto. De elementen werden onderverdeeld in vier groepen op basis van kwaliteit van wortelkanaalvulling en marginaal botniveau. De groepen A-D vertoonden verschillende combinaties wat betreft kwaliteit van wortelkanaalvulling en marginaal botniveau. De aanwezigheid van PA op de follow-up-röntgenfoto werd beoordeeld en de associatie tussen de variabelen en PA werd geanalyseerd met behulp van de Chi-square-test, logistische regressie-analyse en Cohen’s Kappa-test.

Resultaten

In totaal werd bij 50 elementen (9,8%) een PA op de follow-up-röntgenfoto vastgesteld. Er werd een significante verband gevonden tussen de aanwezigheid van marginaal botverlies en PA (p = 0,006). De kwaliteit van de wortelkanaalvulling was niet significant geassocieerd met de aanwezigheid van PA (p = 0.169). Elementen met een onvoldoende wortelkanaalvulling en marginaal botverlies hadden de hoogste prevalentie PA bij follow-up (16,3%). Cohen’s kappa-waarden voor “intra-“ en “inter-observer” evaluaties vertoonden een goede tot zeer goede overeenstemming. Het gemiddelde follow-up-interval voor alle elementen was 42,1 +/- 13,2 maanden.

Conclusie

Marginaal botverliesniveau is significant geassocieerd met de aanwezigheid van PA terwijl de kwaliteit van wortelkanaalvulling geen significant verband vertoonde met PA.

3e prijs: Effect of immediate and delayed dentin sealing on fracture strength of lithiumdisilicate (LiSi2) laminate veneers with cervical exposure of dentin, door Iris Driessen

Objectives

Since adhesion to dentin is less reliable than adhesion to enamel, preparation depth could affect the durability of laminate veneers. To prevent debonding of veneers on dentin, immediate dentin sealing is suggested as an alternative for delayed dentin sealing. This study evaluated the in vitro effect of the IDS and DDS method with exposure of dentin on the fracture strength of LiSi2 laminate veneers.

Methods

Extracted, sound human central maxillary incisors (N=70) were selected and randomly divided into 7 groups. Group 1: Enamel + H3PO4 +adhesive. Group 2: 1/3 of dentin in cervical region + H3PO4+ DDS (4 weeks later). Group 3: complete dentin + H3PO4+ DDS (4 weeks later). Group 4: 1/3 of dentin in cervical region + H3PO4+ IDS + 1min MPS silane. Group 5: complete dentin + H3PO4+ IDS + 1min MPS silane.  Group 6: 1/3 of dentin in cervical region + H3PO4+ IDS + 5min MPS silane. Group 7: complete dentin + H3PO4+ IDS + 5min MPS silane.  In group 2 tot 7, the cervical preparation margin ends in dentin. LiSi2 laminate veneers were bonded with an adhesive resin cement (Enamel HFO-composite). IDS layers were silica coated (CoJet system) and silanized (ESPE-sil). The specimens were subjected to accelerated fatigue (5Hz, 100N increasing after 500 cycles) until they fractured. Data were analyzed using Kaplan Meier survival curve and Log Rank (Mantel Cox), Life-table curve and Wilcoxon test.

Results

Mean fracture strengths were 988,9 N (group 5), 1140 N (group 3), 1450 N (group 2), 1400 N (group 6), 1450 N (group 7), 1550 N (group 4), 1912,5 N (group 1). The enamel group showed a significantly higher fracture strength than all other groups. Group 7, the 100% dentin IDS group MPS 5 min silane showed a significantly higher fracture strength than the 100% dentin DDS (p=0.033) group and 100% dentin IDS group (p=0.001).

Significance

Application of IDS instead of DDS results in higher fracture strengths when the preparation ends completely in dentin. Prolonging the application time of MPS silane, from 1 minute to 5 minutes, has a significant positive effect on the fracture strength failure of laminate veneers when the preparation ends completely in dentin.

Foto: Robert Pogosian

Lees meer over: Kennis, Onderzoek