tanden bleken

Zoom-app voor de iPhone maakt tanden witter

Philips houdt zich allang niet meer alleen bezig met verlichting en televisies. Ook behandelingen bij de tandarts behoren tot het aandachtsgebied van het Eindhovense merk. Nu hebben ze een ludieke iPhone-applicatie op de markt gebracht, waarmee de Zoom-behandeling wordt gepromoot. Die behandeling moet leiden tot wittere tanden. Met Philips Zoom op de iPhone kan je een foto maken of selecteren en een gebit daarop eenvoudig witter maken.

Reclamestunt
Het is natuurlijk een reclamestuntje, maar wel een leuke. Je selecteert of maakt ter plekke een foto en zoomt de foto vervolgens zover in, dat je het te bewerken gebit groot in beeld hebt. Vervolgens zet je een knop op de linkerkant van het gebit en een op het rechter uiterste. De app zet voorts een paar detectiepunten op het gebit neer, waarmee het wordt geselecteerd. Je kan de punten zelf verschuiven om de vorm correcter te maken. De volgende stap leidt je naar het magische resultaat.

De foto wordt dan weer op zijn originele formaat in beeld gebracht en onderin beeld prijkt een schuifbalk waarmee je de kleur van de tanden kan bepalen. Helemaal rechts in beeld staan de meest mogelijk witte tanden die je kan bedenken. Schuif de slider volledig naar links en je gebit lijkt niet meer te redden, zo geel. Met name de gele of zelfs bruine tanden, zien er vaak afschrikwekkend overtuigend uit. Helemaal rechts zijn de tanden in onze testjes vaak net iets te wit. Schuiven we de slider naar iets minder wit, dan lijkt ook die gebitsaanpassing realistisch.

Als je tevreden bent met het resultaat, sla je de foto op, of zet je hem op Facebook of Twitter. Ook versturen per e-mail is mogelijk. Philips Zoom is een grappige reclamestunt.

Bron:
Iphoneclub

Lees meer over: E-health, Kennis, Thema A-Z
Studie

Verkorte studie Tandheelkunde

Vanaf september 2012 is het voor een selecte groep studenten of cursisten (maximaal 12 personen) mogelijk om verkort Tandheelkunde te studeren: de zogenaamde Zij-instroom Tandheelkunde.

Studiebeschrijving
Je wordt door middel van een brugjaar voorbereid op instroom in de driejarige masteropleiding Tandheelkunde. Gedurende dit brugjaar wordt deelgenomen aan grote delen van de onderwijsblokken van het tweede en derde jaar van de bacheloropleiding Tandheelkunde van het UMCG.

Gevraagd
Een WO- of HBO-bachelordiploma.
Een VWO-diploma met de vakken natuur- en scheikunde.

Toelatingsexamen
Het toelatingsexamen voor de ZIT vindt plaats op woensdag 18 april 2012.

De 12 personen met de hoogste score op de toetsen kunnen in mei/juni kennis maken met het skilslab van de opleiding Tandheelkunde. Daarna volgt nog een gesprek. Het brugjaar 2012-2013 start op 1 september 2012.

Meer informatie 
Dhr. Dr G.J. Deenen, telefoonnummer (050) 363 30 67

Solliciteren
Stuur je sollicitatiebrief met daarbij gewaarmerkte kopieën van je – voor de ZIT relevante – diploma’s (als je die hebt), o.v.v. “sollicitatie Zij-instroom Tandheelkunde”. Vermeld in je brief altijd je emailadres. Sollicitatiebrieven worden tot en met 19 maart 2012 in ontvangst genomen. Na ontvangst van de sollicitatiebrief wordt een ontvangstbevestiging gemaild met nadere informatie.

De sollicitatiebrief kun je sturen aan:
dhr. Dr. G. J. Deenen,
Onderwijsinstituut UMCG,
sector F, FB23
Postbus 196
9700 AD Groningen

Bron:
Tangris

Lees meer over: Kennis, Scholing
sollicitatie

Gezocht: Tandarts/mondhygiënist voor het maken van verslagen van dentale congressen

Gaat u graag naar een dentaal congres? En schrijft u graag? Dan komen wij graag in contact met u. dental INFO zoekt een tandarts en/of mondhygiënist voor het maken van verslagen van dentale congressen.

U bezoekt het dentale congres en schrijft hier een verslag van. dental INFO redigeert de tekst, waar nodig, en laat deze lezen door degene die de lezing gegeven heeft. Zo kunnen we op een efficiënte manier met elkaar zorgen voor een kwalitatief verslag voor de lezer van de dental INFO e-mailnieuwsbrief en website.

Klik hier voor enkele voorbeeld verslagen.

Meer informatie
Anita de Klerk
E: anita@dentalinfo.nl
T: 06-24268917

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
Geld en financieel

E-health kan 1 miljard opleveren

De mogelijkheden voor e-health en selfmanagement worden nog onvoldoende benut. Er valt vooral buiten de zorg een productiviteitswinst van 1 miljard euro te behalen. Dat is de conclusie van twee onderzoeken die in opdracht van VWS zijn gedaan.

Het onderzoeksbureau APE heeft met de Universiteit van Maastricht voor vijf aandoeningen – astma, hartfalen, trombose, diabetes en depressie – in kaart gebracht wat de winst is van online dienstverlening, telezorg en andere ICT-toepassingen. Het leidt tot minder sterftes, minder ziekenhuisopnames en geeft patiënten meer regie over hun eigen leven. De onderzoekers becijferen in het rapport ‘E-health en selfmanagement’ dat grootschalige toepassing 1 miljard euro gezondheidswinst kan opleveren.

Profijt van e-health
Dat er niet voldoende wordt ingezet op e-health komt doordat het vooral partijen buiten de zorg zijn die de financiële voordelen van e-health genieten. Werkgevers, uitkeringsinstanties en verzuimverzekeraars profiteren als werknemers eerder en vaker aan het werk kunnen. Het ligt voor de hand om hen meer te betrekken bij de invoering van e-health en selfmanagement. Zorgverzekeraars en zorgaanbieders zijn soms huiverig om te investeren in e-health, omdat ze onvoldoende zicht hebben wat hun investering gaat opleveren qua doelmatigheid.

Ggz en e-health
In de ggz lijken de mogelijkheden voor e-health en selfmanagement onbegrensd. Wetenschappers van de Erasmus Universiteit noemen in het rapport ‘E-health: Face to Facebook’ talloze sites waar ggz-patiënten zelf testen kunnen doen. Van patiënten met een zwaardere problematiek, zoals eetstoornissen, is het mogelijk het eetpatroon te volgen. Psychiaters kunnen met die informatie veel sneller tot de kern van het probleem doordringen.

Keerzijde e-health
Maar e-health heeft een keerzijde als er niet goed is nagedacht wat de meerwaarde is voor een bepaalde doelgroep, waarschuwt hoogleraar Kim Putters. “Patiënten kunnen de hele dag hun eigen ziektebeeld volgen. Dat is bij bepaalde patiëntengroepen, zoals manisch depressieven, juist helemaal niet goed. Dan zijn ze nog meer met hun ziekte bezig en worden ze nog afhankelijker van artsen. E-health is meer dan techniek. Het krijgt alleen zin in de dialoog tussen patiënten en behandelaars. Artsen moeten er goed over nadenken voor wie ze e-health gebruiken en hoe ze dat doen.”

Bron:
Zorgvisie

Lees meer over: E-health, Kennis

Social media voor artsen: valkuilen en kansen

Gebruik van social media biedt kansen, maar de grenzen tussen professionele en persoonlijke communicatie kunnen vervagen. De KNMG zet de belangrijkste digitale valkuilen en kansen voor artsen op een rij in de Handreiking Artsen en Social Media.

Social media vormen vaak nog onontgonnen terrein voor artsen, terwijl ruim tien miljoen Nederlanders er gebruik van maken. Dit dringt langzaam maar zeker ook door in de zorg. Er komen steeds meer online platformen met sociale netwerken waarbinnen artsen onderling en met patiënten interactieve dialogen aangaan en kennis en ervaringen delen. Ook LinkedIn en twitter worden steeds populairder. De KNMG wil dat het gebruik van eHealth, inclusief social media, een vanzelfsprekend onderdeel van de gezondheidszorg is. Tegelijk is het van belang dat artsen zich bewust zijn van mogelijke valkuilen. Wie zich in social media als arts profileert, zal zich bijvoorbeeld moeten realiseren dat ook privé uitlatingen in die hoedanigheid worden gedaan.

De 9 aanbevelingen op een rij

  1. Benut kansen van social media
  2. Garandeer vertrouwelijkheid
  3. Geen vrienden met patiënten
  4. Onderscheid wat openbaar is en privé
  5. Denk aan de reikwijdte
  6. Toon respect
  7. Spreek uw collega aan
  8. Volg gedragsregels werkgever
  9. Let op disciplinaire risico’s

Lees de KNMG Handreiking Artsen en Social Media

De KNMG-handreiking is mede gebaseerd op richtlijnen van zusterorganisaties in de Verenigde Staten, Australië en Nieuw-Zeeland en het Verenigd Koninkrijk.

Bron:
KNMG



Download brochure knmg-handreiking-artsen-en-social-media-10-11-2011.pdf
Lees meer over: Communicatie, E-health, Kennis, Ondernemen
Checklijst

Consumentenbond: De vijf eisen aan transparantie

De Consumentenbond pleit voor het openbaar maken van gegevens die iets zeggen over de kwaliteit van de zorg. Wat de Consumentenbond betreft gaat dit over het toegankelijk maken van het register voor zorgverleners, het openbaar maken van sterftecijfers en over gegevens over de kwaliteit van zorg. Om de transparantie in de gezondheidszorg te bevorderen, is de Consumentenbond de campagne Kiezen moet Kunnen gestart. Nu deze campagne is afgesloten, zetten zij op een rij wat ze hebben gedaan en bereikt. Lees hieronder het bericht van de Consumentenbond.

Vijf speerpunten transparantie
Omdat transparantie een zeer breed onderwerp is, hebben wij binnen dit thema vijf speerpunten geformuleerd. Deze punten sluiten wat ons betreft aan bij een knelpunt in de zorgsector. Doelstelling van de campagne was om de aandacht te vestigen op deze verschillende knelpunten en bovendien een stap te zetten in de richting van verbetering hiervan, in de breedste zin van het woord.

Bij sommige speerpunten is de mogelijkheid om veranderingen te bewerkstelligen niet zo een-twee-drie te realiseren. Hiertoe moeten (politieke) trajecten worden ingezet die niet op korte termijn resultaat opleveren. Wel worden uiteraard deze trajecten in gang gezet en houden wij een vinger aan de pols ten aanzien van de successen en kansen.

Hieronder zetten wij, nu de campagne is afgesloten, op een rij wat wij op de vijf speerpunten hebben gedaan en bereikt.

1. Stop de doofpotcultuur
Ziekenhuizen en artsen moeten open zijn over fouten en incidenten en deze met de patiënt bespreken.

Wat is het probleem?

In Nederland lopen jaarlijks zo’n 40.000 mensen gezondheidsschade op en overlijden ruim 1950 mensen door vermijdbare fouten. Wie met een medische fout te maken krijgt, loopt vaak op tegen de in Nederland heersende doofpotcultuur. Bovendien is de weg om een klacht of claim in te dienen lang, tijdrovend en kostbaar!

Dit moet verbeteren door consumenten bewust te maken van de rechten en plichten die ze hebben en door het bestaan van de doofpotcultuur aan te tonen en zo mogelijk te veranderen.

Wat hebben we gedaan en bereikt?

In het kader van de campagne hebben wij een Meldactie medische missers gehouden. In korte tijd kregen wij veel reacties binnen over (de abominabele afhandeling van) medische missers. Met deze resultaten is een reportage gemaakt door KRO Brandpunt, waarin artsen zelf toegeven dat er een doofpotcultuur heerst in de Nederlandse zorgsector en waarin slachtoffers hun verhaal doen. Hiermee is het onderwerp op de kaart gezet en hebben wij de politiek opgeschud om dit onderwerp op te pakken.
Een selectie van deze verhalen is opgenomen in ons boek “Dokter, luister nou!”. Dit boek is aangeboden aan de vaste Kamercommissie van VWS, om duidelijk te maken dat er een probleem is dat niet ontkend mag worden.

2. Maak klagen makkelijk
Het moet eenvoudig worden voor patiënten om een klacht in te dienen.

Wat is het probleem?

Je recht halen in de zorg is niet eenvoudig. Enerzijds blijkt uit verschillende rapporten zoals van de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) en Raad voor de Volksgezondheid (RVZ) de tekortkomingen van het huidige systeem. Ook blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond dat cliënten het moeilijk vinden de juiste weg te vinden in de zorg en vaak geen vertrouwen hebben in de afhandeling van hun klachten.

Een betere klacht- en geschillenbeslechting zou hier de oplossing kunnen bieden.

Wat hebben we gedaan en bereikt?

De Consumentenbond heeft de Minigids ‘Ken uw rechten als patiënt’ ontwikkeld. Zowel leden als niet-leden konden gratis de Minigids aanvragen, waarin veel informatie is opgenomen over de rechten en plichten van de cliënt. Zoals wat je kunt doen bij een klacht en hoe het verkrijgen van een second opinion in zijn werk gaat. In combinatie met de nodige uitingen om cliënten te wijzen op deze gids, is de afname groot geweest en hiermee hebben wij veel cliënten bekend gemaakt met belangrijke regels en mogelijkheden in de zorgsector. Gedurende de campagne heeft de Consumentenbond de mogelijke komst van een nieuwe wet; de Wet Cliëntenrechten Zorg, goed in de gaten gehouden en hierop gereageerd indien mogelijk. Deze nieuwe wet zou wat de Consumentenbond betreft zo snel mogelijk moeten worden ingevoerd, omdat de positie van de cliënt hierdoor sterk zal verbeteren. De Consumentenbond maakt zich hard om dit te realiseren.

Ter afsluiting van de campagne heeft het Campagneteam Kiezen moet Kunnen de wegwijzer voor zorgklachten geproduceerd en gepresenteerd. Deze online tool helpt mensen de juiste keuzes te maken wanneer zij een klacht hebben over een zorgaanbieder. Hiermee helpen wij concreet consumenten de weg te vinden bij hun zorgklacht. Om een betere positie te creëren voor consumenten die slachtoffer zijn geworden van een medische misser, heeft de Consumentenbond bepleit om de bewijslast te verschuiven bij een incompleet dossier. De Consumentenbond is van mening dat incidenten moeten worden opgenomen in het dossier en dat bij een onvolledig medisch dossier, de rechter uit zal moeten gaan van de stelling van het slachtoffer. De minister van VWS steunt de Consumentenbond hierin.

De Consumentenbond is in het kader van de afhandeling van medische missers van mening dat er een onafhankelijke kenniscommissie zou moeten komen, die de consument kan bijstaan wanneer er sprake is van een mogelijke medische misser. Het moet voor de consument makkelijker worden gemaakt om te achterhalen wat er is gebeurd en hoe de kaarten verdeeld zijn. De onafhankelijke kenniscommissie zou hierin goed kunnen helpen.
Meer overkoepelend dan enkel campagnebreed, is de Consumentenbond binnen veel sectoren in de zorg druk bezig met het opstellen van tweezijdige Algemene Voorwaarden. Hierin worden over en weer de rechten en plichten weergegeven van de zorgaanbieder en de cliënt en is het tevens de bedoeling duidelijkheid te creëren over de klachtafhandeling.

3. Maak kwaliteit zichtbaar

Cijfers over onder andere ervaring van artsen, resultaten van behandelingen, complicaties en sterftecijfers moeten openbaar gemaakt worden.

Wat is het probleem?

Er gebeurt veel en er zijn ook vrij veel cijfers bekend, maar daar gebeurt hoe dan ook te weinig mee en sommige sectoren blijven ook lelijk achter met cijfers. Keuze-informatie is een eerste vereiste voor de ‘zorgconsument’ om zijn positie op de zorgmarkt invulling te kunnen geven. Zonder keuze-informatie kan een zorgconsument geen weloverwogen keuze maken. De druk op zorgverzekeraars en zorgaanbieders om cliëntgericht te werken komt dan niet tot stand. Het recht op keuze-informatie zou erkend moeten worden!

Wat hebben we gedaan en bereikt?

Op onze campagnesite hebben wij een verwijzing opgenomen naar de informatie die beschikbaar is over de kwaliteit op de website van de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
De Consumentenbond participeert in meerdere trajecten ten aanzien van het verkrijgen van informatie over de zorg. Op meerdere manieren zal de Consumentenbond de mogelijkheden benutten om zoveel mogelijk informatie te verkrijgen en openbaar te maken voor het maken van een weloverwogen keuze in de zorg.

Ten aanzien van het openbaar maken van sterftecijfers van ziekenhuizen, houdt de CB ook een vinger aan de pols. Hier zijn nog steeds geen bruikbare vergelijkingen te maken. De CB blijft hier de aandacht op vestigen.

4. Zorg voor goed geïnformeerde patiënten
Patiënten moeten voor de behandeling weten wat hen te wachten staat.

Wat is het probleem?

Cliënten zijn niet goed op de hoogte van hun rechten en plichten in de zorg en ook zijn zij vaak niet goed genoeg geïnformeerd voorafgaand aan een behandeling. Onvoldoende informatie zorgt voor onbegrip en ontevredenheid, dat op zijn beurt weer leidt tot klachten. Zowel artsen als consumenten moeten alles in het werk stellen elkaar zo goed mogelijk op de hoogte te brengen van belangrijke informatie.

Wat hebben we gedaan en bereikt?

De Consumentenbond heeft vraagwijzers ontwikkeld. Op deze vraagwijzers staan de belangrijkste vragen die je aan je arts kunt stellen. Deze vraagwijzers zijn gratis verspreid, door ze in te plakken in de Gezondgids van de Consumentenbond. Ook niet-leden konden gratis een vraagwijzer aanvragen. Hiernaast is deze vraagwijzer ook meegestuurd met de Margriet, waarmee wij zo’n 200.000 consumenten hebben weten te bereiken, en zijn ze momenteel te vinden op onze website. Met deze vraagwijzers willen wij consumenten duidelijk maken dat zij ook een belangrijke rol spelen in het verkrijgen van de juiste informatie. Met dit hulpmiddel zijn consumenten concreet geholpen.

Het campagneteam heeft onder Nederlandse ziekenhuizen posters verspreid met de belangrijkste vragen die een cliënt aan zijn arts zou moeten stellen om goed geïnformeerd te raken. Hiermee wil de Consumentenbond aantonen dat vragen kan en mag. Deze posteractie roept artsen hopelijk tegelijkertijd op om zich er bewust van te zijn dat cliënten recht hebben op informatie. Hoe beter de arts de consument van tevoren instrueert, hoe minder communicatiestoringen en ontevreden consumenten er zijn.

5. Stop het BIG-geheim
Patiënten moeten makkelijker hun medisch hulpverlener kunnen opzoeken in het Big-register, het kwaliteitsregister voor zorgverleners.

Wat is het probleem?

Het Big-register is niet goed toegankelijk. Dit blijkt ook uit onderzoek van de Consumentenbond (Gezondgids juni/juli 2011) waar een derde van de gezochte hulpverleners niet te vinden was. Ook heeft het onderzoekspanel meerdere verbeterpunten aangedragen die het zoeken makkelijker maken en de controle of je echt de juiste zorgverlener hebt gevonden, verbeteren.

Het tweede probleem is dat op dit moment waarschuwingen van het tuchtcollege nog niet openbaar zijn. Uit eigen onderzoek blijkt dat driekwart van de respondenten wil dat de naam van de arts openbaar wordt gemaakt. Daarnaast zijn de uitspraken niet gekoppeld aan het Big-register, waardoor het dus niet duidelijk is waarvoor iemand precies is veroordeeld.

Wat hebben we gedaan en bereikt?

In het begin van de campagne is er een grote BIG-meldactie geweest. Consumenten konden met hulp van de Consumentenbond hun zorgverlener opzoeken in het BIG-register. Hiermee wil de CB niet alleen dit belangrijke register onder de aandacht brengen, ook wil de CB aantonen dat het gebruik van dit register hard aan verbetering toe is. Ruim 800 mensen hebben via ons hun hulpverlener gezocht in het BIG-register, omdat zij zelf moeite hadden met het vinden van hun zorgverlener. Naar aanleiding van deze BIG-actie was het voor ons heel duidelijk waar de verbeterpunten lagen en deze zijn besproken met de beheerder van het BIG-register, het CIBG.

We houden de ontwikkelingen op gebied van de Wet Cliëntenrechten Zorg (WCZ) nauw in de gaten. In deze WCZ is namelijk opgenomen dat het register verplicht moet worden geraadpleegd bij nieuwe werknemers. Al met al is het campagneteam Kiezen moet Kunnen trots op de behaalde resultaten. De Consumentenbond zal dit onderwerp zeker nog op de agenda laten staan, want deze stappen in de goede richting mogen niet meer terug gezet worden. Het campagneteam is blij met de steun die zij heeft gekregen van alle consumenten die de campagne een warm hart toedragen door de campagne te steunen en de grote interesse in de nieuwsbrief.

Bron:
Consumentenbond

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kwaliteit
online reputatie

Helft tandartsen heeft prijzen niet online

Uit onderzoek van de Vrije Universiteit blijkt dat bijna de helft van de tandartsen de prijzen van de behandelingen nog niet online heeft staan. En dat terwijl minister Schippers van Volksgezondheid dat “zeer wenselijk” acht.

NCPF geschrokken
Wilna Wind van de Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie is geschrokken van de uitkomst. “De nieuwe transparantie hoort bij het experiment van het vrij laten van de prijzen. Tandartsen mochten zelf hun tarieven bepalen, met als voorwaarde van de minister dat die prijzen bekend zijn en zichtbaar voor iedereen. Maar elke keer blijkt dat dat veel te weinig het geval is.”

Zorgkaart
“We zijn nu een maand onderweg met het experiment en we moeten alle zeilen bijzetten om de patient een eerlijke rol te geven. Mensen vinden het belangrijk dat ze weten wat iets gaat kosten. Eind februari lanceren we daarom zelf een site met prijslijsten van tandartsen. Vanaf dan kunnen consumenten op de website www.zorgkaartnederland.nl terecht.”

Bron:
BNR.nl

Lees meer over: Communicatie, Kennis, Ondernemen
roken

Patiëntenversie stoppen-met-roken beschikbaar

Om de patiënt (roker) inzicht te geven in goede zorg bij stoppen met roken, is er nu ook een patiëntenversie van de Zorgmodule Stoppen met Roken beschikbaar. Deze is ontwikkeld door het Partnership Stop met Roken.

Er zijn heel veel soorten hulp bij stoppen met roken, zoals telefonische coaching, persoonlijke begeleiding, e-health of een groepstraining. Naast deze gedragsmatige ondersteuning zijn er ook farmacologische hulpmiddelen (nicotinevervangers of medicijnen op recept) die mensen kunnen helpen bij het stoppen met roken. Gedragsmatige ondersteuning bij stoppen met roken is verzekerde basiszorg. Om de patiënt (roker) inzicht te geven in goede zorg bij stoppen met roken is er een patiëntenversie van de Zorgmodule Stoppen met Roken ontwikkeld door het Partnership Stop met Roken.

‘Hulp nodig bij stoppen met roken?’
Jaarlijks zijn er een groot aantal mensen die willen stoppen met roken, of dit overwegen. Slechts 15% van de rokers wil nooit stoppen met roken en 21% wil binnen een half jaar stoppen. De patiëntenversie maakt voor de roker inzichtelijk wat goede zorg bij stoppen met roken is en waar deze zorg te vinden is. Dit wordt gedaan door o.a. informatie te geven over de verschillende vormen van gedragsmatige ondersteuning en farmacologische hulpmiddelen bij stoppen met roken. Ook maakt de folder duidelijk waar de patiënt recht op heeft en wat hij/zij zelf kan doen om succesvol te stoppen met roken. Op basis van deze informatie kan de patiënt een betere keuze maken voor hulp. Voor patiënten wordt de folder ‘Hulp nodig bij stoppen met roken?’ genoemd.

Gratis bestellen
In 2012 kunt u als professional deze folder gratis bestellen op de website www.praktijkfolders.nl. Om een bestelling te plaatsen dient u zich eerst aan te melden voor het aanmaken van een persoonlijk account. Wanneer u op deze website in het linker menu zoekt op ‘roken’ kunt u 1 of meerdere bundels van de patiëntenversie bestellen.

Promotie op de website
Om de patiëntenversie bij mensen die willen stoppen met roken te promoten wordt binnenkort de website ‘Hulp nodig bij stoppen met roken?’ gelanceerd. Deze website geeft meer informatie over de folder.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Glimlach

Lach verslaat kapsel bij eerste indruk

De uitdrukking ‘als je haar maar goed zit’ heeft zijn beste tijd gehad. Met een stralende glimlach maak je namelijk een betere eerste indruk dan met een verzorgd kapsel. Dat blijkt uit onderzoek van Vrouwonline.nl onder ruim 150 vrouwelijke respondenten, in opdracht van Aquafresh. 54 procent van de respondenten gaat bij een eerste ontmoeting af op de mond. Slechts 2 procent laat zich voornamelijk leiden door de coupe.

Bron:
Aquafresh
Onderzoek door Vrouwonline.nl onder 150 vrouwelijke respondenten, na een proefperiode met Aquafresh Intense White van minimaal een week.

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
commentaar

Richtlijn Mondzorg voor jeugdigen open voor commentaar

Tot 2 februari 2012 kunnen tandartsen reageren op de conceptrichtlijn ‘Mondzorg voor jeugdigen’ van de NMT.

Achtergrond
De richtlijn ‘Mondzorg voor jeugdigen’ is ontwikkeld op initiatief van de NMT met medewerking van diverse organisaties. De richtlijn geeft aanbevelingen over screening, preventie, diagnostische instrumenten en therapeutische interventies rond de mondzorg bij jeugdigen. Daarnaast biedt de richtlijn ‘Mondzorg voor jeugdigen’ aanknopingspunten voor samenwerking tussen de verschillende disciplines die betrokken zijn bij de verschillende facetten rondom de mondzorg voor jeugdigen.

Bron:
NMT

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
Digitaal

Zorgzine: digitaal magazine van de NPCF over mondzorg

Zorgzine is het nieuwe digitale magazine van de NPCF. In de eerste editie vindt u informatie voor consumenten over de veranderingen in de mondzorg. Bekijk de uitgave hier

Bron:
NPCF

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
tandarts - stoel

Eerste Hulp in de behandelstoel

Niet iedereen ligt graag in de stoel van de tandarts of mondhygiënist. Behalve angst, kunt u andere zaken tegenkomen, waarop u maar beter voorbereid kunt zijn.

Epilepsie
Stelt u zich voor: uw patiënt is plotseling bewusteloos en zijn ogen draaien weg. Hij maakt schokkende, ongecontroleerde bewegingen met armen en benen en kan verkrampen. De patiënt kan schuim op de mond hebben en kwijlen. De ademhaling kan onregelmatig zijn of stoppen, waardoor de persoon in kwestie blauw aanloopt. Het kan ook zijn dat de patiënt urine of ontlasting laat lopen.

Bewegingsruimte
De patiënt heeft mogelijk een epileptische aanval. Hoe reageert u? Belangrijk is om de patiënt zoveel mogelijk bewegingsruimte te geven en ervoor te zorgen dat hij zich niet kan verwonden. Verwijder scherpe of harde voorwerpen uit de directe omgeving. Probeer de bewegingen niet tegen te houden, dat heeft geen zin. De bewegingen zijn erg krachtig, waardoor u zelfs schade zou kunnen veroorzaken.

Maak knellende kleding los en bescherm het hoofd met een dun opgevouwen handdoek, jas of kussen, of zonodig met uw handen. Stop niets tussen zijn tanden (ook geen vingers). U hoeft een tongbeet niet te voorkomen. De aanval kan enkele minuten duren.
Bel 1-1-2. Het kan namelijk zo zijn dat zuurstofgebrek ontstaat.

Koortsstuipen
Het kan zijn dat u een kind op de stoel heeft zitten dat wit wegtrekt en niet meer aanspreekbaar is. De ogen draaien weg en het kind maakt schokkende bewegingen met armen en/of benen of met het gehele lichaam. Het kind heeft mogelijk koortsstuipen. Ook hier moet er voor gezorgd worden dat het kind zich niet kan bezeren. Geef het kind de ruimte en leg eventueel een kussen onder zijn hoofd. Houd de bewegingen niet tegen. Zorg ervoor dat het kind de warmte kwijt kan. Leg geen dekens of warme kleding op het kind, maar leg eventueel een nat washandje op het voorhoofd. Observeer de ademhaling. Bel 1-1-2.

De stuiptrekkingen gaan vaak vanzelf binnen vijf minuten weg. Een koortsstuip wordt vaak gevolgd door een periode van diepe slaap.

Beroerte
Het kan gebeuren dat iemand opeens verward overkomt. Iemand maakt zich slecht verstaanbaar en lijkt plotseling niet te begrijpen was er wordt gezegd. De persoon vindt het moeilijk om woorden te vinden en kan soms zelfs in paniek zijn. Het kan zo zijn dat de persoon moeite heeft om met één of beide ogen goed te zien. Zijn gezicht lijkt scheef en de mondhoek hangt. Hij kan niet tegelijkertijd zijn beide armen omhooghouden: één arm zakt steeds weg of komt nauwelijks omhoog. Hij kan niet goed staan door zwakheid van vooral één kant van zijn lichaam. Mogelijk heeft de persoon last van hoofdpijn, duizeligheid en evenwichtsstoornis.

De persoon heeft mogelijk een beroerte. Belangrijk is dat snel 1-1-2 wordt gebeld. Stoornissen in het bewustzijn zijn altijd een reden om 1-1-2 te bellen. Geef door hoe laat de klachten begonnen. Zorg voor een comfortabele houding en houd er rekening mee dat de patiënt kan omvallen.

FAST-test
Voor de herkenning van een beroerte wordt vaak gebruik gemaakt van de FAST-test (Face, Arm, Speech, Time-test):

  • Face (gezicht): vraag de patiënt om te lachen of de tanden te laten zien.
  • Arm (arm): vraag de patiënt om beide armen op te tillen en voor zich uit te strekken met de binnenzijde van de hand naar boven en met de ogen dicht.
  • Speech (spraak): vraag de patiënt of de omstanders het spreken veranderd is.
  • Time (tijd): vraag de patiënt of de omstanders hoe laat de klachten zijn begonnen.

Een scheef hangende mond(hoek), een arm die wegzakt en onduidelijk of onbegrijpelijk spreken, kunnen aanwijzingen zijn voor een beroerte.

Meer informatie
Omdat ook in uw tandartsstoel van alles kan gebeuren, is het verstandig om goed voorbereid te zijn. Voor meer informatie over Eerste Hulp, zie www.ehbo.nl.

Bron:
Het Oranje Kruis

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Scholing, Thema A-Z
gaatjes

Cariës voorkomen: bij iedereen of alleen bij risicogroepen?

Cariëspreventie: welke strategieën hebben we en welke kunnen we het beste inzetten? Dr. Annemarie Schuller, tandarts-epidemioloog bij TNO, gaf een uitleg tijdens het najaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde op 8 oktober 2011.

Visuele inspectie
TNO heeft in 2009 in opdracht van het College voor zorgverzekeringen (CVZ) de status van het gebit van de jongeren van 9, 15 en 21 jaar in kaart gebracht. Het project werd in samenwerking met het ACTA uitgevoerd. De jongeren waren woonachtig in Alphen aan den Rijn, Gouda, Breda en Den Bosch.
Het onderzoek bestond uit het invullen van een vragenlijst en een visuele inspectie van het gebit uitgevoerd door tandartsen in de onderzoeksbus van TNO. Er werden geen röntgenfoto’s gemaakt. Cariëservaring werd uitgedrukt met behulp van de DMF index (D=decayed, M=missing, F=filled). Een DMF score van nul is in dit project gedefinieerd als een gaaf gebit.

Sociaal-economische achtergrond
De resultaten konden worden vergeleken met de eerdere uitgevoerde projecten die in 1990, 1996 en in 2003 plaatsvonden. In de periode tot 2006 was het CVZ /Ziekenfondsraad vanuit haar missie vooral geïnteresseerd in de status van, en de trends in, de mondgezondheid en -verzorging van jongeren die in het Ziekenfonds waren verzekerd. Omdat in 2006 het onderscheid tussen het ziekenfonds en particuliere verzekeringen verviel, en er een basisverzekering voor iedereen kwam, betrof het onderzoek in 2009 jongeren ongeacht vroegere verzekeringsstatus. Om de vergelijkbaarheid met de voorgaande jaren mogelijk te maken, werden daarom de trends getoond naar sociaal-economische achtergrond (SES) van de jongeren.

Resultaten
Lage SES: Voor de 14- en 20-jarigen met een lage SES nam het percentage jongeren met een gaaf gebit in de periode 1990-2009 toe. Bij de 20-jarigen die wel cariëservaring hadden gehad, werd het gemiddelde aantal tandvlakken dat daardoor aangetast was, af.
Hoge SES: Voor de 20-jarigen met een hoge SES nam het percentage jongeren met een gaaf gebit toe. Het gemiddelde aantal tandvlakken dat door cariës was aangetast, nam alleen bij de 9-jarigen af.

Kortom: In de verschillende groepen zijn er óf geen óf positieve veranderingen geconstateerd.
Vervolgens rijzen de vragen: Vinden we de resultaten goed genoeg? Vinden we 15-23% van de 21-jarigen met gaaf gebit een acceptabel percentage (en dus 77-85% met een niet-gaaf gebit)? En: Zouden we de mondgezondheid op populatieniveau willen en kunnen verbeteren? Zo ja, hoe dan? Zetten we dan onze strategieën in op de risicogroepen of liever op de hele populatie?

Strategie
Verbetering kan op verschillende manieren worden aangepakt. Met de populatiestrategie wordt de interventie bij iedereen ingezet. Bijvoorbeeld: Alle ouders op het consultatiebureau krijgen het advies om de TNO-film ‘Een Gezond Kindergebit’ te bekijken.
Met de risicostrategie worden alleen risicopatiënten aangepakt. Om bij hetzelfde voorbeeld te blijven: alleen ouders van kinderen waarbij cariës is gezien, krijgen dan de film aangeraden.

Schuller laat een rekenvoorbeeld zien. Om een zelfde gezondheidswinst op populatieniveau te behalen zal:

  • Bij een populatiestrategie iedereen een klein beetje hoeven te verbeteren óf
  • Bij een risicostrategie de risicogroep aanzienlijk moeten verbeteren.

Voor- en nadelen
De voordelen van een populatiestrategie:

  • Het percentage verbetering per persoon wat nodig is om winst te behalen, is het laagst
  • Iedereen krijgt het een beetje beter
  • Het aantal personen met een gaaf gebit neemt toe

De nadelen van een populatiestrategie:

  • Het verschil tussen de beste en slechtste blijft
  • Het verschil tussen SES groepen blijft

Dus?
Volgens Schuller is het een politieke vraag of we kiezen voor de populatiestrategie of voor de risicostrategie. Wat willen we? Willen we de meeste gezondheidswinst of willen we de sociaal-economische verschillen verminderen? Uiteraard zal het resultaat afhangen van de verdeling van de prevalentie van cariës in de groep (hoeveel procent is die risicogroep?).
Pas als men daar meer inzicht in heeft, kan worden beslist welke strategie het meest gewenst is.

Bron:
Verslag van het najaarscongres van de NVvK
Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Jan 2012

 

Lees meer over: Cariës, Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
tand - poetsen

Tandzorgcampagne België: Geen gebabbel, verzorg die snabbel

Het Brugse Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) blikt tevreden terug op de campagne ‘Geen gebabbel, verzorg die snabbel’ die focuste op tandzorg en hygiëne bij de OCMW-klanten.

‘Geen gebabbel, verzorg die snabbel’ past in het kader van ‘ongelijk ongezond’ van de Koning Boudewijnstichting. ‘Het project gaat over gezondheid en armoede’, licht voorzitter Frank Vandevoorde (SP.A) toe. ‘Voor heel wat mensen uit onze doelgroep lijkt tandzorg triviaal, zeker vergeleken met andere problemen waarmee ze geconfronteerd worden. Die mensen vergeten gewoon hoe belangrijk een verzorgd gebit is voor een goede gezondheid.’

Poetsinstructie
OCMW-klanten kregen een demonstratie over hoe ze het beste hun gebit poetsen. ‘Daarnaast gaven we ook uitleg over tandartscontroles, en mochten ze op tandartsbezoek’, verduidelijkt Vandevoorde. ‘In totaal namen 108 mensen deel aan de campagne. Iets minder dan de helft daarvan heeft ook het volledige traject doorlopen. Het slot van de campagne mag trouwens geen eindpunt zijn. De bedoeling is om de toegang tot die zo belangrijke tandzorg voor mensen die het moeilijk hebben, te verbeteren.’

Bron:
Nieuwsblad.be

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
samenwerken

NVvK en VBTGG voorjaarscongres: 16 en 17 maart 2012

16 en 17 maart in Doorn
Het Voorjaarscongres van De Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde (NVvK) en de Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidszorg voor Gehandicapten (VBTGG) vindt plaats op vrijdag 16 en zaterdag 17 maart, in Hotel Conferentiecentrum Zonheuvel te Doorn.

‘Conflict: distantiëren of confronteren?’
Conflict. Wie kent het niet? Een temperamentvolle ruzie met de buren over het plaatsen van een tuinhek; sluimerende irritaties of stellige meningsverschillen in huiselijke kring, op de werkvloer of in de sociale omgeving… Wat doet u in dergelijke situaties? Wacht u op het moment dat de bom dreigt te barsten? Gaat u terugschreeuwen of slaat u de deur hard achter u dicht en loopt u weg? Kiest u voor distantiëren of confronteren?

Helaas loopt ook binnen de tandheelkundige praktijk niet alles op rolletjes en kunt u te maken krijgen met conflictsituaties. Er kunnen zich barstjes voordoen in de communicatie met uw personeel, een patiënt kan ontevreden zijn of er kunnen meningsverschilen ontstaan op professioneel gebied met collegae.

Een conflict zorgt voor stress en emotie en kan veel invloed hebben op de betrokkenen. Vandaardat de Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidszorg Gehandicapten (VBTGG) en de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde (NVvK) ‘Conflict: distantiëren of confronteren?’ hebben gekozen als thema voor dit voorjaarscongres.

Bekijk hier het programma

Schrijf u hier in

Lees meer over: Kennis, Scholing
NVM-mondhygienisten-website

Programma NVM-lustrumcongres bekend

Het programma voor het lustrumcongres van de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (27 tot 29 september in Maastricht) is bekend. Het overkoepelende thema is M(H)aastricht in Flow.

Op donderdag 27 september start het congres in het MECC met o.a. vakgroepbijeenkomsten en diverse workshops: kortom voor iedereen wat wils! Aansluitend is er een ontvangst door de Gemeente Maastricht in het Stadhuis.

Internationale congresdag

Vrijdag 28 september is een internationale congresdag met wetenschappelijke sprekers. Zo komen geven Edwina Kitt, Svante Twetman, Peter Robinson, Charles Cobb en David Herrera een lezing over verschillende praktische mondzorgthema’s.
Maha Yakob is de dagvoorzitter en Rainier Seemann vat de dag samen. In de avond is er een spetterende feestavond in het prachtige Kruisherenhotel in het centrum van Maastricht. Hier kan naast heerlijk gegeten kan ook gedanst worden!

Interactief en praktijkgericht

Tot slot is er op zaterdag 29 september een interactief praktijkgericht lezingenprogramma met duo presentaties onder leiding van Schelte Fokkema. Jeroen Craandijk, Katarina Jerkovic-Cosic, Leander Dubois, Kirsten Jorritisma, Fridus van der Weijden, Dagmar Else Slot, Cor van Loveren en Claartje Berendsen zijn de sprekers.
Het congres wordt afgesloten met een uitgebreide high tea.

Aanmelden

Op dit moment is het alleen mogelijk om u aan te melden voor het complete lustrumpakket (donderdag, vrijdag, feestavond en zaterdag). Aanmelden voor losse onderdelen kan vanaf een later tijdstip. Bij aanmelding voor 14 februari, krijgt u een korting van 45,- op de inschrijfprijs!

Bron:
Mondzorgforum

Lees meer over: Actueel, Kennis, Scholing, Thema A-Z
facings - tanden

Facings ook mogelijk over bestaande vullingen

Bij mensen met oude, verkleurde vullingen op de voortanden kan het plakken van een dun schildje, een zogeheten facing, uitkomst bieden als alternatief voor het plaatsen van een kroon. Marco Gresnigt, tandarts-onderzoeker in het Universitair Medisch Centrum Groningen, heeft dit aangetoond.

Uit zijn onderzoek blijkt dat het mogelijk is om facings aan te brengen na voorbehandeling van de oude vullingen, zodat het plaatsen van een kroon niet nodig is.

Voor het aanbrengen van een facing hoeft minder gezond glazuur weggeslepen te worden dan bij kronen het geval is. Hierdoor is er minder kans op zenuwpijn wat prettiger is voor de patiënt. Het esthetische effect van facings is vergelijkbaar met, of soms zelfs beter, dan dat van kronen. Gresnigt promoveert op 18 januari aan de Rijksuniversiteit Groningen op dit onderzoek.

Hechting
Gresnigt heeft onderzoek gedaan naar de manier waarop facings gehecht kunnen worden op oude, probleemloze vullingen die niet zijn aangetast door cariës (tandbederf). Tot nu toe was het plaatsen van facings op oude vullingen niet goed mogelijk, waardoor tandartsen weinig keuze hadden dan de oude, verkleurde vullingen weg te halen of een kroon te plaatsen.

Gresnigt heeft onderzocht hoe tandartsen deze (tand)oppervlakken kunnen voorbehandelen om ze geschikt te maken voor facings. Na de voorbewerking wordt een facing van composiet of porselein aangebracht en met cement vastgehecht. Facings hebben een lange levensduur; na 10 jaar is 90% van de facings nog steeds goed gehecht.

Vergelijkend onderzoek
Om de kwaliteit van de meest gebruikte materialen voor facings – porselein en composiet – goed met elkaar te kunnen vergelijken, heeft Gresnigt de zogenaamde ‘split mouth’ methode toegepast. Bij de patiënten werd aan de ene kant van de mond een facing van porselein aangebracht en aan de andere kant een facing van composiet. De omstandigheden waaronder de facings met elkaar werden vergeleken waren op deze manier identiek.

De facings werden direct na plaatsing geëvalueerd en tot 4 jaar daarna. Uit het onderzoek bleek dat beide materialen goed gebruikt kunnen worden voor facings.

Esthetiek
De verfraaiing van het gebit, ofwel de esthetische behandeling, is een belangrijk onderdeel van het tandartsenwerk. Gresnigt verwacht dat steeds meer tandartsen het plaatsen van facings op de voortanden als een welkome aanvulling op de mogelijkheden zullen zien.

Een belangrijk voordeel is dat minder gezond glazuur weggeslepen hoeft te worden dan bij het plaatsen van een kroon het geval is. De kans op zenuwpijn wordt daarmee verkleind. Gresnigt verwacht dat patiënten steeds bewuster met hun gebit zullen omgaan en daarom eerder voor facings zullen kiezen dan voor kronen.

Bron:
UMCG

Marco Gresnigt (Zeist, 1978) studeerde tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij voerde zijn onderzoek uit in het Universitair Medisch Centrum Groningen bij het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde (CTM). De titel van het proefschrift van Gresnigt is ‘Clinical and laboratory evaluation of laminate veneers.’

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Slechte adem

Verhelpen slechte adem ook tandartstaak

Wat doet u als u bij een patiënt een slechte adem opmerkt? Maak het bespreekbaar, adviseert universitair hoofddocent tandheelkunde Edwin Winkel. Uw patiënt zal er waarschijnlijk blij mee zijn.

Edwin Winkel deed vorig jaar met collega Albert Tangerman een internetonderzoek naar slechte adem (halitose). Zij ondervroegen daarvoor 50.000 respondenten van het TROS Radar-panel.

Resultaten
Een kwart van de respondenten zei last te hebben van slechte adem. Ook (bijna) een kwart gaf aan daar géén last van te hebben. De overige helft van de respondenten antwoordde met ‘Soms’, of ‘Ik weet het niet’. Verder bleek: hoe ouder de respondenten, hoe minder last zij hebben van ademgeurproblematiek.

Slechts 8,4% van alle respondenten stelde dagelijks te kampen met een slechte adem. Een percentage dat meevalt, volgens Winkel. “In veel publicaties ligt dat cijfer hoger. Maar deze uitslag ontheft tandartsen niet van de taak om de patiënten met slechte adem in hun praktijk op te merken en aan te spreken. Patiënten brengen het onderwerp zelf niet ter sprake, omdat zij niet weten dat u als tandarts het probleem kunt helpen oplossen.”

Tongcoating
De oplossing ligt meestal in het verminderen van de tongcoating, met behulp van een tongschraper (www.TheScrapy.com) of – voor de zwaardere gevallen – een mondspoelmiddel (Halita). De laag bacteriën op de tong is in bijna alle gevallen verantwoordelijk voor de slechte adem, door de productie van drie zwavelhoudende gassen:

  • Methylmercaptaan
  • Waterstofsulfide
  • Dimethylsulfide

Deze gassen lijken ook een rol te spelen bij gingivitis (met name waterstofsulfide) en parodontitis (met name methylmercaptaan). De aanwezigheid van deze gassen in de ademlucht kan worden aangetoond met een gaschromatograaf als de Oral Chroma.


Andere oorzaak
In tien procent van de gevallen heeft de slechte adem een andere oorzaak zoals bijvoorbeeld:

  • een leverstoornis
  • diabetes (dan is er sprake van een acetongeur )
  • uremie (niervergiftiging, waarbij er sprake is van een ammoniakgeur)
  • een KNO-probleem (om dit uit te sluiten laat u de patiënt een minuut lang met gesloten mond ademen door de neus. Ruikt u niets, dan is er geen sprake van een KNO-probleem)
  • het visluchtsyndroom (veroorzaakt door een slechte afbraak van trimethylamine in het lichaam)
  • Er moet nog veel onderzoek gedaan worden aan de zogenaamde ‘bloodborn halitose’, maar daar zijn Winkel en Tangerman hard mee bezig.

Bron:
Verslag door dental INFO, gemaakt tijdens de Dental Review 2011, georganiseerd door Mark Two Communications, 30 september 2011, Jaarbeurs Utrecht

Dr. Edwin Winkel studeerde tandheelkunde aan de Rijks Universiteit Groningen. Van 1981 tot en met 1990 was hij als tandarts algemeen practicus werkzaam in diverse praktijken in Amsterdam. In 1985 was hij een van de oprichters van de Kliniek voor Parodontologie Amsterdam (KvPA) waar hij werkzaam is op het gebied van de parodontologie, implantologie en halitose. Sinds 2005 is Winkel universitair hoofddocent bij de afdeling parodontologie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Kijk voor verdere info op www.kvpa.nl.


Jan 2012

Lees meer over: Communicatie patiënt, Congresverslagen, Halitose (slechte adem), Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

NPCF meet patiëntenervaringen via vragenlijst op internet

De Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) gaat mensen vragen wat hun ervaringen zijn met de invoering van vrije prijzen in de mondzorg. Tandartsen (en andere mondverzorgers) mogen vanaf nu zelf hun tarieven vaststellen. De NPCF wil graag weten wat mensen in de praktijk merken van de nieuwe prijzen? Stijgen de prijzen? Veranderen mensen van tandarts? Via een vragenlijst wil de NPCF zoveel mogelijk ervaringen verzamelen.

De NPCF vindt dat het experiment met vrije prijzen in de mondzorg te vroeg komt. Het is nu nog niet mogelijk om online na te gaan hoe een tandarts op kwaliteitsaspecten zoals hygiëne, het aantal patiënten met cariës (gaatjes) en de levensduur van kronen scoort. Samen met de prijzen van de behandeling heb je deze informatie nodig om een goede keuze te kunnen maken voor een tandarts.

Geheimzinnigheid
“Tandartsen moeten verplicht een website hebben waarop de prijzen van hun behandelingen staan. Dat is de voorwaarde die minister Schippers heeft gesteld bij dit experiment met vrije prijzen. Maar nu blijkt dat er niet op gecontroleerd wordt! Ik vind dat ongelooflijk. De minister stelt het verplicht, en vervolgens komen de tandartsen er zo mee weg. Een tandarts hoort in deze tijd een fatsoenlijke website te hebben, waar onder meer duidelijk de prijzen en behandelingen op te vinden zijn. Als patiënt kun je bijna alleen maar prijzen vergelijken als je dat online kunt doen.”

De NPCF is ook benieuwd of de prijzen erg zullen stijgen. “De geheimzinnigheid van tandartsen om hun prijzen pas na 1 januari bekend te maken, belooft hiervoor weinig goeds”, zegt de NPCF. 

Keuzes maken
‘Het wordt beter kiezen voor uw tanden’, is de slogan van de tandartsorganisatie NMT. “Maar er valt nu eigenlijk niets te kiezen voor patiënten. Als je tandarts geen website heeft is het lastig om prijzen te vergelijken met andere tandartsen. En kwaliteit kun je al helemaal niet vergelijken. Hoe kun je dan een goede keuze maken?

We zijn erg benieuwd naar de mening van de patiënt hierover,” zegt Wind. “Pas als je als patiënt echt kunt kiezen op prijs en kwaliteit gaat het systeem werken en ervaren tandartsen een prikkel tot verbetering van hun dienstverlening en het hanteren van een scherpe prijs.” Uit onderzoek van de NOS blijkt dat de prijzen enorm uiteenlopen, met forse stijgingen die niet verklaarbaar zijn. De nieuwsdienst voerde een steekproef uit onder 127 tandartsen.

De vragenlijst staat de komende maanden open. De NPCF heeft ook een vraag-en antwoordenlijst over de vrije prijzen in de mondzorg op de site staan. Daarnaast kunnen mensen in de kennisbank informatie opzoeken of hun vragen stellen bij de Zorglijn van de NPCF.

Bron:
NPCF


Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
Voorwaarden voor het leveren van kwaliteit

Voorwaarden voor het leveren van kwaliteit

Louis van Gaal zei ooit: “Kwaliteit wordt geleverd door de kans op fouten te reduceren”. Dit geldt natuurlijk ook voor praktijken. Onderstaande voorwaarden voor het leveren van kwaliteit richten zich dan ook in eerste instantie op het reduceren van fouten. En ‘fouten’ kunt u dan lezen als een verzamelnaam voor alle zaken die mis kunnen gaan in een praktijk. Van een slechte vulling of verkeerde diagnose, tot het antwoordapparaat ’s avonds niet aanzetten en onvriendelijk gedrag van een medewerker tegen een patiënt.

Voorwaarden
Fouten worden gemaakt door ´mensen´ en ´middelen´. We onderkennen dan ook de volgende voorwaarden:
1. Voldoen aan geldende wetgeving en richtlijnen (middelen)
2. Hebben van goed personeel (mensen)

Door wetgeving kan de overheid haar controlerende functie uitoefenen. Echter, veelal bieden wetgeving en richtlijnen een goed inzicht in de fouten die gemaakt kunnen worden binnen een praktijk en de oplossingen hiervoor om deze te voorkomen. Vooral de praktijkrichtlijnen hebben een sturende en duwende werking voor praktijken om te leren van andermans fouten, deze te voorkomen en zodoende de kwaliteit te verhogen. Het volgen en naleven van wetgeving en richtlijnen is dan ook een belangrijk instrument om te meten in hoeverre een praktijk in staat is continu kwaliteit te leveren.

Het staat of valt met een goede uitvoering
Een ISO certificaat, het KEW-dossier, de klachtenregeling, het type B- autoclaaf, etc. zijn allemaal prima uitgangspunten voor kwaliteit. Maar hiermee is niet gegarandeerd dat kwaliteit daadwerkelijk wordt geleverd. Alles staat of valt met de goede uitvoering door het personeel. Worden de afspraken uit het kwaliteitssysteem wel nageleefd? Wordt de stralingsrisicoanalyse bijgewerkt als de praktijksituatie verandert? Wordt de patiënt geïnformeerd over de klachtenregeling? Wordt de autoclaaf goed beladen? Kwalitatief (geschoold) personeel is de tweede voorwaarde. Een basisdiploma gevolgd door bij- en nascholing is cruciaal.

Geoliede machine
Helaas, met het voldoen aan beide voorwaarden levert een praktijk nog niet automatisch kwaliteit. De reden hiervoor ligt in een andere uitspraak die veel gebruikt wordt door sportcoaches – en soms ook door Louis van Gaal -, namelijk: “De chemie ontbreekt”. Bovenstaande voorwaarden moeten gesmeerd worden tot een geoliede machine. Alle medewerkers in de praktijk moeten als team kunnen samenwerken om optimaal te functioneren. Dit begint bij een goede samenstelling van het team, iets om rekening mee te houden in het werving- en selectieproces. De onderling gemaakte werkafspraken moeten worden nageleefd. Blokkades in het team moeten worden overwonnen. Al deze factoren hebben eveneens invloed op de kwaliteit.

Investering
Kortom, het vraagt een continue investering van praktijken om de ontwikkelingen op het gebied van wetgeving en richtlijnen bij te houden en het personeel bij te scholen en te motiveren het beste van zichzelf te laten zien. Deze investering in tijd en geld heeft directe invloed op de kwaliteit. Zoals Loek Hermans, VVD-politicus en onder andere adviseur van de NMT, zei: “Instellingen en organisaties met de hoogste kwaliteit van zorg, halen financieel het hoogste rendement”. Daarnaast zal de praktijkhouder moeten investeren in zijn capaciteiten om blokkades binnen het team te overwinnen door zich bewust te worden van zijn gedrag en het effect daarvan op zichzelf en het team. Eenmaal bewust van zijneigen gedrag zal de praktijkhouder beter in staat zijn om vanuit beide voorwaarden te bouwen aan een geoliede machine.

Noot: In dit artikel wordt de definitie ‘kwaliteit’ vooral bezien vanuit het perspectief van de tandarts / zorgverlener. Voor kwaliteit vanuit het perspectief van de patiënt wordt de voorwaarde om te voldoen aan wet- en regelgeving en richtlijnen als gegeven beschouwd en ligt de nadruk veel meer op ‘zachte’ aspecten als: ‘Wordt de patiënt gerustgesteld?’, ‘Tonen zorgverleners begrip voor het ongemak van de patiënt?’ en ‘Wordt de patiënt vriendelijk te woord gestaan?’.

Door: Sjoerd Kuiken en Mieke Miltenburg

Kuiken Praktijkmanagement toetst, adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van kwaliteitsystemen (HKZ / ISO), wet- en regelgeving en het verbeteren van de praktijkvoering. www.kuikenpraktijkmanagement.nl

Coaching Mieke Miltenburg, begeleidt mensen en teams die veel van zichzelf vragen bij het hervinden van hun energie en het bereiken van hun doelen. ‘

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit