spoelen

Wortelkanaalbehandeling? Spoelen moet!

Een geslaagde wortelkanaalbehandeling bevrijdt de patiënt van pijn en zorgt voor de terugkeer van een normale functie. Voor een duurzaam resultaat is spoelen van essentieel belang. Dat stelt tandarts-endodontoloog Michiel de Cleen.

De Cleen sprak op 30 september tijdens de praktijkgerichte nascholingsdag Dental Review 2011 over de levensduur van endodontisch behandelde gebitselementen. Welke factoren zijn beslissend voor een duurzaam behoud? De Cleen deed verslag van de nieuwste inzichten op dit gebied. Die verkreeg hij tijdens een recent congres van de American Association of Endodontists in Texas.

Goed spoelen
De Cleen benadrukte het belang van goed spoelen. “Bij een kanaalbehandeling werken vijlen en ruimers niet afdoende. Met onze instrumenten raken we niet alle delen van de kanaalwand, waardoor meer dan de helft daarvan niet wordt geprepareerd.”
Irrigatie dient hier vier doelen:

  • desinfectie
  • het oplossen van pulpaweefsel
  • het smeren van vijlen en ruimers
  • het afvoeren van debris

Minstens twee spoelmiddelen
Aangezien er niet één spoelmiddel is dat al deze kwaliteiten in zich heeft, adviseert De Cleen er minstens twee te gebruiken. Daarbij is er de keuze uit:

  • natriumhypochloriet
  • calciumbinders als EDTA, citroenzuur en MTAD
  • chloorhexidine

Natriumhypochloriet
Om natriumhypochloriet kan niemand heen, stelt De Cleen: “Hypochloriet is de eerste, tweede en derde keus, vanwege het weefseloplossend vermogen en de goede microbiële en smerende werking. Bovendien werkt het snel, is het gemakkelijk verkrijgbaar en goedkoop.”

De ideale concentratie is minstens 3%. Dan is het middel ook in staat lipopolysacchariden (kleverige celwandbestanddelen) te inactiveren. Maar belangrijker nog dan de concentratie zijn de hoeveelheid en frequentie. Hoe meer spoelmiddel wordt gebruikt, hoe beter de desinfecterende werking. En: hoe vaker er wordt gespoeld, hoe beter.

De effectiviteit van natriumhypochloriet kan nog worden verhoogd door verwarming. “Vijf graden verwarmen verdubbelt de werkzaamheid”, stelt De Cleen. Ook ultrasone activatie verbetert de prestaties: “Eén minuut ultrasone irrigatie aan het einde van de reiniging van het kanaal lijkt voldoende.”

Combinatie met chloorhexidine
De ideale combinatie van spoelmiddelen is volgens De Cleen die van natriumhypochloriet en chloorhexidine, ook wel ‘het werkpaard onder de spoelmiddelen’ genoemd. Grote voordelen van dit middel zijn de effectiviteit tegen resistente micro-organismen, de lage toxiciteit en de substantiviteit (het werkt na gebruik door).

Calciumbinders
Natriumhypochloriet kent ook nadelen. Het is toxisch, vlekt en corrodeert het instrumentarium. Het werkt na gebruik niet door, is onvoldoende werkzaam tegen E. faecalis en laat de smeerlaag intact.
Calciumbinders als EDTA, MTAD en citroenzuur pakken de smeerlaag wel aan. De Cleen adviseert natriumhypochloriet en EDTA of citroenzuur om en om te gebruiken. De behandeling kan volgens hem het best worden afgesloten met EDTA, omdat dit het beste middel is voor een gladde kanaalwand.

Surfactants
Een nieuwe en interessante ontwikkeling is volgens De Cleen de toevoeging van surfactants (zeepachtige schoonmaakmiddelen). Spoelmiddelen bereiken daardoor nog beter de verborgen hoekjes en gaatjes. Het ultieme laatste spoelmiddel dat De Cleen in Texas leerde kennen is Qmix 2-in-1 van Dentsply. Of dat in Nederland verkrijgbaar wordt, blijft nog even de vraag.

Bron:
Verslag door dental INFO, tijdens de Dental Review 2011, georganiseerd door Mark Two Communications, 30 september 2011, Jaarbeurs Utrecht

Michiel de Cleen is tandarts-endodontoloog in Amsterdam. De Cleen is in 1988 afgestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam. Daarna was hij tot 1995 als docent verbonden aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Naast de werkzaamheden in de praktijk is Michiel de Cleen mede-auteur van een aantal boeken over de endodontologie en tandletsels en een veelgevraagd cursusdocent op dit gebied.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Scholing, Thema A-Z
Kindergebit

Casus: Alveolaire lymphangioma bij kinderen

Een vijf maanden oud jongetje met Nigeriaanse ouders komt bij u in de praktijk met twee bilaterale orale laesies die al 3 maanden zichtbaar zijn. Wat is uw diagnose en behandeling?

Casus
Een vijf maand oud jongetje met Nigeriaanse ouders komt, na verwijzing door een specialist, bij u terecht. De reden van verwijzing is een gingivale afwijking in de onderkaak. De moeder vertelt dat er al drie maanden lang bilaterale orale laesies zichtbaar zijn. Volgens de moeder zijn de laesies zonder specifieke oorzaak ontstaan.

Tijdens het intra-orale onderzoek ontdekt u de aanwezigheid van twee laesies: Beide aan een kant van de mandibulaire kaakwal aan de linguale zijde. De laesie aan de rechterzijde is geel van kleur en heeft een diameter van 6 millimeter (zie afbeelding 1). Aan de linkerzijde heeft de laesie een diameter van 3-4 millimeter. Deze laesie heeft een blauwachtig aspect (zie afbeelding 2).


Afbeelding 1: Intra-orale lichtfoto


Afbeelding 2: Voorbeeld van een blauwachtige laesie

Diagnose
Er is sprake van alveolaire lymphangioma. Dit is een benigne aandoening die alleen voorkomt in de mond van kinderen met een donkere huidskleur. De aandoening is relatief zeldzaam en komt tussen de 2,2% en 4% voor bij gezonde kinderen met een donkere huidskleur. De man-vrouw-verhouding is 2:1. Klinisch lijken de laesies op een mucokèle of een eruptie cyste. De grootte varieert tussen de 1 en 9 millimeter. Vaak is er sprake van blauwachtige met vocht gevulde laesies. De karakteristieke plaats is de alveolaire rand van de mandibula ter plaatse van de eerste melkmolaar. De laesies kunnen ook op de maxillaire kaakwal of op de linguale zijde van de mandibulaire kaakwal voorkomen. Vaak zijn er meerdere laesies aanwezig.

Behandeling
De etiologie van alveolaire lymphangioma is niet bekend. Er is geen relatie tussen alveolaire lymphangioma en andere aangeboren afwijkingen. Er is mogelijk sprake van genetische etiologie omdat de aandoening alleen met kinderen met een donkere huidskleur voorkomt. Behandeling is conservatief. De laesies zullen vanzelf verdwijnen. Dit zal enkele maanden duren.
Over deze aandoening wordt weinig gerapporteerd in wetenschappelijk onderzoek. Ondanks dat er geen behandeling nodig is, is het goed om de juiste diagnose te kunnen stellen. Op deze manier kunnen de ouders gerustgesteld worden. Het is belangrijk om de aandoening te monitoren.

Casus
Ook bij het in de casus beschreven jongentje verdwenen de laesies volledig na twee maanden.

Bron:
Journal of the Irish Dental Association – Volume 55 nummer 3 – Juni/Juli 2009

Lees meer over: Casus, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z

Expertmeeting mondzorg in Refaja ziekenhuis

Op vrijdag 30 september vond in het Refaja ziekenhuis Stadskanaal een expertmeeting plaats over het verbeteren van de mondgezondheid in het Noorden.

Zorg Innovatie Forum
De bijeenkomst werd georganiseerd door het Zorg Innovatie Forum en was bedoeld voor alle betrokkenen die met de mondzorg in Noord Nederland te maken hebben. Want daarmee gaat het nog steeds niet goed: als gevolg van slechte gebitsverzorging vinden er al op zeer jonge leeftijd ingrijpende kaakchirurgische ingrepen plaats.

Aandacht
Directeur Guus Bruins van het Refaja ziekenhuis heeft in het voorjaar van 2009 al aandacht voor deze problematiek gevraagd en noemde destijds Oost-Groningen ‘een tandheelkundig rampgebied’.

De geplande expertmeeting is een eerste stap in een gezamenlijke aanpak van de mondzorg in de Noordelijke regio.

Bron:
Parkstadveendam.nl

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
apps - telefoon

iPhone App My Medicine bevordert therapietrouw

Vandaag lanceert Scanwork een iPhone App die een bijdrage kan leveren in de bevordering van therapietrouw. Therapietrouw is voor patiënten van groot belang om het maximale effect te kunnen bereiken in een behandeling.

Hardnekkig probleem
Alleen al in Nederland is sprake van honderdduizenden medicijngebruikers die moeite hebben hun medicatie op het juiste tijdstip in te nemen. Wereldwijd is therapietrouw een bijzonder hardnekkig probleem. Meer dan een kwart van de medicijngebruikers met een chronische aandoening neemt zijn medicijnen niet trouw in. Een ongewenste situatie, met tal van negatieve (bij)effecten.

My Medicine biedt de gebruiker comfort en gemak. Patiënten kunnen hun medische gegevens, waaronder hun medicijnen inname schema, vastleggen en raadplegen. Door de geavanceerde alertfunctie is het “vergeten mijn medicijn in te nemen” verleden tijd.

Pil count system
Ook kent My Medicine een “Pill count systeem”, waardoor continu inzicht is wanneer er opnieuw medicijnen moeten worden besteld. De journaal functie biedt voor huisartsen en specialisten de mogelijkheid om het gebruik en effect van een nieuw medicijn te monitoren.

Extra functies
De App is niet uitsluitend bedoeld voor patiënten. Ook voor niet medicijngebruikers biedt de App tal van functies en mogelijkheden “Je eigen persoonlijke medische dossier”, altijd bij de hand. Zo kan je bijvoorbeeld al je medische gegevens en medische contactpersonen (huisarts, zorgverzekeraar e.d.) vastleggen. Of met de zoekfunctie, bij een calamiteit tijdens verblijf in het buitenland, direct het dichtstbijzijnde ziekenhuis of apotheek in beeld krijgen.

Nederlands en Engels
My Medicine (vanaf heden in de Appstore verkrijgbaar) wordt gelanceerd in het Nederlands en Engels (andere talen zullen volgen) en kent twee versies: de gratis Lite versie en de betaalde Pro versie (My Medicine Plus).

Voor meer informatie ga naar www.mymedicineplus.com.

Bron:
Zorgplanet

Lees meer over: Communicatie patiënt, E-health, Kennis
computerscherm - ipad - telefoon

Radboud geeft studenten eHealth-les

Het UMCN St. Radboud wil eHealth vanaf volgend jaar een plaats geven in het curriculum van de studie geneeskunde. Dat zei Lucien Engelen van het Radboud REshape & Innovation Center tijdens de e-Patient Bootcamp.

Zoeken naar geschikte methode
Volgens Engelen was het nog ’te prematuur’ om meer gedetailleerd op het onderwerp in te gaan. Samen met andere partijen zoekt de instelling nog naar een geschikte methode. Nu al biedt het UMCN keuzeblokken – masterclasses – over het onderwerp. Engelen: “De studenten moeten snappen waar hun doelgroep zit en ook moeten ze leren om zich aan te passen aan de maatschappelijke ontwikkelingen. Patiënten willen op een andere manier met de zorgverleners communiceren.”

Bootcamp
De e-Patient Bootcamp werd bezocht door ruim 60 geïnteresseerden uit de zorgsector. Zij werden toegesproken door e-Patiënt Dave (Dave deBronkart) uit de Verenigde Staten. deBronkart overleefde een sterk uitgezaaide nierkanker. Mede doordat hij gebruik maakte van informatie die hij verzamelde via internet en omdat hij de ontwikkeling van zijn ziekte goed bijhield kon hij zijn behandelend artsen optimaal bijstaan. Sindsdien reist hij de wereld rond om over zijn ervaringen te spreken.

Systeemfout
Volgens deBronkart is het een ‘fout in het systeem’ om te denken dat alleen zorgverleners waarde kunnen toevoegen. Alleen patiënten weten volgens hem wat patiënten willen weten. Als zij goed geïnformeerd zijn kunnen patiënten beter meedenken en kunnen ze ingrijpen als er een fout wordt gemaakt. Dat zorgt voor hogere efficiëntie en veiliger zorg.

Paradigmashift
eHealth wordt door pleitbezorgers gezien als een paradigmashift. Zoals Engelen stelde: nu zit de patiënt achterin een luxe limousine. Hij is van alle gemakken voorzien, maar heeft geen idee waarheen de chauffeur hem voert. eHealth zorgt voor een gelijkwaardiger communicatie en verdeling van informatie, waarna de patiënt bijrijder (met goede routekaart) wordt van de behandelend arts.

Wetgeving
Op gebied van privacywetgeving en financiering moeten echter nog de nodige hobbels genomen worden, stelt Engelen. eHealth-toepassingen moeten worden opgenomen in de regelingen voor ketenfinanciering om het rendabel te maken. Een belangrijke slag op het gebied van bekostiging is inmiddels geslagen: het ministerie van VWS wil eHealth inzetten om in de gezondszorg de dienstverlening en de doelmatigheid te verbeteren.

Bron:
Skipr

Lees meer over: E-health, Kennis
Gebit

Meld u aan voor een Hou je mond gezond! poetsles en ontvang 15 CD’s

In samenwerking met Dirk Scheele Producties produceerde de NMT een CD met liedjes over tandenpoetsen en gezondheid. Tandheelkundig zorgverleners die zich aanmelden voor een Hou je mond gezond! poetsles ontvangen 15 CD’s. Bekijk een voorproefje van de CD.

Aanmelden voor een poetsles
U kunt zich aanmelden voor het geven van een poetsles via de website van Hou je mond gezond!

Gratis poetspakket voor een foto van uw poetsles
Plaats een foto/filmpje van uw poetsles op de Facebook pagina van Hou je mond gezond!  Mail uw foto/filmpje samen met uw adres naar info@houjemondgezond.nl. De eerste 100 inzenders ontvangen een leuk persoonlijk poetspakket.

Lukt het niet om uw foto/het filmpje op Facebook te plaatsen? Stuur ‘m dan per e-mail. Uw foto/fimpje wordt dan op Facebook geplaats. Zo kunnen de kinderen en hun ouders de poetsles nog eens bekijken.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
onderzoek - lab

Research Grant voor Parodontologie, Implantologie en Preventieve Tandheelkunde

Op 17 september mocht Prof. Dr. Bruno Loos van de voorzitter van de Duitse Vereniging van Parodontologie Prof Peter Eickholz een check ter waarde van euro 50.000 in ontvangst nemen.

Onderzoeksproject
ACTA ontving dit geld ‘voor het onderzoeksproject ‘Microbiome of periimplant sulcus/pocket: A pyrosequencing study on microflora of periimplant health and disease . Loos vertegenwoordigde het team dat de microflora bestudeert van de gezonde weefsels rondom implantaten en rondom implantaten waar periimplantitis is ontstaan. De aanvraag was door Dr. Marja Laine geschreven en wordt verder ondersteund door een team bestaande uit: Prof. Dr. Daniel Wismeijer, Prof. Dr. Wim Crielaard, Joyce van der Horst, Dr. Egija Zaura en Prof. Dr. Bruno Loos (principal investigator voor deze aanvraag).

Duitse Vereniging van Parodontologie
De beurs was competitief en werd voor de tweede keer uitgeschreven door de Duitse Vereniging van Parodontologie; de firma BioMet3i is de sponsor voor de prijs. De gelden zullen vooral gebruikt worden voor moderne moleculaire technieken om de gehele microflora van de implantaat pockets in kaart te brengen. Deze studie loopt parallel aan een grote periimplantitis studie van dezelfde onderzoeksgroep waarin vooral gekeken wordt naar de effecten van niet-chirurgische en chirurgische behandelingen van periimplantitis.

Bron:
ACTA

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
dossier - onderzoek

Consumentenonderzoek over tandartsangst en mondhygiëne

Bang voor de tandarts
Bijna de helft van de Nederlanders is bang voor de tandarts, zo blijkt uit recent onderzoek. Nederlanders zijn zich erg bewust van het belang hun gebit goed te verzorgen. Ruim 55 procent van de respondenten van het onderzoek flosst naast het tandenpoetsen regelmatig. Een hartig woordje van de tandarts is daarbij zelden nodig, want angst voor de tandartsstoel (50 procent) is voldoende om te gaan flossen.

Vermijden van gele tanden en overgevoeligheid
Het vermijden van gele tanden en overgevoeligheid zijn daarnaast de belangrijkste beweegredenen om het gebit goed te verzorgen. Dit alles blijkt uit onderzoek van fabrikant Philips ter gelegenheid van een nieuw flossapparaat.

556 Nederlanders deden mee aan het onderzoek. Opvallend is dat vrouwen vaker last hebben van gevoelige tanden dan mannen, zeker als het gaat om koude (32 procent) en zoete dingen (8 procent). Naast regelmatig flossen bezoekt een kwart van de vrouwen de mondhygiëniste.

Scherp voorwerp
Mannen daarentegen, reinigen hun gebit liever zelf. Zij gebruiken hier over het algemeen tandenstokers (68 procent) en mondwater (34 procent) voor, of gewoonweg een scherp voorwerp (18 procent). Bijna de helft van de mannen is zich erg bewust van het feit dat goed reinigen tussen de tanden de algemene mondhygiëne beïnvloedt. Bij vrouwen is dit 39 procent.

Slechte adem grote afknapper
Over één ding zijn mannen en vrouwen het eens – etensresten tussen de tanden is een grote afknapper. Toch blijft de grootste afknapper het hebben van een onfrisse adem (60 procent). Voor mannen spelen schuine tanden ook een rol.

Flossdraad
Flossen blijkt voor veel mensen een lastige aangelegenheid; tanden zijn moeilijk te bereiken (25 procent), flossdraad breekt (18 procent) of het tandvlees begint te bloeden (ca.18 procent). Ruim een kwart van de Nederlanders flosst volgens het onderzoek grondig en is hier minimaal twee minuten per dag of zelfs langer mee bezig.

Bron:
NU.nl
Philips

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Tanden, mond open

Interview over het lesproject Hou je mond gezond! en het werk van de mondhygiënist

Mondhygiënist Lieneke Steverink-Jorna gaf een interview aan de Achterhoekse radio zender Optimaal FM over het lesproject Hou je mond gezond! en het werk van de mondhygiënist.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Geld, pot

Kwaliteitsinstituut ontbreekt op begroting VWS

Niemand weet nog hoeveel het kwaliteitsinstituut gaat kosten. Het prestigieuze instituut dat een grote rol moet gaan spelen in het bepalen van de zorgkwaliteit, staat niet op de begroting die VWS voor Prinsjesdag heeft opgesteld. Terwijl het over anderhalf jaar in werking moet zijn.

Begroting College voor zorgverzekeringen
VWS meldt dat het geld moet komen uit de begroting van het College voor zorgverzekeringen (CVZ). Hier wordt het kwaliteitsinstituut namelijk ondergebracht. Hoeveel geld er is bestemd voor het kwaliteitsinstituut is onduidelijk. De inhoudelijke bespreking van de CVZ-begroting staat begin november op het programma. Het CVZ verwacht er echter geld bij te krijgen. Een woordvoerder: “Het CVZ krijgt er extra taken bij. De totale CVZ-begroting is niet genoeg om die taken uit te kunnen voeren.” Dit jaar krijgt het CVZ 41 miljoen euro. Dat bedrag is vergelijkbaar met dat van vorig jaar. Wat het kwaliteitsinstituut de komende jaren gaat kosten, “moet nog worden becijferd”.

Leidende instituut
Het kwaliteitsinstituut moet het leidende instituut worden dat kwaliteit in de zorg inzichtelijk maakt en zorgaanbieders in care en cure moet aansporen om kwaliteitsstandaarden te ontwikkelen voor behandelingen. Doen zorgaanbieders dit niet of zijn ze te laat, dan mag het kwaliteitsinstituut zelf eisen vaststellen. Ook het openbaar maken van uitkomsten, zoals de sterftecijfers van ziekenhuizen of het percentage infecties na operaties, behoort tot het beoogde takenpakket. Op dit moment worden deze taken uitgevoerd door verschillende organisaties, zoals de Inspectie voor de Gezondheidszorg, het College voor zorgverzekeringen en de Nederlandse Zorgautoriteit.

Functioneren in 2013
In 2012 starten de voorbereidingen, in 2013 moet het instituut volledig functioneren. Pieter Vierhout, voorzitter van de Regieraad kwaliteit van zorg, maakt zich niet zo druk. “Het is nog niet uitgekristalliseerd. Het is niet vreemd dat in dit stadium nog weinig bekend is over de kosten. Er zijn delen die worden opgeheven, zoals Zichtbare Zorg en de Regieraad. Men verwacht dat het kwaliteitsinstituut niet meer gaat kosten dan de som van deze delen, eerder minder. Er is nu wel grote zekerheid dat het kwaliteitsinstituut er komt.”

Bron:
Zorgvisie

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
tand - kapot - erosie

Proefschrift: de risico factoren van tanderosie bij kinderen in de 21e eeuw

Promotie: Dental erosion in children: risk factors: in daily life in the 21st century

Datum: 11 oktober 2011, 15.45 uur
Locatie: VU, Aula, Amsterdam
Spreker: Dien Gambon
Promotoren: Prof.dr. A. van Nieuw Amerongen (emeritis) en prof.dr. E.C.I. Veerman, Orale Biochemie ACTA
Copromotor: dr. H.S. Brand, Orale Biochemie ACTA

Op dinsdag 11 oktober a.s. verdedigt Dien Gambon haar proefschrift: Dental erosion in children: risk factors: in daily life in the 21st century.

Conclusie onderzoek risico factoren van tanderosie bij kinderen in de 21e eeuw

Een algemene conclusie van dit proefschrift is dat veel factoren in de 21ste eeuw kunnen leiden tot tanderosie bij (jonge) kinderen en adolescenten. Kennis van de risicofactorren en beschermende factoren zijn een voorwaarde om tanderosie te voorkomen. Vandaar dat ouders en kinderen uitgebreide en begrijpelijke informatie moeten krijgen over de risico’s die het eten en drinken van zure voedingsmiddelen met zich mee brengen en ook advies moeten krijgen over eet- en drinkgewoonten die tandvriendelijk zijn.

Bekijk het proefschrift

Bron:
ACTA


Download brochure proefschrift-gambon-2011.pdf
Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
kind - tandenpoetsen

Gekke Bekken Club leert kinderen zelfstandig tandenpoetsen

De Gekke Bekken Club stimuleert kinderen om zelfstandig tanden te poetsen voor een gezond gebit en bestaat uit een website, app en een boekje. De Gekke Bekken Club is een initiatief van Philips Sonicare en Blink Uitgevers, uitgever van o.a. Okki, met medewerking van kindertandarts Gert Stel en de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM). De Gekke Bekken Club is begin september van start gegaan.

Goed leren poetsen
“Ouders ervaren het tandenpoetsen bij kinderen vaak als een lastig moment en jonge kinderen zijn motorisch onvoldoende in staat goed te poetsen”, vertelt Gert Stel, kindertandarts aan het Universitair Medisch Centrum Groningen. “Een slecht melkgebit kan gevolgen hebben voor het volwassen gebit, het is dan ook voor kinderen belangrijk goed te leren poetsen.”

Gekke Bekken Club
De website, www.gekkenbekkenclub.nl, is een interactief platform waar kinderen tips, informatie voor hun spreekbeurt en moppen kunnen vinden over tanden. Ook is er een speciale pagina voor ouders met tips over hoe je kinderen het beste kunt helpen met tandenpoetsen. De website bevat een directe link naar de Gekke Bekken App.

De Gekke Bekken App is geschikt voor iPhone en Android en geeft kinderen gedurende twee minuten poetsinstructies. Hierna worden ze beloond met de Gekke Bekken Rap of kunnen ze een grappige foto maken van hun schone gebit en deze uploaden op de website. Iedere maand maakt de ‘gekste bek’ kans op een Sonicare Okki pakket.

Daarnaast is er ook het Gekke Bekken Boek, een boekje met informatie over tanden, spelletjes, moppen en uitleg over hoe je het beste je tanden kunt poetsen. Het Gekke Bekken Boek ligt vanaf september bij tandartsen in de wachtkamer.

Tandenpoetsfun
In de Gekke Bekken Club staan het karakter Okki en zijn side-kick Bik centraal. Dieneke Kuijpers, Blink Uitgevers, legt uit: “In Okki en Bik komen humor en educatie samen waardoor kinderen spelenderwijs gemotiveerd worden om dingen te doen of te leren die ze uit zichzelf niet snel zouden doen. Het concept is door Blink samen met kinderen bedacht en ontwikkeld. Hierdoor is de kans dat de Gekke Bekken Club door kinderen omarmd wordt, extra groot.”

Bron:
Philips

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
tandbacterie

Nader inzicht in hechtingskracht mondbacteriën

Promotieonderzoek

Datum: 26 september 2011, 11.00 uur
Locatie: Aula Academiegebouw Rijksuniversiteit Groningen
Adres: Broerstraat 5 te Groningen

Promotor: H.J. Busscher, H.C. van der Mei en Y. Ren

Meer kennis over biofilm-adhesie nodig
Steeds meer mensen doen een beroep op orthodontische zorg. Het is daarom belangrijk dat er meer kennis beschikbaar komt over biofilm-adhesie, de hechting van bacteriën aan en rondom de materialen die de orthodontist in de mond plaatst. Immers: hechting van bacteriën kan leiden tot een scala aan problemen, zoals afbraak van tandglazuur en ontsteking van het tandvlees.

Hechtingskrachten
Van alle orthodontische materialen oefenen ruwe cementoppervlakken de sterkste hechtingskrachten uit op bacteriën die in de mond voorkomen, zo blijkt uit onderzoek dat UMCG-promovendus Li Mei met behulp van atomic force microscopy (AFM) verrichtte. Hierna hechten bacteriën zich het sterkst aan roestvrij staal en glazuur. Hoe meer tijd er verstrijkt, hoe krachtiger de hechting van de biofilm wordt, zo blijkt verder. Dit is te verklaren uit het ontstaan van zogeheten waterstofbruggen, toont Li Mei aan. Wanneer er speeksel voorkomt, neemt de hechtingskracht sterk af. Ook de mate van elektrische geleiding van een materiaal heeft invloed op de hechtingskracht. Wanneer aan een composiet quaternair ammonium wordt toegevoegd, vermindert de hechtingskracht van bacteriën.

Curriculum Vitae
Li Mei (Shandong, China, 1982) verrichtte zijn onderzoek aan de afdelingen Biomedische technologie en Orthodontie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), waar hij ook na zijn promotie werkzaam blijft. De titel van zijn proefschrift luidt: “Bacterial adhesion forces and biofilm prevention on orthodontic materials”.

Bron:
UMCG

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Orthodontie, Thema A-Z
dossier, map

Schippers steunt doorstart EPD

Minister Edith Schippers steunt het plan dat Nictiz heeft ingediend voor een doorstart van het Landelijk Schakelpunt (LSP), de motor van het Landelijke EPD. Dat blijkt uit een brief die de minister aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.

De minister kan zich vinden in de randvoorwaarden die Nictiz voor een doorstart heeft geformuleerd. Het is de bedoeling dat de zorgsector zelf de verantwoordelijkheid overneemt voor het in stand houden van het EPD. Dit is noodzakelijk geworden nadat de Eerste Kamer eerder dit jaar het benodigde wetsvoorstel voort het EPD verwierp. Nictiz houdt een rol, bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van standaarden.

Doorstartmodel
Al eerder kwamen de contouren van het Doorstartmodel Landelijke Infrastructuur naar buiten. Nictiz draagt het beheer van het Landelijk Schakelpunt over aan een neutrale partij: het Servicecentrum Zorg Communicatie (SZC). Een Vereniging van Zorgaanbieders draagt in het model de verantwoordelijkheid voor de informatieuitwisseling.

Opzet behouden
Het LSP is een datakoppelaar. Op basis van het Burgerservicenummer (BSN) van de patiënt wordt via het LSP de inhoud van het medisch dossier voor iedere zorgverleners beschikbaar gemaakt. De feitelijke gegevens blijven daarbij op de harde schijf van de zorgverlener staan. In het doorstartmodel wordt die opzet gehandhaafd.

Tijdspad

Nictiz wil eind september de overeenkomst met de op het huidige LSP aangesloten zorgverleners opzeggen. Gelet op de opzegtermijn, is het LSP dan vanaf 1 januari 2012 uit de lucht. Vanaf die datum zou een ‘neutrale partij’ de dienst dus moeten overnemen. De koepels van huisartsen, apothekers en huisartsenposten kijken momenteel naar de mogelijkheden hiervoor. Naar schatting is jaarlijks een budget van 7 tot 10 miljoen euro nodig voor het LSP, een bedrag dat door de zorgaanbieders zelf moet worden ingelegd. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) heeft al aangegeven dat het bedrag in de zorgproducten verrekend kan worden.

Voorwaarden
Eén van de randvoorwaarden die Nictiz aan een veilige overdracht stelt, is dat op 1 november 2011 minstens 70 procent van het benodigde budget binnen moet zijn. Op basis van de privacywetgeving moeten bovendien alle Burgerservicenummers die in het LSP zijn opgeslagen verwijderd worden. Omdat het LSP in particuliere handen komt, moeten burgers na de doorstart expliciet toestemming geven voor het uitwisselen van hun medische gegevens via LSP.

Continuïteit
Nictiz stelt dat sluiting van het huidige LSP aanzienlijke gevolgen kan hebben voor de kwaliteit en veiligheid van de zorg en elektronische communicatie. Als de overdracht niet op tijd geregeld is, moeten zorgaanbieders bijvoorbeeld tijdelijk kunnen terugvallen op oudere systemen.

Voorlichting
Minister Schippers geeft in haar reactie aan dat ze alle Nederlanders via een huis-aan-huis-brief op de hoogte zal stellen van de wijzigingen. Daarvoor heeft ze een budget van 2,5 miljoen euro gereserveerd. (Daan Marselis)

Bron:
Skipr

Lees meer over: E-health, Kennis
Kindergebit

Kindertandheelkunde; als je het niet kan, moet je het niet doen – Jaap Veerkamp

Verslag van de lezing van Jaap Veerkamp over kindertandheelkunde tijdens de 8e Talking Points in Dentistry van GSK.

De spreker Jaap Veerkamp, werkzaam bij de sectie kindertandheelkunde van ACTA, begon zijn betoog met de dilemma’s die de zorg voor kindergebitten kent, zowel in de diagnostiek als in de behandeling. Kinderen moeten nu eenmaal anders benaderd worden dan volwassenen. Kinderen snappen het niet, willen het niet, kunnen het niet, hebben mondige ouders die bovendien andere prioriteiten hebben en internet voor waar aannemen. Kinderen onder de 5 jaar zijn het lastigst te behandelen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat maar liefst 80% van de behandelaars graag zou willen verwijzen. Verder blijkt dat tandartsen die meer zorg besteden aan de gebitten van jonge kinderen, dat later ook doen. De groep die kinderen behandelt, doet dat op alle terreinen (o.a. preventief, curatief).

Eerste twee jaar cruciaal

De gebitten van de meeste kinderen worden pas tussen het derde en zevende levensjaar voor het eerst door een tandheelkundig zorgverlener bekeken. Maar de eerste twee jaar na doorbraak zijn cruciaal. Zo is er een significant verschil in glazuurhardheid van opvolgende leeftijdsgroepen. Hoe jonger een tand hoe zachter het glazuur. En andersom: hoe langer een element in de mond zit, des te dikker de glazuurlaag wordt. Glazuur moet minimaal twee jaar “rijpen” voordat het een goede hardheid heeft. Juist in die fase moeten professionals ouders op de gevaren wijzen! Cariës die door hypomineralisatie ontstaat, verloopt sneller. Uit onderzoek bleek dat kinderen die heel vroeg gaatjes kregen, een 5 tot 6 keer grotere kans hebben op cariëstoename. Maar je weet pas wat er aan de hand is als je het ziet. En daar ligt nu net het probleem. Het is verdraaid lastig in een mond te kijken van heel kleine kinderen. Vaak als je één caviteit ziet, is er kans op nog veel meer caviteiten en stuit je veelal op een megaprobleem. Met andere woorden: zonder post eruptieve remineralisatie gaat het van kwaad tot erger. Daarom moet de nadruk op preventie liggen.

Gedrag bekijken

Bij de diagnostiek bij kinderen is het heel erg belangrijk naar het gedrag van het kind te kijken. Kan het kind bijvoorbeeld ijs eten? Kan hij wat hij normaal lekker vindt nu nog eten? Kijk wat er gebeurt als je een kies open boort. Bij heftige bloeding zal de kies eruit moeten. Is de bloeding niet heftig, dan kan er een kroon op. Een passende behandeling houdt waar mogelijk rekening met de leeftijd van het kind, is gebaseerd op röntgenfoto’s, is gekoppeld aan preventie en aan het geven van een toelichting aan de ouders. Door zo jong mogelijk foto’s te maken kan de professional de diagnose beter stellen. Ook kan hij met meer kracht een preventief beleid instellen. Als het niet lukt om foto’s te maken, leg dat dan aan de ouders uit.

Vooraf bespreken met ouders

Sowieso is het advies aan de professional dat hij altijd vooraf met de ouders bespreekt wat hij wel en wat hij niet kan doen. Hij geeft daarbij ook aan wat hij van de ouders verwacht. Mag hij bijvoorbeeld onder dwang de mond van het kind openen als die dat zelf niet doet? Hij kijkt daarbij altijd kritisch naar zijn eigen functioneren en zegt een keer sorry in een gesprek met de ouders. Sorry neemt veel stress weg en kan klachten voorkomen.

Resumerend

Tot slot en resumerend adviseerde Veerkamp: “Kies altijd een behandeling in het belang van het kind, realiseer dat cariës bij kinderen anders is en maak tijdig röntgenfoto’s. Daarbij is het beter om niet te restaureren dan slecht. Creëer optimale omstandigheden om de behandeling uit te voeren en maak bij twijfel een tweede foto. Onderschat het klinische beeld niet, maak eerder simpele restauraties en extraheer meer.”

Bron:
GSK

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Welke informatie plaatst u op uw website?

Welke informatie plaatst u op uw website?

De overheid stelt als één van de randvoorwaarden van vrije prijsvorming dat praktijken een prijslijst publiceren op hun website vanaf januari aanstaande. Welke informatie plaatst u op uw website? Voorbeelden van goede praktijkwebsites.


Welke informatie?
Voor patiënten is het prettig de volgende informatie op uw praktijkwebsite terug te kunnen vinden:  

  • Adres, contact gegevens, openingstijden en routebeschrijving.
  • Team: wie is de tandarts, mondhygiënist, preventieassistente, assistente. Het liefst met foto’s.
  • Mogelijke behandelingen.
  • Uitleg en informatie over de behandelingen.
  • Tarieven en vergoedingen (vanaf januari 2012)
  • Inschrijven en afspraken maken. Eventueel een mogelijkheid om online in te schrijven en zelf afspraken te maken
  • Wat te doen bij een klacht over de behandelaar?

Onderscheidend
Daarnaast is het belangrijk aan te geven op welke punten uw praktijk zich onderscheidt van die van uw collega’s.  Heeft u een grote, goed georganiseerde praktijk? Een middelgrote praktijk waar alle disciplines aanwezig zijn. Of heeft u een kleine praktijk waarbij persoonlijke aandacht hoog in het vaandel staat. Misschien biedt u wel een combinatie hiervan aan. Een patiënt proeft graag via uw website wat meer over de sfeer in uw praktijk.

Extra’s
Naast de basis informatie kom je veel meer tegen op de huidige websites; van een filmpje met een tour door de praktijk tot chatten met één van de behandelaars. Een slideshow van foto’s van de praktijk en bijpassende muziek of een welkomstberichtje zijn ook leuke extra’s. Deze persoonlijke toevoegingen maken uw website aantrekkelijker.

Ook opleiding en nascholing van het team kunt u vermelden op uw website. Het vermelden van uw lidmaatschap van het KRM/KRT kan uw patiënt eveneens meer vertrouwen geven.

Ontwikkeling van uw website
Een eenvoudige website met basis informatie kunt u gemakkelijk zelf maken. Bent u niet zo handig hierin of heeft u geen tijd hiervoor, dan kunt u er ook voor kiezen een website door een webdesigner te laten ontwerpen en te onderhouden. Een derde optie is het kiezen van een basis tandheelkundewebsite waarbij u zelf de details invult. Diverse aanbieders zijn actief in deze markt.

Voorbeelden
Hieronder ziet u een aantal voorbeelden van leuke, duidelijke en soms ook vernieuwende websites.


Geertsema Tandartsencombinatie, Groningen, www.tandartsencombinatie.nl



Mondclinic, Rotterdam, www.mondclinic.nl



Mondzorgkliniek Oud-Beijerland, www.mondzorgkliniek-oudbeijerland.nl



Tandheelkundig Centrum Nederland, Alkmaar, www.tcn.me



Fraai tandartsen, Rotterdam www.fraaitandartsen.nl


Door: Melissa Link, mondhygiënist


Lees meer over: E-health, Kennis
Beugel

Casus: Patiënt met Juveniele Idiopathische Arthritis

Een meisje van 10 jaar oud komt bij u voor een eerste bezoek. Uit de medische anamnese blijkt dat het meisje lijdt aan de ziekte Juveniele Idiopathische Arthritis (JIA) (zie afbeeldingen). Er is sprake van een skeletale klasse II-1 afwijking, bilaterale kruisbeet en crowding. In de gebieden waar sprake is van crowding, zijn symptomen van gingivitis. Er zijn geen symptomen van TMJ disfunctie.

Wat is Juveniele Idiopathische Arthritis?
Juveniele Idiopathische Arthritis is een ernstige chronische ziekte bij kinderen. Het is een bindweefselziekte en hierdoor zijn één of meerdere gewrichten aangedaan. Criteria voor het stellen van de diagnose zijn:

  • De ziekte moet zich voor het 16e levensjaar uiten
  • Een of meerdere gewrichten moeten aangedaan zijn
  • De ziekte moeten minstens 6 weken duren
  • Andere vormen van arthritis moeten uitgesloten worden

De oorzaak van Juveniele Idiopathische Arthritis is niet bekend. Er wordt vermoed dat er zowel infectieuze, genetische en endocriene factoren een rol spelen.

Waar moet u rekening mee houden als tandarts?
Indien het kaakgewricht (TMJ) is aangedaan, dan wordt de groei van de kaak beïnvloed. Dit kan zowel esthetische als functionele problemen als gevolg hebben. Vaak is er sprake van mandibulaire hypoplasie of micrognathie, skeletale klasse II en/of een openbeet. Ook kan er sprake zijn van asymmetrie indien één van beide kaakgewrichten is aangedaan. Zowel complicaties van de ziekte zelf als de behandeling (o.a. medicatie) verklaren dat de prevalentie cariës en parodontale aandoeningen hoger is bij kinderen met JIA.

Hoe behandel je een dergelijke patiënt?
Vaak moeten kinderen met JIA, waarbij het kaakgewricht is aangedaan, orthodontisch worden behandeld (eventueel in combinatie met chirurgie). Ook moet er rekening gehouden worden met de verhoogde prevalentie cariës en parodontale aandoeningen (preventieve maatregelen).

Casus
In verband met de crowding is ervoor gekozen om in elk kwadrant een premolaar te extraheren. Vervolgens is er behandeld met zowel losse als vaste orthontische apparatuur. Zie afbeeldingen voor het behandelresultaat.


Bron:
Journal of the Irish Dental Association – Volume 54 nummer 1 – februari/maart 2008

Lees meer over: Casus, Kennis
eten - kind

Tien voedingstips voor ouders met kinderen

‘Het gaat niet goed met het melkgebit’, kopte Trouw onlangs. Maar wat is er aan te doen? Ouders, grootouders en crècheleidsters bepalen wat kinderen eten. Tien voedingstips voor ouders met kinderen in uw praktijk.

Tien voedingstips om je kind cariësvrij te houden

  1. Water, gewone melk en thee zonder suiker
    Laat je kind van jongs af aan water, gewone melk en thee zonder suiker drinken. Zijn ze al gewend aan zoete dranken? Breng dit dan terug naar sap bij het tussendoortje in de ochtend en de middag. Je kunt sap steeds meer aanlengen met water. Zo wennen ze langzaam.
  2. Verklein de porties
    Een plak cake geven aan een jong kind staat gelijk aan het geven van een hele cake aan een volwassene. Houdt er rekening mee dat een kind een klein lijf heeft. Verklein de portiegroottes van zoetigheid. Dit zorgt ervoor dat kinderen trek houden in de avondmaaltijd en op gewicht blijven.
  3. Eén is net zo lekker als twee!
    Koop geen producten waarvan je blijft dooreten zoals chocoladepinda’s, minikoekjes en chocoladecrisps. Geef je kind liever één snoepje in plaats van een zakje. Het duurt langere tijd voordat het kind alle snoepjes op heeft. Hierdoor wordt de kans op gaatjes groter.
  4. Verwennen met aandacht
    Wijs opa’s oma’s en buurvrouwen erop dat ze het kind ook kunnen verwennen met aandacht. Samen een tekening maken, een puzzel doen of een stuk fietsen is een goed alternatief voor snoep.
  5. Maximaal 7 eet en/of drinkmomenten
    Houd een dagritme aan met 3 hoofdmaaltijden en 3 tussendoortjes. Houd je aan maximaal 7 eet- en/of drinkmomenten, zodat het gebit de tijd krijgt om te herstellen.
  6. Koektrommel dicht
    De koektrommel dichtdoen nadat iedereen een koekje heeft gehad is voor velen een truttige ouderwetse Nederlandse gewoonte. Herstel hem in ere.
  7. Soort snoep
    Let bij het inkopen doen op het soort snoep wat je koopt. Laat kleverig, plakkerig snoep (toffees, candybars) en snoep wat lang in de mond blijft ( lollies, zuurtjes) in het schap liggen.
  8. Onbewerkte voeding
    Onbewerkte voeding bevat minder suiker. Van zoetigheid eet je altijd meer dan van onbewerkt voedsel. Geef je kind fruit op één van de zeven eetmomenten. Dit levert in tegenstelling tot zoetwaren ook vezels, vitamines en mineralen. Ook producten waarvan je het niet verwacht zoals brood, vla met zoetstof en groente in blik bevatten vaak suiker.
  9. Leer zoete smaak af
    Leer de zoete smaak af. De eerste twee afkickweken zijn het zwaarst.
  10. Traktatiebeleid
    Bespreek het traktatiebeleid op school. Met een groep ouders sta je sterker.

Door: Louise Witteman, diëtist met specialisatie mondgezondheid,  info@louisewitteman.nl

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
apps - telefoon

Rode Kruis introduceert EHBO app

Veel mensen weten niet wat ze moeten doen bij een ongeval. En teveel mensen doen niets, of het verkeerde. Daarom is er de EHBO app.

Instructies bij 54 verschillende ongevallen
Van brandwond tot verslikking en van bewusteloosheid tot een hersenschudding. De app geeft je kort en bondig instructies bij 54 verschillende ongevallen. Wat moet u doen? En vooral: wat moet u niet doen?

Route dichtstbijzijnde ziekenhuis
Niet de mogelijkheid om verdere Eerste Hulp te verlenen? Met deze app vindt u tevens de route naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis en heeft u de mogelijkheid om direct 112 te bellen.

Beschikbaar voor Apple, Android en Windows telefoons
De EHBO app is beschikbaar voor Apple, Android en Windows
telefoons. U kunt de app downloaden via de website van het Rode Kruis.

Bron:
Rode Kruis

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
twitter

Jeroen Bosch Ziekenhuis start Twitter-spreekuur

Het Jeroen Bosch Ziekenhuis start op maandag 19 september om 17.00 uur met een Twitterspreekuur. De maatschap gynaecologie bijt het spits af. Via het sociale netwerk Twitter kunnen er een uur lang on-line vragen aan gynaecologen Jacques Dirken en Jan Peter de Bruin gesteld worden. Dat kan over uiteenlopende onderwerpen: over zwanger worden, zwangerschap, uitstrijkje, anticonceptie, de overgang, verzakkingen en menstruatieproblemen.

Anders zoeken naar informatie
Jacques Dirken: “Mensen zoeken tegenwoordig anders naar informatie. Daar moeten we op inspelen. Dit kan met sociale media zoals Twitter, Facebook en LinkedIn. Want deze netwerken geven de mogelijkheid tot directe communicatie”. Het Twitterspreekuur is voorlopig nog een proef. De bedoeling is dat er straks meer specialismen mee gaan doen.

Interactief kennisplatform
Iedereen met een twitteraccount kan meedoen aan het Twitterspreekuur. De vragen van de twitteraars en de antwoorden van de medisch specialisten worden met alle deelnemers gedeeld. Zo ontstaat een interactief kennisplatform. Vragen kan men twitteren aan @JBZDenBosch met #DrJeroenBosch.

Er is elke maand een Twitterspreekuur.

Bron:
Jeroen Bosch Ziekenhuis

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis