Hoger beroep inspecteur bij automatisch afgegeven VAR-wuo aan tandarts ongegrond

Hoger beroep inspecteur bij automatisch afgegeven VAR-wuo aan tandarts ongegrond

Een tandarts die in het bezit was van een Verklaring Arbeidsrelatie winst uit onderneming (VAR-wuo) van 2005 t/m 2009 en in 2011 en 2012, heeft op 27 juni 2005 een “Overeenkomst van praktijkmedewerking met premieplicht” gesloten. Na een boekenonderzoek werd door een inspecteur van de belastingdienst geconcludeerd dat de aangifte IB/PVV van de tandarts over 2010 moet worden gecorrigeerd omdat er in die periode geen sprake zou zijn geweest van ondernemerschap.

Hoger beroep
Het beroep van de tandarts werd vervolgens als gegrond verklaard, en de rechtbank besloot dat voor de inkomstenbelasting een VAR-wuo was afgegeven waarmee vertrouwen ontleend zou kunnen worden dat ook in 2010 tandartswerkzaamheden werden uitgevoerd en dus een onderneming werd gevoerd. Als antwoord hierop ging de inspecteur in hoger beroep.

Eigen risico van de inspecteur
Uiteindelijk heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden besloten dat dit hoger beroep ongegrond is. De reden hiervoor was dat een VAR alleen mag worden afgegeven als een inspecteur besluit dat de juiste informatie aanwezig is. De inspecteur heeft dit voor het jaar 2010 gedaan zonder het aanvraagformulier te raadplegen, ervan uitgaande dat de eerder verstrekte informatie ook dit jaar geldig zou zijn. De gevolgen hiervan horen  op de rekening van de inspecteur te komen te staan, aangezien deze hiermee een onjuiste VAR heeft afgegeven. Bovendien is het niet feitelijk aangetoond dat de situatie in 2010 afweek van de jaren daarvoor.

Bron:
Rechtspraak.nl 

Lees meer over: Financieel, Ondernemen