IGJ streng bij controles hepatitis B: juridische zaken om rekening mee te houden

IGJ streng bij controles hepatitis B: juridische zaken om rekening mee te houden

De Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd (IGJ) heeft eind oktober 2018 aangekondigd toezichtsbezoeken af te zullen leggen bij minimaal 30 mondzorgpraktijken om te controleren of behandelend personeel is ingeënt tegen hepatitis B. IGJ heeft inmiddels een toezichtskader gepubliceerd en de eerste toezichtsbezoeken zijn inmiddels uitgevoerd.

Bij dergelijke toezichtsbezoeken rijst veelal de vraag welke maatregelen IGJ kan opleggen. Kan IGJ bovendien een eventueel door haar genomen besluit openbaren? Enkele juridische zaken waar u als mondzorgpraktijk rekening mee kunt houden.

Toetsingskader

IGJ ziet toe op de naleving door zorgaanbieders van wettelijke normen en veldnormen. Om inzichtelijk te maken waarop IGJ bij deze betreffende controle toetst, heeft zij een toetsingskader gepubliceerd. Uit het toetsingskader blijkt dat de veldnormen waar IGJ aan toetst, in dit geval voortvloeien uit de KNMT-richtlijn infectiepreventie in mondzorgpraktijken en uit de Landelijke RIVM-richtlijn Preventie transmissie van Hepatitis B van medisch personeel naar patiënten. De wettelijke normen waaraan getoetst wordt komen onder meer voort uit de Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg (Wkkgz).

Maatregelen

IGJ heeft aangekondigd dat medewerkers die niet beschermd blijken te zijn tegen hepatitis B, geen behandelingen meer mogen uitvoeren tot het moment waarop ‘dit geregeld is’. Dat klinkt logisch: niet beschermde zorgverleners kunnen immers een gevaar zijn voor collegae en patiënten. Tussen ‘beschermd’ en ‘niet beschermd’ tegen hepatitis B, ligt echter een grijs gebied dat wordt ingevuld door de veldnormen. Vragen die daarbij rijzen zijn: ‘wanneer is iemand afdoende beschermd tegen hepatitis B?’ en ‘welke personeelsleden vormen een risico of lopen een risico?’ en ‘kan van medewerkers die 20 jaar in dienst zijn nog wel verwacht worden dat zij hun vaccinatieboekje direct kunnen tonen?’. Vragen waarover behoorlijk gedebatteerd kan worden.

De maatregel dat medewerkers geen behandelingen meer mogen uitvoeren, gaat daarnaast behoorlijk ver. Wat indien opeens de helft van de mondzorgpraktijk daardoor wordt ‘lamgelegd’? Het is de vraag of IGJ een dergelijke beslissing juridisch wel kan nemen.

Openbaarmaking

Een ander element om rekening mee te houden, is het ‘actieve openbaarmakingsbeleid’ van IGJ. Toezichtsrapporten, met daarin informatie over de specifieke mondzorgpraktijk, worden nadat zij door IGJ definitief zijn vastgesteld in beginsel actief geopenbaard via haar website. Nieuwswebsites pikken deze informatie veelal op, waardoor dit nieuws snel breed wordt verspreid. In beginsel is met het openbaren van toezichtsinformatie – in het kader van voorlichting van het publiek – niet zoveel mis, maar het belang bij openbaarmaking moet wel in verhouding staan tot het nadeel dat de mondzorgpraktijk hierdoor leidt. Veelal blijkt dat mondzorgaanbieders openbaarmaking ervaren als een zwaardere ‘sanctie’, dan de maatregel door IGJ zelf. Indien een mondzorgpraktijk openbaarmaking wenst tegen te houden, dient de praktijk daar snel juridisch tegen te ageren: IGJ maakt dergelijke informatie openbaar na 3 weken na de vaststelling van het rapport en soms nog eerder. Ben daar dus waakzaam op.

Voorbereiding op een toezichtsbezoek

Tot slot dient u een toezichtsbezoek goed voor te bereiden. Dat geldt voor toezichtsbezoeken door IGJ, maar ook voor controles door bijvoorbeeld de NZa of de Autoriteit Persoonsgegevens. Onderstaande regels kunnen u bij uw voorbereiding helpen.

  1. Ontvang de toezichthouder(s) bij voorkeur in een besloten ruimte waar geen dossiers of documenten aanwezig zijn. Vraag de toezichthouders naar hun legitimatiebewijzen en maak daarvan (desnoods met een telefoon) een kopie.
  2. Toezichthouders mogen in beginsel documenten inzien en daar kopieën van maken. Ook digitale documenten. Correspondentie tussen een zorgaanbieder en een advocaat is evenwel geprivilegieerd en vertrouwelijk en valt hierbuiten.
  3. Ook toezichthouders moeten de privacywetgeving in acht nemen. Zij mogen alleen van haar bevoegdheden gebruik maken als dat noodzakelijk is en in verhouding staat tot het te onderzoeken controledoel.
  4. Beantwoord vragen kort en bondig. Vertel niet uit uzelf meer dan dat er wordt gevraagd. Geef geen antwoord op vragen die u niet goed begrijpt, met een complex karakter of ten aanzien van zaken die u niet zeker weet. Vraag de toezichthouders in dat geval de vragen op schrift te stellen zodat u daar later schriftelijk op kan reageren of, als dat niet kan, antwoord dan dat u het niet zeker weet en daar nu geen concreet antwoord op kan geven.
  5. Vraag na afloop om een overzicht van hetgeen de toezichthouders hebben gekopieerd (indien u de kopieën niet zelf heeft gemaakt), van de personen die zij hebben gesproken en vraag om een kopie van de verslagen van die gesprekken. Let ook op de formulering van een verslag, het maakt bijvoorbeeld uit of daarin staat dat u heeft verklaard dat een bepaald document er niet is of dat dit document tijdens het toezichtbezoek niet kon worden getoond.
  6. Indien u twijfelt over welke (medische) informatie u mag of moet verstrekken, welke vragen u moet beantwoorden of op welke wijze u een grondig verslag maakt van het toezichtbezoek, heeft u het recht u te laten bijstaan door een advocaat, bij voorkeur één die gespecialiseerd is in de zorg. Dat geldt ook in het geval de toezichthouders naar aanleiding van het toezichtbezoek besluiten sancties te treffen jegens u of uw praktijk.

Door:
Ralph Tak en Daniël Post – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs bij Eldermans|Geerts

Lees meer over: Inspectie, Ondernemen, Thema A-Z, Wet- en regelgeving