Bezwaar tegen tarieven 2026: NZa houdt vast aan tariefbeschikkingen
Tijdens een hoorzitting op 1 december heeft de KNMT de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) verzocht de tariefbeschikkingen voor tandheelkunde en orthodontie voor 2026 in te trekken. De beroepsorganisatie trad daarbij op namens ruim 4.600 leden en de partners binnen de Mondzorgalliantie, waaronder NVM-mondhygiënisten en ONT. In de bezwaarprocedure stond het kostenonderzoek van de NZa centraal.
Kostenonderzoek
In het bezwaar is uitgebreid uiteengezet waarom het kostenonderzoek volgens de mondzorgsector tekortschiet. De aanvullende documenten die de NZa later beschikbaar stelde, zouden verdere aanwijzingen bevatten dat het onderzoek onzorgvuldig is uitgevoerd en dat belangrijke aannames niet objectief zijn onderbouwd. Ook de recente rechterlijke uitspraak in een soortgelijke zaak van de huisartsen werpt nieuw licht op het norminkomen: zowel de hoogte daarvan als de wijze waarop dit wordt toegerekend, blijkt volgens die uitspraak niet sluitend.
Transparantie
Daarnaast wordt kritiek geuit op het gebrek aan transparantie. De NZa verstrekt bepaalde informatie over het onderzoek niet, ondanks verzoeken vanuit de sector. Een gesprek hierover volgt, maar mogelijk is een afzonderlijke juridische procedure nodig om de ontbrekende informatie boven tafel te krijgen.
Volgens KNMT-voorzitter Hans de Vries wordt al twee jaar benadrukt dat de huidige onderzoeksstructuur niet aansluit bij de realiteit van het mondzorgveld. Tijdens de hoorzitting is daarom aangedrongen op het intrekken van de tariefbeschikkingen voor 2026 en het eenvoudig indexeren van de bestaande tarieven.
NZa houdt vast aan tariefbeschikkingen
De NZa ziet vooralsnog geen aanleiding de beschikkingen terug te trekken. Dit gebeurt zelfs niet nadat de rechter de zorgautoriteit in de huisartsenzorg heeft teruggefloten op punten die ook relevant zijn voor de mondzorg, zoals het gemaximeerde urencriterium van 36 uur per week. De NZa laat de kwestie afhangen van een oordeel van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in de lopende procedure.
De volgende zitting bij het CBb staat gepland voor 10 december, tenzij de NZa alsnog besluit de tariefbeschikkingen eerder in te trekken. De uitspraak in de huisartsenzorg wordt in deze procedure wél betrokken. De sector wacht de beslissing van het CBb af.









