Bedrijfsuitje? Zeilen met Sail Force, uw team vaart er wel bij
Zeilen op de Oosterschelde met schipper op een comfortabel kajuitzeiljacht.
Sail Force verzorgt uw bedrijfsuitje op maat.
Meer informatie
www.zeilenzeeland.nl
Zeilen op de Oosterschelde met schipper op een comfortabel kajuitzeiljacht.
Sail Force verzorgt uw bedrijfsuitje op maat.
Meer informatie
www.zeilenzeeland.nl
De Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (VAMIL) zijn subsidies op milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen voor ondernemers.
MIA
De milieu-investeringsaftrek biedt de mogelijkheid de fiscale winst te verlagen. Ondernemers kunnen tot 36 procent van het investeringsbedrag in mindering brengen op de fiscale winst. Het percentage van de aftrek is afhankelijk van de milieueffecten en de gangbaarheid van het bedrijfsmiddel.
VAMIL
Met de VAMIL kan men een investering op een willekeurig moment afschrijven. Voor investeringen in 2011 is de willekeurige afschrijving beperkt tot 75%. Door sneller afschrijven vermindert de ondernemer de fiscale winst en betaalt minder belasting in dat jaar. Dit biedt een duidelijk rente- en liquiditeitsvoordeel.
Combinatie MIA en VAMIL
De MIA en VAMIL zijn twee verschillende regelingen maar worden vaak gecombineerd. Beide regelingen maken gebruik van een gezamenlijke lijst, de zogenaamde Milieulijst. Op deze lijst staan alle bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor MIA en/of VAMIL. Ieder jaar verschijnt een nieuwe Milieulijst. Klik hier voor deze lijst.
Bedrijfsmiddelen 2011
Op de milieulijst 2011 zijn de investeringen in CAD CAM apparaat (wederom) opgenomen zij het dat de omschrijving van deze bedrijfsmiddelen is aangepast:
A 8040 Camerapen voor driedimensionale gebitsopnames (fiscale aftrek 27%)
A 8041 Digitaal systeem voor tandheelkundige mond- of afdrukscanning (fiscale aftrek 27%)
Bedrijfsmiddelen
Verder zijn wij de navolgende bedrijfsmiddelen tegengekomen die mogelijk interessant kunnen zijn:
Kijk voor een toelichting op deze bedrijfsmiddelen op de website van de VGT
Investeringsaftrek 2011
De fiscale investeringsaftrek voor 2011 is als volgt:
Investeringen waarvan de code begint met:
Afloop crisismaatregelen
In 2010 kon een deel van de bedrijven voor hun investeringen in 2010 gebruikmaken van een tijdelijke verhoging van de milieu-investeringsaftrek met 20% (=de aanvullende modelverklaring; EK). Dit was een tijdelijke regeling in het kader van de bestrijding van de effecten van de kredietcrisis. Deze maatregel is vanwege het tijdelijke karakter van deze regeling met ingang van 1 januari 2011 vervallen.
Dit houdt dus in dat de investeringsaftrek in het kader van VAMIL/MIA voor dentale CAD CAM apparatuur teruggeschroefd is van 50% (30% standaard + 20% aanvullend) in 2010 naar 27% in 2011. Desalniettemin blijft het toch een aantrekkelijke fiscale regeling.
Belangrijk!
Om in aanmerking te komen voor de VAMIL/MIA regeling dient u uiterlijk binnen drie maanden na de datum van de investeringsverplichting (= het tekenen van de koopovereenkomst; EK) melding te doen aan Bureau IRWA. Het formulier hiervoor
vindt u op de VGT website bij ‘verdere informatie’. U stuurt dit formulier naar Bureau Investeringsregelingen en Willekeurige Afschrijving (IRWA) van de Belastingdienst, postbus 3338, 4800 DH Breda. Zij sturen u vervolgens een ontvangstbevestiging die u moet bewaren bij uw boekhouding. U verwerkt de willekeurige afschrijving en/of de milieu-investeringsaftrek in uw aangifte. Daarna beslist uiteindelijk de Belastingdienst over uw aangifte. Eventueel wordt die beslissing ondersteund door een advies van AgentschapNL na controle van de technische aspecten van uw VAMIL/MIA-melding.
Meer informatie
De informatie op de VGT website over dit onderwerp is aangepast.
Bron:
VGT, Ed Kolsteeg
Het aangifteprogramma 2010 voor de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen is beschikbaar op de website van de Belastingdienst.
Wanneer belastingplichtigen het gemak willen van de vooraf ingevulde aangifte (de ‘VIA’), moeten zij wachten tot 1 maart a.s. met het downloaden van de aangifte. Vanaf 1 maart is een aantal gegevens al vooraf ingevuld in de gedownloade aangifte.
Bron:
Belastingdienst
Steeds minder mensen krijgen hun loonstrookje thuisgestuurd. Bedrijven kiezen meer en meer voor de digitale variant, merkt salaris- en hrm-dienstverlener ADP. Vorig jaar verstuurde ADP nog 5 procent van de strookjes via internet. Eind december is dit aandeel ruim verdubbeld naar 12 procent, meldde het bedrijf vrijdag.
ADP verzorgt maandelijks de loonstrookjes van 1,4 miljoen Nederlanders en behoort daarmee tot de grootste loonstrookjesverwerkers van het land.
Steeds meer digitaal
Al een paar jaar probeert ADP bedrijven voor de digitale loonstrook te porren. Pas de laatste tijd begint de animo te groeien, zei een woordvoerder van ADP. “Het is een trend dat bedrijven steeds meer digitaal doen. Het is efficiënter, goedkoper en maatschappelijk verantwoord omdat het minder papier kost en dus beter is voor het milieu.”
De digitale loonstrook staat nog in de kinderschoenen. Nu hebben mensen via een wachtwoord toegang tot de informatie die zij voorheen op hun papieren strookje konden vinden. ADP werkt aan een moderne variant van de digitale loonstrook, waarop beter te zien is hoe het salaris is opgebouwd, bijvoorbeeld met behulp van grafieken en verdere toelichtingen.
In de verdere toekomst zou er zelfs kunnen worden samengewerkt met andere instanties zoals pensioenfondsen en verzekeraars, zodat werknemers in een paar klikken inzicht hebben in hun gehele financiële situatie.
Bron:
Pleinplus
Leidinggevenden en de door hen beoordeelde medewerkers hebben vaak een tegengesteld beeld van het beoordelingsgesprek. Maar liefst 29 procent van de werknemers is ontevreden over het jaarlijkse beoordelingsgesprek, terwijl 94 procent van de leidinggevenden denkt dat de werknemers de beoordelingsgesprekken ervaren als nuttig en leerzaam
Onderzoek ISBW
Dit blijkt uit onderzoek van ISBW, specialist in praktijkgerichte opleidingen en trainingen, onder 536 werknemers en leidinggevenden. Een kwart van de werknemers geeft daarnaast aan dat tijdens een beoordelingsgesprek geen concrete actieplannen worden ontwikkeld. Een derde van de leidinggevenden geeft aan het moeilijk te vinden om informatie uit het beoordelingsgesprek om te zetten naar concrete acties.
Geen inzicht
Uit dit onderzoek blijkt tevens dat 95 procent van de leidinggevenden zegt voldoende inzicht te hebben in de competenties en doelstellingen van de werknemers, terwijl 23 procent van de werknemers hier anders over denkt en aangeeft dat de leidinggevende geen inzicht heeft in zijn of haar competenties en doelstellingen.
Duidelijke structuur
Het is opvallend om te zien dat leidinggevenden en werknemers een ander beeld hebben van het beoordelingsgesprek, zegt Else Slegers, Algemeen Directeur van ISBW. We zien in de praktijk dat werkgevers en -nemers vaak niet met hetzelfde verwachtingspatroon het beoordelingsgesprek in stappen. De invoering van een systeem voor personeelsbeoordeling- en functioneringsgesprekken biedt hierin uitkomst. Beide partijen weten hierdoor wat er van het gesprek wordt verwacht en door een duidelijke structuur wordt het eenvoudiger de input uit de gesprekken om te zetten in concrete acties.
Bron:
HR Praktijk
Ondernemers hebben binnen zekere grenzen de mogelijkheid een vermogensbestanddeel, dat zij zowel in privé als voor de onderneming gebruiken, tot het privévermogen of tot het ondernemingsvermogen te rekenen. Hierbij kan gedacht worden aan een bedrijfswoning. Een vergroting van een kleine praktijkruimte in een woon-praktijkpand kan in bepaalde situaties ertoe leiden dat het complete pand niet langer geheel verplicht privévermogen is, maar dat het pand keuzevermogen wordt.
In dat geval krijgt de ondernemer voor het eerst de mogelijkheid om een keuze te maken of hij het pand tot zijn privévermogen of tot zijn ondernemingsvermogen rekent.
Uitspraak Rechtbank Arnhem
Dit blijkt uit een recente uitspraak van Rechtbank Arnhem. In de onderhavige procedure bedroeg de inhoud van de praktijkruimte voor de verbouwing 8% van de inhoud van de woning en na de verbouwing 12%. Dit leidde ertoe dat na de verbouwing het zakelijke gebruik van de woning 12% was en derhalve meer bedroeg dan de kritische grens van 10% waarbij sprake kan zijn van keuzevermogen.
Bron:
Pleinplus
Een up-to-date overzicht. Wie verkoopt welke merken autoclaven, hand- en hoekstukreinigers, thermodesinfectoren en ultrasone reinigers?
Bron:
VGT
Uitspraak kantonrechter: net als bij langdurig ziekteverzuim, is bij regelmatig terugkerend ziekteverzuim re-integratie de aangewezen weg, en niet ontslag.
Een werkgever wil de arbeidsovereenkomst van een werknemer die bovengemiddeld ziek is laten ontbinden. De werkgever vindt dat de regelmatige afwezigheid van de werknemer verstorend is voor het bedrijf en dat het leidt tot extra belasting van collegas. Hij heeft dit ook besproken met de werknemer. Bij de toetsing van het hierop gebaseerde ontbindingsverzoek stelt de kantonrechter dat vanwege het opzegverbod regelmatig ziekteverzuim alleen bij uitzondering een reden voor ontbinding kan zijn. De kantonrechter past de strenge regels van de UWV-ontslagprocedure toe. De werkgever moet:
Re-integratie altijd voor ontslag
De kantonrechter is streng voor de werkgever die ontbinding verzoekt wegens regelmatig ziekteverzuim. Daar komt nog bij dat de kantonrechter niet te spreken is over het verzuimbeleid dat in dit geval inhoudt dat met werknemers die regelmatig ziek zijn wordt gesproken over beëindiging van de arbeidsovereenkomst in plaats van over re-integratie. Het ontbindingsverzoek wordt dan ook afgewezen.
Kantonrechter Groningen, 18 oktober 2010, LJN: BO2617
Bron:
HR Praktijk
Minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport informeert de Tweede Kamer over het besluit om de wettelijk verplichte verwijsrelatie voor paramedische beroepen te laten vervallen.
De brieftekst
7 december 2010
Geachte voorzitter,
Met deze brief informeer ik u over mijn besluit om de wettelijk verplichte verwijsrelatie voor paramedische beroepen te laten vervallen (directe toegang). In juli 2008 heeft het voorgaande kabinet u in de Doelstellingenbrief Eerstelijnszorg geïnformeerd over haar voornemen om de verplichte verwijsrelatie voor paramedische beroepen zoals neergelegd in de Wet beroepen in de individuele gezondheidszorg per 2011 te schrappen. Dat betekent dat burgers zonder verwijsbrief van de (huis)arts voor een consult of behandeling naar de betrokken paramedicus kunnen gaan.
Dit voornemen is in lijn met het bevorderen van de taakherschikking in de eerstelijnszorg, het gegeven dat de betrokken paramedische beroepsgroepen zich tot volwaardige professionals binnen hun vakgebied hebben ontwikkeld en de notie dat de burger steeds beter is geïnformeerd over het zorgaanbod en daarbinnen zelfstandig keuzen kan en wil maken. De maatregel sluit aan op de eerder ingevoerde directe toegang voor fysiotherapeuten, oefentherapeuten en mondhygiënisten.
De volgende beroepsgroepen komen in aanmerking voor de invoering van directe toegang: logopedisten, diëtisten, ergotherapeuten, orthoptisten, huidtherapeuten en podotherapeuten. Met al deze beroepsgroepen is vanuit mijn ministerie gesproken en is vastgesteld dat aan de randvoorwaarden voor de invoering van directe toegang is voldaan. Dat blijkt ondermeer uit het voorhanden zijn van protocollen voor de intake van patiënten, afspraken voor door, of terugverwijzing en specifiek op de directe toegang ontwikkelde (en gevolgde) opleidingsmodules. Deze laatste zijn er voornamelijk op gericht om een onderscheid te kunnen maken in het wel of niet bevoegd zijn om een gegeven aandoening of ziekte te mogen behandelen.
Voor de huidtherapeuten geldt dat mijn voorganger het invoeringstraject reeds heeft ingezet. Dat zal ertoe leiden dat deze beroepsgroep per 1 januari 2011 direct toegankelijk zal zijn. Voor de overige beroepsgroepen richt ik mij op een invoeringsdatum van 1 juni 2011. Ik vertrouw erop u voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. drs. E.I. Schippers
Bron:
Rijksoverheid
Niets is vervelender dan veel ziekteverzuim. Maar wat is veel? Met deze module kunt u de drie belangrijkste indexcijfers bereken om uw verzuimproblematiek in kaart te brengen. Het verzuimpercentage, de verzuimfrequentie en de gemiddelde verzuimduur kunt u per jaar, per kwartaal of per maand berekenen.
Bron:
Zibb.nl
Ook geen zin in het voeren van functioneringsgesprekken? Toch doen! Met een beetje voorbereiding en nazorg fietst u met gemak door de gesprekken heen. Tien tips.
Vooraf
Tijdens
Achteraf
Bron:
Manageronline
Medisch specialisten mogen in de toekomst niet meer verdienen dan 300.000 euro bruto. Dat stelt de nieuwe voorzitter van de Orde van Medisch Specialisten Frank de Grave zaterdag in NRC Handelsblad. Hij werd afgelopen donderdag benoemd.
Nu verdient een aantal specialisten nog meer dan drie ton. De specialisten zijn al een tijdje in gesprek met hoge ambtenaren van minister Edith Schippers (Volksgezondheid) over de vergoedingen. Eerder dit jaar werden tot drie keer toe kortingen op de inkomens van specialisten aangekondigd. Twee maanden geleden voerden de specialisten nog actie tegen een nieuw vergoedingensysteem.
De Grave wil schoon schip maken. ,,We moeten uiteindelijk de kortingen accepteren. Ook Schippers wil af van het beeld dat specialisten graaiers zijn”, aldus de oud-VVD-minister.
Bron:
De Pers
Voor de cabin attendants van KLM gelden strikte kleding- en verzorgingsregels, die zijn opgenomen in het boek uniform regulations. Als een werkneemster zich bij herhaling niet aan de gestelde regels houdt, doet KLM een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
De werkneemster is sinds 25 maart 1998 bij de KLM in dienst, laatstelijk in de functie van stewardess. In die functie is het niet toegestaan het haar extreem kort te dragen en/ of zichtbare tatoeages en piercings te dragen. De werkneemster heeft echter zichtbare tatoeages, heeft piercings en draagt het haar extreem kort.
Kledingvoorschrift
De kantonrechter oordeelt dat de werkgever gerechtigd is voorschriften te geven over de uiterlijke verzorging van het personeel en de door hen tijdens het werk te dragen kleding. Deze bevoegdheid is wel aan grenzen gebonden, maar die acht de kantonrechter hier niet overschreden.
Bedrijfsregels
Het hebben van zichtbare tatoeages, piercings en extreem kort haar bij cabinepersoneel past niet bij de uitstraling die KLM tegenover het publiek wil hebben en is om die reden ook door de KLM verboden. Wie kiest voor het beroep van stewardess, accepteert volgens de kantonrechter daarmee ook dat tijdens het werk een uniform moet worden gedragen en dat strenge regels aan het uiterlijk worden gesteld.
Voortzetting onmogelijk
De werkneemster heeft dat in feite ook geaccepteerd: naar aanleiding van waarschuwingen heeft zij keer op keer toegezegd dat zij de regels zou naleven. Vooral ook heeft zij toegezegd dat de lengte van haar haar ten minste 1 centimeter zou zijn. Door het haar toch dermate kort te laten knippen dat hierdoor discussie ontstond over de lengte, heeft de werkneemster het vertrouwen van de KLM zodanig beschaamd dat een vruchtbare samenwerking naar het oordeel van de kantonrechter niet meer mogelijk is. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst, en kent de werkneemster een geringe vergoeding toe.
Tip
Deze zaak benadrukt dat werkgevers bij het stellen van kledingvoorschriften een gerechtvaardigd belang kunnen hebben, dat doorgaans door hun werknemers dient te worden gerespecteerd.
Door: mr Felix Chorus, Bingh Advocaten
Bron:
HR Praktijk
Kantonrechter Amsterdam, 24 september 2010, LJN BO 2066
Binnenkort begint de VGT met de risicoanalyse van producten met gevaarlijke stoffen in de tandheelkunde branche. Via de groothandel worden folders verspreid over deze wettelijke verplichting.
EU-onderzoeken
Eén van de redenen waarom de wetgever steeds meer druk zet op het goed hanteren en beoordelen van producten met gevaarlijke stoffen (PGSs) zijn o.a. onderzoeken van de Europese Commissie waaruit bleek dat er in 2007 in de EU-27-lidstaten 74.000 personen overleden waren direct ten gevolge van het gebruik van PGSs op het werk. Een soortgelijk onderzoek in 2007 in de EU-27-lidstaten toonde aan dat, over dezelfde periode, er 43.000 verkeersslachtoffers in de EU-27 te betreuren waren. Het werken met PGSs levert dus 72% meer dodelijke slachtoffers op dan deelnemen aan het verkeer.
Veiligheidsinformatiebladen
Vanaf 1991 bestaat er al wetgeving die voorschrijft dat eindgebruikers van PGSs door de fabrikant geïnformeerd moeten worden over de risicos van deze PGSs voor mens en milieu. Deze informatie moest – en moet nog steeds – beschikbaar zijn via zogenaamde veiligheidsinformatie¬bladen (VIBs). Deze VIBs moeten voldoen aan strenge Europese eisen, neergelegd in diverse Europese Richtlijnen waaronder de Richtlijn 91/155/EG.
Problemen daarbij waren dat veel informatie niet in het Nederlands beschikbaar was (hetgeen een wettelijke eis is) en dat voor de fabrikant onbekend was wie nu de eindgebruikers van zijn producten waren. Deze informatie van de fabrikant kon (na vertaling in het Nederlands) de eindgebruiker alleen maar bereiken via de groothandel. Immers, de groothandel weet wél wie de eindgebruikers van de PGSs zijn.
Digitaal systeem
Om deze informatie te stroomlijnen heeft de VGT vanaf 1997 een digitaal systeem ontwikkeld waarin eindgebruikers deze VIBs in het Nederlands kunnen verkrijgen. Deze informatie werd eerst via een cd-rom verspreid en sinds 2001 via Internet.
Al snel bleek dat er door de eindgebruikers veel te weinig van deze informatie gebruik werd gemaakt. De belangrijkste reden hiervan was de complexiteit van de informatie op de VIBs en (mede daardoor) de onmogelijkheid voor eindgebruikers om van deze producten een goede risicoanalyse op te zetten.
REACH-verordening
Eén van de maatregelen van de Europese Commissie om het gebruik van gevaarlijke stoffen drastisch terug te dringen is het uitvaardigen van de REACH-Verordening (EG) 1907/2006, waarbij REACH staat voor Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemical substances.
In deze verordening is onder andere bepaald dat alle fabrikanten hun chemische stoffen moeten melden voordat deze stoffen op de markt mogen komen. Deze melding behoort vergezeld te gaan van een zeer uitvoerige risicoanalyse. Een andere bepaling is dat er veel meer gedaan moet worden aan het updaten van de informatie op de veiligheidsinformatiebladen en het opzetten (door de eindgebruiker) van een goede risicoanalyse voor het gebruik van dergelijke producten.
Digitale hulpmiddelen
Voor de invulling van deze vereisten heeft de VGT, in samenwerking met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en alle andere brancheorganisaties in de dentale branche, een systeem opgezet waarin eindgebruikers op twee manieren de wettelijke aspecten ten aanzien van het gebruik van PGSs kunnen invullen.
Veiligheidsinformatiebladen printen?
De wetgeving voor VIBs steekt een beetje vreemd in elkaar. De fabrikant is wettelijk verplicht om te zorgen dat eindgebruikers via een VIB geïnformeerd worden over de risicos van het gebruik van PGSs. Wat de distributie van deze informatie betreft is de fabrikant afhankelijk van de groothandel. In het VGT systeem inzake VIBs wordt in deze vereisten voorzien.
Maar de eindgebruiker kan met deze informatie weinig tot niets beginnen!
Sterker nog, de eindgebruiker hoeft deze VIBs niet eens in huis te hebben, hij heeft de informatie van deze VIBs alleen nodig om, vanuit het Register (zie verder), een arbo-beleid over PGSs op te zetten.
Opmerkelijk
Maar met de informatie van de VIBs is nog iets anders opmerkelijks aan de hand. De informatie op een VIB gaat uit van een maximale blootstelling van het product, maar dat is uiteraard vrijwel nooit het geval. Zo kunnen producten waarvan het risico groot is relatief ongevaarlijk zijn omdat ze (zeer) weinig gebruikt worden en relatief minder gevaarlijke producten kunnen juist een hoog risicoprofiel hebben omdat ze intensief gebruikt worden.
Dit zogenaamde blootstellingscenario is verwerkt in het digitale hulpmiddel Dental Stoffenmanager.
Ondanks dat de VIBs in beginsel alleen maar nodig zijn voor het opzetten van een risicoanalyse is het wél verstandig om alle VIBs van de PGSs die gebruikt worden wél uit te printen, zodat deze onder handbereik zijn in geval zich een calamiteit zoals huidcontact, oogcontact, breuk, morsen of brand voordoet. Dan heeft u de informatie direct beschikbaar.
Publichem
Publichem heeft een handige extra functionaliteit. Indien u gebruik maakt van de gratis functionaliteit abonnement dan stuurt de VGT u een e-mail als een door u in gebruik zijnd veiligheidsinformatieblad wordt gewijzigd, zodat u dan het oude veiligheidsinformatieblad kunt vervangen. Zo hoeft u niet steeds zelf te zoeken naar updates. U moet dan alleen nog attent zijn op nieuwe PGSs in uw gebruikersassortiment. Klik hier voor de gebruikershandleiding Publichem.
Het advies is wel om deze bladen pas te printen (via de software Publichem) nadat het Register is samengesteld, omdat dan gecontroleerd kan worden of alle bladen geprint zijn en kan dan ook dezelfde volgorde als het Register worden aangehouden.
Print, voordat u met Publichem begint, eerst de gebruikershandleiding van Publichem uit om bekend te worden met deze software. Deze handleiding staat op de website van de VGT.
De Dental Stoffenmanager
De wettelijke eis vanuit de Arbeidsomstandighedenwet voor het werken met PGSs is het opzetten van een risicoanalyse voor deze producten. Dat is voor een eindgebruiker een vrijwel onmogelijke opgave.
Zo moet er eerst een Register Gevaarlijke Stoffen worden gemaakt, waarin de gegevens van deze producten – overgenomen vanuit de veiligheidsinformatiebladen – worden verwerkt. Zonder een dergelijk Register kan een eindgebruiker geen arbo-beleid over het gebruik van PGSs opzetten.
De Dental Stoffenmanager is zo opgezet dat een eindgebruiker op eenvoudige wijze een dergelijk Register kan aanmaken en ook kan vastleggen, zodat eventuele mutaties eenvoudig kunnen worden verwerkt of nieuwe producten kunnen worden ingevoerd. Via de Dental Stoffenmanager maakt u dus een individueel Register aan. Aan de hand van het Register kan dan een nadere risicoanalyse opgezet worden waarbij rekening gehouden wordt met de blootstellingsberekening van een product.
Ook kunnen er, als daartoe aanleiding is, met de Dental Stoffenmanager zgn. werkplek¬instructie-kaarten (WIKs) worden aangemaakt.
Print wel, voordat u met de Dental Stoffenmanager begint, eerst de gebruikershandleiding uit. Deze digitale tool is niet echt moeilijk te gebruiken, maar het is wel handig om de route vanaf de gebruikershandleiding te volgen.
Eén loket, één systeem
Veel VIBs van nieuwe producten moeten nog steeds door de VGT vertaald worden omdat deze informatie niet in het Nederlands verkrijgbaar is, hetgeen wel een wettelijk vereiste is. Fabrikanten zijn inmiddels ook begonnen met het maken van VIBs in het Nederlands, plaatsen deze informatie zelf ook op hun website en beschouwen het als afgedaan. Strikt formeel gesproken is dit niet verkeerd, maar de eindgebruiker komt zo niet veel verder. Immers, de informatie moet verwerkt of toegevoegd worden in een Register en dat is voor de gemiddelde eindgebruiker niet alleen lastig, maar vaak gewoon schier onmogelijk.
Met het opzetten van de digitale hulpmiddelen Publichem (voor de veiligheidsinformatiebladen) en Dental Stoffenmanager (voor het aanmaken van het Register en de risicoanalyse) is gekozen voor één systeem en één loket.
U kunt daar een goede invulling geven aan de eisen die de wet aan de praktijkhouder stelt en hoeft niet verder op internet te gaan zoeken naar de beschikbare informatie.
Conclusie
Met het verscherpen van de wettelijke bepalingen ten aanzien van het produceren, verhandelen en gebruiken van producten met gevaarlijke stoffen denken wij – en dat zijn alle dentale branche-organisaties – met de beide nu beschikbare digitale hulpmiddelen een duidelijk signaal af te geven waar een gerichte samenwerking toe in staat is.
Eindgebruikers van dergelijke producten kunnen nu redelijk eenvoudig inspelen op de vereisten die de wet hieraan stelt. Ongelukken kunnen worden voorkomen en op calamiteiten kan snel ingespeeld of ingegrepen worden.
De REACH-wetgeving zal de komende tijd nog veel meer eisen gaan stellen aan dit onderwerp en in het verlengde daarvan aan producenten, verkopers en eindgebruikers, maar de dentale sector is er nu al klaar voor.
Bron:
E. Kolsteeg
Secretaris VGT
De Stichting Pensioenfonds Tandartsen en Tandarts-specialisten (SPT) kort per 1 juli de pensioenen. De bekendmaking komt als een verrassing, omdat het fonds niet op de lijst van veertien staat waarmee De Nederlandsche Bank (DNB) sinds deze zomer in gesprek is.
De financiële positie van SPT staat onder druk door de sterk gestegen levensverwachting, meldde het fonds donderdag. Eind september bedroeg de dekkingsgraad 88%. Dat is ver onder de richtlijn van 105% die DNB hanteert. Het fonds is dus onvoldoende in staat om in de toekomst aan de verplichtingen te voldoen.
De korting bedraagt tussen de 9 en 15%. Volgens een woordvoerder scheelt een korting van 10% gemiddeld zo’n 130 euro op de uitkering van de huidige gepensioneerde.
Bron:
De Telegraaf
Moeilijke zaken, makkelijk uitgelegd. Gids met informatie over het pensioenstelsel in Nederland, de AOW en ANW, aanvullend pensioen, individueel pensioen, pensioenuitvoerders
Pensioenen horen bij de grootste investeringen in een mensenleven. Nederlanders hebben naar schatting 40 procent van hun netto vermogen in pensioenen gestoken. De Nederlandse pensioenfondsen beheerden eind 2008 een vermogen van in totaal 575 miljard euro. Daarbij zijn pensioenen een onoverzichtelijk onderwerp. Hét pensioen bestaat namelijk niet. Er zijn vele vormen en varianten. Als mensen over pensioenen praten, bedoelen ze dan ook vaak niet hetzelfde. Het kan om de AOW gaan, het overheidspensioen, maar ook om het aanvullende pensioen dat je via de werkgever krijgt. Daarnaast is ook de lijfrente die je individueel van een verzekeraar krijgt uitgekeerd een pensioenvorm.
Al met al gaat het bij pensioenen dus om een ingewikkelde materie, waarbij de ‘Kleine Gids Pensioenen een goede leidraad kan bieden om alles van pensioenen te begrijpen. In simpele taal worden de verschillende pijlers van het Nederlandse pensioenstelsel beschreven en heldere voorbeelden verduidelijken de tekst. ‘De Kleine gids pensioenen’ geeft de lezer een duidelijk overzicht zodat pensioenen een wat begrijpelijker gezicht krijgen.
Auteur dhr. G. Mooij
Vraag
“Wij hebben onlangs functioneringsgesprekken gevoerd. Ik kreeg van enkele medewerkers te horen dat ze nooit horen dat ze iets goed doen. Ik wil het signaal serieus nemen, maar ik vind het eigenlijk onzin om voor alles wat goed gaat complimentjes te geven. Medewerkers zijn aangenomen om goed te presteren, daar worden ze voor betaald. Hoe ga ik hiermee om?”
Natuurlijk worden mensen aangenomen om goed te presteren. Echter wij mensen hebben niet alleen behoefte aan materiele zaken, zoals een goed salaris voor werk dat we doen, maar we willen ook een stuk waardering.
Waardering en bevestiging
Als leidinggevende ben je belangrijk in het toetsen en aansturen van prestaties van medewerkers. Soms hebben medewerkers een stuk bevestiging nodig om te weten dat ze goed bezig zijn. Ze voelen zich dan gewaardeerd in de manier waarop ze presteren. Daarmee neemt hun motivatie vaak toe om hun werk goed of nog beter te doen. Dat heeft weer weerslag op het teamfunctioneren, want een goede werksfeer leidt tot betere (werk)resultaten. Het is dus wel goed om zo nu en dan je waardering uit te spreken.
Waardering, erkenning en de relatie met de leidinggevende zijn belangrijke elementen om mensen te behouden en te binden. Als je geen waardering toont dan zijn mensen sneller geneigd uit te kijken naar een andere baan. In extreme situaties neemt het ziekteverzuim toe en de prestaties af als mensen zich niet belangrijk voelen.
Manieren om meer waardering uit te spreken
Hou het simpel en inhoudelijk. Ieder keer dat je iemand moet aanspreken op hun functioneren, begin je over een sterk punt van ze. Je geeft eerst positieve feedback en daarna pas wat ze beter moeten gaan doen. Geef een schouderklopje als je ziet dat iemand echt z’n best doe of iets bijzonders doet. Een ook als je verbetering opmerkt na feedback.
Laat medewerkers weten dat ze belangrijk zijn binnen het team voor wat ze doen. Doe dat bijvoorbeeld in een werkoverleg, als er iets bijzonders gepresteerd is of iets afgerond is. Vraag ze ook zo nu en dan om hun mening over zaken. Daarmee voelen ze zich belangrijk binnen het team en betrokken bij de praktijk.
Goede relationele verhouding met medewerkers
Jouw vraag kan iets zeggen over de relationele verhouding met je medewerkers. Streef niet alleen een inhoudelijke werkrelatie na. Zorg dat je ook de relationele kant aandacht geeft. Vraag zo nu en dan hoe het met iemand gaat. Bewaar dat niet alleen tot het functioneringsgesprek. Kijk ook naar de persoon als niet-werknemer.
Geef iets meer aandacht aan zaken die op het moment zelf plaats vinden, bijvoorbeeld een verjaardag van iemand, actueel nieuws of een belangrijk sportwedstrijd. Meng je zo nu en dan op een gepaste manier tussen gesprekken met collega’s onderling. En vertel zelf soms iets wat niet per se met het werk te maken heeft (persoonlijks).
Humor
Ga met humor met de situatie om. Erken de mensen voor hun feedback. Als je dat op een handige manier doet, dan kun je het ongemakkelijke gevoel bij het uitspreken van je waardering ook een plaats geven. Vertel ze bijvoorbeeld dat je zuinig bent met complimenten, maar omdat ze allemaal zo goed zijn, je niet onder stoelen en banken wilt steken hoe goed ze zijn
..(en met een knipoog) maar niet onmisbaar. Overdrijf het zo nu en dan een beetje en lach er zelf om. Voordat je het weet, gaat het uitspreken van je waardering je heel natuurlijk af.
Bron:
Managersonline.nl
Sinds 1 oktober 2010 is dit register online. De NVM publiceert een lijst van alle mondhygiënisten waarvan een kopie van het diploma is geregistreerd. Doel van het Diplomaregister is het tegengaan van titelmisbruik. Maandelijks zal deze lijst vernieuwd worden met de nieuwe aanmeldingen.
Beschermde titel
Te vaak ontvangt de NVM klachten van consumenten en beroepsbeoefenaren over titelmisbruik. In de praktijk gebeurt het weleens dat een (preventie)assistent of student Tandheelkunde of Mondzorgkunde zich uitgeeft als mondhygiënist. Dit terwijl de titel mondhygiënist een beschermde titel is welke alleen gebruikt mag worden na het behalen van het diploma van een door de overheid erkende HBO-opleiding tot mondhygiënist (de tegenwoordige opleiding Mondzorgkunde). De NVM verwijst de melders van titelmisbruik altijd door naar de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). De IGZ onderzoekt de klachten en kan voor titelmisbruik een boete opleggen.
Met het lanceren van het DiplomaRegister is het voor patiënten en andere belangstellenden mogelijk om via de website www.mondhygienisten.nl na te gaan of de behandelaar ook daadwerkelijk in het bezit is van het diploma Mondhygiënist. De NVM hoopt dat hiermee titelmisbruik en verwarring hierover verleden tijd is.
Al geruime tijd roept de NVM alle mondhygiënisten op tot het insturen van een kopie van het diploma. Binnen enkele maanden stroomden de diploma’s binnen. De NVM is nu in het bezit van 2000 diploma’s. Mondhygiënisten die nog geen kopie van hun diploma hebben ingestuurd en dus niet in het Diplomaregister vindbaar zijn, worden opgeroepen dit alsnog te doen.
Het Diplomaregister Mondhygienisten is een openbaar register, lidmaatschap van de NVM is hiervoor niet noodzakelijk. De registratie is geheel gratis.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u bellen 030-6571013 of mailen naar bureau@mondhygienisten.nl
De vennootschapsbelasting (vpb) gaat structureel omlaag naar 20 procent, per 1 januari. Deze maatregel levert ondernemers jaarlijks een voordeel op van ongeveer euro 250 miljoen.
Tariefverlaging
De tariefverlaging geldt voor de eerste 200.000 euro winst die een bedrijf boekt. Dat levert een onderneming 8.050 euro winst op. Het tarief voor de eerste twee ton geldt al als tijdelijke maatregel voor 2009 en 2010. Voor deze maatregel betaalden ondernemers 25,5 procent belasting over winst boven 60.000 euro.
Nederland aantrekkelijk vestigingsland
Winstbelasting boven de 200.000 euro gaat met een half procentpunt omlaag naar 25 procent. De verlagingen van de belasting moet Nederland aantrekkelijker maken als vestigingsland.
Lastenverlichting
Het bedrijfsleven profiteert volgend jaar van een geringe lastenverlichting. De verruiming van de regeling voor speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) wordt volgend jaar voortgezet. Ook blijft het Rijk tot en met 2011 garant staan bij kredietverstrekking aan bedrijven.
Bron:
Zibb
Wie later een royale appel voor de dorst wil hebben, moet nu niet onnodig veel geld naar de fiscus kruien. De veertien meest gemaakte pensioen- en lijfrenteblunders. En hoe u voorkomt dat u berooid sterft.
Als dga hebt u de mogelijkheid pensioen in eigen beheer op te bouwen. Waar moet u rekening mee houden en wat zijn de valkuilen?
Aanbevolen websites
– Pensioen Magazine
– PensioenPlatform
– Pensioen opbouwen
– DGA Pensioenopbouw
– Pensioen en WAO
Bron:
Zibb.nl
Moet elke praktijk zelf het wiel uitvinden? Uiteraard niet. Bekijk de video over de Dental Management Toolkit Database met 200+ documenten en video’s voor praktijkmanagement.