Tandartsen

73 – jarige tandarts werkt nog elke dag van 5 tot 22 uur

We gaan straks allemaal langer doorwerken. Tot welke leeftijd en met welke werktijden blijft het werk plezierig en verantwoord? Een artikel uit het Belgische Nieuwsblad over een actieve 73-jarige tandarts.

73 jaar is hij, maar nog altijd is Bernard actief als tandarts. Hyperactief, zelfs: zijn eerste patiënt komt om 5 uur ‘sochtends, de laatste afspraak ligt rond 21.30 uur. Elke dag. Aan stoppen denkt hij nog niet. Integendeel: hij kocht twee jaar geleden nog splinternieuw materiaal. ‘Ik heb het beroep zien veranderen. Het gebeurt nu dat ik een week geen tand moet trekken.’
Op de vloer van de tandartspraktijk geen kille tegels of laminaat, maar stevig vasttapijt in een vaalgrijze kleur. Ook op de muren. De geur van oude meubelen verdrijft de typische tandartsengeur van ontsmettingsmiddel. Tegen de ene wand een kast met oude encyclopedieën en atlassen, aan de overkant een tv ‘om de patiënten af te leiden als ze zenuwachtig zijn’. Her en der staan allerlei prullaria als stille getuigen van de decennia dat Bernard er al als tandarts werkt.

Alleen het materiaal, dat is nieuw. ‘Twee jaar geleden aangekocht en voor de belastingen op tien jaar afgeschreven, dus ik moet nog minstens acht jaar werken’, grapt Bernard. Veel kans dat hij de oudste tandarts van het land is. En anders is hij wel de actiefste van zijn generatie. De man zou al jaren met pensioen kunnen zijn.

Gewetensonderzoek
‘Ik doe soms ’s avonds een gewetensonderzoek. Of ik door de vermoeidheid geen foutjes heb gemaakt, of ik hier en daar niets had kunnen verbeteren. Maar waarom zou ik met pensioen gaan? Ik kan iets kopen in Tenerife en een mooi bruin kleurtje krijgen, maar dat zou ik snel moe worden. Ik ben vergroeid met mijn personeel. En met mijn patiënten. Want waar moeten die dan naartoe? Ik kan toch moeilijk tegen zo’n madammeke zeggen dat ze maar op zoek moet gaan naar een andere tandarts?’

Druk, druk, druk
Mijn menskes, noemt hij zijn patiënten. ‘Ik beleef veel plezier aan mijn mensen. Er zijn er die al sinds het begin bij mij komen. Ze vertellen me dan over hun overleden man, die ik ook nog gekend heb. Alles bij elkaar heb ik zo’n 300.000 consultaties gedaan. Mijn allereerste patiënte, Pascale, is onlangs overleden. Ze was zwanger van haar eerste kind toen ze hier over voor het eerst kwam. Nu zijn de achterkleinkinderen patiënten van mij.’

Dagindeling
Maar Bernard heeft niet alleen oude patiënten: hij zit met een bloeiende praktijk. Hij bladert door zijn map en toont naar een reeks mappen uit zijn archief. Elke pagina staat vol met afspraken. De eerste om 5 uur ’s morgens, de laatste om 21.30 uur. ‘Ik sta op om 4 uur en kom dan even controleren of alles nog werkt’, zegt de tandarts. ‘Dan kruip ik terug in mijn bed tot 5 uur. ’s Ochtends zijn er zes patiënten, om 7.30 uur plan ik een patiënt met een moeilijk probleem, dat wat langer kan duren.’

In de voormiddag neemt Bernard vrij. ‘Ik eet mijn boterhammen, lees mijn krant en kruip weer in mijn bed. Eigenlijk leef ik twee keer per dag.’ Nadien werkt hij onafgebroken door tussen 12.30 en 22 uur. ‘Als ik terug naar boven ga, eet ik en drink ik een glaasje wijn of een Duveltje. Als ik wat in de wind ben, gaat het slapen gemakkelijk.’ (lacht)

‘Als ik vertraging oploop, wordt het natuurlijk nog later. Het gebeurt vaak dat een patiënt op de stoel zegt van snel nog even dit en daar heb ik ook nog iets. Als je daarin meegaat, moet de volgende patiënt wachten. En omdat die heeft moeten wachten, vindt die ook dat hij meer tijd moet krijgen. Na vijftig jaar ken ik de trucjes van de patiënten wel. Ik vraag de laatsten altijd om een krantje mee te brengen. Het zal niet de eerste keer zijn dat ik goeiemorgen tegen hen kan zeggen. Maar zelfs als ik tot na middernacht doorwerk, moet ik er de volgende ochtend alweer vroeg uit.’

En dat op zijn 73ste. ‘Je denkt toch niet dat ik al vanaf het begin om 5 uur begon. Ik begon op een normaal uur, maar ik kon het niet volgen. Dus moest ik steeds vroeger beginnen om al mijn patiënten te kunnen zien. En nu is dat een ritme geworden.’

Bijscholen
‘Op conferenties voel ik soms een koude blik in mijn rug: Wat komt die oude mens hier nog doen. Maar zolang ik blijf werken, moet ik me bijscholen.’

Of het beroep niet veranderd is, in al die jaren? ‘Ik stond in het begin nog recht. Nu is het een zittend beroep geworden. Maar het waren niet de middeleeuwen: we moesten de patiënten niet zat voeren voor we een tand trokken, we konden toen ook al verdoven. (lacht) De boortechnieken zijn volkomen omgegooid, de zwarte amalgaamvullingen zijn uit de mode geraakt. Het is ook veel meer conserverend geworden. Het gebeurt nu dat ik een week geen tand moet trekken. En ik heb bij kinderen nog tanden rechtgezet, nu is dat het werk van specialisten. Maar ook nu nog zie ik mensen met gaten in hun mond, waardoor ik mijn bedenkingen heb over de tandarts bij wie ze zijn geweest. Maar het gaat me niet aan, iedereen moet voor zijn eigen drempel vegen.’

Vooral bruggen
‘Ik doe vooral bruggen, omdat ik veel oudere patiënten heb. Ze hebben een gehavend of ontbrekend gebit, maar ze komen naar mij omdat ze graag nog één keer een dikke biefstuk zouden eten. Mijn buren aan de andere kant zijn tandtechnici, die voor mij de bruggen maken. Daardoor is het goedkoper. Ik reken een bescheiden honorarium aan, want voor de centjes moet ik het al lang niet meer doen.’

Opvolgers
Nochtans heeft Bernard twee opvolgers: zijn zonen zijn allebei tandarts geworden en hebben een praktijk naast die van hun vader. ‘We doen elkaar geen concurrentie aan, hoor. Mijn zoon is mijn tandarts, en die van mijn broers en mijn zussen. Want mensen die te dicht bij je staan, verzorg je best niet zelf. Met vrienden, kennissen en rossen hebt ge miserie. Alles met ros haar, dan moet je opletten.’ (lacht)

Bernard neemt ons mee naar de praktijkruimte van zijn zoon. ‘Kijk: het is hypermodern. Mijn kabinet is een beetje oud, ik weet dat wel. Sommige mensen willen iets heel moderns bij de tandarts, met al die witte dingen. Ik hou het liever wat intiemer, met hier en daar een bloemstuk. Sommigen vinden dat gezellig, anderen niet.’

Om het verschil duidelijk te maken, wijst hij naar de affiche van een bikinimodel in de werkkamer van zijn zoon. ‘Zulke dingen ga ik niet in mijn praktijk hangen, hoor. Je ziet haar tanden niet.’ (lacht) Maar Bernard heeft niet te klagen over het vrouwelijk schoon in zijn praktijk. Eerst was zijn echtgenote zijn assistente, maar die geniet nu van haar pensioen. ‘Elke dag gaat ze uit eten, telkens met een andere vriendin. Allez, vriendin, dat hoop ik toch.’

Nu heeft hij een nieuwe assistente. ‘Een ex-airhostess. Een hele schone, ze heeft echt veel charme. Zij verzorgt het gepalaver met de patiënten, ik verzorg hun tanden. Vaak staat mijn handtekening ondersteboven op de doktersbriefjes, omdat ze het me snel onder de neus duwt.’

Bron:
Nieuwsblad.be

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Studie

Een harde leerschool

Casus van een mondhygiënist die zijn werkgever e-mailt per direct te stoppen met werken. Het resultaat: veel onrust bij de werkgever en financieel verlies bij de werknemer.

‘De vrijdag voor de vakantie van mijn medewerker, een mondhygiënist, dronken we nog een lekkere kop koffie met taart en gaven hem een cadeautje voor zijn verjaardag. Daarna ging hij voor 6 weken met vakantie. Ik zou zelf twee weken daarna met vakantie gaan. We wensten elkaar een prettige vakantie. Twee weken later, twee dagen voor mijn vakantie, kreeg ik een e-mailtje van hem in de praktijk e-mailbox. De assistente opende de mail en vertrok van kleur, ze riep me en ik schrok erg.

Per direct stoppen
In het mailtje vertelde mijn medewerker dat hij per direct met werken zou stoppen omdat het niet goed beviel. Dit was niet goed geregeld, dat niet etc. Ook had hij gedacht dat hij meer zou gaan verdienen bij het verlengen van zijn contract. Hij was in het najaar van 2009 afgestudeerd en kreeg op dat moment betaald volgens schaal 6.

Ik stuurde hem een mail terug waarin ik aangaf dat hij zijn ongenoegen altijd met mij kon bespreken, maar dat ik het niet professioneel vond om dit via e-mail te doen.

Ik had nu een groot probleem. Over 2 dagen zou ik met vakantie gaan en na vier weken zouden we beiden weer starten. Mijn medewerker zou na de vakantie extra werken omdat mijn andere collega dan met vakantie zou gaan.
Ik gaf mijn assistente opdracht om de afspraken van de maandag en dinsdag na mijn vakantie te verzetten. Zelf belde ik rond en vond gelukkig een oud collega, die wel wat dagen in de vakantie wilde werken. En verder had ik een enorm rotgevoel: een medewerker is het ergens niet mee eens en stuurt gewoon een e-mail waarin hij aangeeft dat hij niet meer komt.

Rechtsbijstand
Vervolgens belde ik mijn rechtsbijstandverzekering van de VVAA. Zij hebben mij met raad en daad bijgestaan en adviseerden mij, mijn werknemer een aangetekende brief te sturen waarin ik aangaf dat ik zijn e-mail ontvangen had waarin hij aangaf direct te stoppen met werken. Ook stelden zij voor te vermelden dat hij zich niet aan zijn opzegtermijn had gehouden en daardoor schadeplichtig was. Verder stond erin de brief dat ik de zaak bij de juriste van de VVAA had gedeponeerd.

Inmiddels had ik nu vakantie, na 2 dagen zweten en van alles regelen: kopietjes maken voor de jurist, de accountant wat zaken laten doormailen, patiënten verzetten en mijn andere collega informeren.

Tussendoor ontving ik nog wat nare mailtjes van mijn medewerker met allerlei verwijten en termen als “succes met je leven”. Helaas vergat de werknemer dat hij zelf nog flink aan zijn verantwoordelijkheid moest werken: hij kwam regelmatig te laat, vergat zijn sleutels, had vaak geen schone werkkleding aan, at veel knoflook en dergelijke.

Andere taal
Ineens ontving ik een mailtje van hem met geheel andere taal. Hij mailde: “Geachte mevrouw, ik heb de aangetekende brief ontvangen, maar ik bedoelde niet dat ik per direct zou stoppen met werken en u hoeft ook geen jurist in te schakelen”. Oké dacht ik, wat nu? Hij mailt eerst dat hij direct met werken stopt en vervolgens dat hij pas wil stoppen als de opzegtermijn erop zit.

Schadevergoeding
Meteen zocht ik weer contact met de juriste van de VVAA. Zij vertelde mij dat de werknemer zwak stond. Je kunt voor de wet namelijk maar één maal opzeggen en hij had per mail aangegeven direct te stoppen met werken.
Zij stelde voor hem een schadevergoeding te vragen. Mijn werknemer was namelijk schadeplichtig. Als je je contract niet nakomt en eerder stopt met werken heeft de werknemer een schadeplicht van drie maanden. Ik vond het vrij fors om hem drie maanden loon terug te laten betalen en stelde hem voor de zaak met gesloten beurzen af te handelen. Hij had namelijk nog 6 dagen salaris tegoed.

De juriste verwoordde het voorstel in een brief en vroeg hem binnen 5 dagen te reageren. Helaas deed hij dit niet. Na een tweede brief besloot de werknemer toch accoord te gaan en is de zaak gesloten.’

Samengevat
Veel ongemak en onrust hadden voorkomen kunnen worden als de jonge medewerker zijn ongenoegen bespreekbaar had gemaakt en niet meteen met verwijten was gekomen. Dit kostte hem nu geld, terwijl hij zijn contract gewoon had kunnen uitdienen als hij 2,5 week na de vakantie had doorgewerkt. Een harde leerschool.

Bron:
Vrijgevestigde mondhygiënist

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Sparen, geld

De levensloopregeling

Met de levensloopregeling kunnen werknemers een deel van hun brutosalaris sparen om in de toekomst een periode van onbetaald verlof te financieren.

Medewerkers kunnen de levensloopregeling gebruiken voor elke vorm van verlof, zoals: langdurend zorgverlof, sabbatical, ouderschapsverlof, studieverlof of verlof voorafgaand aan het pensioen.

Levenslooprekening
Als een werknemer meedoet met de levensloopregeling wordt van zijn brutoloon een bedrag ingehouden. Dit geld wordt gestort op een speciale spaarrekening die op zijn naam staat. U kunt bijdragen aan de levensloopregeling van uw werknemer. Dit is niet verplicht.

Gespaarde tijd
In overleg met u kan een werknemer ook gespaarde tijd omzetten in geld. Het gaat dan bijvoorbeeld om extra vakantiedagen, overwerkuren en adv-dagen. Het bedrag wordt op zijn levenslooprekening gestort. Wettelijke vakantiedagen kunnen niet worden omgezet in geld. Per jaar kan een werknemer maximaal twaalf procent van zijn brutoloon sparen. In totaal mag hij maximaal 210 procent van zijn bruto jaarloon sparen.

Belasting- en premieheffing
Een werknemer spaart belastingvrij. Pas als hij geld opneemt, betaalt hij loonbelasting en de inkomensafhankelijke bijdrage voor zijn zorgverzekering. Over de inleg op de levensloopregeling worden wel de premies voor de werknemersverzekeringen ingehouden. Hierdoor heeft de levensloopregeling geen gevolgen voor een eventuele WW-uitkering of arbeidsongeschiktheidsuitkering.

Weigeren
Als uw werknemers willen deelnemen aan de levensloopregeling, kunt u dit niet weigeren. Als hij onbetaald verlof wil opnemen, heeft hij daarvoor uw toestemming nodig. Uw werknemer moet dus in overleg met u bepalen wanneer hij het verlof opneemt. Dat geldt niet voor het ouderschapsverlof. Dit mag u niet weigeren. Voor langdurend zorgverlof geldt dat u dit alleen kan weigeren als het verlof het bedrijf of de organisatie in ernstige problemen brengt. U moet hiervoor goede argumenten hebben.

Aanbevolen websites
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Postbus 51
Belastingdienst

Bron:
Zibb

 

 

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
website

ZorgkaartNederland de grootste recensiewebsite voor zorg

ZorgkaartNederland.nl van cliëntenorganisatie NPCF is uitgegroeid tot de grootste recensiewebsite voor de gezondheidszorg. De site heeft sinds de lancering in december vorig jaar al 750.000 unieke bezoekers gehad en ruim 10.000 ervaringen met artsen en instellingen geplaatst.

Op de website kan de bezoeker ruim 85.000 artsen, instellingen en organisaties zoeken, vinden en waarderen. Men vindt er ervaringen van bezoekers en kwaliteitsinformatie. Er zijn op de site inmiddels meer dan 10.000 waarderingen geplaatst over artsen, instellingen en therapeuten. “Het gemiddelde cijfer dat wordt gegeven aan artsen en instellingen ligt hoog, zo rond de acht”, zeg Jacqueline Baardman, manager bij de NPCF. “We kunnen constateren dat de website niet wordt gebruikt als klaagmuur, maar dat mensen serieus en goed gemotiveerd hun waardering bij ons achterlaten. Niet alle ervaringen zijn geplaatst. De onafhankelijke redactie heeft meer dan driehonderd ervaringen vanwege onder andere onbehoorlijk taalgebruik niet geplaatst.”

Pageviews
“Het grote aantal ervaringen en pageviews, twee miljoen sinds de start, bevestigt ons idee dat patiënten belangstelling hebben voor en waarde hechten aan de verhalen van anderen”, aldus Baardman. “Persoonlijke verhalen zeggen vaak meer dan cijfers en onderzoeksresultaten. Zeker als het gaat om iets essentieels als gezondheidszorg. De tot nu toe behaalde resultaten laten zien dat we met deze website in een groeiende behoefte voorzien.”

Bron:
Zorgvisie

 

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
E-sigaret net zo ongezond als normale sigaret

‘Baas moet ongezonde werknemer aanpakken’

Maar liefst driekwart van werkend Nederland vindt dat de baas zich mag bemoeien met de leefstijl van ongezonde medewerkers. Veertig procent is van mening dat de baas dit zelfs verplicht is. Dit blijkt uit onderzoek dat GfK Intomart heeft uitgevoerd in opdracht van zorgverzekeraar CZ.

Tweederde van de werknemers en meer dan de helft van de werkgevers vindt dat het bedrijf medeverantwoordelijk is voor de vitaliteit van het personeel. Voor werkgevers is een ongezonde leefstijl geen reden voor ontslag. Slechts tien procent zou iemand ontslaan vanwege gebrek aan vitaliteit.

Rol werkgever
Veruit de meeste werknemers (87%) willen dat de werkgever een rol speelt als het gaat om vitaliteit op de werkvloer. Het kan gaan om het verzorgen van goede werkplekken, flexibele werktijden of een fietsenplan.

Ruim tachtig procent van de werkgevers geeft aan het belang in te zien van vitaliteit op de werkvloer. Dat stimuleert een positieve werkhouding en reduceert het ziekteverzuim. Toch maakt slechts 14% van hen daadwerkelijk budget vrij om te investeren in een gezondheidsplan.

GfK Intomart ondervroeg ruim negenhonderd werkgevers en werknemers uit acht verschillende branches.

Minder productief en meer verzuim
Medewerkers met een ongezonde leefstijl zijn minder productief en verzuimen vaker. Volgens het CBS verzuimen werknemers met ernstig overgewicht bijna twee keer zoveel dan werknemers met een normaal gewicht. Bovendien blijkt uit Amerikaans onderzoek dat werknemers met hart- en vaatziekten, een hoge bloeddruk of diabetes minder productief zijn.

Bron:
BNR.nl

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z

‘Zwangere carrièrevrouwen moeten oppassen’

Carrièrevrouwen die zwanger zijn, moeten zichzelf zeer in acht nemen. Ze moeten stress voorkomen en veel rusten, zeker tijdens de eerste twaalf weken van de zwangerschap, maar ook daarna.

Dat heeft hoogleraar public health Koos van der Velden van het Nijmeegse UMC St Radboud gezegd tijdens een gesprek met leden van de Tweede Kamer.

Hij is ook voorzitter van de stuurgroep die onderzocht heeft waarom in Nederland meer baby’s vlak voor, tijdens en vlak na de geboorte sterven dan in andere Europese landen.

Stress net zo slecht als roken
Recent onderzoek heeft volgens hem uitgewezen dat ongeboren kinderen juist in de eerste drie maanden van de zwangerschap schade kunnen oplopen, als de moeder veel stress heeft, bijvoorbeeld op het werk.

Ook in de overige maanden is stress bij de moeder zeer slecht voor de ontwikkeling van het kind. De gevolgen voor het kind kunnen volgens Van der Velden net zo erg zijn als roken tijdens de zwangerschap.

Zwangerschapsverlof krap
De nieuwe inzichten kunnen naar zijn mening gevolgen hebben voor de regelingen voor zwangerschapsverlof. Nederlandse vrouwen krijgen nu veertien weken. De hoogleraar noemt dat ‘aan de krappe kant’.

Er zijn carrièrevrouwen die de veertien weken niet eens volmaken, en eerder weer aan het werk gaan. ‘Die vrouwen moeten zich goed realiseren wat ze doen’, vindt de hoogleraar.

Andere risicogroepen
Hij wees de Tweede Kamer op andere risicogroepen die slecht bereikbaar blijken voor hulpverleners die voorlichting willen geven over gezond gedrag tijdens de zwangerschap. Volgens hem zijn dat niet alleen de traditionele groepen zoals bijvoorbeeld Turken en Marokkanen, maar ook migranten uit Oost-Europa, en autochtone vrouwen met een lage sociaal-economische positie.

Het Tweede Kamerlid Khadija Arib (PvdA) noemt die laatste groep een ‘vergeten groep’. ‘De vrouwen vinden dat ze genoeg kennis hebben over zwangerschap en zijn moeilijk te benaderen voor hulpverleners.’ Arib wil dat er extra aandacht komt voor deze vrouwen.

Bron:
Zibb.nl

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Checklijst

Mondhygienist in top 10 beste beroepen 2009

De Wall Street Journal publiceerde op 5 januari jl. de 200 “beste en slechtste beroepen” van 2009 in de Verenigde Staten.
De indexering is gebaseerd op vijf criteria: werkomgeving, inkomen, werkgelegenheidsvooruitzichten, fysieke eisen en stressgevoeligheid.

Bovenaan staat de actuaris, onderaan de ‘ongeschoolde arbeider’.

De mondhygiënist staat op de 10e plaats, de tandtechnicus op plaats 72, de orthodontist op 94 en de tandarts op de 97e plaats.

Bekijk het overzicht in de Wall Street Journal

 

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Nieuwe opleiding levert eerste endodontologen af

Meer tandartsen opleiden

Er moeten meer tandartsen en mondhygiënisten worden opgeleid in Nederland. Dat adviseert het Capaciteitsorgaan aan minister Ab Klink van Volksgezondheid. Het orgaan ziet de vraag naar mondzorg in de toekomst toenemen en vindt bovendien dat Nederland minder afhankelijk moet zijn van de instroom van tandartsen uit het buitenland.

Aan de opleiding tot tandarts beginnen jaarlijks 240 studenten. Dat aantal moet in de toekomst tussen de 314 en de 466 komen te liggen. Aan de opleiding tot mondhygiënist beginnen nu driehonderd studenten per jaar. Het Capaciteitsorgaan vindt dat dit cijfer omhoog moet naar 333, tot maximaal 416.

Het Capaciteitsorgaan is een onafhankelijke stichting waarin drie partijen zitting hebben: de beroepsgroepen, de opleidingsinstellingen en de zorgverzekeraars.

Bron
ANP

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Vrouwen in VS zorgen beter voor hun mond

Ruim kwart Nederlandse tandartsen is vrouw

Steeds meer vrouwelijke tandartsen
Van de 6.622 Nederlandse tandartsen van 64 jaar en jonger met een bij de NMT bekend praktijkadres in 2009 is 26,8% vrouw. In 2006 was dat nog 20,7%.

Meeste vrouwelijke tandartsen in het westen
In het westen zijn relatief meer vrouwelijke tandartsen dan in de overige delen van Nederland. De regio Amsterdam-Haarlem e.o. heeft het met 36,3% het grootste aandeel vrouwelijke tandartsen. Regio Oost scoort met 20,4% het laagst.

Tandartsdichtheid
In januari 2009 bedroeg het totale aantal geregistreerde tandartsen van 64 jaar of jonger met woon- en/of werkadres in Nederland 8.357. Bij de berekening van de tandartsendichtheid is uitgegaan van het aantal tandartsen met een bij de NMT bekend praktijkadres in januari 2009 (6.622 tandartsen). Van de overige geregistreerde tandartsen van 64 jaar en jonger is de locatie waar zij zorg verlenen niet bekend. Ze zijn veelal wel werkzaam, doorgaans als tandarts-praktijkmedewerker en/of -waarnemer in de praktijk van een collega en/of in dienstverband.

Bron: RIVM/ NMT

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
Gesprek - sollicitatiegesprek - functioneringsgesprek, praten

Zo voert u een gesprek over privéproblemen

Tips voor een gesprek met een personeelslid over privéproblemen:

Algemeen:

  • • Zorg dat werknemers het gevoel hebben dat ze altijd bij u terecht kunnen
  • • Houd contact met leidinggevenden om signalen op te vangen
  • • Probeer zelf signalen op te vangen door regelmatig met personeelsleden te praten
  • • Ga het gesprek aan met de werknemer en sta open voor hem als hij daarom vraagt

Tips voor het gesprek:

Zorg voor privacy

Privéproblemen zijn en blijven privéproblemen. Ze zijn geen zaak van andere personeelsleden. Vanzelfsprekend voert u het gesprek in een aparte ruimte. De werknemer moet kunnen rekenen op uw discrete behandeling van zijn probleem.

Creëer een vertrouwensband

Het is van belang dat de werknemer het gevoel heeft dat hij vrijuit tegen u kan praten. Creëer daarom een informele sfeer in het gesprek, zodat er een vertrouwensband ontstaat.

Vrolijk hem of haar een beetje op

Niemand zit voor zijn plezier in de problemen, een grapje of vriendelijke opmerking kan het ijs breken, de persoon een beter gevoel geven en de relatie tussen u en hem verbeteren.

Luister

Toon interesse en luister naar wat de werknemer te vertellen heeft.

Probeer het op te lossen
Probeer om eerst zelf het probleem op te lossen, voor zover dat van u verwacht kan worden.

Geef advies

Als buitenstaander heeft u soms een beter overzicht over het probleem en mede vanuit uw ervaring is de kans groot dat u goed advies kunt geven.

Stel grenzen

Waak ervoor dat het privéprobleem het werk niet of zo min mogelijk beïnvloedt. Ook mogen andere werknemers er niet in meegesleurd worden.

Wijs op de arbo-arts

Als ziekteverzuim dreigt en u denkt het probleem niet te kunnen oplossen, kunt u verwijzen naar het preventieve spreekuur van de arbo-arts.

Meer of minder werken

De werknemer kan in het gesprek naar voren brengen dat hij minder of juist meer wil gaan werken. Meer werken kan de werknemer helpen omdat dit afleiding geeft.  Als de werknemer minder wil werken, gaat dit ten koste van zijn verlofuren. Als die op zijn, gaat het over in onbetaald verlof.

Maak een vervolgafspraak

Soms is een probleem in één keer opgelost, maar vaak duurt dit langer. Het is dan raadzaam een vervolgafspraak te maken zodat u de vinger aan de pols kunt houden en indien gewenst verder kunt helpen.

Wat als een werknemer niet wil praten?

Soms merkt u dat een werknemer privéproblemen heeft, maar wil hij daar niet over praten. In dit geval kunt u zeggen, dat het prima is als hij er niet over wil praten, maar dat het probleem geen invloed mag hebben op het werk of de werksfeer. Heeft het toch invloed, dan kunt u de werknemer er alsnog op attenderen dat er nodig gesproken moet worden.

Bron: Businesscompleet.nl

 

 

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z