Weekers: Belastingdienst moet meer controles uitvoeren, met name bij bedrijven

Staatssecretaris Weekers van Financiën zei tijdens het halfjaarlijkse overleg met de Tweede Kamer over de Belastingdienst dat de fiscus meer controles moet uitvoeren, met name bij bedrijven. Verder moet er steviger op wanbetalers worden gejaagd, ook als het om lagere bedragen gaat.

Nu minder controle
Eventueel moeten er extra medewerkers worden aangenomen, zolang die hun eigen salaris maar terugverdienen. Dit meldt Het Financieele Dagblad. Uit het gepubliceerde rapport van de commissie Stevens komt naar voren dat er door bezuinigingen en door een andere werkwijze minder gecontroleerd wordt.

Kleine belastingschulden
Bij particulieren wordt er niet gejaagd op belastingschulden kleiner dan €1500 en bij bedrijven op schulden kleiner dan €5000. Weekers wil de belastingmoraal hoog houden en gaat die grenzen van €1500 en €5000 schrappen. Er komen meer (ingehuurde) deurwaarders en meer steekproefsgewijze controles. 




Lees meer over: Financieel, Ondernemen

Zeven foute manieren om een compliment te maken

Een compliment is een onmisbare vorm van waardering. De meeste mensen weten wel dat deze vorm van positieve aandacht van onschatbare waarde is. Toch wordt het compliment niet altijd goed gebruikt.

Door een compliment te geven aan de verkeerde persoon, voor het verkeerde werk of met de verkeerde ondertoon, maakt u eerder iets stuk dan dat u er een positief effect mee bereikt.

Hulde aan het compliment
‘Goed gedaan joh!’ Wat horen we het graag als een ander ons oprecht waardeert voor wat we doen! Een goed compliment is dan ook een onmisbaar managementinstrument.

Gebrek aan waardering is een van de belangrijkste redenen waarom medewerkers elkaar eerder beconcurreren op het werk dan dat ze aansluiting zoeken en samenwerken aan een gezamenlijke doelstelling. Complimenten dragen bij tot meer waardering en een prettige samenwerking.

Toch kan het bij het geven van complimenten – bedoeld of onbedoeld – wel eens flink misgaan. Hier vindt u zeven foute manieren om een compliment te geven.

  1. Een compliment als verkapte kritiek
    Een compliment heeft helaas niet altijd de bedoeling de ander een pluim te geven. Soms wordt het compliment aangewend als een ironische manier om juist iemand te bekritiseren. Om een simpel voorbeeld te noemen. Een medewerker komt weer eens een half uur te laat binnen. Zijn collega ‘prijst’ hem met zijn frequente laatkomen door te zeggen: ‘Goh, je bent weer lekker op tijd zeg – hartstikke goed – van zulke mensen moeten we het hier hebben!’. Natuurlijk is het iedereen duidelijk dat de collega hier helemaal geen compliment uitdeelt, maar juist kritiek.

    Door de kritiek in een compliment te verpakken, wordt het een vorm van ongezouten kritiek waarop de aangesproken persoon lastig kan reageren. In deze kritiek zit niets opbouwends en nodigt zelfs niet uit om zich te verontschuldigen. De laatkomer kan alleen reageren op de ironie door zelf de vertaalslag te maken. De aangeklaagde moet dan eerst toegeven wat hij verkeerd deed voordat hij er op in kan gaan. In communicatief opzicht is dat erg lastig. Bovendien geeft dat de nodige wrevel. Kritiek moet duidelijk worden geuit als kritiek, zonder enige vorm van ironie. Bovendien is het prettig als er suggesties voor verbetering aan worden toegevoegd. In genoemd voorbeeld is dat overduidelijk en kan dat achterwege blijven. De collega kan in dit geval zeggen: ‘Ik vind het vervelend dat je zo vaak te laat bent.’. Op deze manier is het voor iedereen duidelijk en kan er open over gesproken worden.
  2. Een compliment voor aangepast gedrag
    Medewerkers kunnen uiteenlopende visies hebben over de manier van werken. Het komt wel eens voor dat mensen zich met tegenzin moeten conformeren aan gemaakte afspraken. Dit kan gepaard gaan met de nodige weerstand. Ze vinden het lastig om zich te moeten aanpassen aan de veranderde norm en blijven nog even volgens hun oude patroon werken. Anderen blijven er dan op hameren dat ze zich moeten conformeren. Ze uiten dat in de vorm van kritiek: ‘Doe dat nou eens anders, verander het nou eens, je doet dat niet goed zo!’. Uiteindelijk is er een punt waarop de medewerker niet anders meer kan en past hij zich met tegenzin aan. Daarna volgt het compliment: ‘Wat goed joh, dat je het nu ook op onze manier doet…’. Dit compliment zal door de betrokken persoon helemaal niet als waardering aanvoelen. Het compliment dat hij dan krijgt, is dus eigenlijk de zoveelste kritiek op zijn oude werkwijze. En een triomfje: ‘Wij hadden gelijk, lekker puh!’ Het lijkt op een compliment, maar het heeft aardig wat manipulatieve trekjes. Lees hier een voorbeeld van het effect van een compliment voor aangepast gedrag. 

  3. Een compliment bij verbetering van zwaktes en fouten
    Niemand is perfect. Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Iedereen heeft zijn zwakke en sterke punten. Managers focussen zich vaak op de zwakke punten van hun medewerkers. In functioneringsgesprekken wordt de medewerker vooral gewezen op waar hij niet goed in is. Dit worden dan zijn verbeterpunten. Dat wil zeggen dat de medewerker zijn aandacht moet richten op zijn zwaktes en fouten, ten koste van de ontwikkeling van waar hij goed in is. En van daaruit volgt ook de waardering. Een medewerker kan soms alleen complimenten krijgen als hij iets heeft verbeterd, waar hij niet goed in was: ‘Goh Annemarie, dat rapport is bijna foutloos nu – je gaat enorm vooruit!’. ‘Ik heb de laatste tijd helemaal geen klachten gehoord over je accuratesse André!’. Over dat waarin ze uitblinken, horen ze niets: ‘Dat is toch vanzelfsprekend!’. Het kan voor medewerkers erg frustrerend zijn om er via complimenten steeds maar weer mee geconfronteerd te worden dat ze ergens slecht in zijn. Geef eens meer aandacht aan de dingen waar uw medewerkers goed in zijn en laat daar waardering voor blijken.

  4. Een compliment met een verkeerd accent
    Om een goed compliment te kunnen geven, dient u zich te verdiepen in de persoon en in wat hij heeft gedaan. Als u dat niet doet, bestaat de kans dat u een compliment geeft met een verkeerd accent. U prijst de medewerker dan misschien om de verkeerde reden of met de foute voorbeelden. Als het een IT-er met veel moeite – en ten koste van een muisarm – gelukt is om een aantal belangrijk files te redden, is het niet goed om hem alleen maar te complimenteren met de hoeveelheid tijd die hij heeft overgewerkt. Laat vooral blijken dat u begrijpt wát hij zo goed heeft gedaan. Vrouwen hebben er soms last van dat ze van hun baas alleen maar complimenten krijgen over hun uiterlijk in plaats van over de goede uitvoering van het werk dat ze doen. Daardoor voelen ze zich misprijst. Geef in de werksituatie vooral waardering voor belangrijke accenten. Waardeer vooral wat de ander zelf ook belangrijk vindt en trots over is. Dan hebben uw complimenten het meeste effect.

  5. Een compliment aan de verkeerde persoon
    Als iemand zich bijzonder heeft ingezet is het aardig om hem of haar daarvoor in het zonnetje te zetten. Maar als u de klok heeft horen tikken en niet weet waar de klepel hangt, kunt u misschien beter geen compliment geven. Het komt wel eens voor dat de verkeerde persoon de eer krijgt van de zo goed verrichte werkzaamheden. De persoon die zich er echt zo hard voor heeft ingezet, wordt dan volledig gepasseerd. Het effect is averechts. Het komt ook vaak voor dat een manager de eer krijgt voor de uitvoering van een bepaalde opdracht, waar een bepaalde medewerker volledig voor verantwoordelijk was. Een duidelijk voorbeeld vinden we in de politieserie Baantjer, waar de chef van De Kock steeds met diens veren strijkt. Als u zelf een keer zo’n misplaatst compliment ontvangt, schroom dan niet om dit meteen door te schuiven naar de juiste persoon.

    Een variatie op het voorgaande is een compliment dat u in het algemeen uitspreekt, terwijl slechts één (of enkele) medewerker zich er bijzonder voor heeft ingespannen. In de vergadering toont u bijvoorbeeld uw waardering voor het binnenhalen van een bepaalde klant: ‘Het is geweldig dat het jullie is gelukt om … aan ons klantenbestand toe te voegen!’. U kunt in dit geval beter de persoon die dit resultaat behaald heeft en plein public in het zonnetje zetten, dan dat u het collectief aanspreekt. Door dit laatste te doen onthoudt u de betreffende medewerker zijn of haar verdiende waardering. Zorg er dus voor dat u weet wie ervoor gezorgd heeft dat een bepaald resultaat is behaald.

  6. Een compliment met twijfelachtige toevoeging
    Het komt regelmatig voor dat iemand een compliment geeft met de beste bedoelingen, maar dat compliment meteen weer onderuit haalt door een twijfelachtige toevoeging: ‘Ik vond het geweldig hoe je die klant hebt overtuigd… Heel goed tenminste, voor iemand zoals jij die nog niet zolang meedraait’. ‘Jij bent één van de beste managers die ik heb… en dat voor een vrouw!’. ‘Wat goed dat het je gelukt is mijn computer zo snel aan de gang te krijgen… Ik ben benieuwd hoe lang hij het nu weer blijft doen.’. ‘Zoals jij je inzet voor deze organisatie bevalt me enorm… Ik krijg tenminste nooit klachten over je!’.

    Uw compliment zal totaal verkeerd worden opgevat als er enige geringschatting in uw toevoeging doorklinkt. Ook de manier waarop u het compliment brengt maakt groot verschil. Een compliment dat gebracht wordt met een denigrerende ondertoon, een schamper lachje of een minachtende gezichtsuitdrukking wordt al gauw als een belediging opgevat. 
  7. Het voorwaardelijke compliment
    Bij een voorwaardelijk compliment is het duidelijk dat het compliment pas geldt als aan een bepaalde voorwaarde is voldaan. Een oprecht compliment dient onvoorwaardelijk te zijn. Toch is het voorwaardelijke compliment voorlopig nog niet uitgeroeid. De voorwaardes sluipen er namelijk in voordat u er erg in heeft. Let eens op uw woordkeuze als u zelf complimenten geeft. Misschien geeft u ook wel eens dit soort complimenten:
      • ‘Als het jou nu ook nog lukt om de heer Ravenshorst te overtuigen, ben je echt de beste!’
      • ‘Goed zo! Als je zo doorgaat, vind ik dat werkelijk fantastisch!’
      • ‘Nu nog de afwerking en dan is het helemaal perfect!’
      • ‘Als je die opdracht weet binnen te halen, waardeer ik dat zeer. …’

Uw complimenten stijgen in waarde als u er geen voorwaarden aan verbindt. Pas dan kunt u oprecht uiting geven aan wat u waardeert.

Aan de slag met complimenten
Onderlinge waardering is een belangrijke voorwaarde voor prettige en constructieve samenwerking. Helaas voelen nog veel medewerkers en leidinggevenden zich ondergewaardeerd voor wat ze doen. Complimenten verdienen meer aandacht, maar het geven en ontvangen daarvan blijkt nog niet altijd zo gemakkelijk.

 

Door: Frank van Marwijk
Bron: Lichaamstaal


Lees meer over: Communicatie, Ondernemen, Personeel

NZa-Expertteam mondzorg verduidelijkt gebruik codes

De NZa hecht veel waarde aan kennis en ervaring van het werkveld en wil het veld consulteren als er sprake is van (complexe) interpetatievragen inzake de prestatiebeschrijvingen. Daarvoor is het ‘expertteam mondzorg’ opgericht. Hierin zitten 6 personen namens de koepels in de tandheelkundige zorgverlening NMT, ANT, ONT, NVM en ZN. Op die manier is het advies vanuit de tandheelkundige praktijk vertegenwoordigd.

Advies over declareren van codes en behandelingen
Bij knelpunten of onduidelijkheden (zoals interpretatievragen en/of afwijkingen van de standaard) rondom de prestatiebeschrijvingen kan de NZa het ‘expertteam’ raadplegen alvorens bindende besluiten te nemen. Het expertteam kan bijvoorbeeld uitspraak doen over combinaties van codes bij een behandeling en bijbehorende declaraties. Een unanieme mening van het expertteam zal voor de NZa als zeer zwaarwegend gelden. Anders beslist zij op basis van de aangedragen argumenten en overwegingen. Woensdag 6 juni heeft de NZa de eerste vragen gesteld aan het ‘expertteam’.

Vragen
Als u vragen heeft over prestatiebeschrijvingen kunt u zich wenden tot de informatielijn van de NZa via 0900 770 70 70.

Bron:
NMT

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Patiënt heeft beperkte keus bij zoektocht naar nieuwe tandarts

Slechts 40% van de tandartspraktijken neemt nieuwe patiënten aan en 4% doet dit onder voorwaarde, bijvoorbeeld alleen aanname van familieleden als patiënt. Deze conclusie trekt 123tandarts.nl na onderzoek. De vergelijkingswebsite onderzocht van meer dan 2.000 tandartspraktijken het patiëntenaannamebeleid door websites en openbare registers te raadplegen.

Vergelijking andere landen
De meeste tandartsen nemen geen nieuwe patiënten meer aan omdat ze vol zitten. Dit probleem wordt de komende jaren niet minder. Meer dan de helft van de huidige tandartsen zit in de leeftijdscategorie van 50 tot 65 jaar (Bron: NIVEL enquête, 2010). Deze groep tandartsen zal de komende jaren verdwijnen door pensionering.

Weinig tandartsen
Er komen weinig nieuwe tandartsen bij. Al jaren kent Nederland een numerus fixus voor de studie tandheelkunde. Nederland heeft 50 tandartsen per 100.000 inwoners. Dit is weinig in vergelijking met andere landen: België (81), Duitsland (77), Noorwegen (87), Denemarken (78), Verenigde Staten (60) en Italië (55). Alleen in het Verenigd Koninkrijk (42), Hongarije (42) en Polen (35) zijn minder tandartsen per 100.000 inwoners. (Bron: Oeso, 2011)

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen

Hoe patiëntgericht is uw praktijk?

Het lijkt tegenwoordig allemaal te gaan om het magische woord ‘transparantie’. De praktijk moet transparant zijn in haar prijzen en in haar dienstverlening,zodat de patiënt grote keuzevrijheid heeft. De patiënt weet dan beter welke zorg tegen welke prijs voorhanden is om zelf een afweging te kunnen maken bij zijn keuze.

Patiënttevredenheid is doorslaggevend
Binnen de huidige ontwikkeling naar meer transparantie ligt de nadruk op prijs en kwaliteit. Echter, de tevredenheid van patiënten lijkt een doorslaggevende factor te zijn om patiënten te behouden. Zo blijkt uit onderzoek de service 1,2 maal belangrijker te zijn dan het product (/de dienst) en viermaal belangrijker dan de prijs. Prijs blijkt alleen dan de beslissende factor als de patiënt het gevoel heeft twee identieke aanbiedingen te krijgen of wanneer het prijsverschil exceptioneel groter is dan het verschil in kwaliteit van het product en/of de service. De kracht van een praktijk zit daarom voor een belangrijk deel in het zorgen voor tevreden patiënten en daarmee het versterken van de patiëntenbinding.

Wanneer is de patiënt tevreden?
De tevredenheid van patiënten wordt bepaald door het verschil tussen de ervaring en de verwachting van de patiënt ten aanzien van de zorgverlening, de prijs en de service. Als de ervaring en de verwachting overeenkomen is de patiënt tevreden. Nog mooier is om de ervaring van de patiënt de verwachting te laten overtreffen. Dit resulteert in zeer tevreden patiënten. En vooral zeer tevreden patiënten zijn trouwe patiënten, daar waar ´gewoon tevreden´ patiënten kunnen overstappen bij een goed of aantrekkelijk alternatief aanbod.

Service
Bij het bepalen van zijn tevredenheid vormt de patiënt zich een oordeel ten aanzien van de zorgverlening, de prijs en de service. En vooral de service wordt steeds meer de doorslaggevende factor voor patiëntenbinding. De patiënt beoordeelt de service van een praktijk op drie sub-aspecten:

  1. Medewerkers
    Het gaat hierbij om menselijke aspecten en om gedrag zoals meedenken, vriendelijkheid, initiatief nemen, het beste met de klant voor hebben en betrouwbaarheid. Een voorbeeld is om de dag na een zware extractie even na te bellen met de patiënt om te vragen of hij/zij nog pijn heeft.
  2. Transacties
    Snelheid, correctheid, volledigheid, veiligheid en gemak zijn punten waar het hierbij om gaat Een voorbeeld is dat de praktijk als doel heeft alle pijnklachten dezelfde dag te kunnen helpen.
  3. Tastbaarheden
    Denk aan de inrichting van de praktijk, de bereikbaarheid en de kleding van de medewerkers. Een voorbeeld is de nette en gastvrije uitstraling van de wachtkamer en alle medewerkers die dezelfde praktijkkleding dragen.

Verwachtingen en ervaring van uw patiënt
Deze voorbeelden beschrijven algemene verwachtingen van een patiënt. Echter, het is vooral noodzakelijk de specifieke verwachtingen en ervaringen van uw eigen patiënten te onderzoeken.

Twee belangrijke uitgangspunten daarbij zijn:

  • De patiënt bepaalt de kwaliteit: kwaliteit is namelijk dat leveren wat de patiënt verwacht.
  • Werk van buiten naar binnen: vertaal de verwachtingen en ervaringen van de patiënt naar de praktijk
    Patiënttevredenheidsonderzoek.
    De patiënt staat dus centraal. Belangrijke eerste stap naar een patiëntgerichte praktijk (die stuurt op tevredenheid van patiënten) is dan ook het uitvoeren van een patiënttevredenheidsonderzoek om te achterhalen wat de verwachtingen en ervaringen van de patiënt zijn. Alleen dan kunt u als praktijk gericht toewerken naar (zeer) tevreden patiënten en werken aan patiëntenbinding. Het patiënttevredenheidsonderzoek is dus het startpunt voor patiëntgericht ondernemen.

Referentie: De klantgerichte organisatie, Stap voor stap (Drs. Jean-Pierre R. Thomassen). Beaumont Quality Publications.)

Door: Sjoerd Kuiken – Kuiken Praktijkmanagement.

Kuiken Praktijkmanagement toetst, adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van kwaliteitsystemen, wet- en regelgeving, organisatie en klantgerichte zorg. www.kuikenpraktijkmanagement.nl


Lees meer over: Communicatie, Ondernemen

NMT FenCS overgenomen door Infomedics en DFA

Infomedics en DFA hebben besloten per 1 juni 2012 hun krachten te bundelen en een nieuw bedrijf te vormen: Infomedics Groep B.V. Op dezelfde datum nemen zij het factoring- en clearingbedrijf NMT FenCS over van de NMT (Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde).

Met de fusie van Infomedics en DFA en de overname van NMT FenCS ontstaat een factoring- en clearingbedrijf met meer dan 125 medewerkers dat in de volle breedte van de zorgsector opereert en optimaal kan inspelen op de door de markt gevraagde professionalisering, kostenefficiency en nieuwe vormen van dienstverlening.

Geïntegreerd
Infomedics was al sinds 2005 de uitvoerder van de factoringactiviteiten van NMT FenCS. Door de overname worden voor- en achterkant van het factoringsbedrijf geïntegreerd wat belangrijk is voor de verdere groei en ontwikkeling van de dienstverlening van NMT FenCS. De prijs-kwaliteitverhouding van de dienstverlening blijft dan ook geborgd voor klanten. Bovendien gaan directie en medewerkers van NMT FenCS mee over naar Infomedics Groep B.V. Zij blijven voor klanten van NMT FenCS het aanspreekpunt.
De drie bedrijven binnen de Infomedics Groep B.V. gaan samen verder in het besef dat zakelijke aspecten in de zorgmarkt in snel tempo professionaliseren. Financiële expertisecentra zullen moeten inspelen op de nieuwe vragen die uit die professionalisering gaan voortkomen. De nieuwe combinatie zal zich vooral richten op het verder optimaliseren van de bestaande dienstverlening, kostenverlaging en de ontwikkeling van nieuwe vormen van dienstverlening.

Directie
Het directieteam van Infomedics Groep B.V. wordt gevormd door Dirk Jan Emmens, Fred Bloem (beiden Infomedics), Bart Mulder (DFA Services en DFA Mediparc) en Ruud Lamers (NMT FenCS).

Lees meer over: Financieel, Ondernemen

Marketing tip: organiseer een dental event samen met een collega praktijk

Organiseer een dental event, oftewel open-dag, samen met een collega praktijk. Een voorbeeld hiervan is het Utrechtse Dental Event, dat op 2 juni wordt georganiseerd door Joor Tandtechniek en Tandartspraktijk Staalwijk centrum. Bezoekers kunnen zich laten informeren door tandtechnici en tandartsen over protheses, kronen, brugwerk, implantologie en kauw- of esthetische problemen.

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen

Opwindbare tandenborstel wint prijs beste duurzame uitvinding

Marloes van Elewout uit Breda heeft iets nieuws bedacht: de opwindbare tandenborstel, oftewel de Zensabrush. De tandenborstel werkt niet op batterij, maar door middel van een opwindkoord. Door aan het opwindkoord te trekken komt er spanning op een veer te staan. Dit maakt het mogelijk om 30 seconden lang de tanden te poetsen. Doordat het geen stroom kost, is het een duurzame oplossing voor het tandenpoetsen.

Marloes won het programma Green Dream Destrict. Kinderen tussen de 8 en 14 jaar mochten hun duurzame uitvinding toezenden. Dit werd beoordeeld door een jury en de meest duurzame uitvinding won het programma. Of de opwindbare tandenborstel werkelijk op de markt komt, is niet bekend.

Bekijk de video

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z, ZZP-er

Marktwerking en het managen van klantgedrag

Wat is de betekenis van marktwerking, marketing en klantwaarde? En hoe managet u klantgedrag? Verslag van de lezing van prof. dr. Theo Poiesz tijdens Talking Points of Dentistry van GSK.

Prof. dr. Theo Poiesz. Poiesz is als hoogleraar Economische Psychologie en hoogleraar Health Care Management (focus Marketing) verbonden aan TiasNimbas Business School, faculteit van de universiteiten van Tilburg en Eindhoven. In zijn betoog gaat hij in op de betekenis van marktwerking, marketing, klantwaarde en geeft hij inzicht in klanten door het managen van klantgedrag. Ook in de zorg heeft marktwerking zijn intrede gedaan. De tandheelkunde moet kennis krijgen wat de waarde van mondhygiëne is voor de klant. In hoeverre is een patiënt/cliënt een klant? Op grond waarvan kiest hij? Is de keuze van de klant te beïnvloeden? Wanneer is hij tevreden? Bij marktwerking bepaalt niet de aanbieder (de zorgverlener) maar de afnemer (de patiënt). Tegen dit principe van marktwerking zijn, is hetzelfde als eb en vloed willen tegengaan. Marktwerking werkt in de meeste sectoren. Marktwerking is er. Ook in de zorg en gaat ook daar niet meer weg.


© NFP Photography

Prijs-kwaliteit verhouding
Klanten maken een keuze van aanbieders op grond van vergelijking. Die maken ze op basis van hun oordeel over kwaliteit en prijs. Aanbieders met een gunstige prijs-kwaliteitverhouding zullen overleven, die met een ongunstige verhouding vallen af. Aanbieders in de markt zullen adequaat moeten reageren. Zo zal in de (tandheelkundige) zorg de transparantie toenemen. Maar wat is transparantie? “Ik heb toch een site”, zal een aanbieder kunnen stellen. Maar is die site ook opgezet vanuit de klant? Kan de informatie op die site ook worden benut voor het maken van de keuze door de klant? Poiesz spreekt stelselmatig over klant, in plaats van patiënt. In zijn optiek legt het woord ‘patiënt’ namelijk teveel nadruk op de techniek, terwijl het woord ‘klant’ dwingt tot een afnemersperspectief.

Marktwerking
Marktwerking kent enkele voorwaarden om te kunnen ‘werken’. Er moeten verschillen zijn tussen aanbieders binnen het aanbod. En er moet sprake zijn van transparantie (afgedwongen of via marketing). Als de afnemers de verschillen begrijpen, kunnen zij hierop namelijk reageren. Op die manier ontstaat er een markt met concurrentie. Deze kan heel stimulerend zijn en ook positief werken en er zullen betere producten ontstaan. Het zal tevredener klanten opleveren die bereid zijn een hogere prijs te betalen, waardoor er een grotere winst bij de aanbieders ontstaat. Dat geeft weer gelegenheid te investeren in nóg betere producten. Negatief kan de spiraal ook werken. De roep om meer kostenverlaging, resulteert in lagere prijzen. Hierdoor ontstaat minder winst, waardoor er weer minder ruimte is voor innovatie. Dat geeft op zijn beurt een verschraling van het aanbod.

Klantwaarde
Het mag duidelijk zijn dat Poiesz in zijn betoog voor de positieve spiraal kiest. Marketing kan de marktwerking in gang brengen. Het biedt de mogelijkheid vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Dan komt Poiesz bij de term ‘klantwaarde’. Want op basis waarvan kiest die klant nou werkelijk? Klantwaarde is de verhouding tussen de door de klant waargenomen kwaliteit en de waargenomen prijs. Als klanten het gevoel hebben overal dezelfde kwaliteit aan te treffen, zal de prijs zakken. Concurrenten kopiëren klantwaarde en klanten wennen eraan. Daardoor ontwikkelen we steeds nieuwe behoeften. Denk maar eens aan het kopje koffie bij de kapper. Het was revolutionair toen de eerste kapper een kopje koffie aan zijn klanten aanbood. Maar nu, als je nu bij de kapper komt en je hebt binnen 5 minuten na binnenkomst nog geen koffie gehad…Je komt er nooit meer terug! Dus klantwaarde is behalve die waargenomen kwaliteit en prijs ook een beoordeling van comfort en positieve emotie in verhouding tot de betaalde werkelijke prijs, de bijkomende kosten (bijvoorbeeld parkeerkosten) en negatieve emotie (angst, onzekerheid). Aanbieders in de (mond)zorg hebben de neiging vooral op kwaliteit te focussen. Maar als klanten die kwaliteit niet zien of niet kunnen beoordelen, beïnvloedt dat de prijzen negatief. Dus niet alleen die feitelijke tandheelkundige kwaliteit moet in orde zijn, ook de factoren die klanten zelf kunnen beoordelen: de receptie, zit de stoel lekker, ruikt het er oké? Ook deze elementen zullen bijdragen aan de beoordeling en de keuze om hier terug te komen of niet.

Onderscheidend
Alle aanbieders zullen hun meerwaarde presenteren en continue op zoek zijn naar een onderscheidende meerwaarde. In de zorg is dan ook een verschuiving te zien van waarde, naar meerwaarde, naar onderscheidende meerwaarde.
Triade-model voor klantgedrag
Maar is de keuze van de klant te beïnvloeden? Daarvoor is het nodig het gedrag van klanten, in dit geval de klantkeuze, te begrijpen. Want wie het klantgedrag begrijpt, kan die ook managen. Daarvoor schakelt Poiesz het Triade-model in. Dit eenvoudig model is al op veel terreinen met succes toegepast en lijkt ook voor de tandheelkunde een relevant instrument. Het gaat erom mensen in beweging te brengen. Daar is voor nodig:
– Motivatie (wil ik dit?)
– Capaciteit (kan ik dit?)
– Gelegenheid (zijn er geen belemmerende factoren?)

Inhalen kost meer energie dan bijhouden
Deze drie factoren in combinatie met elkaar bepalen iemands gedrag. Tandartsen en mondhygiënisten zijn nog niet optimaal voorbereid op marktwerking. Ze blijven te makkelijk ‘hangen’ in het aanbod-denken (wij weten wel wat goed voor ze is). Een realistischer beeld van het klantgedrag helpt bij het aanscherpen van het eigen beleid. Aan iedere ‘poot’ die gedrag beïnvloedt, kan door de aanbieder worden getrokken, waardoor onderscheid ontstaat. Het is goed de eigen praktijk eens kritisch tegen het licht te houden en zich af te vragen waarop klanten de praktijk beoordelen. En of dat ook gewenst is. Wat zou de positionering van de praktijk moeten zijn en biedt de praktijk naast dissatisfiers ook satisfiers, die klanten kunnen beoordelen en waarderen? Verder is het goed te realiseren dat het niet alleen om interne concurrentie (binnen de eigen sector) gaat, maar ook daar buiten (andere sectoren). Neem ik een kroon of koop ik toch een nieuw plasmascherm? Leg daarom een deel van de positioneringsvraag bij het collectief (NMT, NMV) maar verschuil je niet met de praktijk achter dit collectief, adviseert Poiesz. Bedenk tenslotte dat inhalen veel meer energie kost dan bijhouden!

Theo Poiesz is als hoogleraar Economische Psychologie en hoogleraar Health Care Management (focus Marketing) verbonden aan TiasNimbas Business School, faculteit van de universiteiten van Tilburg en Eindhoven. Eerder was hij hoogleraar Psychologie van de Reclame en hoogleraar Marketing. Hij is onderzoeker en (gast)docent geweest aan verschillende universiteiten in binnen- en buitenland. Poiesz schreef een achttal boeken, tientallen boekbijdragen en ongeveer honderd wetenschappelijke en professionele artikelen. Poiesz is voorzitter van de Raad van Toezicht van de GGZ Breburg Groep en consulteert in diverse sectoren. Zijn belangstelling gaat in belangrijke mate uit naar de verbinding tussen theorie en praktijk bij de concretisering van klantgerichtheid. Hij probeert hierbij inzichten uit diverse disciplines en ervaringen uit diverse bedrijfstakken te integreren. Zijn hoofdthema’s betreffen de verklaring van het gedrag van klanten en de kwaliteit van strategische besluitvorming. Poiesz is een veelgevraagd spreker.

Door:
Mariëlle Nap – Mondig Communicatie
Anneke Hiensch – te Water Mulder

Bron:
Congres Talking Points in Dentistry van GlaxoSmithKline



Lees meer over: Communicatie, Congresverslagen, Kennis, Ondernemen

Verbinden door multizintuigelijke beleving

Bij keuze van een praktijk gaat een patiënt op zijn gevoel af. In de multizintuigelijke beleving ervaart de patiënt het DNA van de praktijk. Verslag van de lezing van Desiree Struijk tijdens Talking Points of Dentistry van GSK.

Wanneer een patiënt voor een passende tandartsen -of mondhygiënistenpraktijk kiest, gaat hij op zijn gevoel af. Wat heeft hij bij deze praktijk? Als bekend is hoe de patiënt de praktijk ervaart en wanneer die ervaring aansluit bij hoe de praktijk zich wil positioneren, kan een concrete vertaling worden gemaakt naar een multizintuiglijke beleving. In deze multizintuiglijke beleving ervaart de patiënt het DNA van de praktijk. Een praktijk kan hierdoor, net als een merk, vertrouwen creëren en de patiënt aan zich binden.

In de schoenen van de patiënt
Wie zijn praktijk eens onder de loep neemt, zou werkelijk eens in de schoenen van de patiënt moeten gaan staan. Wie dat doet zal vaak 180 graden draaien in zijn aanpak. Struijk benadrukt dat het erom gaat hoe je gezien wordt, niet wie je bent. Het draait niet om de aanbieder, hoe goed je ook bent, maar hoe je gezien wordt door de klant. Het is van groot belang dat een practicus de doelgroep aantrekt die bij hem past. Klanten moeten passen bij het eigen DNA. Wie daadwerkelijk in de schoenen van de klanten stapt, maakt in feite een film. Wat ziet de klant? Wat voelt, hoort, ruikt en proeft hij?

Vóór de behandeling
Wie een bezoek aan de praktijk als film bekijkt, merkt dat er al een groot deel van de film voorbij is voordat de patiënt daadwerkelijk in de stoel ligt. Eerst wordt gebeld voor een afspraak. Hoort hij een bandje? Wordt hij direct te woord gestaan? Dan gaat hij naar zijn afspraak. Kan hij zijn auto makkelijk parkeren? Moet ervoor worden betaald? Moet hij ver lopen? Ziet hij een medewerker bij binnenkomst of is de balie onbemand? Kan hij nog ergens fatsoenlijk zijn tanden poetsen? Voordat de patiënt in de wachtkamer plaatsneemt, draait de film al een tijd. Voldoende punten waarop de behandelaar wordt beoordeeld, terwijl de tandarts of mondhygiënist nog niet eens in beeld is! Hoe lang moet de klant wachten voordat die aan de beurt is? Is dat wachten aangenaam of is er niets te beleven?

Beleving
Het draait niet om de practicus en de kwaliteit van zijn handelen alleen. Er zijn vele factoren die de kwaliteit van de feitelijke behandeling beïnvloeden. Het draait allemaal om de beleving. Hoe draagt de praktijk bij aan de kwaliteit van leven van de klant? Momenteel zijn de referenties ook heel anders dan vroeger. Vroeger werd zorg met zorg vergeleken. Tegenwoordig maken we de keuze voor een nieuwe tv of een nieuwe kroon. Gaat de zorgverlener mee met de nieuwste ontwikkelingen? Wil hij pure zorg bieden? Heeft esthetiek juist de aandacht? Desiree adviseert antwoorden te vinden op vragen zoals Wie ben ik? Waar maakt mijn praktijk het verschil? Waar ligt mijn specialisatie? In de vorige eeuw speelde comfort en beleving nog niet zo’n rol. Inmiddels zijn het heel belangrijke graadmeters voor een goede beoordeling.


© NFP Photography

Hoe wil je gezien worden?
Hoe wil de zorgverlener gezien worden (droom-DNA) en hoe ziet de klant de organisatie? Dan is het goed om te kijken naar verschillende soorten klantgroepen. De ene klant is meer visueel ingesteld, de andere auditief en weer een ander hoort tot de groep ‘voelen, proeven, ruiken’. Visuele mensen hebben niets aan alleen een praatje maar moeten daar ook beelden bij aangeboden krijgen, terwijl auditieve moeilijker beelden in zich opnemen maar wel elk zuchtje wind voelen. De voelers willen letterlijk ergens aanzitten of aangeraakt worden om op hun gemakt te worden gesteld. Practici zullen zelf moeten bepalen met welke doelgroep ze graag willen werken. Waar worden ze zelf blij van? Wat drijft hen? Wat maakt het vak leuk voor hen? Wie hierin een heldere keuze maakt, laat dat DNA bijvoorbeeld ook terugzien in zijn website. Uiteraard sluit die weer aan op de inrichting van de praktijk. Als alles klopt zal iedereen positief over de praktijk spreken, waardoor de juiste mensen worden aangetrokken.

Meer bereiken met hetzelfde budget
Door anders naar de eigen praktijk te kijken, kan met hetzelfde budget meer worden bereikt, is de stellige overtuiging van de spreker. Daarbij is het goed om eens rond te vragen wat de ervaringen van klanten zijn en is het belangrijk de klanten te kennen. De zorgverlener zelf is geen graadmeter. Zelf ruikt hij die aparte geur in zijn wachtkamer niet, maar de patiënt ruikt die wel. In de behandelkamer mag het best klinisch ruiken. Maar in de wachtkamer? Dat wat patiënten voelen, horen, proeven en ruiken, moet aansluiten bij wat ze zien. Goede practici zorgen voor een optimale klantbeleving door een gepersonaliseerde relatie, waarbij wordt ingespeeld op de behoeften van de klant. Struijk sprak de hoop uit dat ze het GSK-publiek heeft geïnspireerd met haar rijk zintuiglijk gevulde betoog.

Sinds 1994 is Desiree Struijk directeur van Senta Multisensory Concepting, een advies- bureau dat bedrijven helpt groeien in de richting van zintuiglijke Soul Brands met winstgevende en duurzame klantrelaties door het optimaliseren van hun Experience Strategy. Het adviesbureau is opgericht als een van de eerste marketingbureaus met een focus op zintuiglijke merk- en winkelbeleving. Binnen dit palet van zintuiglijke communicatie werkte ze concepten uit voor Unilever, Sara Lee, Philips, Beiersdorf, Neckermann.com, ING en vele andere grote bedrijven. Ze doet zintuiglijk trendonderzoek en ontwikkelt creatieve sessies voor grote merken, waaronder KLM, Prenatal en Rabobank. Al 20 jaar doet ze zintuiglijk belevingsonderzoek en ontwikkelt ze innovatieve belevingsconcepten.


Door:
Mariëlle Nap – Mondig Communicatie
Anneke Hiensch – te Water Mulder

Bron:
Congres Talking Points in Dentistry van GlaxoSmithKline, mei 2012


Lees meer over: Communicatie, Congresverslagen, Kennis, Ondernemen

Hoe waardeert een geïnteresseerde koper uw praktijk?

Het aanbod van praktijken is de komende jaren groter dan de vraag. Welke punten vinden kopers belangrijk en hoe wordt de prijs bepaald?

De komende jaren beëindigen meer tandartsen hun praktijk dan er nieuwe tandartsondernemers een praktijk starten. Dit betekent dat er meer aanbod van praktijken zal zijn dan vraag. Voor tandartsen die de komende jaren hun praktijk gaan verkopen is het dan ook goed om inzicht te hebben in wat potentiële kopers belangrijk vinden bij de keuze voor een praktijk.
In hoofdlijnen zijn de kandidaten voor praktijkovername in de volgende categorieën onder te verdelen:

1. Tandheelkundige ketens

  • Zijn vooral gericht op praktijken met 3 tot 5 behandelkamers of groter
  • Hebben de intentie dat de praktijkhouder na de overdracht nog enige tijd, soms enkele jaren in de praktijk blijft werken
  • Tonen sterke voorkeur voor praktijken met een bovengemiddeld patiëntenbestand, met andere woorden meer dan 3.000
    actieve patiënten
  • De meeste ketens zoeken groei buiten de Randstad, omdat in de Randstad de tandartsdichtheid relatief hoog is

2. Instroom van tandartsen die hun opleiding elders hebben genoten
Dit is een gemêleerd gezelschap met diverse wensen. Rode draad is dat zij in het algemeen na enkele jaren in Nederland te hebben gewerkt als medewerker, een eigen praktijk willen overnemen om als solist verder te werken. Tandartsen die in Duitsland of België hun opleiding hebben genoten hebben vaak een sterke voorkeur voor vestiging in de grensstreek.

3. Collega tandarts met eigen praktijk

Deze collega is over het algemeen geïnteresseerd in de koop van een patiëntenbestand in de nabije omgeving. Verder wil deze collega over het algemeen niet alle werknemers overnemen. Dit geeft specifieke problemen bij de overdracht. De overgang van personeel heeft regelmatig een drukkend effect op de koopprijs.

4. Tandartsen die in Nederland hun opleiding hebben genoten

De meerderheid van de groep tandartsen zonder eigen praktijk lijkt in de huidige situatie weinig interesse te hebben in praktijkovername. Degenen die wel een eigen praktijk ambiëren zoeken, na minimaal 5 jaar als medewerker gewerkt te hebben, een eigen praktijk met 3 tot 4 behandelkamers of treden toe tot een maatschap.

Vraag en aanbod
Het praktijkaanbod van de komende jaren zit met name bij de solopraktijken, de vraag vooral bij de wat grotere praktijken waar minstens twee tandartsen kunnen werken. Deze indeling geeft slechts een grove schets van de potentiële kopers en uiteraard zijn hier uitzonderingen op. Deze indeling helpt u te bepalen aan welke categorie u uw praktijk met het meeste succes kan verkopen.

Afbouwen
Wanneer u bijvoorbeeld af wilt bouwen, kunt u er voor kiezen om uw praktijk te verkopen aan een tandheelkundige keten wanneer u een patiëntenbestand heeft dat qua omvang past bij het aantal behandelkamers. Daarbij spreekt u af dat u na de overdracht in uw praktijk blijft werken en dat het aantal dagen dat u wilt werken binnen enkele jaren of maanden wordt gereduceerd.

Gedeeltelijk
Naast een volledige overdracht bieden ketens vaak ook de mogelijkheid tot een gedeeltelijke overdracht. De tandarts verkoopt dan een substantieel deel van de praktijk in de vorm van een aandelenbelang. De keten ondersteunt bij de praktijkvoering en het management. De tandarts blijft werkzaam in de eigen praktijk.
Overdracht aan een keten roept soms weerstand op onder tandartsen. De ene keten is echter de andere niet. Laat u goed informeren wat een keten u te bieden heeft en op welke wijze zij werken. Daardoor merkt u of de werkwijze van de keten aansluit bij die van u als praktijkhouder. Voor alle kopers geldt dat zij nagenoeg niet geïnteresseerd zijn in een tandartspraktijk aan huis.

Kwaliteitsbeleid
Een andere tendens is dat kopers, ongeacht uit welke categorie ze komen, op zoek zijn naar praktijken waar de praktijkhouder actief bezig is met kwaliteitsbeleid binnen zijn of haar onderneming. Kwaliteitsbeleid moet hier ruim geïnterpreteerd worden, dus niet alleen kwaliteit op het gebied van praktijkhygiëne, maar ook de kwaliteit van de organisatie als geheel (personeelsbeleid, werkafspraken etc.). Dit aspect gaat steeds zwaarder wegen binnen de beoordeling van de waarde van uw praktijk en daarom adviseren wij u om minimaal drie jaar voordat u uw praktijk over wenst te dragen uw praktijk door te laten lichten op dit punt. Op het moment dat u de aanbevelingen die daaruit voortkomen implementeert in uw onderneming is uw praktijk eenvoudiger te verkopen omdat er meer geïnteresseerde kopers zullen zijn. Omdat de banken terughoudend zijn met het financieren van grote investeringen zijn praktijken waarin niet of nauwelijks geïnvesteerd hoeft te worden, het meest aantrekkelijk voor kopers.

Financiële horizon
Voor de koper speelt de ‘financiële horizon’ een belangrijke rol. Een tandheelkundige keten zal vooral gericht zijn op winst op middellange en lange termijn. Een collega tandarts echter zal op korte termijn winst dienen te realiseren.
Potentiële kopers zullen altijd kijken wat hun alternatieven zijn. Met name tandheelkundige ketens wegen af waar zij hun te investeren kapitaal in gaan stoppen. Voor hen geldt de vraag of er ook andere praktijken te koop zijn waar wellicht een beter rendement te maken is. Werkt een tandheelkundige keten regionaal dan zal er gezocht worden naar een praktijk die past in dit plaatje. Werkt een keten landelijk dan zijn er meer alternatieven waardoor uw onderhandelingspositie wat minder sterk is. Een startende tandartsondernemer zal vooral ook kijken naar de aantrekkelijkheid van de regio voor wat betreft wonen en werken. Hier spelen ook subjectieve aspecten een belangrijke rol.

Collega tandartsen
Voor collega tandartsen in uw directe omgeving die op zoek zijn naar een patiëntenbestand zal de prijs die u ontvangt voor het patiëntenbestand afhangen van de mate waarop hij/zij dit bestand nodig heeft om zijn of haar praktijk te vullen. Heeft uw collega een praktijk met meerdere ingerichte behandelkamers maar te weinig patiënten dan zal hij bereid zijn daar meer voor te betalen. Voor deze koper is de meerprijs die hij/zij betaalt voor uw patiëntenbestand ook sneller terug te verdienen. Wanneer deze collega namelijk dit bestand verwerft zal hij/zij een hogere omzet binnen zijn praktijk weten te realiseren met praktijkkosten die niet direct substantieel toe zullen nemen. De overnemende partij zal daardoor een substantiële winststijging binnen de praktijk weten te realiseren.

Meerwaarde
De tandarts die het ondernemerschap nog overweegt heeft als alternatief om als medewerker bij een collega in de praktijk te werken. De beloning die de tandartsmedewerker ontvangt is vaak nog van een dermate omvang dat overname van een praktijk beperkte financiële meerwaarde oplevert. Zeker niet als dit wordt afgezet tegen de extra tijdsinspanning enen de financiële risico’s die horen bij het ondernemerschap. Overigens zijn ondernemers minder bereid dan voorheen om hoge omzetpercentages te betalen aan tandartsmedewerkers. Voor tandartsmedewerkers biedt de overstap naar het zelfstandig ondernemerschap de mogelijkheid en de uitdaging om de eigen visie op de tandheelkundige praktijk te realiseren.
 
Verkoopprijs
In de markt worden verschillende richtlijnen gehanteerd om tot een verkoopprijs te komen. Waar voorheen een vrij standaard richtlijn werd gehanteerd, lopen de goodwill bedragen tegenwoordig steeds meer uiteen. De bovengenoemde aspecten van omvang van de praktijk, kwaliteit van de bedrijfsvoering, vereiste investeringen en regionale aspecten bepalen de waarde.
Accountants maken vaak gebruik van de zogenaamde Discounted Cash Flow methode. Deze waardering is gebaseerd op de zogenaamde vrije kasgeldstromen en wordt regelmatig gehanteerd bij overnames in het bedrijfsleven. Binnen de tandheelkunde is deze methode niet gebruikelijk. Deze berekening levert vaak een bijzonder hoge goodwillsom op die geen van de eerder genoemde partijen bereid is om te betalen. Tandartsen die met hun accountant met een waardering komen die gebaseerd is op de DCF-methode, lopen in het verkooptraject vaak aan tegen kopende partijen die de praktijk wel interessant vinden, maar die niet bereid zijn om de vraagprijs te betalen.

Emotionele aspect
Bij verkoop van een tandartspraktijk speelt het emotionele aspect voor de praktijkhouder vaak een grotere rol dan het zakelijke aspect. Wij adviseren u als praktijkhouder dan ook om zich bij te laten staan door een in de tandheelkunde gespecialiseerde en ervaren adviseur. Door het inschakelen van een adviseur houdt u het hele proces namelijk meer op afstand en kunt u adviezen inwinnen alvorens u reageert op een bepaalde bieding. Ook weet een adviseur vaak al snel of een potentiële koper wel of niet bij u zal passen. Op deze manier wordt de praktijkhouder gefaciliteerd in alle facetten om zijn praktijk op een zakelijke manier te kunnen verkopen. Door het opstellen van een ‘verkoopmemorandum’ waarbij uw praktijk volledig in beeld wordt gebracht, wordt alle praktijkinformatie op een efficiënte manier overgebracht op potentiële kopers. Hierdoor hebben zij snel inzicht in wat zij kopen en zijn zo sneller bereid zijn om een goede prijs voor uw praktijk te betalen.

Passende koper
De uiteindelijke prijs die men bereid is voor uw praktijk te betalen is altijd afhankelijk van meerdere factoren. Zo spelen de kwaliteit van uw onderneming, de alternatieven die kopers hebben, plaats en locatie van uw praktijk en onderhandelingsvaardigheid allemaal een rol. Van belang is die ene passende koper te vinden en daarvoor is het van belang om een bemiddelaar in te zetten met een groot netwerk. Op die manier maakt u de beste kans om de juiste koper te vinden!

Dit is een geactualiseerde bewerking van een artikel dat eerder in Dentz verscheen.
Auteurs: Mr. Marco van Berkel en Mr. Patrick Crielaers, Praktijkadviseurs bij Dental Care Professionals



Lees meer over: Management, Ondernemen

Oudere werknemers denken langer te kunnen doorwerken

Werknemers van 55 tot en met 64 jaar denken hun huidig werk te kunnen voortzetten tot een leeftijd van gemiddeld 64,7 jaar. Dat is anderhalf jaar later dan werknemers momenteel met pensioen gaan. Tussen de beroepen zijn er verschillen in de leeftijd tot waarop werknemers – naar hun verwachting – kunnen doorwerken. Deze verschillen hangen samen met de lichamelijke en geestelijke belasting van die beroepen. Dit zijn enkele resultaten van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2011 die eind vorig jaar is uitgevoerd door TNO en CBS.

Door de vergrijzing, de druk op de overheidsfinanciën en het verwachte tekort aan arbeidskrachten in de toekomst, wordt van werkenden verwacht dat ze langer doorwerken. Tussen 2006 en 2011 steeg de gemiddelde leeftijd waarop oudere werknemers met pensioen gaan van 61 naar ruim 63 jaar (bron: CBS, StatLine). Eind 2011 is door TNO en CBS aan bijna 23 duizend werknemers gevraagd tot welke leeftijd zij denken – lichamelijk en geestelijk – in staat te zijn om hun huidige werk voort te zetten. Gemiddeld over alle werknemers van 55 tot en met 64 jaar was dat tot 64,7 jaar.

Beroepsgroepen
De leeftijd tot waarop oudere werknemers verwachten te kunnen doorwerken varieert tussen de beroepsgroepen van gemiddeld 63,8 jaar tot 66,0 jaar. Leidinggevenden en (vak-)specialisten denken het langst te kunnen doorwerken, werknemers in de gezondheidszorg- en ambachtelijke/industriële/agrarische beroepen het minst lang. Wel ligt de leeftijd tot waarop deze groepen denken te kunnen doorwerken nog altijd bijna een jaar hoger dan de daadwerkelijke leeftijd waarop werknemers met pensioen gaan.

De verschillen tussen de beroepsgroepen in hoe lang de werknemers verwachten te kunnen doorwerken, hangen voor een groot deel samen met verschillen in arbeidsomstandigheden. Naarmate de lichamelijke belasting in het beroep groter is verwacht men minder lang te kunnen doorwerken. Dit betreft met name ambachtelijke, industriële en agrarische beroepen. Ook de geestelijke arbeidsbelasting hangt samen met de leeftijd tot waarop werknemers denken te kunnen doorwerken: werknemers die hun werk zelf kunnen inrichten en regelen verwachten over het algemeen langer te kunnen doorwerken dan werknemers met minder autonomie in het werk.

Bron:
CBS

Lees meer over: Ondernemen, Personeel

Wijziging wetgeving tandbleekproducten

Vanaf 1 november 2012 mogen tandbleekproducten met meer dan 0,1% tot maximaal 6% h2o2* alleen door tandartsen verkocht worden. Tandartsen mogen deze producten pas meegeven aan de patiënt voor thuisgebruik als de behandeling in de praktijk is gestart. Mondverzorgingsproducten met een h2o2 gehalte of afgifte tot 0,1% blijven beschikbaar voor directe directe verkoop aan de consument. Dentale ondernemingen mogen vanaf deze datum geen tandbleekproducten met meer dan 6% h2o2 verkopen aan tandartsen.

* 6% h2o2 staat gelijk aan 18% carbamideperoxide

Richtlijn
In september 2011 heeft de Raad van de Europese Unie de Richtlijn 2011/84/EU uitvaardigd waarin deze wijzigingen zijn opgenomen. Deze wijzigingsrichtlijn gaat specifiek over tandbleekmiddelen en past de oorspronkelijke Richtlijn 76/768/EEG inzake cosmetische producten aan. De Richtlijn gaat op 1 november 2012 van kracht en is geïmplementeerd in de
Warenwetregels nadere cosmetisch producten.

Voor alle EU-landen
De discussie over tandbleekmiddelen met hogere concentraties waterstofperoxides die in het ene EU-land als ‘medisch hulpmiddel’ en in een ander EU-land als ‘cosmetisch product’ verkocht werden, of juist verboden waren, komt hiermee definitief tot een einde. Alle lidstaten van de Europese Unie moeten uiterlijk 30 oktober 2012 aan deze Richtlijn voldoen.

Bron:
E. Kolsteeg, VGT


Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Ondernemen, Thema A-Z, Wet- en regelgeving

Ondernemers bespieden personeel via sociale media

Niet alleen in fraudezaken maar ook in bijvoorbeeld arbeidsconflicten kan social media een belangrijke rol gaan spelen. ARAG deed onderzoek naar het gebruik van social media van ondernemers. Hieruit bleek dat ruim een derde van de ondernemers onderzoek doet naar eigen personeelsleden op de sociale media. 10 procent doet dit regelmatig en 25 procent soms. Ruim de helft (56 procent) van de ondernemers onderzoekt personeelsleden nooit op social media.

De verwachting is dat sociale media steeds vaker gebruikt zal gaan worden in bewijsvoering tijdens bijvoorbeeld arbeidsconflicten.

Bron:
ARAG

Lees meer over: Ondernemen, Personeel

Ontslagstelsel verandert behoorlijk

Met het Lente-akkoord wordt het ontslagrecht versoepeld en de WW veranderd. Allereerst moet natuurlijk worden afgewacht wat na 12 september 2012 besloten wordt, maar het zal naar het zich laat aanzien gemakkelijker worden om werknemers te ontslaan.

Lees de aanpassingen met betrekking tot het ontslagstelsel uit het Lente-akkoord.


Bron:
HR Praktijk


Lees meer over: Ondernemen, Personeel

Vlaamse tandtechnieker krijgt in beroep boete voor bleachen

Het hof van beroep in Antwerpen heeft tandtechnicus Filip M. (40) uit Zwalm veroordeeld tot 2.750 euro boete met uitstel, omdat hij gedurende twee jaar verkleurde tanden weer witter had gemaakt. Zijn tandtechnisch labo in Zwijndrecht kreeg dezelfde boete, maar dan effectief. In eerste aanleg waren beide nog vrijgesproken.

Aanklacht
Het Verbond der Vlaamse Tandartsen had in 2008 klacht tegen Filip M. ingediend, omdat bleachen een tandheelkundige ingreep is die enkel door tandartsen mag worden uitgevoerd. Filip M. had bovendien reclame gemaakt voor het bleachen, wat verboden is. Op 30 juli 2008 volgde er een huiszoeking bij de beklaagde waarbij al zijn materiaal in beslag werd genomen. Hij bekende dat hij sinds april 2006 tanden bleekte, maar zijn advocaat voerde aan dat het om een oppervlakkige ingreep ging waarvoor geen diploma tandheelkunde vereist is. Je kan het ook zelf thuis doen of in een schoonheidssalon. In eerste aanleg werden beide beklaagden vrijgesproken, maar het hof van beroep zag dat anders. Het stelde dat het product dat Filip M. gebruikt had, een hoog percentage waterstofperoxide bevat, waardoor het bleachen niet zonder risico was. In de bijsluiter stond bovendien dat het uitsluitend door of onder toezicht van een tandarts gebruikt mocht worden. Het hof verklaarde de 30.126 euro die hij met bleachen verdiend had, verbeurd, alsook het in beslag genomen materiaal. Filip M. moet het Verbond der Vlaamse Tandartsen 1 euro schadevergoeding betalen.

Bron:
Knack.be


 

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
Aan welke eisen moeten handschoenen voldoen?

Aan welke eisen moeten handschoenen voldoen?

De nationale NEN expertgroep adviseert gebruikers om extra aandacht te besteden aan eisen uit de normen serie NEN EN 455. De De nationale NEN expertgroep adviseert gebruikers van handschoenen om extra aandacht te besteden aan eisen uit de normen serie NEN EN 455. De serie beschrijft aan welke eisen handschoenen zouden moeten voldoen.

Bescherming tegen risico’s
Correct gebruik en het kiezen van de juiste handschoen is essentieel voor de bescherming tegen risico’s van de gebruiker en patiënt. Een handschoen voor eenmalig gebruik kan in twee categorieën worden ingedeeld. Als medisch hulpmiddel en als persoonlijk beschermingsmiddel.

Het artikel ‘Medische onderzoekshandschoenen, weet wat je aanschaft en gebruikt!’ gaat in op de fysieke eigenschappen, Acceptable Quality Level, allergie en houdbaarheid van handschoenen.

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Tuchtrecht als kwaliteitskenmerk

De NVM gaat het intern tuchtrecht invoeren voor mondhygiënisten. Wat is tuchtrecht precies en wat zijn de voor- en nadelen hiervan?

Aanleiding
Minister Schippers vindt de mondhygiënist een zorgprofessional en wil haar meer bevoegdheden geven. Dit maakte ze in maart duidelijk met een kamerbrief: “De inzet van de mondhygiënisten-nieuwe stijl past in mijn prioriteiten van de juiste zorgverlener op de juiste plaats. Deze mondzorgprofessionals gaan in de naaste toekomst een belangrijk deel van de preventieve en de licht curatieve mondzorg op zich nemen. Ook zie ik in deze nieuwe professional een zorgverlener die bij uitstek geschikt is om kinderen en jeugdigen te behandelen. Om deze redenen wil ik de ingeslagen weg van de taakherschikking in de mondzorg verder voortzetten en uitbreiden. Zo wil ik nagaan of het deskundigheidsgebied van de mondhygiënist kan worden uitgebreid met de bevoegdheid om zelfstandig röntgenfoto’s te maken. Dit moet leiden tot een betere benutting van de voorhanden capaciteit en een verhoging van de kwaliteit.”

Blij
Corrie Jongbloed, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten, is erg blij met de overweging van de minister mondhygiënisten zelfstandig röntgenfoto’s te laten maken. Nu heeft de mondhygiënist al een functionele zelfstandigheid voor het maken van röntgenfoto’s en anesthesie. Dit houdt in dat er altijd een opdracht nodig is van een arts. “Opdracht voor voorbehouden handeling is een belemmering voor de mondhygiënist”, aldus Jongbloed. Als de mondhygiënist hiervoor een zelfstandige bevoegdheid krijgt, is die opdracht niet meer nodig. Jongbloed verwacht dat het nog wel een paar jaar zal duren voordat het zo ver is. Tot die tijd is het belangrijk dat de minister vertrouwen houdt in de beroepsgroep.

Vertrouwen
“Als u meer verantwoordelijkheden wilt hebben, dan heeft u daar een extra kwaliteitsborging voor nodig”, zei Wolter Brands tijdens de Algemene Ledenvergadering van de NVM. “En dit kan in de vorm van tuchtrecht”. Om vertrouwen te houden moet de mondhygiënist namelijk wel kwaliteit leveren, deze inzichtelijk maken en verantwoordelijkheid durven afleggen. Het vertrouwen van de minister en de burger krijgt men niet vanzelf, die moeten de mondhygiënisten verdienen. Mede daarom zijn er objectieve maatstaven bedacht, zoals de 18 kwaliteitsindicatoren.
Deze zijn door Zichtbare Zorg (ZiZo) gemaakt en worden nog doorontwikkeld. Belangrijke onderdelen zijn de patiëntenervaringen en visitatie. Deze indicatoren moeten inzichtelijk worden voor het publiek. Transparantie van de kwaliteit schept vertrouwen in de beroepsgroep. “Als de individuele mondhygiënist meer vertrouwen wil krijgen, dan moet men zorgen dat de gehele beroepsgroep vertrouwen wint”, overtuigde Brands. “Reclame maken en met modder gooien naar andere mondzorgverleners is niet het juiste middel. Tuchtrecht echter wel.”

Voordelen
“Tuchtrecht gooit rotte appels eruit en dit werkt ook als waarschuwing. Het geeft duidelijke criteria over wat wel en niet kan”, legde Brands uit. Tuchtrecht zal nooit een schadevergoeding opleggen. Het is niet individueel maar gericht op het publiekelijk vertrouwen in de mondhygiënist.

Wettelijk tuchtrecht
Het wettelijk tuchtrecht heeft een aantal nadelen. Bij de consument leeft, ten onrechte, het bezwaar dat beroepsgenoten elkaar de hand boven het hoofd houden. Voor tandheelkundig zorgverleners is het daarnaast erg vervelend als de zaak lang duurt. De procedure is voor hen onbekend en de gevolgen zijn fors. Een ander nadeel is het openbare karakter: de beschuldigde wordt gauw aan de schandpaal genageld. Ook al wordt iemand niet schuldig bevonden, toch wordt er in de media vaak op een vervelende manier over de kwestie geschreven. Sommige klachten worden bovendien veel te serieus genomen. Brands noemde een voorbeeld van een patiënt die klaagde omdat hij nietjes zou niezen nadat het boortje was afgebroken. En een ander voorbeeld van een man die aangaf dat z’n tandarts afluisterapparatuur in zijn oor had geplaatst.

Intern tuchtrecht
Bij het opstellen van verenigingstuchtrecht – ook wel intern tuchtrecht genoemd – kan rekening worden gehouden met de nadelen van het wettelijk tuchtrecht. Intern tuchtrecht kan er namelijk voor zorgen dat:

  • Futiliteiten niet tot een zitting komen;
  • De zitting niet openbaar hoeft te zijn;
  • Er minder ingrijpende gevolgen zijn, dus bijvoorbeeld geen titelafname of iets dergelijks.

Brands verwacht dat een intern tuchtrechtorgaan het niet druk zal krijgen. “Over het algemeen zijn er erg weinig officiële klachten over mondhygiënisten”, gaf hij aan.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna voor dental INFO, tijdens de Algemene Ledenvergadering van de NVM op 13 april 2012.

Mr. dr. Wolter Brands is tandarts, plaatsvervangend rechter aan de rechtbank in Utrecht en cursusdocent in het postacademisch onderwijs. Brands is gepromoveerd in het gezondheidsrecht. Op zijn naam staan talrijke nationale en internationale lezingen en publicaties over het raakvlak van het gezondheidsrecht en de dagelijkse tandheelkundige praktijk.

Mei 2012

 

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Tandarts moet Movir meer dan half miljoen euro terugbetalen

Tandarts moet Movir meer dan half miljoen euro terugbetalen

Op 26 april deed de rechtbank Arnhem uitspraak inzake vermeende misleiding en schending inlichtingenplicht door een tandarts jegens inkomensverzekeraar Movir.

Arbeidsongeschikt melding
Twee broers en een zwager van de betreffende tandarts raakten ernstig gewond bij een steekpartij. De tandarts meldde zich twee dagen later arbeidsongeschikt bij Movir. De jaren erna ontving de tandarts een arbeidsongeschiktheidsuitkering van zijn verzekeraar totdat deze per toeval stuitte op een internetartikel. Uit dit artikel bleek dat de man een tweede tandartsenpraktijk had overgenomen en kennelijk helemaal niet zo arbeidsongeschikt was.

Terugbetaling
De tandarts moet nu op last van de Arnhemse rechtbank € 447.227 aan onterecht uitgekeerde bedragen aan Movir terugbetalen, plus de premiebetalingsverplichting over betreffende periode vanaf 2006 en onderzoekskosten van CED. Dit alles vermeerderd met wettelijke rente, beslag- en proceskosten van Movir.

 

Lees meer over: Ondernemen, Verzekeringen
patient-als-tevreden-klant-

Wat als elke patiënt een tevreden klant moet worden? – BNR-debat

Wat als de patiënt een tevreden klant moet worden? Tijdens het radiodebat De Nieuwe Wereld vroeg BNR het aan verschillende spelers uit het veld: mensen die hun nek durven uit te steken, beleidsmakers, politici en verzekeraars.

Conclusie
Het Nederlandse zorgsysteem wordt gestuurd door de verkeerde prikkels. En dus kan de zorg efficiënter en goedkoper. Dat is de belangrijkste conclusie van het debat.

Juiste prikkels
Ook minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is op zoek naar de juiste prikkels. ‘Er is al een flink aantal zaken aan het veranderen. Kijk bijvoorbeeld naar de verzekeraars. Sinds het begin van dit jaar krijgen ze geen extra’s meer als zij hun budget overschrijden.’

Tot die tijd kregen zij een verevening als ze erover heen gingen. Nu dat is afgeschaft, moeten de verzekeraars veel scherper inkopen. ‘We gaan dus afrekenen op prestatie’, aldus de minister.

Experimenteren
Maar dat is niet het enige. De minister wil bovendien experimenteren met verschillende financieringsmodellen, door het hele land. Dus niet alleen het model gebaseerd op prestatie, maar ook alternatieven. ‘Die alternatieven kunnen ontwikkeld worden door de mensen uit de praktijk, in plaats van door mensen die eerst 10 jaar gaan studeren hoe het beter kan.’

Iedereen kan zich aanmelden. ‘Ik wil snel kunnen vergelijken’, aldus de minister. Als voorbeeld noemt ze de samenwerkingen tussen ziekenhuizen. De ene keer eindigt het in een fusie, de andere keer vormen ze een corporatie.

Chinese keizer
Neuroloog aan het UMC St Radboud Bas Bloem vindt dat artsen beloond moeten worden zoals de geneesheer van de Chinese keizer: hij wordt alleen betaald voor de dagen dat de keizer gezond is. Bovendien vindt Bloem dat de patiënt veel meer bij de behandeling betrokken moet worden.

‘Geef ze inzicht in de medische keuzes en de kosten. Zo kunnen ze meekiezen en krijgen de artsen ook een beter zicht op wat belangrijk is voor de patiënt.’ Op deze manier krijgen zorgaanbieders de juiste prikkels. Het gaat om genezen, niet om het draaien van veel omzet’, zegt Bloem.

Kortere zorgbehoefte
Ook Jos de Blok van Buurtzorg Nederland vindt dat de zorg op een andere manier geprikkeld kan worden. Hij heeft met zijn thuiszorgorganisatie aangetoond dat zijn patiënten een kortere zorgbehoefte kunnen hebben. ‘En dat zou beloond moeten worden’, aldus De Blok.

Buurtzorg Nederland werkt met kleine teams van hoogopgeleide verpleegkundigen, die in direct contact staan met de patiënt. De management laag is uit deze organisatie verwijderd. ‘Als er een manager is, gaat de rest achterover zitten’, aldus De Blok.

Meer zeggenschap
Chris Oomen van DSW vindt dat verzekeraars het meer voor het zeggen moeten hebben: laat ze ziekenhuizen kopen, dan kunnen ze meer invloed uitoefenen op de specialisten, en de raden van bestuur en –toezicht.

Oomen wilde eerder een ziekenhuis overnemen, maar dat is tegengehouden door de politiek. ‘Maar als die kans nog een keer voordoet, zal ik het zeker nog een keer proberen.’

Bron:
BNR

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen