handtekening - contract

Arbeidsongeschiktheidsverzeraar Movir schaft acceptatieleeftijd af

Arbeidsongeschiktheidsverzekeraar Movir schaft de maximale acceptatieleeftijd van 54 jaar af. Hierdoor kunnen mensen van 55 jaar of ouder nu ook bij Movir terecht om een nieuwe verzekering af te sluiten of een wijziging op hun bestaande verzekering door te voeren.

Uiteraard blijft de premievrijstelling in het laatste jaar van kracht. Daarom geldt er wel een minimale periode van vijf jaar tussen de gewenste ingangsdatum en de einddatum van de polis. Deze minimale periode geldt ook voor mutaties op bestaande verzekeringen.

Flexibiliteit op latere leeftijd
De beleidswijziging is het gevolg van een toenemende vraag van klanten; adviseurs krijgen steeds vaker het verzoek om meer flexibiliteit op latere leeftijd. Door maatschappelijke en economische omstandigheden groeit de behoefte om de eindleeftijd van de verzekering te verhogen. Dat kan nu dus met de afschaffing van de acceptatieleeftijd.

Bron:
Movir

Sep 2011

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
telefoon

Geen no-showers meer dankzij sms

Medisch Centrum Haaglanden werkt al enige tijd aan het reduceren van het percentage no-show. Dat doet ze door enige tijd voor de afspraak een smsje naar de patiënt te sturen, meldt de NVZ vereniging van ziekenhuizen.

Het ziekenhuis hanteert de nieuwe werkwijze sinds juni. Dagelijks ontvangen meer dan duizend patiënten een sms en daardoor is het percentage no-show flink gedaald. Sinds de sms worden meer afspraken nagekomen en dat scheelt het ziekenhuis in de kosten. Wel betaald het ziekenhuis voor de sms.

Bron:
Skipr

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen
website

Marketing tip: welkomstvideo op uw website

Hoe geeft u een websitebezoeker een goed beeld van uw praktijk? Een welkomstvideo geeft een goed beeld.
Bekijk een voorbeeldvideo van Tandartsen Hoge Hond uit Deventer.

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen

Huidige vormen van personenvennootschappen VOF, CV en maatschap blijven behouden

Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft besloten niet verder te gaan met de regeling voor personenvennootschappen. Dat schrijft hij in een brief aan de Eerste Kamer. Tot op heden blijkt er voor de voorstellen weinig steun te zijn van de beoogde gebruikers, met name ondernemers in het midden- en kleinbedrijf. De behoefte aan nieuwe personenvennootschappen is gering en de hiermee verbonden kosten worden gevreesd. VNO-NCW en MKB-Nederland hebben dit recent nog eens bevestigd.

Intrekken wetsvoorstellen
Volgens Opstelten is het doel van wetgeving op het terrein van vennootschapsrecht ondernemers een juridische infrastructuur te bieden waardoor zij in staat zijn hun activiteiten te ontplooien en de bij de vennootschap betrokken partijen voldoende bescherming tegen misbruik te bieden. Beide doelstellingen moeten in balans zijn, aldus de minister.
Opstelten concludeert letterlijk: ‘Ik ben tot de conclusie gekomen dat de primaire doelstelling van de wetgeving – het faciliteren van ondernemers – in beide wetsvoorstellen onvoldoende tot zijn recht komt. Daarom ben ik voornemens op korte termijn de procedure voor intrekking van de wetsvoorstellen in gang te zetten. Gelijktijdige behandeling met de wetvoorstellen inzake de vereenvoudiging en flexibilisering van het bv-recht is niet meer aan de orde.’

Dit betekent dat de huidige vormen van personenvennootschappen VOF, CV en maatschap behouden blijven.

Verplichte inschrijving Kamer van Koophandel ongewijzigd
Wat betreft de verplichte inschrijving in de Kamer van Koophandel wijzigt zich dus vooralsnog niets: Besloten Vennootschappen en Vennoten Onder Firma moeten in de kamer van Koophandel geregistreerd worden. Eenmanszaken en Maatschappen kunnen in de Kamer van Koophandel geregistreerd worden.

Bron:
Weekbulletin VNO-NCW
VGT


Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Eerste berichten fiscale dentale aanpassingen 2012

Bronnen bij VNO-NCW gaven een eerste inzage in de dentale fiscale wijzigingen per 2012. Het gaat om de volgende wijzigingen:

Tijdelijke regeling willekeurige afschrijving vervalt
De tijdelijke regeling willekeurige afschrijving (met een maximum van 50% per jaar) per 1 januari 2012 komt te vervallen. Investeringen gedaan voor 31 december 2011 vallen nog wel binnen deze regeling, investeringen die worden gedaan na 1 januari 2012 vallen daar buiten.

Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek blijft bestaan met aanpassing bedragen
De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek wordt in 2012 gecontinueerd. De bedragen en percentages zullen waarschijnlijk iets worden verhoogd. Hiermee blijft dus ook het VGT product ‘strategisch leasen’ (het spreiden van grotere investeringen over meerdere jaren) onverminderd doorlopen.

Nog niet bevestigd
De bovenstaande wijzigingen zijn niet bevestigd. Naar verwachting zullen deze wijzigingen binnen enkele weken in de Staatscourant worden gepubliceerd.

Bron:
VNO-NCW via VGT

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Regels vrije tarieven mondzorg vastgesteld

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft de regels vastgesteld die per 1 januari 2012 gelden voor het experiment met vrije tarieven in de mondzorg. In de regels staan afspraken over transparantie en prestaties. In het experiment mogen tandartsen zelf de prijs vaststellen voor de zorg die zij leveren.

Standaard prijslijst
Als er straks vrije prijzen zijn, is het belangrijk dat iedereen in de tandartsstoel weet wat hij of zij krijgt voor welke prijs en dit ook kan controleren. In de regeling mondzorg die nu is vastgesteld staan verschillende afspraken over hoe tandartsen, orthodontisten, mondhygiënisten en tandprothetici hun patiënten moeten voorlichten over de inhoud of prijs van een behandeling. Zo hoort er straks in hun praktijk een standaardprijslijst te hangen en brengen zorgverleners bij behandelingen boven de € 150 offerte uit.

Eenduidige praktijkinformatie
Veldpartijen werken daarnaast nog aan eenduidige praktijkinformatie, zoals gegevens over wie er in de praktijk werkt. Deze maatregelen bij elkaar maken het voor consumenten mogelijk de prijs tussen tandartsen onderling te vergelijken en te kiezen voor de beste prijs-kwaliteitsverhouding.

Lijst nieuwe prestaties
Gelijktijdig met de regeling mondzorg is de lijst met nieuwe prestaties definitief vastgesteld. In juli 2011 werd de conceptlijst al bekend gemaakt, zodat de marktpartijen alvast met de voorbereidingen konden beginnen. Nu de minister heeft besloten dat er vrije prijzen komen, zijn de prestaties definitief vastgesteld. In de prestatielijst staat in heldere taal wat de behandeling precies inhoudt. Met de nieuwe prestatielijst is er meer ruimte gekomen voor diagnostiek, preventie en innovatie.

Monitoren
De minister heeft de NZa gevraagd de ontwikkelingen op de markt tijdens het drie jaar durende experiment te monitoren. Vanaf volgend jaar bekijkt de NZa onder andere of het aanbod van mondzorg goed verspreid is over het hele land en of er meer afspraken worden gemaakt tussen zorgverleners en zorgverzekeraars. Daarnaast wordt gekeken naar serviceverlening, de kwaliteit van de zorg, en of er meer wordt geïnnoveerd. Denk hierbij aan nieuwe behandelmethoden. De resultaten van de monitor koppelt de NZa terug aan de minister. Uiterlijk 1 juli 2014 besluit de minister of het experiment wordt verlengd.

De NZa blijft toezicht houden op de sector mondzorg. In 2012 verschuift daarbij de focus van het toezicht op tarieven naar het toezicht op transparantie.

Bron:
NZa

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
Sparen, geld

Spaarloonregeling vervalt, in de plaats komt Vitaliteitspakket

De huidige Spaarloonregeling vervalt met ingang van 2012. Ook de Levensloopregeling wordt afgeschaft, waarbij een overgangsregeling wordt getroffen. Daarvoor in de plaats komt het Vitaliteitspakket.

Buffer
Het Vitaliteitspakket vervangt de Spaarloonregeling en Levensloopregeling m.i.v. 2013. De Vitaliteitsregeling bevat naar verwachting kenmerken van de Levensloopregeling en de Spaarloonregeling. Met de nieuwe spaarregeling kunnen werknemers een financiële buffer opbouwen om een periode van inkomensachteruitgang te financieren of de overgang van werk naar werk zo soepel mogelijk te laten verlopen. De gespaarde bedragen kunnen, anders dan bij de huidige regelingen, niet meer worden aangewend om eerder te stoppen met werken.

Drie beleidslijnen
Het kabinet wil met het Vitaliteitspakket duurzame inzetbaarheid stimuleren en de kaders scheppen waarbinnen bedrijven, instellingen en werkenden aan de slag kunnen gaan. Het kabinet geeft daarom het Vitaliteitspakket vorm langs drie beleidslijnen: doorwerken, mobiliteit en loopbaanfaciliteiten.

Doorwerken
Eén van de plannen is het beperken van de verplichtingen loondoorbetaling en re-integratie bij ziekte van een werknemer die de pensioenleeftijd heeft bereikt. Ook wil minister Kamp dat werkgevers meer mogelijkheden krijgen om een 65-plusser opeenvolgend meerdere contracten voor bepaalde tijd te geven. Daarnaast moet volgens Kamp de leeftijdsgrens van 65 jaar geschrapt worden uit de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Met betrekking tot automatisch leeftijdsontslag is Kamp van plan uitdrukkelijk in het Burgerlijk Wetboek op te nemen dat ‘pensioenontslagbedingen’ alleen geldig zijn als zij schriftelijk worden vastgelegd. Dit zorgt er volgens de minister voor dat de afspraak duidelijk en kenbaar is voor beide partijen.

Mobiliteit
De mobiliteitsbonus is één van de maatregelen om ‘mensen op leeftijd’ gemakkelijker aan het werk te krijgen of te blijven. De mobiliteitsbonus maakt deel uit van het Vitaliteitspakket. 62-plussers worden met de 62-plus bonus geprikkeld aan de slag te gaan of te blijven. De 62-plus bonus is een samenvoeging van de huidige arbeidskorting ouderen en de doorwerkbonus.

Loopbaanfaciliteiten
Het kabinet wil dat werkgevers en vakbonden in cao’s afspraken maken om ontslagen personeel weer aan de slag te krijgen via (om)scholing, zodat zij breder inzetbaar zijn. Daarvoor komt er een ‘van-werk-naar-werk-budget’. Werkgevers moeten daaraan gaan meebetalen. Om een overbrugging te kunnen opbouwen voor bijvoorbeeld de overgang naar een nieuwe baan wordt er voor werknemers een nieuwe spaarregeling in het leven geroepen.

De exacte invulling van de maatregelen zal op Prinsjesdag 2011 bekend worden gemaakt.

Bron:
HR Praktijk

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
leiding geven

Hoe geeft u het beste leiding?

Medewerkers dragen vaak snel verantwoordelijkheid en verwachten van hun leidinggevende dat ze daarin een sparringpartner zijn. Hoe ontwikkelt u gezag en invloed zonder macht?

Een verslag van het boek Niet echt de baas van, auteur P. Quant In Niet echt de baas legt de auteur op haar eigenzinnige wijze uit hoe je het aanpakt om invloed uit te oefenen zonder macht. Dat doe je onder andere door onafhankelijker te denken, gezag op te bouwen, op te houden met te veel zelf doen en vooral door draagvlak te verwerven.

Sparringpartner
Al jaren is er een tendens zichtbaar waarbij medewerkers op een vroeger moment in hun loopbaan grote verantwoordelijkheid krijgen voor hun taken. Wat begon met de kreet ‘empowerment’ en resultaat gericht managen, is nu een gangbare manier van leidinggeven geworden. Medewerkers, steeds vaker goed opgeleid en voorzien van specialistische kennis, dragen snel verantwoordelijkheid en verwachten van hun leidinggevende dat ze daarin een sparringpartner zijn.

Geen ja-knikkers
Welke praktijkeigenaar wil nu niet het beste uit zijn personeel halen? Dit kan enkel als u geen ja-knikkers wilt. Ja-knikkers krijgt u door continu achter uw personeel aan te zitten om te zorgen dat ze doen wat u wilt. Ja-knikkers zijn mensen waar je passie mist en die alleen werken om geld te verdienen. Prettig werken doe je in een omgeving waar mensen enthousiast zijn en blijven met hun baan. Daar waar werknemers bij uw praktijk blijven werken en daadwerkelijk iets toevoegen aan uw praktijk. Alleen als u kritiek op uw eigen persoon en handelen kunt toelaten, kunt u echt gezond gezag uitoefenen. Omring u niet met ja-knikkers, lok kritiek desnoods uit!

Proactieve houding
Steeds meer wordt verwacht van werknemers dat zij initiatief nemen in hun werk, een proactieve houding laten zien. Dat komt door een toename van de noodzakelijk klantgerichte instelling. Patiënten worden mondiger en laten zich niet meer met een kluitje in het riet sturen. Uiteraard kan een leidinggevende daar niet alleen in staan en verwacht hij van zijn werknemers dat ze zelf initiatieven nemen op dat vlak: een klantvriendelijk houding aannemen, nieuwe wegen inslaan en meedenken over innovaties en verbeteringen.

Individuele wensen
Medewerkers dragen niet alleen eerder verantwoordelijkheid, maar ze eisen ook steeds vaker dat u rekening houdt met hun individuele wensen. Dat betekent dat zij mee willen denken over wanneer zij beschikbaar zijn voor werk, wanneer niet of in elk geval minder. Ook daarin is een uniforme aansturing minder handig dan een op het individu afgestemde regeling.

Gezag
Een groot ego gaat vaak gepaard met een grote passie: iets absoluut willen bereiken. Er ligt een belangrijk onderscheid in de manier waarop de leider zijn omgeving in beweging krijgt. Waar de leider zichzelf groot maakt en mensen krimpen en ophouden met nadenken, daar is het mis. Waar daarentegen gevarieerd en geschakeerd eigen initiatief bloeit, daar is het goed. Gezag is het vermogen om impliciet medewerkers zodanig te beïnvloeden dat zij verantwoordelijkheid nemen en initiatief tonen. Gezag toont u door betrokkenheid en geloofwaardigheid uit te stralen. Gezag heeft te maken met het effect dat u heeft op werknemers, op wat ze doen en hoe ze dat doen. Invloed uitoefenen heeft altijd te maken met communicatie, interactie en een gevoel dat je bij de ander oproept.

Hoe zien uw werkgevers dat u gezag uitoefent?

  • U hakt knopen door
  • Het werk wordt goed uitgevoerd
  • Het beleid wordt geïmplenteerd
  • Conflicten en problemen worden opgepakt

Hoe bouwt u gezag op?
Gezag opbouwen is lastig U moet de baas durven spelen.

  • U en uw werknemers zijn wel gelijk als mens, niet gelijk in functie
  • U bent besluitvaardig, ook bij vervelende beslissingen
  • U trekt grenzen
  • Mensen worden aangesproken op hun gedrag
  • U laat conflictsituaties niet sudderen
  • U heeft aandacht voor uw mensen

Wat werkt niet?

  • Werknemers de hand boven het hoofd houden
  • Te directief zijn
  • De beste willen zijn in uw vak
  • Vriendschappelijk met ze omgaan (er is een verschil tussen aardig zijn en aardig doen)
  • Alleen maar het goede voorbeeld willen geven
  • Altijd consensus zoeken

Hoe houdt uw uw personeel?

  • Geef complimenteren, positieve feedback. U bereikt dat de ander zich door uw complimenten gesteund voelt en het door u gewenste gedrag opnieuw gaat vertonen.
  • Luister naar wat de ander naar voren brengt. Geef de ander het gevoel dat u oprecht in hem geïnteresseerd bent, waardoor de ander als reactie interesse krijgt voor uw beweegredenen en wensen. U hebt de ander namelijk hard nodig om draagvlak te krijgen. U wilt daarom graag weten wat er voor die ander speelt.
  • Geef de ander erkenning. U geeft de ander erkenning omdat u wilt dat de ander zich belangrijk en de moeite waard gaat vinden en daardoor in beweging gaat komen. Als mensen zich belangrijk en waardevol voelen, leidt dat eerder tot commitment.

Bestellen boek
Bestel het boek Niet echt de Baas van Parties Quant

Bron:
Niet echt de baas, over het ontwikkelen van gezag en invloed, Parties Quant

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Management, Ondernemen
tip - gesprek

Zes tips voor een uitmuntend functioneringsgesprek

Een goede voorbereiding en duidelijke taal geven ieder functioneringsgesprek een boost.
Zes tips om een onuitwisbare indruk te maken.

1. Word niet emotioneel
Een functioneringsgesprek is altijd subjectief. Ook de persoonlijkheid en tics van uw baas spelen een rol. Houd uw hoofd echter koel.
2. Evalueer eerst uzelf
Schrijf ruim van tevoren voor uzelf op wat u allemaal bereikt heeft. Wat was uw bijdrage aan de praktijk?

3. Maak melding van al uw resultaten van het afgelopen jaar
Houd het hele jaar door bij wat u zoals bereikt heeft.

4. Vertel uw baas op welk gebied u meer begeleiding nodig hebt
Zie dit gesprek als een kans om om hulp te vragen zodat u nog beter kunt gaan presteren.

5. Wees duidelijk over wat u wilt bereiken
Bereid een actieplan voor. Dit is meteen een goede basis voor uw volgende functioneringsgesprek.

6. Spreek duidelijke taal
Beschrijf helder en duidelijk wat u bereikt hebt. Wees concreet en specifiek.

Bron:
HR Praktijk

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
online - communicatie

Belastingaanslag via digitale snelweg

Dertigduizend belastingambtenaren krijgen als eersten hun blauwe belastingbrief met aanslag niet meer thuis in de brievenbus, maar langs de digitale weg. De Belastingdienst wil aanslagbrieven niet langer op klassieke wijze over de post bezorgen en gaat de digitale verzending eerst bij de eigen ambtenaren uittesten. Als dat goed uitpakt, krijgen alle Nederlanders hun aanslag digitaal binnen. Dit meldt Binnenlands Bestuur.

De bedoeling is dat de vervolgcommunicatie, zoals bezwaarschriften, ook digitaal verloopt. De digitalisering van de overheidscommunicatie is een van de grote veranderingen die Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en uitvoeringsdiensten de komende jaren willen realiseren.
­
Het versturen van aanslagen, vergunningen, beschikkingen en andere officiële overheidsdocumenten, moet uiterlijk in 2015 digitaal plaatsvinden. Om dat mogelijk te maken, is er een berichtenbox – mijn.overheid.nl – gebouwd waar de overheid met elke burger kan communiceren.

Bron:
Pleinplus

Lees meer over: Financieel, Ondernemen
contract

Wanneer verandert een tijdelijk arbeidscontract in een vast contract?

Er zijn een aantal situaties waarin een tijdelijk arbeidscontract van uw werknemer automatisch kan overgaan in een vast contract. 6 situatie op een rij.

1. Na drie tijdelijke contracten
Een tijdelijk contract gaat over in een vast contract in de volgende situaties:

  • Na 3 tijdelijke arbeidscontracten die telkens direct of binnen 3 maanden na elkaar zijn afgesloten, is het vierde arbeidscontract automatisch een vast dienstverband.
  • Als tijdens het tweede of volgende contract de duur van 36 maanden wordt overschreden, verandert dit contract automatisch in een vast contract. De periode tussen de contracten mag hierbij maximaal 3 maanden zijn.

2. Contract via uitzendbureau telt mee
Het kan voorkomen dat een werknemer eerst werkt via een uitzendbureau, waarna u hem binnen 3 maanden een tijdelijk contract geeft. Als de werknemer dan hetzelfde werk blijft doen, telt de uitzendperiode in principe mee voor de opeenvolging van tijdelijke contracten, waarna recht ontstaat op een vast contract.

3. Uitzondering bij 36 maanden
Als het eerste tijdelijke contract van de werknemer 36 maanden of langer duurt en het tweede tijdelijke contract maximaal 3 maanden, gaat het tijdelijke contract niet automatisch over in een vast contract. Overschrijdt het nieuwe contract die 3 maanden wel, dan heeft de werknemer recht op een vast dienstverband.

4. Afspraak met werkgever of in de cao
Er kunnen met de werknemer ook andere afspraken gemaakt worden. Bijvoorbeeld dat hij in plaats van de verplichte 3 contracten al na 1 of 2 tijdelijke arbeidscontracten in vaste dienst komt, of na 2 jaar. Er kan nooit onderling afgesproken worden dat de werknemer later dan na 3 contracten in vaste dienst komt. Dat kan wel in een cao worden vastgelegd.

5. Langer tijdelijke contracten voor jongeren tot 27 jaar
Werkgevers mogen jongeren tot 27 jaar langer laten werken op tijdelijke arbeidscontracten. Deze jongere werknemers krijgen dan pas verplicht een vast dienstverband na 4 jaar of bij het 5e contract. Dit is een tijdelijke maatregel in verband met de economische crisis. De maatregel geldt in principe tot 2012. Bij Koninklijk Besluit kan deze datum worden verlengd, maar niet langer dan tot 1 januari 2014.

6. Na afloop tijdelijke regeling jongere werknemers
Na het vervallen van de tijdelijke regeling voor jongere werknemers, gaan de ‘oude’ regels weer gelden. Hierop geldt een uitzondering. In de volgende situatie blijft de tijdelijke regeling nog gelden na de vervaldatum:

  • De werknemer valt onder de nieuwe regeling voor jongere werknemers; deze regeling loopt vervolgens af, en het vierde contract loopt nog, òf hij is op dat moment langer dan 36 maanden in dienst, en hij is op dat moment nog geen 27 jaar.

    In dit geval krijgt de werknemer dus toch pas bij het 5e contract of na 4 jaar verplicht een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Bron:
HR Praktijk

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
vraagteken - vragen

Welke vragen kunt u zich stellen bij de overgang naar vrije prijsvorming?

Bent u goed voorbereid op vrije prijsvorming? VvAA en de Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) hebben in twee Informatiekaarten de gevolgen en mogelijke maatregelen van het driejarig experiment ‘vrije prijsvorming in de mondzorg’ inzichtelijk gemaakt voor tandarts en patiënt.

Bekijk hier de kaart Gevolgen vrije prijsvorming

Bekijk hier de kaart Vragen vrije prijsvorming

Informatiekaarten
Per 1 januari 2012 zijn er geen wettelijke maximumtarieven meer en worden verdergaande eisen gesteld aan transparantie van prijs, kwaliteit en prestatie. Dit kan gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering, strategie en concurrentiepositie van tandartsen en hun relatie met de patiënt. De Informatiekaarten helpen tandartsen om keuzes maken over te nemen maatregelen in hun praktijk.
VvAA en ANT hebben alle aandachtsgebieden omtrent vrije prijsvorming verkend en geanalyseerd. De Informatiekaarten geven gestructureerd weer waar een tandarts, mondhygiënist, tandprotheticus of orthodontist mee te maken krijgt bij de invoering van vrije prijsvorming in de mondzorg. De eerste Informatiekaart toont de gevolgen voor zowel de patiënt als de tandarts op het gebied van informatie, relatie tandarts-patiënt, strategie, concurrentie, keuzevrijheid, bedrijfsvoering en financiën. De tweede Informatiekaart (beschikbaar medio september) is een checklist die de tandarts helpt de juiste maatregelen te nemen in zijn praktijk. Deze kaart is ook een goede leidraad voor het informeren van patiënten.

Argumentenfabriek
De kaarten van VvAA en ANT zijn tot stand gekomen onder begeleiding van de Argumentenfabriek. De Argumentenfabriek is een onafhankelijk analysebedrijf dat organisaties helpt bij het inzichtelijk maken van complexe problemen door het visualiseren van informatie. Hiervoor maakt De Argumentenfabriek kaarten en filmpjes.

Bron:
VVAA

Lees meer over: Ondernemen, Tarieven, Thema A-Z
dossier, map

Werkt u volgens de praktijkrichtlijn Patiëntendossier?

Het patiëntendossier neemt een belangrijke plek in bij infectiepreventie. Welke gegevens moet het patiëntendossier bevatten en waarom? Verslag van de lezing van Hans de Soet tijdens de Cursus ‘infectiepreventie en patiëntveiligheid in de tandartspraktijk’ van MarkTwo Communications

Infectiepreventie draait om het voorkomen van infectieuze ziekten, ook binnen het tandheelkundige team. Ziektekiemen zoals legionella, tuberculose bacteriën, herpes en MRSA. Een patiënt kan het team besmetten, het team de patiënt en door kruisbesmetting kan zelfs de ene patiënt de andere besmetten. Misschien is zelfs een tandartspraktijk verantwoordelijk geweest voor de verspreiding van EHEC. Het patiëntendossier neemt een belangrijke plek in bij infectiepreventie. Bovendien bevordert het de transparantie.

Verloop van infectie
Eerst is er sprake van transmissie: De bacterie verhuist van de bron, zoals unitwater of de vorige patiënt, naar de volgende patiënt. Hier vestigt de bacterie zich en wordt de kolonisatie gestart. De bacterie past zich aan aan het ecosysteem en weerstaat (of niet) de gastheerreactie. Een mens bestaat uit zo ontzettend veel bacteriën dat men zich kan afvragen of een mens een ‘mens’ is of een kolonie bacteriën. Een mens bevat namelijk minder cellen dan bacteriën. We leven dan ook in een dynamisch evenwicht met onze microflora.

Waarom is de tandartspraktijk nu zo gevaarlijk?
Waarom wordt er ineens zo streng geïnspecteerd in de tandartspraktijk terwijl voetballers straffeloos op het veld spugen er hier vervolgens doorheen sliden? Het verschil is dat voetballers uitgebreid getest zijn op hun gezondheid. Onze patiënten zijn dit vaak niet. Ze kunnen van alles onder de leden hebben en dit verspreiden via tandheelkundige instrumenten. Bovendien mogen onze patiënten van ons verwachten dat ze niet ziek worden van een tandheelkundige behandeling

Zijn pathogenen gevaarlijker dan vroeger?
De pathogenen van vroeger, zoals veroorzakers van de pest, de vliegende tering, cholera en de Spaanse griep hebben we aardig onder controle. Dit komt door de invoering van hygiëne maatregelen en antibiotica. Maar dit heeft een keerzijde. Nu hebben we te maken met MRSA, EHEC en noem het maar op. Antibitiotica-resistentie is een groot probleem. We moeten zorgen dat we weer goed gaan letten op die hygiëne. In 1995 is hiervoor de richtlijn van de werkgroep Infectie Preventie (WIP) in het leven geroepen voor de tandheelkundige praktijk, welke in 2007 herzien is. De aanbevelingen voor mondzorgers zijn gebaseerd op zorgvuldige analyse van de literatuur en de expertise van professionals.

De cijfers
Dat infectiepreventie echt nodig is, blijkt wel uit de cijfers. Op zich is de kans van het oplopen van HIV bij een prikaccident met bloed van een HIV-positieve patiënt niet zo hoog (0,3-0,6%), maar dit is bij een prikaccident met bloed van een hepatitispatiënt veel hoger. Oké, gelukkig hoort het hele team wel gevaccineerd te zijn tegen hepatitis B (37-62% kans), maar steeds frequenter heeft een hepatitis-B patiënt ook hepatitis C. Vooral bij verslaafden moet men hier verdacht op zijn. Tegen Hepatitis-C zijn we niet gevaccineerd. Hepatitis is via bloed en via slijmvliezen (!) overdraagbaar, dus een stuk gemakkelijker dan HIV wat enkel via bloed overdraagbaar is.

De kans op overdracht van het Herpes Simplex Virus (HSV) is hoog. Het leidt niet frequent tot ziekte, maar bedenkt u zich wel dat de aerosol 2 meter hoog kan komen…Het komt op uw armen en gezicht.

Ook komt overdracht van de griep voor binnen de tandheelkundige praktijk. De spreker vond het aan te raden om het team de griepprik te laten halen. Primair ter preventie van overdracht, maar een spin-off is natuurlijk de continuering van de praktijkvoering tijdens zo een epidemische periode. Uiteraard is gevaccineerd zijn geen vrijbrief voor onhygiënisch handelen en moeten dan nog steeds de overige hygiëne maatregelen getroffen worden.

Tuberculose, komt dat nog voor?

Tuberculose (TBC) komt weinig voor onder autochtonen Nederlanders. Onder allochtonen komt het echter wel regelmatig voor. En deze mensen krijgen wij ook in de stoel. Gelukkig is er niet vaak sprake van open TBC, maar het is wel degelijk iets om rekening mee te houden. Er is immers een stijgende incidentie van TBC in Nederland. Bovendien is er resistentievorming tegen gangbare antibiotica.

In de USA is daarom een richtlijn opgesteld waarin patiënten met de volgende symptomen apart behandeld moeten worden:

  • Meer dan 3 weken hoesten
  • Gebrekkige eetlust
  • Gewichtsverlies
  • En andere symptomen op een TB-lijst

Hoe kun je nu zien of de patiënt wellicht een ziekte onder de leden heeft, zoals tuberculose?

Het patiëntendossier
En hier komt het patiëntendossier te voorschijn: Laat duidelijk op de kaart naar voren komen dat er sprake is van een (besmettelijke) ziekte. Het dossier moet op zijn minst het volgende bevatten:

  • Medische anamnese
    Denk daarbij aan:
    – Gegevens over allergie, diabetes, reuma, hartafwijkingen, bloedafwijkingen, epilepsie
    – Orale en dentale afwijkingen
    – Systemische aandoeningen, waaronder besmettelijke ziektes
    – Ziekenhuisverleden
    –  Medicatie
    – Reactie op anesthesie
    – Genetische aandoeningen
  • Tandheelkundige historie en anamnese
  • Status praesens
  • Röntgenfoto’s
  • De gegevens die de tandarts met instemming van de patiënt van zijn voorganger heeft overgenomen
  • Gegevens betreffende informed consent inzake voor de patiënt ingrijpende verrichtingen/behandelingen met aanzienlijke kostenconsequenties
  • Tandheelkundige gegevens:
    1.  De verslaglegging van de tandarts-patiënt contacten (consulten)
    Het verdient aanbeveling de volgende gegevens op te nemen:
    – De data waarop de contacten hebben plaatsgevonden (ook geannuleerde afspraken en afspraken die niet zijn nagekomen)
    – De klacht/hulpvraag/wens
    – Het uitgevoerde onderzoek, diagnose en indicatiestelling

    2. Het behandelplan
    – Tot op het moment van voltooiing van de behandeling
    – Met aantekeningen van essentiële afwijkingen van het plan
    – Bij plannen voor langere termijn, rekening houdend met informatie over de redenen waarom die termijn in acht genomen wordt. Tussentijds kunnen hierin immers wijzingen voorkomen

    3. Verder:
    – Verrichtingen (besteed extra aandacht aan het noteren van deels of volledig mislukte verrichtingen) en de naam van de behandelaar
    – Verstrekte tandheelkundige adviezen en behandelvoorstellen, inclusief reacties van de patiënt/mate van medewerking van patiënt
    – Rapportages van bacteriologische onderzoeken
    – Modelanalyse
    – Gegevens in het kader van horizontale en verticale verwijzing
    – Recepturen

Als u netjes het patiëntendossier bijhoudt, is er zicht op het welbevinden van de patiënt en kan er gemakkelijk worden geconstateerd of de patiënt ziek is. Bij een (kans op) besmettelijke ziekte dient u een risico inschatting te maken hoe groot de kans is dat u uzelf of uw volgende patiënten besmet.

Los van de overdracht van patiënt op patiënt is er ook nog de overdracht van behandelunit naar patiënt.

Hoe vaak controleert u het water van uw unit(s)?
Ondanks het feit dat ACTA zijn waterkwaliteit in de tandartsunits goed op orde heeft dankzij een actief test en decontaminatie beleid, kampt ACTA momenteel met een grote contaminatie met legionella (non-pneumophila) dankzij een fout in de waterleiding aansluitingen van de nieuwbouw van ACTA.

Wist u dat meer dan 80% van de waterleidingen in units in Nederland meer dan 5.000 KVE/ml bacteriën bevatten? Terwijl de norm 200 KVE/ml is?

Ook veel (Gram-negatieve) bacteriën in water kan COPD veroorzaken bij behandelaars en maakt behandelaars gevoeliger voor andere infecties! In sommige praktijken is het water uit de unit zelfs te vergelijken met urine van een urineweginfectiepatiënt. We hebben als behandelaars een inspanningsverplichting dus zorg ervoor dat uw water wordt gecontroleerd. Legionella-controle is elke 6 maanden nodig. Uit de reacties vanuit de zaal bleek dat er maar enkelen dit wel eens lieten controleren.

Conclusie
Concluderend stelde de heer Soet dat men een reëel risico loopt op infectieziekten bij de tandarts. Door hygiëneregels kan men deze risico’s inperken. Door transparant te zijn kunnen we zorgen voor veiligheid van het team en de patiënt.

Bron:
Verslag van de lezing van Hans de Soet tijdens de Cursus ‘infectiepreventie en patiëntveiligheid in de tandartspraktijk’ van MarkTwo Communications

Hans de Soet is microbioloog en werkzaam als Ass. Professor Preventieve Tandheelkunde bij ACTA. Ook hij is Voorzitter van de adviescommissie Infectie Preventie ACTA.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier, Praktijkhygiëne, Thema A-Z, Wet- en regelgeving
tandarts - materiaal

De mooiste wachtkamers

Uiteraard is het niet de bedoeling dat uw patiënten erg lang in de wachtkamer zitten, maar voor die paar minuten moeten ze zich wel rustig en op hun gemak voelen. Iedere wachtkamer is anders ingericht, van heel strak en modern tot een huiselijke sfeer met lampjes en mooie bloemen. Voor kinderen wordt het meestal opgeleukt met een kinderhoekje, maar een hele wand met computerspelletjes is natuurlijk ook mogelijk. Hieronder ziet u een greep uit de verschillende mogelijkheden uit Nederland en andere landen

Heeft uw praktijk ook een mooie of bijzondere wachtkamer? Mail ons een foto voor ons volgende artikel over wachtkamers.


Tandartspraktijk Cranendock, Maarheeze


Dentalis, Zwaag


Tandartspraktijk Mondzorg, Groesbeek


Tandartsen- en implantologiepraktijk De Mondhoek, Apeldoorn


Tandartspraktijk Munstergeleen, door Van der Schoot architecten


BlinQ Tandartsen, Etten-Leur


Tandartspraktijk in New Jersey, Verenigde Staten


Weissraum Dental Surgery, München, Duitsland


Royal Dental, Roemenië


Tandartspraktijk Van Houten, Hellendoorn


Dentist Nashville, Verenigde Staten


Mondzorg Damlaan, Leidschendam


Tandarts Van de Merwe, Spijkenisse


Kids Care Dental Group, Californië, Verenigde Staten

Door:
Melissa Link, mondhygiënist

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkinrichting
aantekeningen - leren

Arts moet leren van kapper en garagehouder

Artsen moeten klantgerichter worden. Dat stelt Arie Nieuwenhuijzen Kruseman, voorzitter van de Nederlandse artsenfederatie KNMG.
Een inspirerende stelling voor tandheelkundig zorgverleners.

“Waarom snappen kappers en garagehouders wél dat ze hun klanten niet onnodig moeten laten wachten, maar is dat niet bij alle artsen het geval?”, zegt Nieuwenhuijzen Kruseman. Hij noemt het voorbeeld van een polikliniek van een ziekenhuis waar alle patiënten om negen uur moeten verschijnen. “Terwijl sommigen pas vier uur later aan de beurt zijn. Dan vraag ik: Waarom doen jullie dat? En dan zeggen de dokters: Dat is handig, want dan zitten ze al klaar.”

Niet te geloven
Volgens de voorman van de artsenorganisatie is dat ‘niet te geloven’. Maar er zijn meer voorbeelden. Zo moet hij erkennen dat het ook nog steeds voorkomt dat patiënten zitten toe te kijken hoe er eerst een taart de spreekkamer in wordt gedragen, en daarna een dienblad met kopjes zodat de medewerkers van de afdeling een verjaardag kunnen vieren, terwijl de wachtkamer vol zit.

Economische crisis
Hoe het komt dat veel artsen hun eigen ding blijven doen? De voorzitter haalt zijn schouders op: “Makelaars en notarissen verdienen minder als er een economische crisis heerst. Maar bij artsen speelt dat niet. Patiënten komen toch wel. Ik wil daarbij aantekenen dat er natuurlijk ook veel dokters zijn die heel toegewijd met hun patiënten omgaan.”

Ivoren toren
In de jaren zeventig, de tijd dat Nieuwenhuijzen Kruseman medisch student was, stonden artsen nog onaantastbaar op een voetstuk. “Als iemand een ernstige ziekte had, dan vertelde je hem dat niet. De patiënt vroeg er ook niet naar. De dokter zat in een ivoren toren, en wat hij deed was goed.”

Kapper
Inmiddels is het voetstuk voor een groot deel verdwenen. “Maar het moet nóg vanzelfsprekender worden dat je mensen op tijd helpt, en excuses aanbiedt als ze een kwartier moeten wachten. Dat doet een kapper toch ook?”

Kwaliteit
De KNMG kan een dokter niet dwingen zijn opstelling jegens de patiënt aan te passen. ‘De markt’ zal volgens Kruseman het werk moeten doen. “Sinds een aantal jaar moeten ziekenhuizen met elkaar concurreren. Ze moeten de beste kwaliteit en goede zorg leveren aan de patiënten. Die kunnen steeds vaker op internet zien in welk ziekenhuis ze lang moeten wachten en hoeveel heroperaties er moeten worden uitgevoerd omdat er iets mis is gegaan. De patiënten gaan dan vanzelf naar het ziekenhuis waar de hulp wel goed is. Als uiteindelijk minder patiënten naar een bepaalde dokter toegaan, gaat hij of zij vanzelf om.”

Cultuuromslag
Hoelang het gaat duren voordat de cultuuromslag een feit is? De KNMG-voorzitter: “Ik denk een generatie.”

Bron:
Zorgvisie

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen
Recht

Tandarts veroordeeld voor misbruik gezagsverhouding met assistente

‘Zakelijk gaat het hartstikke goed met ons, maar privé wil jij een aantal dingen niet, dus het lijkt me beter dat ik ontslag voor je aanvraag’, aldus de tandarts tegen zijn assistente.

Werkgeverschap brengt macht met zich mee. Goed werkgeverschap brengt met zich mee dat deze macht, die juridisch gezien ‘gezagsverhouding’ wordt genoemd en één van de drie essentiële componenten van een arbeidsovereenkomst vormt, niet wordt misbruikt. Misbruik van deze macht kan zelfs tot strafvervolging leiden.

‘Wees lief anders…’
Een tandarts uit De Lier kon de verleiding niet weerstaan om van deze gezagsverhouding misbruik te maken. Een assistente die nog in haar proeftijd zat, kreeg van hem te horen dat ze maar moest oppassen want ze zat nog in haar proeftijd, en als zij privé niet met elkaar om konden gaan, dan zou hij de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd opzeggen. Ook kreeg ze toegefluisterd dat als ze privé lief voor hem zou zijn, dan zorgde hij er ook voor dat ze mooie dingen kreeg. Terwijl de man dit zei, zoende hij haar op de mond en in haar nek, en pakte haar borsten en billen vast.

De vrouw deed aangifte en de tandarts werd vervolgd en veroordeeld voor – kort gezegd – ontucht en bedreiging. De ontucht had betrekking op de lichamelijke handelingen en de bedreiging op de chantage. De tandarts kreeg voor zijn onbetamelijk gedrag slechts een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes weken, met een proeftijd van twee jaar.

Eén getuigenverklaring is geen bewijs
De zaak was tot aan de Hoge Raad gekomen, omdat de tandarts niet alleen pleitte onschuldig te zijn, maar ook omdat zijn raadsman vond dat zijn cliënt niet op basis van één getuigenverklaring, namelijk die van het slachtoffer, kon worden veroordeeld. Voor een veroordeling moet er aan een zeker bewijsminimum zijn voldaan: een enkele getuigenverklaring is normaal gesproken onvoldoende.

Maar als de verklaring gedetailleerd genoeg is, wordt ondersteund door andere verklaringen ‘van horen zeggen’ en een enkel ander bewijsmiddel, dan kan een veroordeling volgen. En van die drie factoren was in deze zaak sprake, omdat naast consistente verklaringen van de vrouw zelf en verklaringen van de moeder en ex-vriend van de vrouw, er ook een belastend smsje van de tandarts was met een tekst die een werkgever niet betaamt.

Bron:
Jurofoon
 Hoge Raad, 25 januari 2011, LJN BO6753 (o.a.)

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
dossier - onderzoek

EPD kan doorstart maken

Een aantal koepelorganisaties van huisartsen en apothekers concludeert dat het elektronisch patiëntendossier (EPD) toch kan worden ingevoerd. Het EPD, waarmee artsen medische informatie over patiënten kunnen uitwisselen, sneuvelde dit voorjaar in de Eerste Kamer. De senatoren vreesden dat de privacy van patiënten onvoldoende kon worden gewaarborgd. Aan de jarenlange voorbereiding van het megaproject was toen al ongeveer 300 miljoen euro besteed.

Voorstel
De Landelijke Huisartsenvereniging (LHV), de Vereniging Huisartsenposten Nederland (VHN), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), de apothekersorganisatie KNMP en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA) hebben een vertrouwelijk voorstel gepresenteerd om toch een digitaal patiëntendossier te kunnen invoeren dat de privacy van de patiënt volledig garandeert. Dit voorstel is in handen van het ANP.

Verhoging tarieven
Het EPD zou voortaan Servicecentrum voor Zorgcommunicatie gaan heten. Het plan zou 10 miljoen per jaar kosten. Zorgverzekeraars zouden bereid zijn de kosten te dragen. Ze zouden die doorberekenen via een verhoging van de tarieven die artsen en apothekers voor hun werk krijgen.
Nictiz, de organisatie die belast was met de oprichting van het EPD, heeft na het afblazen van het project opdracht gekregen te onderzoeken of een doorstart mogelijk is. Bronnen rond de vijf koepelorganisaties zeggen goede hoop te hebben dat Nictiz hun voorstel heeft overgenomen. De organisatie zou minister Edith Schippers van VWS inmiddels hebben geïnformeerd over haar standpunt.

Patiëntveiligheid
Een woordvoerder van Nictiz bevestigt dat de brief aan de minister is verstuurd, maar wil niet ingaan op de inhoud van het advies. De vijf belangenorganisaties van artsen en apothekers vinden dat een centraal patiëntendossier een belangrijk middel is om de patiëntveiligheid te verbeteren. Als patiënten, zoals bij bijvoorbeeld senioren veel voorkomt, behandeld worden door diverse artsen, kunnen die hun behandelingen op elkaar afstemmen. Dat voorkomt veel medische complicaties.

Bron:
Zorgvisie

Lees meer over: E-health, Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier
advies, tips

Zeven tips om uw medewerkers te motiveren

Het motiveren van medewerkers is niet moeilijk, als u maar weet hoe. Acht tips om uw mensen aan het werk te houden.

1. Wees duidelijk over verwachtingen
Vaak weten medewerkers niet eens wat er precies van hen wordt verwacht. Dat is een bron van onnodige misverstanden en frustraties over en weer. Iedereen wil goed werk leveren. Wees dus duidelijk in wat u van u medewerkers verwacht.

2. Zorg voor ontplooiingsmogelijkheden
Een belangrijk deel van de medewerkers heeft het gevoel dat hun capaciteiten onvoldoende worden benut. Daardoor verzuren de wilskracht en ambitie van de medewerkers. Goede managers weten wat hun medewerkers kunnen, willen en vooral wat hen trots zou maken. Er zijn altijd mogelijkheden om de creativiteit of vaardigheden van medewerkers te benutten.

3. Maak taken breder
Stress ontstaat als mensen het gevoel hebben dat ze hun werk niet goed kunnen doen. Een derde van de medewerkers zou meer bevoegdheden willen hebben om zijn werk beter te doen. Als er meer ruimte is voor uitdagingen, verantwoordelijkheden en persoonlijke groei, groeit de betrokkenheid van medewerkers.

4. Creëer succesvolle mensen
In de praktijk horen medewerkers vooral wat er niet deugt. Het delen van goed nieuws en het complimenteren van medewerkers hoeft weinig te kosten, maar het wordt dubbel en dwars terugbetaald in pure energie en alertheid.

5. Persoonlijke succesformules
Iedereen heeft zijn persoonlijke drijfveren. Wat voor de een een compliment is, ervaart een ander als een oubollige uitdrukking. Iedereen heeft zijn persoonlijke formule voor erkenning en motivatie. Voor de oplettende luisteraar blijven die persoonlijke succesformules niet verborgen.

Let op hoe iemand zijn bewondering voor anderen formuleert. Laat iemand vertellen over motivatie. Door soortgelijke bewoordingen te gebruiken, pikt de ander de boodschap sneller op. Complimenten worden meer gewaardeerd en motiverende aansporingen zijn effectiever.

6. Leer mensen boven zichzelf uitstijgen
Te veel medewerkers in de onderste regionen van een onderneming denken dat ze werken voor hun geld. Ze doen iets omdat het toevallig is opgedragen. De top van het bedrijf spreekt vaak in zulke ingewikkelde termen over de producten en dienstverlening dat medewerkers er niet warm van worden.

De ene verhuizer zegt dat hij alleen maar sjouwt. Een andere heeft misschien wat gevoel voor logistieke organisatie. Maar de verhuizer die zich realiseert dat hij een belangrijke rol speelt in de levens van een familie of onderneming, heeft de meeste lol in zijn werk. Met andere woorden: wat betekent de inzet van uw medewerkers voor uw klanten?

7. Stimuleer financieel
Loon naar werken is een taboe in ons land. Maar weet u een betere manier om een praktijk ondernemender te maken? Geen enkele prikkel is zo effectief als een financiële aanmoediging. Als overwerk voor uw medewerkers de enige manier is om extra te verdienen, is de kans groot dat er meer en meer overuren worden gemaakt. Wordt het geen tijd voor een meer uitgekiende prikkel?

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
Tijd - klok

Werkgevers willen weten wat medewerkers privé uitspoken

Werkgevers denken te kunnen voorkomen dat werknemers in bijvoorbeeld de Ziektewet belanden door bij te dragen aan een goede werk-privé balans. Daarom wil driekwart van hen graag informatie hebben over het privéleven van hun personeel.

Dit blijkt uit onderzoek onder ruim zeshonderd werkgevers en ruim 1600 werknemers van HR-dienstverlener 365/Zin.

Goed werkgeverschap?
Omdat ze bang zijn dat ze bemoeizuchtig overkomen, zijn werkgevers echter vaak nog huiverig met het stellen van privévragen aan hun werknemers. Maar ze moeten juist de dialoog met werknemers aangaan, aldus Rosé van Velzen, directeur van 365/Zin. “Over het algemeen wordt het juist gezien als goed werkgeverschap.”

Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat een derde van de werknemers geen goede werk-privé balans heeft. Een kwart van deze werknemers kent stress door een privé aangelegenheid, een derde kent stress door het werk.

Bron:
HR Praktijk
365/Zin

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Onderzoek, Personeel
vakantiegeld

Spaarloonregeling moet wijken voor verlaging overdrachtsbelasting

Er komt een eind aan het fiscaalvriendelijk sparen via de spaarloonregeling. Vanaf 2012 kunnen werknemers niet meer inleggen in deze regeling. Het spaarloon dat al is ingelegd blijft wel onder het belastingvriendelijk regime vallen. De maatregel is nodig om de verlaging van de overdrachtsbelasting te kunnen betalen.

De komende jaren wordt het al opgebouwde spaarloon volgens de huidige systematiek jaarlijks gedeeltelijk vrijgegeven. Na vier jaar wordt de spaarloonregeling dan echt opgeheven. Uiteindelijk moet de spaarloonregeling opgaan in de nieuwe vitaliteitsregeling.

Vitaliteitsregeling
Volgens het regeerakkoord wordt in de vitaliteitsregeling ook de levensloopregeling voor verlofsparen ondergebracht. De nieuwe regeling moet ‘op zijn vroegst’ vanaf 2013 werknemers gaan helpen met het vrijmaken van tijd en geld voor zorgtaken, scholing, opzetten van een eigen bedrijf of deeltijdpensioen.

Bron:
HR Praktijk

Lees meer over: Financieel, Ondernemen