Mogelijk verband tussen bloedglucosewaarden en kauwfunctie bij diabetespatiënten

kauwen

De bloedglucosewaarde van mensen met diabetes type 2 (DT2) hangt mogelijk af van hun kauwfunctie. Volgens een onderzoek bij 94 patiënten in Turkije dat is gepubliceerd in PLOS ONE hadden patiënten met een verminderde kauwfunctie een significant hogere bloedglucosespiegel.

Goed kauwen is belangrijk

Wanneer je begint met kauwen gebeuren er verschillende dingen. Voedingsstoffen worden uit het voedsel gehaald zodra het kauwen de aanmaak van speeksel stimuleert. Een bepaalde soort van deze voedingsstoffen, namelijk vezels, is erg belangrijk om de bloedglucosewaarden te verlagen. Verder stimuleert kauwen reacties in de darm die leiden tot verhoogde insulinesecretie. Ook krijg je door je eten goed te vermalen een meer verzadigd gevoel. Dit resulteert in minder voedselinname, en dus een kleinere kant op overgewicht – een belangrijke risicofactor voor het ontwikkelen van DT2.

Inefficiëntie door verminderde occlusale ondersteuning

Twee Turkse onderzoekers onderzochten het verband tussen inefficiëntie bij het kauwen als gevolg van verminderde occlusale ondersteuning en bloedglucosewaarden bij proefpersonen met diabetes type 2. In de retrospectieve studie werd gekeken naar gegevens die waren verzameld bij 94 patiënten met DT2 uit een polikliniek in een ziekenhuis in Istanbul, Turkije.

Hogere bloedglucosewaardes bij slechter kauwen

De patiënten werden in twee groepen verdeeld: de eerste groep omvatte patiënten met een goede “occlusale functie” – genoeg tanden die goed waren geplaatst en zodanig contact maakten dat iemand goed op zijn voedsel kon kauwen. De bloedglucosewaarde van die groep was 7,48. De tweede groep kon niet of niet goed kauwen omdat ze sommige of al hun tanden misten; hun bloedglucosewaarde was met een waarde van 9,42 bijna 2 procentpunt hoger. Verschillen tussen de groepen in het aantal witte bloedcellen en de body mass index (BMI) waren niet statistisch significant.

Interventies identificeren

Uiteindelijk zou de bevinding artsen kunnen helpen bij het identificeren van interventies om het glucosebeheer bij patiënten met diabetes type 2 te verbeteren, zoals het plaatsen van tandheelkundige implantaten en het uitvoeren van geschikte vaste restauraties, suggereerden de auteurs.

Meer onderzoek nodig

“In de tussentijd is meer onderzoek nodig om de oorzakelijke relatie tussen occlusale ondersteuning, tandverlies en spijsverteringsfunctie op bloedglucosespiegels bij proefpersonen met [type 2 diabetes] te onthullen”, concludeerden ze.

Bronnen:
University at Buffalo

PLOS ONE

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Wat is je functie?

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z