Mondverzorging: de evolutie en het verschil tussen mannen en vrouwen

Mondverzorging: de evolutie en het verschil tussen mannen en vrouwen

De mens is de enige diersoort die niet zonder dagelijkse mondverzorging kan. Dat vereist gewoontegedrag wat moeilijk aan te leren en vol te houden is. Wat hierbij goed werkt is het wijzen op de sociale gevolgen van een ongezonde mond. Vrouwen zijn meer dan mannen alert op een slechte adem. Ook wijzen zij een potentiële partner af wanneer deze uit zijn mond ruikt.

Evolutie
Het gebit is het meest robuuste onderdeel van het lichaam. Fossielen van tanden en kiezen zijn heel belangrijk voor inzicht in de evolutie van de mens. De hoektanden vallen op in de evolutie want die werden al heel snel veel kleiner. Dat wijst waarschijnlijk op vermindering van agressieve competitie tussen mannen.

Samenwerking tussen mannen werd steeds belangrijker om roofdieren te weren en om te jagen. De ontwikkeling ging van promiscuïteit naar paarvorming waarbij mannen betrokken raakten bij de ouderlijke zorg. Daarbij werd de juiste partnerkeuze belangrijker en werd er meer gelet op goede genen en gezondheid. Voorheen draaide het enkel om seks en dus om ‘scoren’. “Sommige mannen doen dit nog steeds en kunnen hiermee ver komen, zoals we bij zagen bij de verkiezing van Trump”, grapte Buunk.

Afname van variëteit in mondbacterieën
Om de gezondheid van een ander te bepalen is het heel zinvol af te gaan op het gebit en dat heeft alles te maken met het robuuste karakter van het gebit. Ook de verandering van voedselinname had invloed op het gebit. Er is een afname van de variëteit in mondbacteriën en dat betekent dat de mond nu minder in staat is om allerlei ziektes tegen te houden dan de mond van onze voorouders. De hedendaagse mens heeft ook meer onregelmatigheden en crowding in het gebit. Door al deze veranderingen heeft de mond steeds meer structurele zorg nodig. Volgens Buunk is onze mond steeds lelijker geworden. Gelukkig zijn er wel allerlei tandheelkundige beroepen om de mond te verfraaien.

Buunk denkt dat er een aangeboren evolutionair bepaalde neiging is om te letten op de kwaliteit van het gebit van een ander. Het vreemde is dat er erg veel onderzoeken zijn gedaan naar partnerkeuze maar dat er hierbij vrijwel geen aandacht besteed is aan de mond.

Beoordeling gebit

Er is onderzoek gedaan naar tanden waarbij iedere proefpersoon een foto van een man of een vrouw en hun gebit moest beoordelen. Op een foto was crowding, diastemen of een normale stand te zien en de foto’s varieerden tevens in  kleur: een natuurlijke kleur, een geel gebit of een gebleekt gebit. Het effect op de beoordeling van de aantrekkelijkheid werd gemeten. De normale stand werd in het algemeen het beste beoordeeld, de crowding wat minder en die met de diastemen als minste. Bovendien bleek dat de kleur heel belangrijk was. De natuurlijke kleur werd als meest aantrekkelijk beoordeeld, gebleekt iets minder aantrekkelijk en geel allerminst aantrekkelijk.

Dus mensen met diastemen en ook nog gele tanden doen het het slechtst op de liefdesmarkt.

Uit onderzoek blijkt verder dat vooral vrouwen op de mooiheid van hun gebit worden beoordeeld. Dat heeft er mee te maken dat voor mannen een vrouw eerder een potentiële partner is en voor vrouwen eerder een potentiële concurrent. Vrouwen kunnen onderling daarom buitengewoon venijnig zijn, terwijl mannen eerder sportief omgaan met hun onderlinge concurrentie.

Missende tanden
Het effect van het missen van een of enkele boventanden op de beoordeling van een persoon van het andere geslacht is heel groot. Een missende tand is al genoeg om uitgeschakeld te worden als potentiele partner.

“Investeer niet in een datingbureau maar in een implantaat bij het missen van een voortand”, aldus het verstandige advies van Buunk, wat grinnikend ter ore werd genomen.

Inschatten gezondheid
Ook schaalt men de gezondheid van iemand die een enkele tand of meer mist laag in. Vaak  denkt men ook dat iemand een stuk minder intelligent is als hij of zij een of meerdere voortanden mist. Ook is gebleken dat we iemand met een of meerdere missende voortanden soms minder vertrouwen.

Belang van mondgezondheid in sociale interactie
Buunk en zijn vrouw Yvonne Buunk-Werkhoven hebben onderzoek gedaan naar halitose bij 1466 volwassenen. Er werd onderzocht wat het belang is van de mondgezondheid bij afwijzing van een partner en het belang van de mondgezondheid in sociale interactie in het algemeen.

Wat zijn nu de meest afstotelijke dingen die bepalend zijn voor de partnerkeus? Het allerergste vinden we een vieze lichaamsgeur, ten tweede halitose en ten derde een lelijk gebit. Pas daarna komen smakeloze kleren, overgewicht, een onaantrekkelijk gezicht, een slecht figuur, een lage opleiding, weinig geld en een andere sociale achtergrond.

Angst voor afwijzing wegens halitose
Niet enkel jongeren vinden persoonlijke hygiëne belangrijk maar ouderen zeker ook. Ouderen zijn veel vaker van plan om hun gebit op de juiste wijze te verzorgen dan jongeren. Vrouwen zijn ten opzichte van mannen eenvoudiger te motiveren tot goede mondzelfzorg. De vrees om als partner afgewezen te worden op basis van de mondgeur is ook voor ouderen een goede motivator om hun gebit goed te verzorgen.

De angst om afgewezen te worden wegens halitose is behoorlijk aanwezig, sterker dan de angst om afgewezen te worden op basis van een slecht of lelijk gebit.

Wederom ligt deze angst bij ouderen het hoogst. Jongeren zijn zich wel het meest bewust ervan dat anderen letten op hun gebit en ze zijn bezorgd om sociale afwijzing wegens een slecht gebit, maar ze laten zich hierdoor niet leiden in hun keuze om hun gebit wel of niet goed te verzorgen.

Prof. dr. Abraham (Bram) P. Buunk is sociaal psycholoog en werd in 2005 benoemd tot Akademiehoogleraar namens de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Behalve honorair hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen, is hij ook hoogleraar Sociale en Organisatiepsycholoog aan de University of Curaçao. Hij doet veel internationaal onderzoek en publiceerde over tal van toegepaste sociaal psychologische onderwerpen, waaronder succesvol ouder worden, kwaliteit van leven bij kankerpatiënten, partnerkeuze, jaloezie, huwelijksproblemen, burn-out en Aids-preventie. Hij richt zich nu primair op de evolutionaire benadering van menselijk gedrag. In 2010 verscheen zijn boek Oerdriften op de werkvloer en in 2014 Applying Social Psychology: From Problems to Solutions.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, van de lezing van prof. dr. A.P. Buunk tijdens het NVM-Philips pre-congres 2016.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Halitose (slechte adem), Kennis, Thema A-Z