CAD/CAM restauraties

Behandelaanpak ernstige erosieve slijtage via CAD/CAM restauraties

Door gebruik van nieuwe materialen en CAD/CAM-technieken kunnen behandelaars efficiënt complexe slijtagebehandeling op een voorspelbare manier uitvoeren. Bekijk de stapsgewijze behandelaanpak.

Behandelaanpak

1. Initiële behandeling
Mondhygiëne en voedingsinstructie en behandeling van cariës.

2. Esthetische analyse

  • Beetvork met futar beetslot tbv Frankfurter Horizontale
    Hiervoor wordt gekozen omdat die van extra-oraal goed te bepalen is. Staat normaal ca. 5-6 graden t.o.v. de kauwvlak. Deze kan de tandtechnieker gebruiken voor het bepalen van de plaats waar meer opgewassen moet worden.
  • Informatie voor de tandtechnieker over de uiteindelijke lengte frontincisieven door eenvoudige composiet mock-up (zonder etsen primen en bonden).
  • Registratie van de beet.
  • Impregum afdrukken voor indirect werken.

Meegeven aan de tandtechnieker:

Lichtfoto’s

  • Impregumafdrukken
  • Mock-up
  • Kleur van het materiaal
  • Artex facebow
  • 3. Digitale afdruk
    De modellen worden voor de tandtechnieker gedigitaliseerd.4. Test drive
    Silicoonmal vervaardigt door de tandtechnieker wordt met protemp overgezet in de mond. Beoordelen of het gewenste resultaat wordt verkregen. Past het in de harmonie van de patiënt? Is het zoals je gepland hebt? Is het vlak van de occlusie recht? Klopt de beet?

    5. Technische fase
    Indirecte composiet restauraties vervaardigen.

    6. Plaatsen
    Doordat de beet al is uitgetest kunnen de indirecte restauraties geplaatst worden onder cofferdam.

    7. Bescherming
    Een splint van kunsthars.

    Lees ook het artikel Noninvasive restorations of servere erosion by means of CAD/CAM indirect composite occlusal restorations: a technical note.

    Dr. Schepke studeerde tandheelkunde in Mainz. Hij werkte in de patiëntenzorg zowel in een algemene praktijk als bij de sectie Orale Functieleer van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMC Groningen. In het onderwijs en onderzoek hebben CAD/CAM technologieën in de tandheelkunde en de digitale gebitsafdruk zijn interesse.

    Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van dr. Schepke tijdens de klinische avond Slijtage en restauratief herstel van het Wenckebach Instituut. UMCG


Download brochure noninvasive-restoration-of-severe-erosion-by-means-of-cadcam-indirect-composite-occlusal-restorations.pdf
Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z

Inschatting van risico essentieel voor effectieve behandeling van cariës en tanderosie

“Een effectieve en doelmatige behandeling begint bij een goede risicoschatting”, stelt Marie-Charlotte Huysmans. Niet zo zeer om geen laesie te missen, maar om een goed preventieplan op te kunnen zetten en uit te voeren. Of om juist te bedenken dat er geen / nauwelijks preventie nodig zal zijn voor de individuele patiënt. De meeste werkzaamheden in de praktijk zijn standaard; aandacht voor risico ontbreekt met regelmaat. Voor zorg op maat is inschatting van het individuele risico essentieel.

Niet te veel preventie
“We weten allemaal dat een vulling niet helpt tegen cariës”, sprak Huysmans en ze kreeg direct bijval vanuit de zaal. Geen of te weinig preventie is geen goede manier van mondzorg bedrijven. Maar te veel preventie inzetten is dat ook niet. “U moet niet alles als risico zien, niet uit de bocht vliegen.” Een voorbeeld van te veel preventie is bij elk kind fluoride appliceren. Er is dan niet gekeken of het individuele kind daadwerkelijk (verhoogd) risico loopt op cariës. Het is erg duur om bij ieder kind elk half jaar fluoride te appliceren terwijl het individuele kind misschien wel helemaal geen cariës had ontwikkeld. Dat is dus te veel preventie; het is te duur. Bekijk daarom eerst of een kind een verhoogd risico loopt, want daarmee wordt preventie doelmatiger. Door risicoschatting wordt preventie duurzaam.

Hoe in te schatten?
Hoe schat u het risico in? Bij erosieve slijtage is dat erg lastig: vroegdiagnostiek is moeilijk, maar nog moeilijker is het vast te stellen of er daadwerkelijk (verhoogde) progressie van de slijtage is, of dat het proces wellicht al stilstaat. Het risico op erosie is dus voorlopig nog moeilijk in te schatten. Voor het inschatten van het risico op cariës zijn daarentegen vele modellen ontwikkeld. Zowel risicofactoren (zoals plaque) als risico-indicatoren (bijvoorbeeld bestaande laesies of SES) kunnen gebruikt worden voor het voorspellen van cariës. Onderzoek naar sensitiviteit en specificiteit van de verschillende instrumenten die hiervoor zijn ontwikkeld leidt niet tot een eenduidige conclusie dat één van deze factoren beter zou zijn dan een andere. Over het algemeen zijn risicofactoren slechte voorspellers van cariës. Huysmans liet enkele instrumenten om risico in te schatten de revue passeren. Veel methodes waren arbeidsintensief en/of onhandig. “Heeft u eindelijk alles ingevuld, dan wordt er geen uitslag gegeven. U moest zelf een conclusie bedenken zonder daarbij een handvat te krijgen.” Het kan simpeler.

Cariësverleden
Eigenlijk is de beste voorspeller of er in het (recente!) verleden sprake was van cariës. “Bekijk dus of er sprake is van nieuwe en/of actieve cariëslaesies. “ Hierbij haalde Huysmans de adviezen van het Ivoren Kruis aan. In dat systeem wordt cariësactiviteit gekoppeld aan het volgen van het basisadvies cariëspreventie, om tot een risicoschatting te komen. Bijzonder daarbij is dat de cariësactiviteit doorslaggevend is, en dat als die activiteit wordt geconstateerd bij een patiënt waarbij alle risicofactoren (plaque, voeding, fluoride) juist op groen staan, men concludeert dat er sprake is van een zeer hoog risico. Deze patiënt is juist heel gevoelig voor het ontwikkelen van cariës en heeft extra preventieve middelen nodig.

Meer is niet altijd beter
Het is niet altijd nodig om alle preventiemiddelen uit de kast te halen die er maar zijn, ook niet bij een hoog risico. Ook dan moet op doelmatigheid worden gelet. Het Nexo-model richt zich vooral op het geven van voorlichting, van poetsles. Volgens het Ivoren Kruis kan het uitvoeren van dit model tot 70% cariësreductie zorgen. Gewoon Gaaf van het Ivoren Kruis is op dit model geïnspireerd.

Mevrouw prof.dr. M.C.D.N.J.M. Huysmans studeerde tandheelkunde van 1982 tot 1987 in Nijmegen. Daar promoveerde ze in 1992 op een vitro onderzoek naar mechanisch gedrag van plastische stiftopbouwen. Daarna volgde ze een omschakeling naar de cariologie,met als bijzonder aandachtsgebied de diagnostiek van cariës. Momenteel ligt de nadruk op diagnostiek en preventie van (secundaire) cariës en erosie, en op de kwaliteit van restauratieve zorg in de algemene praktijk. Na een periode van 10 jaar waarin zij hoogleraar Conserverende Tandheelkunde was in Groningen, is zij sinds september 2008 hoogleraar Cariologie en Endodontologie in Nijmegen. De opleiding van mondhygiënisten in de preventieve en operatieve cariologie heeft haar bijzondere aandacht.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van mevrouw prof.dr. M.C.D.N.J.M. Huysmans tijdens het NVM-voorjaarscongres.

Lees meer over: Cariës, Congresverslagen, Diagnostiek, Kennis, Thema A-Z

Dementie: de gevolgen voor de zorgverlener

Bij een toename van het aantal ouderen neemt ook de prevalentie van dementie toe. Hoe gaat u hiermee om? Wat zijn de gevolgen voor de zorgverlener?

Ziekte van de 21e eeuw
Dementie is de ziekte van de 21e eeuw. Dit is te verklaren door de vergrijzing, de prevalentie stijgt met de leeftijd. Iemand met dementie lijdt het langst van zijn leven hieraan in vergelijking met andere ziekten. Voor 60-plussers geldt dat de geschatte totale ziektelast, uitgedrukt in het aantal jaren dat men leeft met de ziekte, 11,2% is. Voor kanker is dit 2,5% en voor een beroerte is dit 9,5%. Mensen overlijden niet aan de ziekte maar aan de gevolgen hiervan.

Kenmerken dementie
De kenmerken van een dementerende patiënt zijn:

  • Dysfagie (in 13-57% van de gevallen)
  • Slechte mondhygiëne
  • Meer tandsteen, parodontitis en gingivitis
  • Meer cariës met als gevolg verlies van tanden
  • Meer medicatie
  • Prothese wordt vaker niet gedragen
  • Droge mond

Gevolgen voor de tandarts(praktijk)
Er zijn een aantal factoren die de mondgezondheid negatief beïnvloeden. Zo kan een dementerende oudere niet gemotiveerd zijn of is hij/zij afhankelijk van een mantelzorger. In zorginstellingen is vaak geen sprake van tandheelkundige voorzieningen en is het voor de medewerkers niet altijd mogelijk om tijd te steken in de mondgezondheid van de cliënten. Ook zijn er mondzorg-professionals die geen mondzorg willen of kunnen geven aan mensen met dementie.

Door de toenemende vergrijzing is het voor de toekomst belangrijk dat een praktijk is toegerust voor kwetsbare ouderen, te denken valt aan rolstoel vriendelijke ruimtes. Ook moet de tandarts genoeg kennis hebben van de dementerende patiënt en is een multidisciplinaire samenwerking -met onder andere de huisarts – van belang. Indien de tandarts zelf niet in staat is een dementerende patiënt te behandelen dan moet hij/zij in staat zijn te verwijzen naar een tandarts-geriatrie.

Spreker: Dr. G.J. van der Putten
Specialist ouderengeneeskunde, onderzoeker gerodontologie, Amersfoort

Verslag door Marieke Filius voor dental INFO van de klinische avond “Drie tinten grijs” van het Wenckebach Instituut

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
facings

Facings van porselein: science of art

Het volledig omslijpen van een element voor het vervaardigen van indirecte restauraties in het front is niet meer nodig met de moderne adhesieve technieken. Er is dan ook alleen indicatie voor een volledige omslijping wanneer er een volledige indirecte restauratie vervangen moet worden.

Endodontische complicaties worden voorkomen door gebruik te maken van de adhesieve technieken. Daarnaast kan de preparatie worden geëindigd in glazuur, waardoor een voorspelbare hechting mogelijk wordt.
Het slagen van indirecte restauraties is afhankelijk van de tandarts: de operator factor speelt een grote rol. Daarnaast is een goede tandtechnieker, en vooral de communicatie hiermee, erg belangrijk.

Stappenplan bij het vervaardigen van porseleinen facings

  1. De wensen en verwachtingen van de patiënt moeten duidelijk in kaart worden gebracht. Eventueel kan gebruik worden gemaakt van een formulier waarop de patiënt duidelijk zijn verwachtingen kan aangeven.
  2. Vooral wanneer er sprake is geweest van trauma aan de betrokken elementen is het belangrijk om voor de start van de behandeling röntgenfoto’s te maken.
  3. Lichtfoto’s en eventueel filmpjes geven veel informatie over de patiënt. Onder andere over de zichtbaarheid van de tanden en de incisaallijn.
  4. Indien mogelijk, kunnen er foto’s van eerdere behandelingen aan de patiënt getoond worden zodat zij een beeld krijgen van het te verwachten eindresultaat.
  5. Alle informatie die nu verzameld is, kan in een powerpoint gezet worden en toegestuurd worden naar de tandtechnieker. Op deze manier heeft de tandtechnieker genoeg informatie om een indirecte restauratie te vervaardigen. Digital ‘Smile Design’ zal een steeds grotere rol gaan spelen en is onder andere belangrijk om de incisaallijn zo recht mogelijk (gelijk aan pupillijn) te krijgen.
  6. Het maken van een wax-up is de volgende stap.
  7. De patiënt komt voor het tweede bezoek. Aan de hand van de wax-up kan er een mock-up vervaardigd worden. Dit wordt gedaan met behulp van een puttyslot en tijdelijke voorzieningen materiaal. Het is belangrijk dat deze mock-up 100% goed is. De mock-up kan een aantal dagen uitgeprobeerd worden door de patiënt. Indien de patiënt tevreden is, kan de behandeling gestart worden.
  8. De preparatie van uiteindelijke facings vindt vervolgens plaats. Er kan direct op de mock-up geprepareerd worden omdat deze de dikte van de uiteindelijke voorziening weergeeft. Incisiaal moet 1,5 millimeter afgenomen worden en cervicaal hoeft maar weinig afgenomen te worden. De cervicale outline ligt op de gingiva-lijn of supragingivaal. Approximaal moet voldoende geprepareerd worden omdat anders de overgang zichtbaar kan worden. Elementen moeten altijd gesepareerd worden voor de tandtecnieker, dit kan gedaan worden met behulp van een schuurstrip. De incisale overlap van buccaal naar incisaal moet vloeiend verlopen. De distale hoeken mogen iets afgerond worden om tandtechnieker wat meer vrijheid te geven. Het is belangrijk om vlekken in de tand meteen uit te slijpen en restaureren met composiet zodat er geen kleurverschillen bestaan.
  9. Nadat de preparaties glad gemaakt zijn, kan er een afdruk worden gemaakt.
  10. De tijdelijke voorziening wordt vervaardigd en bevestigd met een dual spot-etch techniek.
  11. Om de juiste kleur te bepalen kan de patiënt het beste langsgaan bij de tandtechnieker.
  12. Als de indirecte voorziening klaar is dan kan deze, na het verwijderen van de tijdelijke voorziening, gepast worden. Indien de pasvorm goed is dan moet zowel de indirecte restauratie als de preparatie voorbehandeld worden.

Failures en tips

  • Het is af te raden het cement eerst kort uit te harden alvorens de cementresten weg te halen. Het blijkt namelijk dat bij het verwijderen van een overmaat ‘kort uitgehard cement’ er ook cement uit de randspleet wordt verwijderd.
  • Bij patiënten die bruxeren, kan er beter gebruik gemaakt worden van een sterk porselein zoals e-max. Dit in combinatie met het vervaardigen van een opbeetplaat.

Conclusie

  • Prepareer minder en maak meer gebruik van adhesieve technieken.
  • Digital ‘Smile Design’ is belangrijk om een goede incisaallijn te creëren.
  • Maak gebruik van een mock-up/test drive.
  • Het cementeren van een facing is de belangrijkste stap bij het vervaardigen van facings.

Dr. Marco Gresnigt is in 2005 cum laude afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 2012 is hij gepromoveerd op de adhesieve bevestiging van facings. Hij is werkzaam in een algemene praktijk in Groningen. Op de universiteit van Groningen verricht Marco onderzoek op het gebied van de restauratieve/adhesieve tandheelkunde en doceert hij op de studenten kliniek. Naast de publicaties in internationale tijdschriften publiceert Marco ook regelmatig in Nederlandse tijdschriften. Hij geeft zowel nationaal als internationaal lezingen op het gebied van esthetische en adhesieve tandheelkunde.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres Frontrestauraties van bureau Kalker.

Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Onderzoek, Restaureren, Scholing, Thema A-Z

Nationale Hou je mond gezond! Dag

Op 20 maart – Wereld Mondzorg Dag – organiseert het Ivoren Kruis, de Nederlandse vereniging voor mondgezondheid, samen met haar partner elmex de Nationale Hou je mond gezond! Dag. 

Mondzorgverleners geven op die dag poetslessen aan schoolkinderen in heel Nederland in het kader van het onderwijsproject Hou je mond gezond! De pers is uitgenodigd om bij de Hou je mond gezond! Dag aanwezig te zijn om verslag om verslag hiervan te doen.

Op 20 maart zal Hou je mond gezond! 500.000 kinderen en hun ouders hebben bereikt met poetslessen.

Waarom belangrijk?
De verslechterde situatie van de kindergebitten in ons land is de aanleiding voor de ontwikkeling van het project. Uit onderzoek blijkt dat 25% van de kinderen in Nederland zijn tanden niet of slecht poetst. Het doel van de poetsles is het bevorderen van een gezonde mond, het terugdringen van cariës (gaatjes) en tanderosie en het stimuleren van tandartsbezoek. Verder wil het Ivoren Kruis bij kinderen van peuterspeelzalen en basisscholen bewustwording creëren van de eigen invloed op de (mond)gezondheid. Kinderen die de juiste houding, kennis en vaardigheden aanleren om hun gebit en mond goed te verzorgen, zijn ook vaardiger in preventie en zelfzorg bij het voorkomen van ernstiger vermijdbare ziektes, zoals diabetes, hart- en vaatziekten en aan voedingsgedrag gerelateerde kankers.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Verband tussen tandverlies en loopsnelheid en geheugen van ouderen

Een wetenschappelijke studie toont een verband aan tussen tandverlies en mentale en fysieke aftakeling van ouderen. Het blijkt dat de loopsnelheid en het geheugen van ouderen sneller achteruit gaan bij volledig tandverlies, dan bij ouderen die nog in het bezit zijn van hun eigen tanden.

Resultaten
3100 Britse ouderen boven de zestig jaar hebben deelgenomen aan de longitudinale studie waar hun geheugen en loopsnelheid zijn vergeleken met alle ouderen die tot deze leeftijdscategorie behoren. Volgens de resultaten blijkt dat de deelnemers aan de studie die niet meer in het bezit zijn van hun eigen tanden, 10% slechter scoren in zowel geheugen- als loopsnelheid testen dan deelnemers die nog (enkele) eigen tanden hebben.

Verschil

Het aangetoonde verband was duidelijker aanwezig bij ouderen tussen de 60 en 74 jaar, dan bij ouderen boven de 75 jaar.

Bron: ScienceDaily

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Tool voor eigen campagne World Oral Health Day

Op 20 maart is het World Oral Health Day, een initiatief georganiseerd door de FDI World Dental Federation om mensen te herinneren aan het belang van goede mondverzorging. De FDI heeft een tool ontwikkeld waarmee mondzorgprofessionals
een eigen campagne kunnen maken. Via de tool kunt u een eigen foto inladen en zo een poster maken om te printen of een  banner die u op Facebook en Twitter kunt delen. Teksten zijn ook in het Nederlands. 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

De Dental Prescribing app van SDCEP

De ‘Dental Prescribing’ App van de SDCEP (Scottish Dental Clinical Effectiveness Programme) heeft hun populaire ‘medicijn voorschriften voor tandheelkunde’ begeleiding nu ook beschikbaar gemaakt voor iPhone®, iPad® and iPod touch®.

De app is hetzelfde ingedeeld als het gedrukte boek, maar bezit onder andere ook de volgende mogelijkheden:

  • Zoekfunctie
  • Favorieten

De ‘Dental Precribing’ app kan worden aangeschaft in de App Store voor £2.99.

Lees meer over: E-health, Kennis

Onderzoek: Kauwgom even goed als flossen

Tien minuten kauwen, kan wel 100 miljoen bacteriën uit de mond verwijderen. Kauwgom kauwen is even effectief als flossen, blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen. Met flossen worden wel andere gebitsdelen schoongemaakt dan met kauwgom.

Het onderzoek is gepubliceerd in gepubliceerd in PLOS ONE.

De onderzoeksdeelnemers kauwden 10 minuten op kauwgom. In deze tijd nam de kauwgom gemiddeld 100 miljoen bacteriën op. Tijdens de eerste dertig seconden was de opname van bacteriën het meest effectief. Naarmate er langer gekauwd werd, nam het aantal bacteriën op de kauwgom toe.

De onderzoekers geven aan dat continu kauwen waarschijnlijk niet effectief is. De opgenomen bacteriën zouden dan mogelijk weer in de mond komen. Ook is het belangrijk suikervrije kauwgom te gebruiken omdat suiker een voedingsbodem is voor bacteriën.

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
stoppen roken

FDI roept mensen op te stoppen met roken

Jaarlijks vindt er op 20 maart de World Oral Health Day (WOHD) plaats. Dit jaar roept de FDI mensen op om te stoppen met het gebruik van tabak. Op die manier kan men de kans op ernstige mondgezondheidsproblemen aanzienlijk verkleinen.

Gezondheidsproblemen
Dat roken kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen is algemeen bekend, maar ook andere gebruiksvormen van tabak kunnen leiden tot ernstige mondgezondheidsproblemen. Samen met alcoholgebruik is het gebruik van tabak verantwoordelijk voor 90% van de gevallen van orale kanker. Daarnaast veroorzaakt het gebruik van tabak ziektes aan het tandvlees, voortijdig verlies van tanden, verkleuring van tanden, slechte adem en wordt het reuk- en smaakvermogen aangetast.

Rol van tandartsen
Tandartsen en andere mondzorgprofessionals kunnen volgens de FDI een belangrijke rol spelen in het voorlichten van patiënten. Zo kunnen zij risicofactoren communiceren en patiënten helpen de eerste symptomen van orale ziektes te herkennen. Daarbij raden ze mensen aan om regelmatig een check-up te laten doen om zo ziektes in een vroeg stadium op te kunnen merken.

Preventie
Voorkomen is beter dan genezen en ook voor orale ziektes geldt dit. Veel ziektes zijn te voorkomen door geen tabak te gebruiken.

Lees meer over: Actueel, Communicatie patiënt, Kennis, Thema A-Z
Kunstgebit

Kunstgebit is niet altijd nodig

Volgens onderzoek uitgevoerd in Australië is het niet altijd noodzakelijk om bij tandverlies corrigerende ingrepen te doen, zoals bijvoorbeeld een kunstgebit aanmeten of bruggen plaatsen. Het belangrijkste is of er nog genoeg tanden op de juiste plek aanwezig zijn.

Locatie even belangrijk als kwantiteit
Bij het onderzoek, dat werd uitgevoerd aan de universiteit van Adelaide in Australië, werd gebruik gemaakt van data van meer dan 2700 mensen. De onderzoekers claimen dat het even belangrijk is welke tanden er verloren zijn als hoeveel. Wanneer er een juiste verhouding is tussen snijtanden en kiezen kan het gebit nog steeds goed functioneren.

Middelen
Voor de tandheelkundige sector betekent dit dat het voor behoud van levenskwaliteit niet altijd nodig is om corrigerende ingrepen te doen. De middelen die nu in de protheses gaan zitten zouden dan naar de preventie voor verder verlies van tanden, diagnostiek en goede nazorg kunnen gaan.

Bron: DrBicuspid.com

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Cardiologen geïnteresseerd in parodontale ziektes

Hoewel steeds meer onderzoek verbanden tussen parodontale en cardiovasculaire ziektes aantonen zijn veel cardiologen niet op de hoogte van de oorzaken van parodontale ziektes. Dit werd aangetoond in een onderzoek onder cardiologen uit North-Carolina.

De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor verbanden tussen mondgezondheid en algehele gezondheid. Hoewel er geen causale verbanden bekend zijn, kan kennis over de oorzaak van parodontale ziektes volgens de cardiologen die deelnamen aan het onderzoek waardevol zijn. Het onderzoek geeft handvatten voor effectieve samenwerking tussen de medische en mondzorgsector om mondgezondheid te bevorderen.

Bron: Journal of Dental Hygiene

Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z
Osteoporose verhoogt risico op parodontitis

Osteoporose verhoogt risico op parodontitis

Osteoporose en parodontitis worden beide beschouwd als internationale gezondheidsproblemen. Hoewel de relatie tussen de twee ziektes nog onduidelijk is, hebben studies aangetoond dat patiënten met osteoporose een verhoogd risico op parodontitis hebben.

Osteoporose
Osteoporose is botontkalking waarbij botten structuur en botmassa verliezen. Mensen met osteoporose hebben een grotere kans op botbreuk. Het wordt gediagnosticeerd met een botdichtheidsmeting en kan voorkomen bij zowel volwassenen als kinderen. Op de leeftijd van ongeveer 30 jaar is de maximale botdichtheid bij de mens bereikt die daarna weer afneemt. Vrouwen hebben grotere kans op osteoporose dan mannen door hun lichtere, dunnere botten en hun langere levensduur. Postmenopauzale vrouwen boven de 50 jaar hebben een groter risico op osteoporose. Geschat wordt dat één op de drie vrouwen in deze categorie de aandoening heeft. Naast leeftijd, geslacht en menopauze zijn er ook andere factoren die het risico op osteoporose verhogen zoals eerdere fracturen en etniciteit.

Verband
Professor Seymour van Newcastle University zegt dat de twee grootschalige studies van National Health Studies bevestigen dat er een duidelijk verband is tussen osteoporose en parodontitis. Zowel osteoporose als parodontale ziekten zijn bot beschadigend. Uitgebreid onderzoek naar de correlatie van de twee ziekten suggereert dat osteoporose kan leiden tot een snellere botafbraak van de kaak.

Aanbeveling

Professor Seymour zegt dat het verstandig is om osteoporose patiënten te informeren over het vergrote risico op parodontitis. Eventueel zouden de patiënten behandeld kunnen worden om het risico op tandenverlies te verminderen zoals oestrogeensupplementen bij postmenopauzale vrouwen. Ook worden patiënten met osteoporose geadviseerd om twee keer per jaar een tandartsafspraak te maken om het parodontale weefsel in de gaten te houden. Ook moeten alle tandarts patiënten aangemoedigd tot goede goede mondverzorging. Plak kan geleidelijk tanden en omliggend weefsel beschadigen en door ontwikkelen tot parodontitis.

Bron: Dentistry

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Slijtagebehandeling

Prof. dr. Cune: Er is geen kookboek voor slijtagebehandeling

Slijtage-gerelateerde problemen komen steeds meer voor. Vooral bij jonge patiënten moet u hierop alert zijn. Wat zijn de oorzaken en welke aanpak is het meest geschikt?

Prevalentie erosie

  • Tekenen van slijtage: 1 op de 4 bij 12-jarigen, 1 op de 3 bij 15-jarigen.
  • Ernstige slijtage: 3% van de 20-jarigen, 17% van de 70-jarigen.

Met name voor slijtage bij jonge patiënten moet aandacht zijn.

Oorzaken van niet-cariogeen gebitsweefselverlies

1. Erosie

Voedingsmiddelen met een ph <4, met name koolzuurhoudende frisdranken. Redbull heeft zelfs een ph van 2,7.

  • Maagzuur (ph 2): anorexia en boulimia, alcoholverslaving – erosie veroorzaakt door overgeven, niet door alcohol -, maag-slokdarm reflux ziekte, hemodialyse patiënten (vocht wordt door slechte werking nieren niet weggefilterd, daardoor oprispingen).
  • Beroepsgerelateerd: fotografen, werknemers electrolytische zinkfabrieken, sporters, zwemmers.
  • Weetje: De helft van de Olympische spelers heeft last van erosie. 

    2. Attritie: tand-tand contact Bruxisme: slaapstoornissen, stress, alcoholgebruik, roken, reflux, medicatie waaronder xtc en antidepressiva.

  • Serotonineheropnameremmers (antidepressiva) indiceren bruxisme. Fluoxetine (Prozac) en andere serotoneheropnameremmers, geven bruxisme als bijwerking. Patiënten die deze middelen gebruiken kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding via de regeling Bijzondere Tandheelkunde als het medicijngebruik tot aantoonbare gebitschade leidde.
  • Tip: vraag aan patiënten om hun medicijnenlijst te laten zien en bekijk of de medicijnen in verband kunnen worden gebracht met de tandheelkundige situatie.Beleid bij niet cariogeen gebitsweefselverlies
    1. Oorzaak achterhalen
    2. Advies geven en monitoren of restaureren. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van :
    • Indices – Volgens prof. Cune niet erg geschikt voor individuele patiënt, meer voor onderzoek.
    • Mondfoto’s
    • Modellen
    • Digitaal materiaal

    Subjectief

    • Pijn
    • Esthetiek

    Objectief

    • Dentine expositie
    • Aantal aangetaste elementen bekijken
    • Verlies hoektand bescherming
    • Noodzaak om ruimte te creëren

    Hamvragen bij slijtage

    • Lokaal versus gegeneraliseerd?
    • Met of zonder beethoogte verlies?

    Langzame lokale slijtage → Dento-alveolaire compensatie: Proc. alveolaris, gingiva en elementen groeien mee om occlusie te herstellen.

    1. Passieve eruptie van elementen en proc. alveolaris
    2. Occlusale contacten blijven intact om kauwfuncties te behouden.

    Slijtage bij hemodialyse patiënten gaat juist heel snel. Bij hen is dan meestal geen sprake van dento-aleolaire compensatie.

    Aanpak
    Er bestaat geen vast behandelplan voor slijtage. Er zijn veel verschillende methoden beschreven maar in Nederland wordt vooral met composiet gewerkt.

    Directe aanpak:

    1. Dahl: geschikt bij lokale slijtage in het front.
      Door een Dahlplatform palatinaal van de bovenincisieven is de richting van de krachten langs de tandas. Patiënten hebben weinig klachten van de beetverhoging, voorwaarden hiervoor zijn een gezond parodontium en kaakgewricht. Herstel van occlusale contacten in de zijdelingse delen duurt gemiddeld 6 maanden tot een jaar. Premolaren vaak als laatste.
      Intrusie vs extrusie. Meeste compensatie lijkt vanuit zijdelingse delen te komen.
      94% succes onafhankelijk van leeftijd en geslacht
    2. Freehand
      Prof. Cune past deze methode meestal toe.
      Maak stops van composiet op de premolaren om ruimte in te schatten. Vervolgens het front. De incisale lengte kan bepaald worden met een eenvoudige composietopbouw. Na het front, komen de zijdelingse delen. Laat de patiënt op zacht composiet dichtbijten, tand voor tand.
    3. Mal techniek: geschikt voor gegeneraliseerde slijtage.
      Leg de nieuwe beethoogte vast met futar slot. Maak daarna een opwas met (putty)mal. Kan beter zijn: Daarna wordt een opwas gemaakt met (putty) mal. (in de meeste gevallen wordt dit namelijk door de tandtechnieker gedaan) Patiënten wennen makkelijk aan een beetverhoging, gaf Prof. Cune aan.

    Beschouwing

    Monitor, restore or ignore?
    Bij 25% van de jeugdigen is sprake van slijtage. Hou het in de gaten! Het is een morele plicht om de patiënt op slijtage te wijzen.

    ‘Er is geen kookboek voor slijtagebehandeling. Je doet het niet altijd zus of zo’, sloot prof. Cune af.

    Prof. dr. Marco Cune is sinds 2010 hoogleraar Orale Functieleer, in het bijzonder de restauratieve en reconstructieve tandheelkunde aan het UMC Groningen, Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde. Zijn onderzoeksinteresses bestrijken een breed scala aan onderwerpen, maar richten zich met name op de orale implantologie en prothetische tandheelkunde. Hij publiceert regelmatig over deze onderwerpen en verzorgt voordrachten en cursussen in binnen- en buitenland. Vanaf 2007 is hij 1 dag per week werkzaam in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde in het St. Antonius ziekenhuis te Nieuwegein.

    Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van prof. dr. Cune tijdens de klinische avond Slijtage en restauratief herstel van het Wenckebach Instituut.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Restaureren, Thema A-Z

Taakdelegatie: wat mag en wat niet?

De Inspectie voor de Gezondheidszorg controleert streng op juiste taakdelegatie. Wat zegt de wet daarover en hoe brengt u dat in de praktijk? Het ANT organiseerde een workshop.

Een verslag van dental INFO over de ANT-workshop ‘Taakdelegatie’ door mr. drs. Astrid van Zon.

Wie mag wat?
In de wet BIG staan voorbehouden handelingen beschreven, die alleen tandartsen mogen uitvoeren:

  • Injecties
  • Röntgen
  • Narcose
  • Heelkundige handelingen: boren, snijden en extraheren
  • UR-medicatie voorschrijven

Mondhygiënisten hebben functionele zelfstandige bevoegdheid voor in de opleiding geleerde handelingen. Zij mogen primaire caviteiten boren en vullen en lokale anesthesie uitvoeren. In opdracht mag de mondhygiënist voorbehouden handelingen uitvoeren.

Bevoegdheid ligt wettelijk vast, maar de zorgverlener moet ook altijd bekwaam zijn. Een tandarts mag dus geen implantaat plaatsen als hij daar geen ervaring mee heeft, ook al is hij bevoegd.

Wat is delegeren?
Bij taakdelegatie draagt u een taak over aan een lager gekwalificeerde medewerker. Er is pas sprake van taakdelegatie als de taak niet tot deskundigheidsgebied van de opdrachtnemer behoort.

Als u twijfelt, delegeer dan niet. De IGZ is erg streng. Krijgt u een klacht en de taakdelegatie is niet goed geregeld, dan bent u in het nadeel.

Hoe delegeert u?
Officieel gebeurt taakdelegatie schriftelijk, per patiënt en met goedkeuring van de patiënt. In de praktijk gebeurt taakdelegatie vaak mondeling en is het in een protocol vastgelegd.

Bij taakdelegatie van een voorbehouden handeling moet er altijd een mondelinge of schriftelijke opdracht gegeven worden door een zelfstandig bevoegde die de indicatie heeft gesteld.

De opdrachtgever moet bij taakdelegatie:

  • Deskundig zijn;
  • Bekwaam zijn tot indicatie;
  • Aanwijzingen geven indien nodig;
  • Fysiek aanwezig zijn in de praktijk zodat tussenkomst en toezicht mogelijk zijn.

Ook aan de opdrachtnemer worden eisen gesteld. De opdrachtnemer:

  • Is bekwaam, voelt zich bekwaam en heeft daarvoor getekend;
  • Doet niet meer dan wat in opdracht is gegeven;
  • Handelt in overeenstemming met aanwijzingen.

Mr. drs. Astrid van Zon is senior beleidsadviseur bij de ANT. Zij studeerde naast tandheelkunde ook rechten en was onder meer werkzaam als tandheelkundig adviseur bij de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ).

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
implantaat

Implanteren: hoe voorkom je nervus letsel?

Stel, uw patiënt heeft klachten na het plaatsen van een implantaat. Wat doet u dan? Verslag van de lezing van prof. dr. Gert Meijer tijdens het NVVRT-congres Gewoon over tanden.

Elke chirurgische behandeling kan gepaard gaan met complicaties. Zo bestaat bij implanteren in de zijdelingse delen in de mandibula een kans op letsel van de nervus alveolaris inferior. De patiënt ervaart dit als:

  • Hypesthesie: een gevoel dat de verdoving nog steeds werkt. In de meeste gevallen is dit van tijdelijke aard.
  • Dysesthesie/Paresthesie: een veranderd gevoel, bijvoorbeeld in de vorm van tintelingen.
  • Hyperesthesie: overmatige gevoeligheid of prikkelbaarheid van de uiteinden van de gevoelszenuwen ter plaatse van kin/lip, die tintelend, irriterend of pijnlijk kan zijn.

Wanneer kan nervus letsel optreden?

  • Bij het geven van mandibulaire geleidingsanesthesie
  • Tijdens tractie, om overzicht op het operatiegebied te krijgen, op de mucoperiostlap
  • Tijdens het boren/plaatsen van het implantaat

Ondanks het relatief weinig voorkomen van deze complicatie, is het nodig elke patiënt te informeren dat er risico op schade bestaat. Met behulp van röntgenfoto’s, meestal een OrthoPanTomogram (OPT), schat u in hoe hoog de kans is dat u tijdens uw preparatie de canalis mandibularis zal perforeren. Een juiste interpretatie van de foto’s is essentieel, al is altijd sprake van een vertekening van het beeld. Bij een OPT bedraagt deze vertekening 30%, zowel in horizontale als in verticale richting. Daarom dient bij de behandelplanning met behulp van een OPT altijd gekozen te worden voor een safety-zone van 2 mm. Ook is de toepassing van boorsjablonen, waarin met de “30% vertekening” rekening wordt gehouden, zinvol.

Canalis mandibularis zichtbaar maken
Waarom wordt soms gekozen voor de vervaardiging van een 3D opname, bijvoorbeeld in de vorm van een Cone Beam CT? Op bijna 50% van de OPT’s is het verloop van de canalis mandubularis nauwelijks zichtbaar; in die gevallen kan de CBCT uitkomst bieden. Ook kan variatie van individuele structuren, bijvoorbeeld dubbele kanalen, worden gezien op een 3D opname.

Post-operatieve klachten
Bij nervus klachten na plaatsing van het implantaat, is het raadzaam direct contact op te nemen met de operateur. In veel gevallen dient het implantaat direct verwijderd te worden. Ook al lijkt er nauwelijks contact tussen de apex van het implantaat en de canalis mandibularis, er kan op basis van een hematoom toch druk op de nervus ontstaan. Nervus letsel wordt door de patiënt als zeer onaangenaam ervaren. Het serieus nemen van de klacht en de patiënt regelmatig op controle zien is zeer belangrijk.

Samengevat

  • OPT: houd een safety zone van 2 mm aan
  • Cone beam CT: houd een safety zone van 1 mm aan
  • Gebruik korte implantaten
  • Maak altijd een post-operatieve foto

Gert Meijer
Na de voltooiing van zijn tandartsexamen cum laude bleef Gert Meijer tot 1982 part-time verbonden aan de afdeling Partiële Prothetiek en afdeling Röntgenologie van de Universiteit Tandheelkunde te Utrecht. Vanaf 1980 tot 1992 was hij werkzaam in de algemene praktijk te Gorinchem. In 1989 kwam hij parttime in dienst bij de afdeling Bijzondere Tandheelkunde te Utrecht. Van 1992 tot 1996 werd hij in Utrecht opgeleid tot specialist in de Mondziekten Kaak- en Aangezichtschirurgie. In 1996 promoveerde hij op het proefschrift “Flexible Bone Bonding Implants”. Tussen 1996 en 2006 werkte hij als staflid aan het Universitair Medisch Centrum te Utrecht, waarbij hij zich toelegde op bottransplantatie-technieken en biomaterialen in combinatie met tissue engineering. Hierbij functioneerde hij als chef de polikliniek en later als coördinator van het Universitair Centrum voor Reconstructie & Implantologie, als ook van de afdeling Maxillo-Faciale Prothetiek. Vanaf 1 september 2006 was hij zowel verbonden als Universitair-Hoofd-Docent aan de afdeling Parodontologie & Biomaterialen,als mede aan de afdeling Mondziekten, Kaak en Aangezichtschirurgie van de Radboud Universiteit te Nijmegen. Sedert 1 maart 2010 is hij benoemd tot Hoogleraar Orale Implantologie en hoofd van de vakgroep Implantologie &Parodontologie. In deze functie begeleidt hij promovendi. Binnen de afdeling Mondziekten, Kaak en Aangezichtschirurgie is hij mede verantwoordelijk voor de reconstructieve kaakchirurgie.


Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van het NVVRT-congres Gewoon over tanden .

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z

Zorgverzekeraars Nederland pleit voor realtime BIG-registratie

Zorgverzekeraars Nederland (ZN) wil een realtime BIG-register waardoor aanwijzingen of een schorsing van een zorgverlener direct in het BIG-register worden verwerkt.

Nu wordt dit niet zo gedaan. Zorgverleners zonder BIG-registratie kunnen hierdoor nog enige tijd doorwerken en zorg declareren.
ZN vindt deze werkwijze onacceptabel en pleit voor een real time BIG-register waarin veranderingen in BIG-registraties direct zichtbaar zijn.

Als motivatie geeft ZN aan: ‘Zorgverzekeraars vinden het onacceptabel als geld van de premiebetaler ten onrechte wordt uitgegeven. Om die reden hebben zorgverzekeraars in samenwerking met alle ketenpartijen de afgelopen jaren intensief ingezet op correct declareren en de aanpak van fraude. ZN is blij dat in de discussie niet alles als fraude wordt bestempeld en dat er steeds vaker duidelijk onderscheid wordt gemaakt in enerzijds de aanpak om fouten bij het declareren te voorkomen en anderzijds de aanpak van fraude.’

Bron: Zorgverzekeraars Nederland

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Tuchtrecht: drie maanden schorsing voor meer en anders declareren

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag (nr. 135/2014)
(ECLI:NL:TGZRSGR:2014:119)

Tandarts wordt verweten zonder overleg een extra vulling te hebben aangebracht en de duurste vulling te factureren terwijl een andere goedkopere vulling werd uitgevoerd, geen begroting te hebben gegeven, heeft geweigerd klager te woord te staan en achteraf wijzigingen zou hebben aangebracht uit het (digitale) patiëntendossier.

Anders declareren
Ten aanzien van het anders declareren dan de uitgevoerde behandeling, stelt het College vast dat zij geen reden heeft te twijfelen aan een second opinion, zoals deze door de klager in het geding werd gebracht. Te meer nu de beklaagde tandarts zich daar niet tegen heeft verweerd. Daarnaast bevatten de schriftelijke stukken zowel het dossier van klager, gedateerd op 18 februari 2014, als een later dossier van klager van 5 augustus 2014.

Aanvullen patiëntendossier
Het College constateert dat er verschil is in de inhoud tussen de verslagen en dat in de latere versie een aantekening is toegevoegd, waaruit kort gezegd blijkt dat de kosten ten aanzien van de vulling zouden zijn besproken en de patiënt akkoord zou zijn gegaan. Het College overweegt dat in geen enkel geval het gerechtvaardigd is dat een dossier later wordt aangevuld, mits duidelijk wordt aangegeven dat het om een aanvulling gaat en de reden daarvan vermeld wordt. Nu dit laatste niet is gebleken, acht het College ook dit klachtonderdeel gegrond. Nu de beklaagde tandarts zich ook ten aanzien van de andere klachten niet inhoudelijk verweert, oordeelt het College dat alle klachtonderdelen gegrond zijn en legt zij de maatregel van een schorsing van inschrijving van de tandarts voor de duur van drie maanden op.

Bekijk hier de uitspraak.

Bekijk ook eerdere tuchtrechtelijke uitspraken

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving

Tandarts doneert via afscheidsreceptie aan Ivoren Kruis

Begin januari nam tandarts Theo Merkus afscheid van zijn tandartspraktijk in Bakel. Voor zijn patiënten organiseerde hij een afscheidsreceptie. Zijn gasten riep hij op geen wijn en bloemen cadeau te geven, maar een donatie te doen aan het Ivoren Kruis. De opbrengst kwam geheel ten goede aan het project Gewoon Gaaf. Met zijn gift wil Merkus het belang van preventie in de mondzorg extra onderstrepen.

Schenken
Het Ivoren Kruis roept ook andere practici op die een (afscheids)receptie organiseren, de opbrengst aan het Ivoren Kruis te schenken. Het Ivoren Kruis staat bij de Belastingdienst geregistreerd als een algemeen nut beogende instelling (ANBI). Dat betekent dat u uw gift mag aftrekken van de belasting.

Lees meer over: Actueel, Communicatie patiënt, Kennis, Thema A-Z

Onderzoek wijst snelle glazuurvorming bij mensen uit

De vroege overgang van melk naar vast voedsel bij baby’s blijkt verband te houden met de prenatale ontwikkeling van tandglazuur. Door deze vroege overgang moet er een snelle groei van de snijtanden plaatsvinden.

Vast voedsel
Onderzoek aan de universiteit van Kent toont aan dat snijtanden snel groeien, vroeg in het tweede trimester van de ontwikkeling van de baby. Kiezen daarentegen groeien langzamer in het derde trimester. Dit zou zo zijn zodat de tanden snel na de geboorte door kunnen breken waardoor de overgang van melk naar vast voedsel kan plaatsvinden.

Andere zoogdieren
In vergelijking met andere zoogdieren vindt de overgang van melk naar vast voedsel bij mensen relatief vroeg plaats. Hierdoor is er weinig tijd voor de vorming van de snijtanden waardoor een snelle groei noodzakelijk is. Deze bevinding kan tandartsen helpen bij het begrijpen waarom bepaalde tandproblemen zich niet bij alle tanden in dezelfde mate voordoen.

Bron: Online Library Wiley 

Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z