Restauratie: minimaal invasief, maximaal effectief

Restauratie: minimaal invasief, maximaal effectief

Minimaal invasief werken is de eerste weg om te bewandelen. Het is van belang om een goede mix te gebruiken van directe en indirecte technieken. Met de lancering van nieuwe, indirecte restauratiematerialen en de ontwikkeling van nieuwe behandeltechnieken kunnen indicatiegebieden worden uitgebreid. In veel gevallen leidt dit tot esthetisch fraaiere restauraties. Het nadeel van deze materialen is grotere gevoeligheid voor de juiste verwerking in de mond. Het succes valt of staat dan ook bij het stellen van een juiste indicatie, de preparatietechniek, materiaalkeuze en het cementeren. Een goede samenwerking tussen de tandartspraktijk en het tandtechnisch laboratorium is bepalend om tot een goed eindresultaat te komen.



Verslag van de lezing van Patrick Oosterwijk, tandtechnicus.


1. Indicatie
2. Communicatie
3. Materialen
4. Cementeren


1. Indicatie

  • Minimaal invasief is altijd de eerste keuze.
  • Het moet wel optimaal invasief zijn en dit is niet altijd gelijk aan minimaal invasief. Als er alleen vanuit minimaal invasief oogpunt wordt gewerkt kan het zijn dat de kans op breuk juist groter is.
  • Indicatiegericht in plaats van productgericht: hiervoor is een open systeem nodig. Dit is vaak niet het geval waardoor er toch productgericht wordt gewerkt in plaats van indicatiegericht.
  • Direct vs. Indirect: Naast de kosten kunnen onderstaande punten een leidraad zijn

Indirect

  • Knobbeloverkapping (binnen UMCG en ACTA de richtlijnen)
  • Functieherstel
  • Contourherstel: indirect makkelijker en eenvoudiger

Direct

  • Indien restauratie binnen de knobbels valt (binnen UMCG en ACTA de richtlijnen)

Een groot deel van de voorzieningen die worden gemaakt is monolithisch. Dit betekent dat het materiaal uit een deel vervaardigd is. Minimaal invasief is bijna altijd monolithisch: uit één deel geperst of gefreesd. Monolitisch hoeft door de opbouw van de blokken waaruit gefreesd wordt niet monochroom te zijn.

Voor een volledige kroonomslijping heb je 70% afname, door indirecte kronen te vervaardigen en dus minimaal invasief te werken kun je dit reduceren naar 22% tot 35%.

Voordelen van een partiële omslijping

  • Preparatiegrenzen liggen geheel of gedeeltelijk supragingivaal.
  • Vriendelijker voor het softtissue en het is ook voor het dragen van tijdelijke voorziening gunstiger. Er zijn minder ontsteking van de gingiva als gevolg van een slecht aansluitende noodkroon.
  • Makkelijker afdrukken vervaardigen. (dit ook voor digitale afdrukken)
  • Geen cement subgingivaal.
  • Plaatsen is makkelijker.

Problemen bij in- en onlays

  • Isthmus vaak te smal bij preparaties waardoor de breukkans omhoog gaat. Er is minimaal 2 mm nodig, anders is het beter om een volledige omslijping te maken en te overkappen.
  • Verkeerde hoek geprepareerd vanuit de box. Deze is idealiter 45 graden. Vaak is deze te scherp of wordt er een bevelachtige preparatie gemaakt. Hierdoor is de kans op breuk groter.

Brugoverspanningen
Zirconiumbrug indicatie: soms is metaal porselein ook nog een goede materiaalkeuze zeker bij lage verbindingen als er een brugconstructie wordt gemaakt.

  • Als connector 2x zo hoog is, dan is deze 4x zo sterk.
  • Maximaal 9 mm overspanning posterior tussen pijlers.
  • Maximaal 11 mm overspanning anterior tussen pijlers.

Lithiumdisilicaat

  • Solitaire kronen
  • Voor front en tot en met de 2de premolaar posterior te gebruiken voor brugconstructie
  • De interocclusale ruimte moet minimaal 1,5 mm zijn
  • Voor bruggen is een connector van minimaal 16 mm2 nodig. Anders geen functioneel sterke brug mogelijk

Zirconiumoxide

  • Kan conventioneel gecementeerd worden maar bij voorkeur
  • Dun uit te werken
  • Kan subgingivaal geprepareerd worden (dan indien niet onder cofferdam te plaatsen conventioneel cementeren)

Emax

  • Minder sterk, wel esthetisch
  • 1,5 mm nodig circulair en occlusaal

Preparatievoorwaarden lithiumdisilicaat

Wel

  • Chamfer preparatie
  • Afgeronde hoeken
  • Voor kroonpreparatie 4-6 graden conisch

Geen

  • Scherpe hoeken
  • Ondersnijdingen
  • Holle schouder

2. Communicatie

Welke informatie dient u aan te leveren aan de tandtechnieker?

  • Huidige situatie: foto’s, filmpjes, modellen
  • Omschrijving van de wensen van de patiënt
  • Eventuele tijdelijke voorziening
  • Stompkleur (met behulp van de stomplkeurring van Ivoclar). Dit kan ook aan de hand van foto’s/ filmpjes extra gedaan worden

3. Materialen
Materialen die tegenwoordig veel worden gebruikt voor indirecte restauraties zijn:

  • Pmma – polymethylmethacrylaat (kunststof) – Pasfase
  • Hybride – (Semi)permanent
  • Synthetisch glaskeramiek – Indirect permanent
  • Zirconiumoxides 1000-1200 Mpa – Indirect permanent

Al deze materialen kunnen monolithisch worden verwerkt.

Keuze op basis van:

  • Beschikbare interocclusale ruimte
  • Esthetische eisen
  • Transparantie buurelementen
  • Stompkleur
  • Mogelijkheid tot adhesief bevestigen


Pmma

  • 80 / 110 Mpa
  • Tijdelijke kronen en bruggen
  • Veneering van onderstructuren
  • Koudpolimerisaat, gefreesd of geprint

Synthetisch glaskeramiek – lithiumdisilicaat
Persen en frezen
Bijvoorbeeld: Ivoclar EMax en Vita Suprinity: EB

Sterkte en indicatie

  • Ongecementeerd tussen 360 en 400 MPa
  • Kronen en partiële kronen
  • Bruggen anterior en premolaar regio
  • Etsbruggen
  • Inlay’s en onlay’s
  • Facings
  • Monolithisch en als onderstructuur

Zirconiumoxide

  • 1000-1200 MPa
  • Solitaire kronen tot grotere overspanningen
  • Opgebakken monolithisch

Slijtage door zirconium van de antagonist is lager dan bij veldspaat indien het gepolijst is. Dit geldt niet als de zirconiumkap alleen geglazuurd is, dan is het juist wel abrasief. Dikte 0,5 -1 mm, hoge translucentie.

4.Cementeren

  • Hybride Materialen waar glaskeramiek in zit altijd adhesief: 5% HF nodig.
  • Zirconiumoxide en hybride materiaal met als vulstof zirconiumoxide (Lava Ultimate) adhesief plaatsen maar niet etsen
  • Indien niet onder cofferdam te plaatsen zirconiumoxide plaatsen met gemodificeerd glasionomeer.

Uitgangspunt faculteit Groningen: Indien geen rubberdam kan worden aangebracht dan mogen ook geen adhesieve kronen worden geplaatst.

Zirconiumoxide

  • Conventioneel cementeren
  • Zirconiumoxide is inert
  • Cementeren met gemodificeerd glasionomeer
  • Indien goed droog te houden met composiet
  • Niet zandstralen met straalmiddel >50 mμ dit verzwakt het element tot helft van initiële sterkte!
  • Voorbewerken 30 mμ Rotatec parels en weinig druk heeft misschien positieve werking
  • Zorg voor mechanische retentie
  • Minimale preparatie nodig 0.5 mm

IDS: Immediate Dentin Sealing

Direct na preparatie primer een adhesief aan te brengen om openstaande tubili te gebruiken. Significant hoger hechtkracht dan DelayedDentalSealing.

Preparatie

  • Etsen
  • Primer
  • Bonden
  • Flowable composiet, 2 werkingen: Alle scherpe hoeken worden afgevlakt en het beschermt de IDS-laag voor het zandstralen

Restauratie

  • Zandstralen
  • Rode ets
  • Primer
  • Cementeren met composietcement
  • Glycerine gel: beperkt zuurstof inhibitie laag, dekt het af voor zuurstof zodat materiaal volledig kan uitharden


Patrick Oosterwijk Is tandtechnicus sinds 1985. Na het behalen van zijn IVT-diploma heeft de ontwikkeling van de tandtechniek altijd een prominente plaats ingenomen in zijn loopbaan. Als ondernemer heeft hij aan de basis gestaan van T.T.L. Oosterwijk in Utrecht en in Amersfoort en aan het ACTA. Vanuit de firma Oral Scan houdt hij zich bezig met mondscanners. Vanaf 2012 is hij verantwoordelijk voor de lokale productie van Elysee Dental en geeft hij diverse lezingen over de digitalisering in de tandtechniek.

Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, van de lezing van Patrick van Oosterwijk tijdens de zomerafsluiting van Elysee Campus.  

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Tandprothese | techniek, Thema A-Z
0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *