Kunnen tandartsen een tuchtklacht tegen elkaar indienen?

tuchtrechter

Veel BIG-geregistreerde zorgaanbieders krijgen tijdens hun carrière één of meerdere keren te maken met een tuchtklacht. Zo ook tandartsen. Doorgaans is het de patiënt die een tuchtklacht indient tegen zijn of haar tandarts, en in sommige gevallen de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd. Dat een collega-tandarts een tuchtklacht indient, komt echter maar zelden voor. Hoe zit dat?

Tandarts met spoeddienst ‘doet maar wat’

Patiënten van mondzorgprofessionals krijgen, net als andere patiënten, uiteraard na de reguliere werktijden wel eens te maken met (onhoudbare) pijnklachten. In sommige gevallen leiden deze klachten ertoe dat de betreffende patiënt moet worden gezien en behandeld door een tandarts die spoeddienst heeft. Het kan derhalve voorkomen dat een patiënt die bij u in de praktijk is ingeschreven, tijdens de spoeddienst, door een collega wordt gezien en zo nodig door die collega wordt behandeld. Over het algemeen worden dergelijke behandelingen volgens de regelen der kunst uitgevoerd, maar dat is niet altijd zo.

Tuchtzaak

Een dergelijke situatie deed zich ook voor in een kwestie waarover het Regionaal Tuchtcollege (RTG) te Zwolle zich onlangs diende te buigen. Wat was er aan de hand?
Een patiënte van een tandarts (die later een tuchtklacht indiende) is door de beklaagde tandarts (verweerder) gezien en behandeld tijdens de spoeddienst in verband met pijnklachten. De patiënte bleef echter pijnklachten houden en is door haar eigen tandarts verder behandeld. Deze tandarts, de eigen tandarts van de patiënte, heeft vervolgens tegen verweerder een tuchtklacht ingediend inhoudende dat verweerder bij de betreffende patiënte een onzorgvuldige behandeling heeft uitgevoerd.

Kan de ‘eigen tandarts’ klagen over de tandarts met spoeddienst?

De vraag is nu of de eigen tandarts wel een voldoende ‘rechtstreeks belang’ heeft bij het indienen van de klacht. Met andere woorden, is de eigen tandarts klachtgerechtigd ? Het RTG beantwoordt deze vraag ontkennend.

Eigen tandarts niet geschaad in professionele autonomie

Het RTG stelt dat er door de eigen tandarts geen feiten of omstandigheden zijn gesteld op grond waarvan de eigen tandarts door het handelen van verweerder in zijn professionele autonomie of anderszins zodanig is geschaad, dat hij daardoor een concreet aan de individuele gezondheidszorg gerelateerd eigen belang heeft. De eigen tandarts heeft gesteld dat zijn rechtstreekse belang is gelegen in het feit dat hij gebaat is bij een zorgvuldige behandeling van zijn patiënten tijdens de spoeddienst. Het RTG gaat hier niet in mee. Immers, de tandarts onderscheidt zich daarin niet van anderen, aangezien elke beroepsbeoefenaar belang heeft bij een goede waarneming van patiënten in geval van afwezigheid. Klager werd dan ook niet-ontvankelijk verklaard en een inhoudelijke beoordeling heeft niet plaatsgevonden.

Conclusie: Klager over collega’s kan doorgaans dus niet

Het bovenstaande betekent dat een tuchtklacht tegen een collega-tandarts over de kwaliteit van een behandeling die tijdens een spoeddienst werd uitgevoerd, over het algemeen, niet tot een inhoudelijke beoordeling over die behandeling zal leiden.
Door: Daniël Post & Lisette Greebe, Eldermans | Geerts, Advocaten | Zorgmakelaars | Juristen| Adviseurs in de zorg

5 november 2019: Kosteloos seminar over tuchtrecht en klachtrecht
Op 5 november 2019 organiseren wij een kosteloos seminar waarin wij zorgaanbieders praktische handvatten geven, zodat u weet wat te doen indien u onverhoopt geconfronteerd wordt met een tuchtklacht of klacht bij een Geschilleninstantie. Meer informatie en aanmelden kosteloos seminar over tuchtrecht en klachtrecht

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving