Tuchtrecht: berisping wegens onvoldoende informatievoorziening, onjuistheden op patiëntenkaart en declaratiegedrag

recht

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam heeft een aanklacht tegen een tandarts deels gegrond verklaard. De patiënt klaagde de tandarts aan wegens een gebrek aan voldoende informatieverstrekking, het stellen van een onjuiste diagnose, het opstellen van een onjuiste verklaring, en het onjuist declareren.

Situatie

De klager had bij de verweerster een intakegesprek voor een gebitsbehandeling. Nadat de staat van het gebit van de patiënt was besproken en gipsmodellen en röntgenfoto’s waren gemaakt, werd een behandelplan opgesteld. Hierin staan verscheidene mondhygiëne en endodontische behandelingen, restauraties en extracties vermeld. Het behandelplan is schriftelijk bevestigd door de tandarts, maar het informed consent heeft de patiënt niet teruggestuurd.

De behandeling werd een maand later deels uitgevoerd en in rekening gebracht. De klager reageerde op de nota’s dat meer ingrepen in rekening waren gebracht dan uitgevoerd. Hierop werden de nota’s uiteindelijk verminderd.

Klacht                                                                                                                                                              

De klager verwijt de verweerster vier dat verweerster:

  • voor en na de behandeling onvoldoende informatie heeft verstrekt;
  • een onjuiste diagnose heeft gesteld of een onjuiste behandeling heeft gegeven;
  • een onjuiste verklaring of rapport heeft opgesteld;
  • onjuist heeft gedeclareerd.

Beoordeling

Het gaat er bij deze beoordeling niet om of de verweerster beter had kunnen handelen, maar of ze binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuiting is gebleven. Hoewel voor en na de behandeling informatie is verstrekt aan de klager over de behandeling, heeft de verweerster niet het volledig medisch dossier verstrekt op verzoek van klager. Daarmee heeft zij de klager niet voldoende geïnformeerd, dus het eerste klachtonderdeel is gegrond.

Het tweede klachtonderdeel is ongegrond omdat niet is vastgesteld dat er een onjuiste diagnose of behandeling is geweest.

De verweerster heeft toegegeven dat bepaalde verrichtingen niet zijn uitgevoerd maar wel zijn gedeclareerd. Dit betreft een onjuiste rapportage aan de patiënt en zodoende is het derde klachtonderdeel gegrond.

Tenslotte is ook het laatste klachtonderdeel gegrond omdat de tandarts verschillende en substantiële bedragen te veel heeft gedeclareerd.

Uitspraak

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam heeft besloten om de verweerster een berisping op te leggen.

Bron:
Overheid.nl 

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving