Tuchtrecht: Gedeeltelijk gegronde klacht tegen tandarts wegens onvoldoende vastlegging communicatie parodontale risico’s
Een tandarts krijgt een waarschuwing omdat zij niet voldoende heeft vastgelegd dat een patiënt was geïnformeerd over de risico’s van haar parodontale aandoening. De overige verwijten – verkeerde diagnose en dossieropvraag – zijn ongegrond.
Situatie
Een patiënt bezocht in maart 2025 een spoedtandarts vanwege een plotselinge zwelling bij tand 22. Tijdens dit consult stelde de waarnemend tandarts een diepe pocket en een fors angulair botdefect vast. De vrouw was al jarenlang patiënt bij een andere tandarts, tegen wie zij vervolgens een klacht indiende.
De klacht richtte zich op het feit dat de behandelend tandarts deze parodontale problematiek in eerdere jaren niet zou hebben onderkend, terwijl dat volgens de patiënt aanleiding had moeten zijn voor uitgebreider onderzoek. Daarnaast vond zij dat de tandarts zonder toestemming haar medisch dossier had opgevraagd en dat de dossiervorming onvoldoende was.
De tandarts voerde aan dat de patiënt al jaren bekend was met het probleem, dat zij regelmatig onder behandeling stond bij de mondhygiënist en dat er weinig directe contactmomenten tussen haar en de tandarts waren. Zij erkende wel dat de verslaglegging beter had gekund.
Klacht
De patiënt verwijt de tandarts:
- nalatigheid in de diagnostiek en behandeling van de parodontale aandoening;
- het niet tijdig signaleren van het botdefect en de verdiepte pocket, met name bij de röntgenfoto in 2018;
- gebrekkige dossiervorming;
- het zonder toestemming opvragen van haar dossier bij de vorige tandarts.
De tandarts betwistte de verwijten en gaf aan dat:
- de problematiek al lang bekend was en onder controle leek;
- de patiënt niet bij haar, maar bij de mondhygiënist kwam voor regelmatige zorg;
- er geen reden was voor nieuw onderzoek in 2018;
- en dat het opvragen van het dossier slechts diende om een bestaande foto te verifiëren, zonder toevoeging van nieuwe gegevens.
Beoordeling
Zorgplicht en toetsingskader
Het tuchtcollege beoordeelde of de tandarts heeft gehandeld zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend tandarts mag worden verwacht. Het zelfstandig handelen van de mondhygiënist valt buiten deze beoordeling.
Diagnostiek en behandeling
De tandarts was zich bij eerdere behandelingen bewust van de parodontale problematiek rond de 22. Uit haar dossiernotities bleek dat zij het aanwezige botdefect kende. Omdat de aard van het probleem al duidelijk was en de patiënt eerder specialistische behandeling had gehad, zou een nieuw uitgebreid parodontaal onderzoek in 2018 weinig hebben toegevoegd.
Het college achtte aannemelijk dat de plotselinge opvlamming in 2025 zelfs bij goede nazorg kan optreden en concludeerde dat de tandarts in haar behandeling niet onzorgvuldig had gehandeld.
Communicatie en dossiervorming
Het college vond wél dat de tandarts de patiënt duidelijker had moeten informeren over de risico’s van haar situatie en dit beter had moeten vastleggen. Uit het dossier bleek niet dat de tandarts had uitgelegd dat zelfs bij goede mondhygiëne een plotselinge verslechtering mogelijk was.
Duidelijke communicatie over risico’s is volgens het college essentieel, zeker wanneer een patiënt niet regelmatig door de tandarts zelf wordt gecontroleerd. De gebrekkige vastlegging in het dossier maakt dat dit onderdeel van de klacht gegrond is.
Opvragen van het medisch dossier
Over dit punt oordeelde het college dat de tandarts niet klachtwaardig heeft gehandeld. De vorige tandarts stuurde geen nieuwe informatie, waardoor geen privacybelang van de patiënt is geschaad.
Uitspraak
Het Regionaal Tuchtcollege verklaarde de klacht gedeeltelijk gegrond. De tandarts had de communicatie over de risico’s van de parodontale problematiek beter moeten documenteren.
De overige verwijten, over diagnostiek, behandeling en dossieropvraag, zijn ongegrond. Omdat de tandarts ter zitting aangaf te hebben geleerd van het incident en het belang van goede verslaglegging erkent, achtte het college een waarschuwing als maatregel passend en voldoende.
Bron:
Overheid









