Tuchtrecht: Klacht tegen tandarts vanwege orthodontische behandeling zonder resultaat
Een tandarts was niet bekwaam voor het uitvoeren van een orthodontische behandeling en dat leidde tot een behandeling met een onjuiste techniek en een onjuiste uitvoering, die veel te lang duurde. Deze klacht tegen een tandarts over een beugelbehandeling is door het Tuchtcollege grotendeels gegrond verklaard.
Situatie
Bij de klaagster is op 15 januari 2020 een beugel geplaatst door de voorganger van de tandarts. Wegens uitval door ziekte van een tandarts heeft de beklaagde tandarts in januari 2020 een orthodontische behandeling overgenomen. In juni 2020 heeft de beklaagde tandarts de klaagster voor het eerst gezien. In de periode daarna tot en met juni 2022 is de klaagster nog 22 keer in de praktijk van de beklaagde geweest voor een orthodontisch consult. De tandarts heeft de klaagster op 29 juni 2022 geadviseerd om toch naar een orthodontist over te stappen vanwege het feit dat de beklaagde de tanden niet getorqued kreeg. In september is het dossier van de klaagster overgedragen aan de orthodontist en heeft de zus van de klaagster bij de tandarts aangegeven dat de orthodontist had gezegd dat het qua beugelen niet in orde was.
Klacht
De klaagster heeft een klacht ingediend tegen de tandarts vanwege het feit dat de tandarts zich niet heeft gehouden aan de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Orthodontisten (NVvO) in het kader van diagnostiek, behandelplanning en dossiervoering. Daarnaast heeft klaagster een klacht ingediend omdat de behandeling bij de tandarts twee en een half jaar heeft geduurd en vrijwel geen resultaat heeft opgeleverd. Verder is er geen anamnese afgenomen en is het intra- en extra-oraal onderzoek niet geregistreerd. De wens van de klaagster was om de tanden naar achteren te verplaatsen en daar is niet aan voldaan. Daarnaast heeft de tandarts zelf ook aangegeven dat hij zich realiseert dat hij de behandeling van de klaagster eerder aan een orthodontist had moeten overdragen en dat zijn bevindingen tijdens het onderzoek niet goed en maar minimaal zijn genoteerd in het patiëntendossier.
Beoordeling
Het tuchtcollege heeft geoordeeld dat het klachtenonderdeel wat betreft diagnostiek gegrond is. Er is geen behandelplan aanwezig en de tandarts had de klaagster moeten informeren over de risico’s, mogelijkheden van de behandeling en eventuele alternatieven. Daarnaast had de tandarts een half jaar na de start van de behandeling nieuwe foto’s moeten maken om de wortellengte te beoordelen conform de richtlijn Orthodontische Radiologie. Verder had de tandarts moeten zorgen voor een compleet, helder en leesbaar patiëntendossier. Het dossier van de klaagster voldoet niet aan deze vereisten.
Het klachtenonderdeel over de uitvoering van de behandeling is deels gegrond volgens het tuchtcollege omdat de tandarts de orthodontische behandeling twee jaar heeft voortgezet zonder enig resultaat. Daarnaast heeft de tandarts ook niet kunnen uitleggen wat hij voor doel had met de gebruikte draden en heeft hij niet gecheckt of datgene wat zijn bedoeling was ook daadwerkelijk was gelukt. Het college concludeert dan ook dat de tandarts tekort is geschoten in de zorg voor de klaagster door haar een ongeschikte behandeling te geven die niet op een juiste manier is uitgevoerd. Er is gebleken dat de tandarts niet voldoende bekwaam was om deze orthodontische behandeling uit te voeren.
Uitspraak
Het tuchtcollege heeft aangegeven dat de tandarts niet bekwaam is geweest tot het uitvoeren van de orthodontische behandeling en dat dit heeft geleid tot een behandeling met onjuiste techniek en uitvoering. Het college legt de tandarts de maatregel op van berisping.
Bron:
Tuchtrecht overheid