Dr. Luuk Crins ontvangt NWVT Hamer-Duyvenszprijs voor proefschrift over minimaal invasieve restauratieve behandeling van gebitsslijtage

Luuk Crins

De NWVT Hamer-Duyvenszprijs 2024 wordt op 27 september uitgereikt aan dr. Luuk A.M.J. Crins voor zijn proefschrift: Restorative Management of Tooth Wear. Minimally invasive restorative treatment approaches. In dit proefschrift is onderzocht hoe matige tot ernstige gebitsslijtage op een minimaal invasieve manier kan worden hersteld met directe en indirecte composiet restauraties.

Dr. Luuk Crins heeft zijn onderzoek verricht bij het Radboud UMC. Promotoren waren Prof. Dr. B. Loomans, Prof. Dr. M.C. Huysmans en co-promotor was dr. N. Opdam. Collega Crins heeft de Hamer-Duyvenszprijs 2024 verdiend, omdat zijn proefschrift zowel in kwaliteit van het onderzoek, opzet, uitvoering en impact voor de algemene mondzorg als beste werd beoordeeld. Het betreft een klinisch hoog relevant onderzoek met mooie klinische studies. Het proefschrift geeft voor de algemeen practicus duidelijke en heldere informatie over de resultaten van directe en indirecte restauraties om gebitsslijtage te behandelen. Het bevat nuttige handvaten voor behandelopties in de algemene praktijk.

Onderzoek: Minimaal invasieve restauratieve behandeling van gebitsslijtage

Door: Luuk Crins

In dit proefschrift is onderzocht hoe matige tot ernstige gebitsslijtage op een minimaal invasieve manier kan worden hersteld met directe en indirecte composiet restauraties. Er zijn drie behandelmethodes vergeleken: directe composietrestauraties, conventionele (artisanale) indirecte composietrestauraties en CAD/CAM composiet restauraties.
Een ander onderdeel van dit proefschrift is onderzocht of het vooraf tijdelijk verhogen van de beet (VDO), om de beethoogte te ‘testen’, met een uitneembare voorziening zinvol is. Uit die studie bleek dat dit géén toegevoegde waarde heeft op kwaliteit van leven, interventies aan restauraties of patiënttevredenheid.

Wat betreft de restauraties zelf:

  • Directe composietrestauraties presteren op de middellange termijn goed, mits er aandacht is voor onderhoud (zoals polijsten of kleine reparaties).
  • Conventionele (artisanale) indirecte composietrestauraties werden door een tandtechnieker handmatig opgebouwd op gismodellen. Deze restauraties gaven duidelijk minder goede resultaten, met name op elementen in de zijdelingse delen.
  • CAD/CAM composietrestauraties leverden esthetisch en functioneel goede resultaten op korte termijn.

In laboratoriumtesten werden alle gebruikte materialen in de kliniek getest op weerstand tegen vermoeidheid en slijtage. Uit dit onderzoek bleek dat de conventionele indirecte composietmaterialen minder goed bestand waren tegen vermoeiing en slijtage, wat waarschijnlijk bijdraagt aan hun mindere prestaties in de kliniek.

Conclusie voor de praktijk

Voor de behandeling van gegeneraliseerde gebitsslijtage zijn directe composietrestauraties en CAD/CAM-restauraties beide betrouwbare, minimaal invasieve opties met vergelijkbare overlevingskansen. De keuze tussen deze technieken kan worden afgestemd op de patiënt, esthetische wensen en voorkeur van de behandelaar. Conventionele indirecte composieten zijn minder geschikt als restauraties op elementen in de zijdelingse delen. Voorafgaand aan de restauratieve behandeling hoeft de nieuwe beethoogte niet standaard uitgetest te worden.

De NWVT nodigt alle collega’s van harte uit om aanwezig te zijn bij het NWVT-congres op zaterdag 27 september 2025 in Breukelen. Dr. Luuk Crins geeft na de uitreiking van de prijs een presentatie over zijn proefschrift.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Wat is je functie?

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z