Mondzorg voor kinderen moet terug in de publieke gezondheidszorg

Kindergebit

Op 1 november 2022 is in de Tweede Kamer de motie over het inzetten van mondzorgcoaches op de consultatiebureaus in risicowijken aangenomen. En inmiddels heeft de minister toegezegd dat mondhygiënisten een betaaltitel krijgen om aan de slag te gaan op consultatiebureaus. Dit betekent meer aandacht voor mondzorg op jonge leeftijd door kinderen te benaderen via de jeugdgezondheidszorg (JGZ). Hoogleraar Publieke Gezondheid en Mondzorg Katarina Jerković-Ćosić zet uiteen wat dit voor kinderen kan betekenen.

Consultatiebureaus

In 2020 ging twee derde van de kinderen tussen de twee en vier jaar niet naar een tandarts of mondhygiënist. Dit is vooral het geval bij kinderen van ouders met een lage sociaaleconomische positie (SEP). Volgens de Tweede Kamer is het consultatiebureau daarom de aangewezen plaats om mondzorg onder de aandacht van de risicogroepen te brengen. Met de inzet van mondzorgcoaches is tijdens het project Gezonde Peutermonden al positieve ervaring opgedaan. Daarom wil de landelijke politiek dit uitbreiden naar alle consultatiebureaus in achterstandswijken.

Jeugdgezondheidzorg

Deze ontwikkeling kunnen we zien als de eerste stap naar de terugkeer van de mondzorg binnen de publieke gezondheid. Mondzorg was ook na het verdwijnen van de Tandheelkundig Preventief Medewerker binnen de GGD nog steeds opgenomen in de basistaken van de Jeugdgezondheidzorg (JGZ). De JGZ is echter niet in staat om deze taak op zich te nemen. Mondzorg staat niet op de prioriteitenlijst en de JGZ-medewerkers geven aan onvoldoende kennis en expertise te hebben om ouders te ondersteunen in het aanleren van goed mondzorggedrag bij hun kinderen. Daarnaast zijn de consulten bij de JGZ tegenwoordig vaak vraaggericht. Als ouders geen vragen stellen over mondgezondheid, dan komt het onderwerp meestal niet aan bod.

Infrastructuur

Een intensieve samenwerking met en inzet vanuit organisaties die zich bezig houden met de publieke gezondheid in het verleden zorgden voor een verbetering van de mondgezondheid. Tandheelkundig Preventief Medewerkers ondersteunden ouders, kinderen en leerkrachten. In de afgelopen decennia is vrijwel de gehele infrastructuur met structurele samenwerking tussen publieke en curatieve mondzorg verloren gegaan. Nu is de tijd om die infrastructuur opnieuw op te bouwen. Een eerste logische stap is om bij de jongste groep te beginnen.

Onwetendheid bij ouders

Over het algemeen blijven vooral jonge kinderen uit lage SEP-wijken lang uit het zicht van de mondzorgprofessional. Enkele acties van de zorgverzekeraars om de ouders van deze kinderen op te roepen om de mondzorgprofessional te bezoeken, gaven een licht positief effect. Ouders van deze kinderen ervaren echter nog steeds een drempel om de mondzorgpraktijk te bezoeken. Onwetendheid speelt hierbij een rol. Veel ouders denken dat cariës niet te voorkomen is en dat het goed komt als kind een blijvend gebit krijgt. Schaamte en de angst om zelf in de stoel van de tandarts of mondhygiënist te belanden, met alle kosten van dien, spelen eveneens een rol. Veel ouders weten ook niet dat mondzorg voor kinderen geen extra kosten met zich mee brengt. ‘Gratis’ is niet het juiste woord in deze context, maar juist dit woord moeten we gebruiken bij deze ouders. Voor een deel van de bevolking is mondzorg simpelweg onbetaalbaar geworden. Dit geldt in het bijzonder voor mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden, ongeletterden, migranten en vluchtelingen. Dus mensen voor wie de woorden als kosteloos etc. niet veel betekenen.

Mondzorgprofessional op consultatiebureau

Ongeveer 98% van de kinderen bezoekt een consultatiebureau. Dit contact is intensief tot vierjarige leeftijd. Juist deze periode is cruciaal om gezond eet- en mondzorggedrag aan te leren. De mondhygiënisten die op het consultatiebureau begeleiding en coaching geven doen juist dát. Ze zorgen dat het gezonde gedrag vanaf het begin aangeleerd wordt, voordat een ongezonde leefstijl is ontstaan. Daarnaast brengen deze mondzorgprofessionals de kinderen voordat ze vier worden in contact met een mondzorgpraktijk in de buurt.
De mondhygiënisten zullen voornamelijk ingezet worden in de risicowijken en -gebieden waar veel kinderen met cariës zijn en kinderen die niet tijdig een mondzorgprofessional bezoeken. Voor de regio’s waar de nood minder hoog is, zou de samenwerking met JGZ door middel van doorverwijzing naar de mondzorgpraktijk, zoals in het project Giga Gaaf, voldoende kunnen zijn.

Preventieprogramma’s

Met een mondhygiënist op consultatiebureaus zijn we er nog niet. Mondzorg moet een plek krijgen in het nationale en regionale preventiebeleid en in preventieprogramma’s. Hiervoor is het nodig om deze taak te expliciteren en de verantwoordelijkheid ergens te onderbrengen. De mondzorgpartijen hebben zich afgelopen tijd volop ingezet om de mondzorg voor jeugdigen op een hoger plan te tillen. Dit lukt echter niet zonder partners uit de publieke gezondheid en nationaal en lokaal beleid.
Een optimaal scenario is dat mondzorg bij de GGD GHOR op de agenda komt met de gedragen verantwoordelijkheid om mondzorg in te bedden in het landelijke preventiebeleid en landelijke programma’s. Daarnaast is per GGD-regio een medewerker mondzorg nodig die het nationaal beleid vertaalt naar de regionale behoefte en uitwerking.

Inspanning GGD/JGZ

De inzet van de mondhygiënisten op consultatiebureaus zoals voorgesteld in de aangenomen motie vraagt nogal wat inspanning van de JGZ. GGD/JGZ moet bepalen welke wijken te maken hebben met slechte mondgezondheid van kinderen, welke acties nodig zijn en op welk niveau, individueel en/of collectief. Ook moeten zij het contact leggen met de regionale mondzorgprofessionals. Een medewerker mondzorg binnen de GGD zou de uitvoering van dit beleid kunnen coördineren. In het meest ideale scenario kan een mondhygiënist als preventiespecialist een coördinerende en een uitvoerende rol binnen de GGD combineren om de individuele en collectieve preventieve mondzorg te leveren en zodoende bij te dragen aan de betere mondgezondheid van kinderen in Nederland.

Door: Katarina Jerković-Ćosić, Lector Innovaties in de Preventieve Zorg bij Hogeschool Utrecht en Hoogleraar Publieke Gezondheid en Mondzorg bij ACTA, Universiteit van Amsterdam.

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z