Maddelon de Jong-Lenters wint prijs met Uitblinkers-interventie

Maddelon de Jong-Lenters wint prijs met Uitblinkers-interventie

Op 2 juni kreeg Maddelon de Jong-Lenters de NTVT publicatieprijs uitgereikt voor haar artikel over de ‘Uitblinkers-interventie’. De nieuwe gespreksmethodiek heeft als doel het poetsgedrag van kinderen tussen de 2 en 10 jaar te verbeteren. Hoe werkt deze methodiek? En hoe kunnen praktijken deze gebruiken?

De NTVT publicatieprijs wordt elke twee jaar uitgereikt aan de eerste auteur van het door een jury als beste uitgeroepen artikel in het Nederlands Tijdschrift voor de Tandheelkunde van de twee voorgaande jaren. Dit jaar werd die prijs uitgereikt aan Maddelon de Jong-Lenters voor het artikel “Toepasbaarheid van de ‘Uitblinkers-interventie’ om tandenpoetsen bij kinderen te verbeteren: een pilotonderzoek”, wat zij samen schreef met Janneke van Bussel, Erica Polak, Monique L’Hoir en Denise Duijster.

Wat houdt de Uitblinkers-interventie precies in?

Veel ouders vinden het lastig om goed voor het gebit van hun kinderen te zorgen, bijvoorbeeld om regelmatig effectief en met een fluoride tandpaste te poetsen. Met de Uitblinkers methodiek wordt een mondzorgprofessional gestimuleerd een ‘kijkje achter de voordeur’ te nemen bij een gezin. Op deze manier kan hij of zij ontdekken waar de moeilijkheden of zogenaamde barrières zitten, voor ouders in de mondzorg voor hun kind.

Er zijn verschillende barrières die zich kunnen voordoen. Die zijn in te delen in drie categorieën factoren: factoren rondom de ouder zelf (stress, vermoeidheid, zelf niet de verwachting hebben dat het lukt), kind-gerelateerde factoren en factoren rondom het gezin en het functioneren daarvan (ouder-kind interactie, organisatie en routine). Op al deze niveaus kunnen er barrières ontstaan, waardoor het poetsen niet lukt of niet goed gaat.

Voor de Uitblinkers-methodiek zijn deze barrières duidelijk op kaarten gezet. Deze kaarten kunnen erbij gepakt worden tijdens een gesprek met de ouders. Dat maakt het in een gesprek makkelijker om te identificeren waar het probleem met tandpoetsen precies ligt.

De kaarten maken de problemen heel herkenbaar voor ouders. En door met de kaarten duidelijk te maken dat diezelfde problemen bij meer gezinnen voorkomen, voelt het advies voor ouders ook minder veroordelend. Ze kunnen hun problemen wat beter relativeren. Het is allemaal zo erg niet, we kunnen dit oplossen.

Op de achterkant van de kaarten staan vervolgens mogelijke aanpakken beschreven die de mondzorgverlener samen met de ouders kan bespreken. Deze aanpakken zijn gebaseerd op opvoedkundige principes. Mede-onderzoeker Denise Duijster omschrijft de methodiek dan ook als een mini opvoedkundige interventie in de tandartsenpraktijk.

Enkele kenmerken van de gespreksmethodiek zijn:

• Je gaat positief in gesprek met ouders, o.a. door eerst te vragen wat er al wél goed gaat met tandenpoetsen
• Je identificeert waar de barrières liggen door middel van open vragen
• Je laat ouders meedenken over oplossingen
• Je probeert passende oplossingen aan te reiken
• Je complimenteert en toont begrip

Waarom is er een nieuwe methodiek nodig?

Maddelon de Jong-Lenters heeft zelf een kinderverwijspraktijk in Leiden. Daar merkt ze regelmatig dat ouders het lastig vinden om goed voor het gebit van hun kinderen te zorgen, ondanks dat ze wel gemotiveerd zijn. Zij begrijpen dat de mondzorg van hun kind belangrijk is, ze willen goed voor het gebit van hun kind zorgen – maar zoals hierboven al werd genoemd: ze ervaren barrières waarom het hen niet goed lukt. ‘Vaak wordt gedacht dat ouders niet voldoende gemotiveerd zijn, maar dat is vaak het probleem helemaal niet’, zegt de Jong-Lenters.

Puur voorlichting en kennisoverdracht aan de ouders helpt hen onvoldoende. Daarmee realiseer je maar lastig échte gedragsverandering, blijkt uit onderzoek. “Als kennisoverdracht voldoende zou zijn om gezond te leven, zou niemand meer roken of alcohol drinken”, zeiden De Jong-Lenters en Duijster tijdens een lezing op Quality Practice over de Uitblinkers-interventie. Er zijn factoren tot ver buiten de persoon, zelf die invloed hebben op het wel of niet vertonen van gezond gedrag.

Er is dus een nieuwe methodiek nodig die ouders helpt met de mondverzorging van hun kind en die rekening houdt met externe factoren op het gedrag. En die verder gaat dan puur theoretische voorlichting. Daar biedt de Uitblinkers-interventie een oplossing.

Hoe effectief is de Uitblinkers-methodiek?

De prijs die de Jong-Lenters in ontvangst mocht nemen, betrof een artikel over een pilot die gedaan is, met 21 getrainde preventieassistenten. Onder andere vanwege corona heeft verder onderzoek vertraging opgelopen. Daarom kunnen er nog geen lange termijn uitspraken gedaan worden over de effectiviteit van de Uitblinkers-interventie op de mondgezondheid van kinderen – of de ervaringen van ouders met het tandenpoetsen van hun kinderen.

De Jong-Lenters en Duijster willen nog een langer onderzoek opzetten waarbij over een periode van twee jaar wordt gekeken wat de effectiviteit van de methodiek is op het poetsgedrag van kinderen en de ontwikkeling van cariës. Daarvoor zijn veertig praktijken nodig (twintig interventiepraktijken en twintig controlepraktijken).

Wat wel gezegd kan worden is dat de preventieassistenten heel positief waren over de methodiek. Slechts één deelnemer aan het pilotonderzoek gaf aan dat de methodiek niet bij haar paste. Er zijn dus al wel aanwijzingen dat de nieuwe methodiek effectief is in het verbeteren van de gesprekken tussen mondzorgprofessional en ouders. De resultaten uit de pilot zijn dan ook veelbelovend.

Hoe wordt de methodiek ontvangen door mondzorgprofessionals?

Mondzorgprofessionals krijgen bij het horen over de methodiek misschien het gevoel dat ze als een soort psycholoog aan de slag moeten om de problemen binnen een huishouden te identificeren. Maar volgens Maddelon de Jong-Lenters valt dat reuze mee. Zij geeft juist aan dat de methode gesprekken met ouders alleen maar makkelijker én leuker maken. Dat blijkt ook uit de positieve reacties van deelnemers aan het pilotonderzoek. Zij zijn heel enthousiast over de nieuwe methode.

Natuurlijk zagen de deelnemers ook nog wat verbeterpunten. Zo zou het beter zijn om de methodiek integraal op te nemen in de werkwijze van de praktijk, in plaats van dit alleen over te laten aan bijvoorbeeld een preventie-assistent. Daarnaast bleek de follow-up procedure tijdens de pilot te strikt. Na het initiële gesprek is het goed om nog eens contact op te nemen met de ouders om te kijken hoe het gaat met het tandenpoetsen – zoals ook werd gedaan tijdens het onderzoek. Maar dat hoeft niet per se op een vast moment. De onderzoekers geven aan al deze feedback mee te nemen in de rest van hun onderzoek en de ontwikkeling van de Uitblinkers-interventie.

Hoe kunnen praktijken zich aanmelden om mee te doen aan verder onderzoek?

De Jong-Lenters en Duijster zijn nog op zoek naar praktijken die hen willen helpen met het verdere onderzoek naar en de ontwikkeling van de Uitblinkers-methodiek. Dit is nodig om de effectiviteit van de methodiek verder vast te kunnen stellen en de methodiek verder te kunnen verbeteren.

Praktijken die 1) graag geschoold willen worden in de Uitblinkers-interventie, 2) deze methode in de praktijk willen gaan toepassen, en 3) het kunnen overzien om daar data over te verzamelen, kunnen zich aanmelden via de website van Stichting Blinkers.

Hoe kunnen praktijken nu gebruik maken van de Uitblinkers-methodiek?

Hoewel de Uitblinkers-methodiek nog verder ontwikkeld wordt, kunnen praktijken al wel training krijgen in het toepassen van deze nieuwe interventie. Via de website van Stichting Blinkers kunnen praktijken zich aanmelden voor een training. Deze training bestaat uit drie halve dagen onderwijs en oefening, waarvan één ‘terugkomdag’, waarop deelnemers gerichte feedback krijgen om hun vaardigheden verder te verbeteren.

Na de training kunnen deelnemers de barrières van ouders bij het tandenpoetsen herkennen en uitvragen. Weten deelnemers hoe ze een mogelijke aanpak kunnen afstemmen op de barrières en behoeften binnen het gezin. En hebben deelnemers een toolkit, bestaande uit kaarten en ondersteunende materialen, om de gespreksmethodiek in te praktijk toe te passen. Daarmee kunnen praktijken nu al aan de slag met de Uitblinkers-interventie.

Maddelon de Jong-Lenters is tandarts-pedodontoloog en eigenaar van een verwijspraktijk voor kindertandheelkunde in Leiden. De uitdaging daar is om échte gedragsverandering te bewerkstelligen. In 2016 is zij gepromoveerd op onderzoek over de rol van opvoeding en gedragsproblemen in relatie tot het ontstaan van cariës. Nieuw onderzoek richt zich op cariëspreventieve interventies die laagdrempelig zijn uit te voeren in de tandheelkundige praktijk. Ook verdiept zij zich naast haar werk als tandarts in de gezondheidspsychologie.

 

 

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z