Mogelijk verband tussen medicijngebruik bij ADHD-patiënten en benodigde restauratieve behandelingen

medicatie

ADHD-patiënten die chronisch methylfenidaat (MF) gebruiken hebben mogelijk vaker restauratieve behandelingen nodig dan mensen die dit medicijn niet nemen. Volgens onderzoek in Special Care in Dentistry verhoogde elke genomen gram van het stimulerende middel de kans dat de persoon een herstellende behandeling nodig had.

ADHD-medicijn

Methylfenidaat is een effectief stimulerend medicijn voor de behandeling van aandachtstekort-hyperactiviteitsstoornis (ADHD). Het gebruik ervan komt veel voor bij tot wel 7,5% van de kinderen van 6 tot 18 jaar en bij tot wel 35% van de studenten. Gerapporteerde bijwerkingen zijn onder andere verminderde botdichtheid en een langzamere groei bij kinderen. Er is echter nog maar weinig onderzoek gedaan naar de rol van de medicatie in de mondgezondheid.

Lastig te onderzoeken

Het is lastig om het mogelijke verband tussen MF-gebruik en mondgezondheid te onderzoeken door de algemeen erkende nadelige effect van ADHD op de mongezondheid. Voorbeelden hiervan zijn een gebrek aan motivatie om mondhygiëne te behouden, vaker belonen van kinderen door hun ouders met cariogeen voedsel, en de medicatiegerelateerde xerostomie.

Cariës bij jongvolwassenen met ADHD

Onderzoekers van het Tel Aviv Sourasky Medical Center aangesloten bij Tel Aviv University hebben het effect en de dosis-respons van MF-gebruik op de ontwikkeling van cariës bij jonge volwassenen met ADHD beoordeeld. Ze analyseerden hiervoor gegevens van ruim 200.000 jongvolwassen militaire rekruten. Van die patiënten hadden 6.875 ADHD en een behandeling met methylfenidaat, 6.729 hadden onbehandelde ADHD en 200.000 hadden de aandoening niet.

De uitkomst was de behoefte aan restauratieve behandeling, die diende als een indicator van cariës: het hebben van ten minste één voorschrift voor een herstellende behandeling tijdens de onderzoeksperiode. De onderzoekers corrigeerden voor meerdere factoren waarvan bekend is dat ze het aantal herstellende behandelingen beïnvloeden.

Vaker zorg voor behandelde ADHD’ers

24% van degenen die voor ADHD werden behandeld hadden herstellende zorg nodig, vergeleken met 22% van de onbehandelde ADHD’ers en 17% van de controlegroep. Deze eerste groep had ook het hoogste gemiddelde aantal behandelingen per persoon met 0,88 ± 1,69. Dit aantal was 0,78 ± 1,54 bij de deelnemers met onbehandelde ADHD en 0,61 ± 1,72 bij de gezonde groep.

Methylfenidaat verhoogt kans op behandeling

Door middel van multivariate analyse kwamen de auteurs erachter dat de kans op ten minste één herstellende behandeling wordt verhoogd door het gebruiken van methylfenidaat met een odds-ratio van 1,006 voor elke extra gram MF. Dit vertaalt zich in een toename van het relatieve risico met 0,5% voor elke extra 1000 mg medicatie. In de studie werden de proefpersonen blootgesteld aan ongeveer 2300 mg in 3 maanden, maar sommige patiënten hebben tot 100 mg per dag nodig.

Belangrijke bevindingen

“Op basis van bovenstaande bevindingen concluderen we dat zowel ADHD als MF bijdragen aan de behoefte aan herstellende behandelingen. Andere belangrijke bevindingen zijn onder meer het verband tussen herstellende behandelingen en mannelijk geslacht, lagere sociaaleconomische status en opleidingsniveau, extreme BMI en immigratie van ouders uit ontwikkelingslanden”, schrijven de auteurs.

Incidentie mogelijk overschat

De beperkingen van de studie omvatten het retrospectieve ontwerp en de indirecte beoordeling van de cariëslast. Prospectieve onderzoeken gebruiken namelijk meestal standaardmetingen in plaats van het aantal voorgeschreven behandelingen. Uitkomstgegevens hadden waarschijnlijk de incidentie van cariës overschat, omdat de code voor “restauratieve behandelingen” ook herstel van mislukte vullingen omvatte, en niet alleen actieve cariëslaesies.

Verder onderzoek nodig

“Onze resultaten laten zien dat chronische MF-medicatie bij jongvolwassenen leidt tot een verhoogde behoefte aan restauratieve behandelingen en een significante impact op OH [mondgezondheid] impliceert. De pathofysiologie achter deze associatie blijft ongekarakteriseerd en vraagt om verder onderzoek”, concluderen de onderzoekers.

Bron:
Special Care in Dentistry 

 

 

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Wat is je functie?

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z