onderzoek-loepbril

Kostenonderzoek NZa uitgesteld

De NZa zal het kostenonderzoek Mondzorg later starten dan gepland. Eerder werd via de pers aangekondigd dat 250 mondzorgprofessionals benaderd zouden worden om via de website www.mondzorginkaart.nl een vragenlijst in te vullen. Vanaf 23 mei zou het tweede deel van het onderzoek starten waarbij meer mondzorgprofessionals worden benaderd.

Nog geen nieuwe datum

De NZa noemt nog geen nieuwe datum voor start van het onderzoek. Dit uitstel volgt volgens de NMT na de bestudering door de NZa van de pilotresultaten en de NMT-brief met gemelde knelpunten.

Schaduwonderzoek

PWC voert namens de NMT een schaduwonderzoek uit aan de hand van de gegevens die ook aan de NZa zijn aangeleverd. Van een aantal deelnemers in de pilot heeft PWC echter nog geen informatie ontvangen.

Bron:
NMT

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Onderzoek NZa mondzorgtarieven klopt niet

Onderzoek NZa mondzorgtarieven klopt niet

Dit stelt MSNP, een adviesbureau op gebied van management en ICT. MSNP-onderzoeker Bas van den Heuvel probeerde voor een opdrachtgever een berekening te maken van de tarieven van standaardbehandelingen. Het bureau kwam hierbij niet in de buurt van de tarieven die de NZa in haar Marktscan 2012 liet zien. Van den Heuvel diepte vervolgens het tariefsverschil uit. In de Review Marktscan mondzorg geeft hij aan dat welke fouten de NZa heeft gemaakt bij de berekening van de tarieven.

Lees hieronder de managementsamenvatting van de Review Marktscan mondzorg van MSNP

De managementsamenvatting
De NZa-Marktscan mondzorg beschrijft de door de NZa waargenomen prijsontwikkeling in de mondzorg voor het jaar 2012 t.o.v. het referentiejaar 2011. Het experiment van de “vrije tarieven” waarbij tandartsen zelf de prijs voor een behandeling konden vaststellen is in 2012 begonnen. In het referentiejaar 2011 werd gewerkt met handelingscodes, de zogenaamde UPT codes, die door deze in combinatie te declareren een uitgevoerde behandeling beschreven, i.c. meerdere UPT-codes vormden samen één behandeling. In 2012 werd gewerkt met prestatiecodes die aansloten bij het eindresultaat van een behandeling en feitelijk bestonden uit bij elkaar gevoegde UPT-codes. De NZa beschrijft in de Marktscan hoe het in 2011 en 2012 werkte (pagina 63 van de Marktscan):
Een voorbeeld hiervan is de tweevlaksvulling (code E112 in 2012). In 2011 was de hoofdcode voor het uitvoeren van een tweevlaksvulling een tweevlaksrestauratie (V12). Wanneer een tandarts een tweevlaksrestauratie uitvoerde kon hij daar ook een aantal andere verrichtingen bij uitvoeren. Deze andere verrichtingen konden worden gedeclareerd via een bijcode. Bijcodes die bij een tweevlaksrestauratie werden gedeclareerd waren bijvoorbeeld etsen (V20 of V21), anesthesie (A10, A15 of A20), het gebruik van
een cofferdam (V50), het gebruik van wortelstiften (V70) en pulpa-overkappingen (E40 of V60).

Om tot een goede vergelijking tussen 2011 en 2012 te komen moeten vier stappen worden doorlopen:

  1. De gegevens van de uitgevoerde behandelingen in 2011 en 2012 moeten worden verzameld en omgezet in een databestand voor de analyse.
  2. De losse declaratieregels in 2011 die elk een hoofdcode of een bijcode bevatten, moeten worden geclusterd tot een valide behandeling.
  3. De behandelingen uit 2011 moeten worden geconverteerd naar de prestatiecodes in 2012.
  4. Vervolgens moet worden bepaald of wijzigingen in de definities per 1 januari 2012 invloed hebben op de structuur / kosten van een behandeling in 2012.

Als deze vier stappen zijn doorlopen kunnen de kosten van een mondzorgbehandeling in 2012 en in 2011 worden vergeleken.
In de Marktscan mondzorg presenteert de NZa zeer opvallende prijsstijgingen. Zo schrijft men in het persbericht:
Wie voor een wortelkanaalbehandeling of vulling naar de tandarts ging was duurder uit, een éénvlakvulling werd 21,8% duurder, een volledige wortelkanaalbehandeling 40,6%.

De Review van de Marktscan laat zien dat de NZa fouten heeft gemaakt bij drie van de vier stappen.

  1. De NZa is uitgegaan van het bestand van de verzekerde declaraties, waardoor de jeugdmondzorg is oververtegenwoordigd. Een oververtegenwoordiging in de data hoeft geen probleem te zijn, echter de behandel- en kostenstructuur van de jeugdmondzorg wijkt af van de mondzorg aan volwassenen.
  2. Bij het clusteren van de losse declaratieregels zijn zowel codes niet meegenomen (niet geteld) als sommige behandelingen niet goed geïdentificeerd. Dit leidt er toe dat bijvoorbeeld bij de wortelkanaalbehandeling maar 26% van de patiënten volgens de NZa wordt verdoofd.
  3. Voor de conversie heeft de NZa gebruik gemaakt van een deel van het conversiemodel van de NMT (de beroepsorganisatie van tandartsen), echter dit model was voor deze toepassing niet bedoeld.
    Andere conversiemodellen leiden tot een andere prijsontwikkeling. Het gaat daarbij specifiek om de verdeling van de kosten over codes die in 2012 gelijktijdig werden gedeclareerd. Sommige tandartsen kozen er voor in 2012 juist maar één code te declareren en niet twee. De kosten van de behandeling in 2011 werden in deze situatie toegekend aan de enkele code in 2012.
    Uiteindelijk is ook in deze Review bij dit model aangesloten omdat de discussie over het bestaan van verschillende conversiemodellen met een verschillende prijsontwikkeling, de discussie met de NZa bleek te blokkeren.
  4. Als onderdeel van het experiment van de “vrije tarieven” zijn door de NZa ook nadere eisen gesteld aan de inhoud van een behandeling in 2012. Hierdoor zijn de behandelingen tussen 2011 en 2012 niet per definitie gelijk. Een bekend voorbeeld is dat een verdoving bij een vulling integraal onderdeel is geworden van de prijs van de behandeling, zodat het mogelijk is dat patiënten eerder kozen voor een verdoving. Een ander voorbeeld is de grondige gebitsreiniging, bij deze behandeling
    is het aantal keren dat de behandeling van een individuele patiënt in 2012 wordt gedeclareerd gedaald ten opzichte van het referentiejaar 2011.
  5. De combinatie van tekortkomingen in de analyse door de NZa leidt er toe dat de NZa een onjuist beeld heeft geschetst van de prijsontwikkeling in de mondzorg. De onbewerkte dataset van Famed, waarin zowel verzekerde als onverzekerde zorg vertegenwoordigd is, geeft een opvallend verschillende prijsontwikkeling in de mondzorg weer. Zo is een volledige wortelkanaalbehandeling niet 40,6% duurder geworden maar juist 1.0% gedaald. Ook bij de vullingen is de prijsontwikkeling afwijkend; niet een stijging van 21,8% maar een prijsontwikkeling tussen de 2.8% en de 9.8% afhankelijk van het wel of niet
    meetellen van de extra “gratis” verdovingen.

De NZa heeft uitgebreid kunnen reageren op de conceptrapportage. De toon van de reacties was opbouwend noch constructief en zij zijn niet instaat gebleken de analyse die ten grondslag ligt aan deze Review te falsificeren. Belangrijker is misschien nog de verklaringen die zij gaven voor de verschillen, namelijk:

  1. Bij de vergelijking van de kosten van de mondzorg is de NZa er vanuit gegaan dat tandartsen 50% tot 75% van de bijkomende kosten bij een behandeling, zoals consulten en verdoving, niet declareerden in 2011.
  2. De onderzoeker kiest ervoor aansluiting te zoeken bij de conversie van 1 enkele zorgverzekeraar (Achmea). De NZa ziet niet wat hier de reden van is.
  3. Bij een behandeling over meerdere zittingen, zoals de meeste wortelkanaalbehandelingen, zijn alleen de kosten voor de laatste zitting meegeteld, omdat de NZa niet kon bepalen welke eerdere zittingen bij welke behandeling hoorde.
  4. De kosten van een alternatieve declaratiecode zijn niet meegeteld omdat de tandarts ook gebruik had kunnen, en in de ogen van de NZa had moeten, maken van de standaarddeclaratiecode.
  5. De onderzoekers van de NZa zijn er vanuit gegaan dat de behandelstructuur tussen 2011 en 2012 niet is gewijzigd, en hebben de door de NZa vastgestelde nadere regeling mondzorg niet in hun analyse betrokken.

Samenwerken
Voor de continuïteit van de hoogwaardige zorg in Nederland is kostenbeheersing die volgt uit kosteninzicht noodzakelijk. De NZa is niet in staat gebleken het kosteninzicht voor de mondzorg te verschaffen. Deze Review is dan ook een appel aan de andere organisaties in de zorg, i.c. verzekeraars, beroepsgroepen, patiëntenorganisaties en overheid om gezamenlijk te gaan werken aan
een goed kosteninzicht.

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Website mondzorginkaart.nl gelanceerd voor kostenonderzoek mondzorg

Website mondzorginkaart.nl gelanceerd voor kostenonderzoek mondzorg

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) laat een kostenonderzoek uitvoeren door Deloitte en MediQuest om de tarieven voor de mondzorg 2014 te kunnen onderbouwen. Voor het in beeld brengen van de opbrengsten, kosten en productie van mondzorgaanbieders is de website www.mondzorginkaart.nl gelanceerd.

Vragenlijst
250 mondzorgprofessionals worden benaderd om via deze website gegevens over hun praktijk te geven. Het gaat om feitelijke gegevens over de structuur van de praktijk (zoals het aantal ingeschreven patiënten, aantal inzetbare fte en gemiddeld aantal werkuren per week), over de financiën en over de productie (het aantal verrichte prestaties). Met deze resultaten worden de vragenlijsten verder verfijnd.

Vanaf 23 mei start het tweede deel van het onderzoek waarbij meer mondzorgprofessionals worden benaderd voor deelname.

Bron:
MediQuest

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Reactie NZa: Cijfers blijven overeind na Review mondzorg

De NZa meldt: ‘De berekeningen en conclusies uit de marktscan Mondzorg van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) blijven overeind’. Dit zegt de NZa in reactie op een voorlopige versie van het rapport ‘Review Marktscan Mondzorg’ van bureau MSNP en de Vereniging voor Arts en Automobiel (VVAA). De conclusies die de onderzoeker trekt in het conceptrapport zijn wat de NZa betreft onvolledig en onjuist.

De NOS heeft de NZa eerder gevraagd om reactie op het onderzoek. De reactie van de NZa richting NOS, inclusief cijfermatige onderbouwing, kunt u hier bekijken.

De NZa geeft aan dat zij voor haar marktscan de uitkomsten op basis van de Vektis-data gecontroleerd en vergeleken heeft met declaratiegegevens van álle factoringmaatschappijen over zowel verzekerde zorg (zoals jeugdmondzorg) als onverzekerde zorg. De Review Mondzorg geeft echter aan: ‘De NZa is uitgegaan van het bestand van de verzekerde declaraties, waardoor de jeugdmondzorg is oververtegenwoordigd. Een oververtegenwoordiging in de data hoeft geen probleem te zijn, echter de behandel- en kostenstructuur van de jeugdmondzorg wijkt af van de mondzorg aan volwassenen.’

Ook meldt de NZa dat zij in haar rapportage voor verdoving bij een wortelkanaalbehandeling uitgegaan is van wat tandartsen gedeclareerd hebben. De Review Mondzorg van MSNP geeft als kritiekpunt van de NZa marktscan aan:  ‘Bij het clusteren van de losse declaratieregels zijn zowel codes niet meegenomen (niet geteld) als sommige behandelingen niet goed geïdentificeerd. Dit leidt er toe dat bijvoorbeeld bij de wortelkanaalbehandeling maar 26% van de patiënten volgens de NZa wordt verdoofd.

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

NZa: Sturende verzekeraar is beste alternatief voor tariefdiscussies

De Nederlandse Zorgautoriteit is gestart met een onderzoek naar de kosten en opbrengsten van mondzorgpraktijken, als onderbouwing van de tarieven voor 2014. In de publicatie ‘Feiten mondzorg in kaart’ wordt NZa-bestuursvoorzitter Theo Langejan aan het woord gelaten over de werkwijze en gedachtengang van de NZa: ‘Het is onmogelijk voor een landelijk overheidsorgaan om bij het berekenen van gemiddelde- landelijke – tarieven, tegelijkertijd een oordeel te geven over de nut en noodzaak van dat soort kosten. Daar zijn wij niet toe in staat’.

Sturende verzekeraar
Langejan geeft als alternatief voor tariefdiscussies een sturende verzekeraar aan. ‘Dit is precies de reden waarom een zorgverzekeraar beter in staat is om de zorg betaalbaar te houden: de verzekeraar heeft inzicht in alle behandelgegevens van aanbieders en kan onder andere regionaal afwijkende prijsafspraken maken met zorgaanbieders. Bijvoorbeeld als de patiëntenpopulatie anders is. Ook kan de zorgverzekeraar in gesprek met zorgaanbieders over het nut en de noodzaak van bepaalde behandelmethodes en innovaties. Levert een innovatie ook echt wat op in termen van gezondheidswinst of kost het alleen maar geld? Zorgverzekeraars hebben de gegevens en de expertise in huis om dat goed te kunnen beoordelen.’

Ontbreken zorgverzekeraar reden mislukken vrije tarieven
Als reden voor het niet slagen van het experiment vrije prijzen in de mondzorg geeft de bestuursvoorzitter het ontbreken van de verzekeraar als centrale zorginkoper. ‘Er zijn nog te weinig contracten tussen tandartsen en verzekeraars, waardoor de sturende rol van de verzekeraar op bijvoorbeeld de kwaliteit maar ook op de tarieven gering is. Een verzekeraar die goed inkoopt kan veel beter onderscheid maken tussen goed en niet goed presterende aanbieders, iets wat niet kan met het klassieke kostenonderzoek vanuit de overheid.’

Over de rol die de verzekeraars speelden door het fors verhogen van de premie en tegelijkertijd verlagen van de dekking van de aanvullende verzekering laat de NZa zich niet uit in de publicatie ‘Feiten mondzorg in kaart’.

Originele publicatie ‘Feiten mondzorg in kaart’

“Een berekening is wat anders dan een mening”

De Nederlandse Zorgautoriteit is gestart met een onderzoek naar de kosten en opbrengsten van mondzorgpraktijken, om de tarieven voor het jaar 2014 goed te kunnen onderbouwen. “Zorgaanbieders vinden altijd dat het tarief te laag is, consumenten vinden altijd dat het tarief te hoog is”, zegt Theo Langejan, bestuursvoorzitter van de NZa. “Daarom zijn de feitelijke gegevens zo belangrijk voor onze berekeningen. Wat wordt er daadwerkelijk gedeclareerd? Welke kosten zijn daadwerkelijk gemaakt?”

“Als rekenmeester in de zorg moet je goed kunnen uitleggen wat je doet, juist omdat veel aanbieders vinden dat ze te weinig verdienen, en veel consumenten vinden dat ze teveel betalen aan de zorg. De methode van onderzoek die we kiezen bespreken we daarom altijd vooraf tot in detail door met verschillende belangengroepen: met consumentenorganisaties, verzekeraars en vertegenwoordigers van de zorgaanbieders.

Controleerbare gegevens
Bij het bespreken van de onderzoeksopzet, voordat een kostenonderzoek begint, zijn belanghebbenden het meestal nog eens over de methode. Maar zodra er resultaten komen, wordt vaak snel gezegd dat de onderzoeksmethode niet deugt en dat het ook anders kan.
Natuurlijk zijn er in ieder onderzoek keuzes te maken. Wat neem je wel en niet mee in je berekeningen, wat onderzoek je apart, wat zet je bij elkaar, hoe kun je een zo goed mogelijk beeld krijgen wat er daadwerkelijk gebeurt? Juist daarom bespreken we de opzet vooraf met belanghebbenden, om eenzelfde vertrekpunt te hebben en hen de gelegenheid te geven met alternatieven te komen. De NZa baseert zich in haar kostenonderzoeken, maar ook in haar marktscans en verdiepende onderzoeken alleen op feitelijke, controleerbare gegevens. Niet op meningen over hoe de uitkomst bijvoorbeeld vanuit een gewenste behandelpraktijk zou moeten zijn. Overigens is het vaak ook niet duidelijk wat dan een gewenste behandelpraktijk is, en dat kunnen wij als overheid in ieder geval niet bepalen.

Zuivere vergelijkingen
Bij het berekenen van de tarieven op basis van de feitelijke kosten en opbrengsten in de zorg moeten we altijd uitgaan van een vastgesteld norminkomen. Zonder norminkomen zou de zorgverlener namelijk een tarief ontvangen zonder beloning voor zijn eigen werk. Zijn de opbrengsten hoger dan het norminkomen? Dan kunnen de tarieven omlaag. Zijn de opbrengsten lager? Dan moeten de tarieven omhoog. De hoogte van het norminkomen is een terugkerende discussie bij kostenonderzoeken. Die discussie moet je op een ander moment voeren, die staat los van de feitelijke gegevens over de kosten en opbrengsten die in het onderzoek verzameld worden.
Ook in onze marktscans en monitors over de verschillende zorgsectoren brengen we alleen de feiten in kaart. We vergelijken daarin uitsluitend de bedragen en behandelingen zoals die daadwerkelijk gedeclareerd en in rekening gebracht zijn, en de praktijkkosten die daadwerkelijk gemaakt zijn. Over dezelfde periode, op dezelfde manier. Dat is ook de enige manier waarop je een goed beeld kunt krijgen van verschillen door de jaren heen. Zo laat je zien wat de consument daadwerkelijk ‘in de portemonnee’ voelt.

Gemiddelden
Als de overheid, in dit geval de NZa, tarieven moet vaststellen voor zorgbehandelingen, doen we een onderzoek naar de kosten en opbrengsten van de gemiddelde zorgpraktijk in de sector. Dit betekent dat er uiteindelijk een tarief uitkomt dat past bij die gemiddelde zorgpraktijk. Nu zijn er altijd zorgaanbieders die van dat gemiddelde afwijken. Bijvoorbeeld omdat zij een andere patiëntenpopulatie behandelen dan het gemiddelde, of omdat hun praktijk beduidend groter of kleiner is dan het gemiddelde. De tarieven passen daarom nooit precies bij alle soorten praktijken, dat kan ook niet. Het gemiddelde tarief is in ieder geval goed voor de meeste praktijken.

Een ander nadeel van klassieke kostenonderzoeken om een landelijk tarief vast te stellen voor zorgbehandelingen, is dat je daarmee de kosten van zorg langzaam maar zeker kunt opschroeven. Als zorgaanbieders hun kosten hoger maken, bijvoorbeeld door meer high-tech apparatuur aan te schaffen, gaan bij dit soort klassieke tariefberekeningen uiteindelijk de tarieven van de zorg omhoog. Terwijl je je soms echt af kunt vragen of die apparatuur noodzakelijk is om goede zorg te leveren.

Het is onmogelijk voor een landelijk overheidsorgaan om bij het berekenen van gemiddelde- landelijke – tarieven, tegelijkertijd een oordeel te geven over de nut en noodzaak van dat soort kosten. Daar zijn wij niet toe in staat, maar het druist ook in tegen de principes van het doen van kostenonderzoek: dat gaat juist louter om daadwerkelijke feiten, daadwerkelijk gemaakte kosten en daadwerkelijk gegenereerde inkomsten.

Beste alternatief voor tariefdiscussies: sturende verzekeraar
Dit is precies de reden waarom een zorgverzekeraar beter in staat is om de zorg betaalbaar te houden: de verzekeraar heeft inzicht in alle behandelgegevens van aanbieders en kan onder andere regionaal afwijkende prijsafspraken maken met zorgaanbieders. Bijvoorbeeld als de patiëntenpopulatie anders is. Ook kan de zorgverzekeraar in gesprek met zorgaanbieders over het nut en de noodzaak van bepaalde behandelmethodes en innovaties. Levert een innovatie ook echt wat op in termen van gezondheidswinst of kost het alleen maar geld? Zorgverzekeraars hebben de gegevens en de expertise in huis om dat goed te kunnen beoordelen.

Het experiment met vrije prijzen in de mondzorg in 2012 is niet geslaagd, vooral omdat de verzekeraar als centrale zorginkoper ontbrak. Er zijn nog te weinig contracten tussen tandartsen en verzekeraars, waardoor de sturende rol van de verzekeraar op bijvoorbeeld de kwaliteit maar ook op de tarieven gering is. Een verzekeraar die goed inkoopt kan veel beter onderscheid maken tussen goed en niet goed presterende aanbieders, iets wat niet kan met het klassieke kostenonderzoek vanuit de overheid.”

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Hoe blijft de orthodontist overeind?

Orthodontisten hebben het zwaar. Voor de tweede keer is er 16% ingeleverd. Bas Njio maakt zich ongerust over de toekomst van zijn specialisatie. Een interview met deze ondernemende orthodontist.

Bas Njio is zeer gepassioneerd over zijn vak, heb ik gemerkt in de jaren dat wij samenwerken op het forum van Tandarts.nl. Zijn tweets werden steeds pittiger: “De totaalkosten orthodontie op macroniveau zullen toenemen in 2013. Na het geplande onderzoek van de NZa zal in 2014 naar alle waarschijnlijkheid de beugelbehandeling in 2015 gratis worden”. Tijd voor een interview.

Njio studeerde cum laude af aan ACTA en volgde van 1993 tot 1997 de specialisatie Orthodontie. Hij legde, met de EURO-QUAL groep onder leiding van Professor Birte Prahl, de basis voor het huidige Europese kwaliteitssysteem op orthodontisch gebied. Zo was hij kwaliteitscoördinator orthodontie bij ACTA en editor voor Euro-Qual voor twee boeken over implementatie van een Europees kwaliteitssysteem voor orthodontie. Nu runt hij twee orthodontiepraktijken waarin hij veel zelf doet en is hij docent bij Orthocourse. Tijdens zijn stage in Kopenhagen ontstond z’n interesse voor orthodontie. “Bij orthodontie moet je veel samenwerken. Zowel met de patiënt, als met een team. Dat sprak mij aan. Het leukste is om samen met de patiënt en je team iets moois te bouwen, waarbij je met je team inspeelt op de vragen en verwachtingen van de patiënten. De laatste tien jaar richt ik mij daarom voornamelijk op de behandeling van volwassenen. Langzamerhand zijn wij uitgegroeid tot een, regionaal en nationaal bekend, orthodontiecentrum voor volwassenen. Wij bieden behandelingen die volledig afgestemd worden op de wensen en omstandigheden van de individuele patiënt. Door onze samenwerking met fijne, deskundige tandartsen om ons heen, kunnen we de complete (cosmetische) tandheelkunde coördineren”, zegt Njio.

Scandinavië is nog steeds zijn voorbeeld. “Typisch voor mijn praktijken is het Scandinavische gevoel: Simpel, eenvoudig en ingetogen, maar tegelijkertijd modern en vooruitstrevend. In balans met de natuur, zou je kunnen zeggen. Ons uitgangspunt is het verzorgen van een moderne beugelbehandeling die past bij de wensen van de patiënt. Wij doen er alles aan om de verwachtingen waar te maken. Daarbij staat niet de ideale occlusie – een verouderd concept uit 1960 – maar het individuele optimum van de patiënt centraal.”

Tariefsverlaging onterecht
Toch heeft Njio zich uitgeschreven als orthodontist in 2008. Maar dit was een politiek spelletje vanwege de tariefsverlaging. “Samen met een groot aantal orthodontisten hadden wij bedacht dat het de beroepsorganisaties NMT, VVO en ANT zou kunnen helpen om duidelijk te maken dat Den Haag toen echt fout zat. Daar is nooit iets mee gebeurt.”

Nu is er weer een daling van 16% maar vreemd genoeg heeft Njio hier geen enkele spontane reactie van patiënten op gekregen. “Noch bij mijn stijging in 2012, noch bij de daling in 2013. Als ik ernaar vraag dan spreken ze alleen hun verbazing uit over de lage prijs van de controles. Zelfs een leek heeft door dat die prijs niet klopt. Een inschrijving, anamnese, overleg, beoordeling, advies, behandelingsplan, kostenbegroting en rapportage via e-mail moeten we nu blijkbaar doen voor 20 euro. En een orthopantomogram is 30% goedkoper bij ons dan bij de tandarts, een vreemde situatie die duidelijk bedacht is vanachter een bureau.”

Degradatie van een super vak ten top
“De echte professionele tegenslag is niet zozeer de hoogte van het tarief, als wel de smalheid van de tariefsopbouw. Er is geen enkele ruimte voor individuele aanpassing, er is alleen plaats voor standaardplannen. Als ik snel klaar kan zijn, dus minder controles nodig heb, of we vinden het onderfront niet belangrijk en doen dus alleen de bovenkaak, dan kan het tarief niet uit. Ook verschillende moderne retentietechnieken zitten niet in het ‘pakket’. En dat voor een wetenschappelijk bewezen kwalitatief zeer hoogwaardige behandeling door een orthodontist. Ook de moeilijke behandelingen (impacties) moeten nu gedaan worden voor dit lage tarief. Terwijl de simpele behandelingen misschien prima in dit tarief te doen zijn. Uitbannen van variatie, daar is Nederland al jaren mee bezig, in het kader van alles moet voor iedereen hetzelfde zijn. Degradatie van een super vak ten top. Nu werken we voor een ruim 35% lager tarief dan 5 jaar geleden, we zijn echt de goedkoopste in Europa, en misschien wel in de wereld. Een behandeling met vaste apparatuur kost nu 1.750 euro all in.

Ik merk dat de prijs zo laag is geworden dat het volume volwassenen nog meer toeneemt. Hun complete jaarlijkse uitgave aan sporten is hoger dan de kosten voor een beugel. Maar daarmee gaan de uitgaven aan orthodontie op macroniveau natuurlijk stijgen. Ik blogde al dat in 2015 de beugel gratis wordt. Er zou een scheiding moeten komen in de prijs voor noodzakelijke behandelingen bij kinderen. Die zijn te meten met de ICON (IOTN). De rest is vrije markt, net als de kapper.”

Trots
Ondanks alles blijft Njio trots op elke beugel die hij met z’n team verwijdert. “Trots op die nieuwe glimlach! Dat verveelt nooit. En ik ben ook trots als ik zie dat mijn team fijn samenwerkt. Na een drukke dag met tevreden patiënten zijn we dan samen moe, maar voldaan.”

Wat moet er veranderen?
Twee dingen: Ten eerste geeft twee derde van de patiënten in het onderzoek van de Consumentenbond aan dat zij van tevoren niet wisten dat zij behandeld zouden worden door een tandarts in plaats van een orthodontist. Dit terwijl wetenschappelijk aangetoond is dat de orthodontist efficiënter behandelt. Hierover moet meer duidelijkheid komen voor de patiënt. “Ik hoor nog dagelijks: ’mijn tandarts is ook orthodontist’ en dat klopt natuurlijk niet.”

“De overheid denkt dat de tandarts de eenvoudigere behandelingen doet. Dat is ook zo bij de tandartsen die ik ken. Die vinden het zelf ook vreemd dat ik evenveel mag rekenen voor een behandeling die zij doorsturen.”

Ten tweede zullen we een voorbeeld moeten nemen aan Noorwegen, volgens Njio. “Daar kunnen ze beter met geld en gezondheid omgaan. In het Noorse systeem krijgen patiënten die om gezondheidsredenen een beugel nodig hebben, 100% vergoed. In Noorwegen wordt alle orthodontie door specialisten begeleid. Een scheve tand of spleetje tussen de voortanden behoeft geen vaste apparatuur, maar individueel kan men hiervoor wel kiezen. In zulke gevallen betaalt de Noorse patiënt de beugel gewoon zelf, zonder verzekeringsvergoeding. Is de beugel een beetje nodig, dan krijg je een gedeeltelijke vergoeding van 40 tot 75%. Realiseer je dan wel dat de verzekeringen in Noorwegen nationaal gereguleerd worden. Niet commercieel, zoals in Nederland. In Nederland wordt minder dan 5% van de orthodontie vergoed vanuit de basisverzekering. De rest komt uit de particuliere zelf-gefinancierde aanvullende verzekering. Mijn volwassen cliënten betalen de behandelingen meestal compleet zelf, zonder bijdrage van hun verzekering. Als wij praten over de behandelingsopties en mijn ideeën over aanvullende service, begrijpen zij niet waar de overheid zich mee bemoeit. Zo wil ik op zaterdag en zondagmiddag open gaan, maar elke ondernemer snapt dat dat met de huidige tarieven onmogelijk is.
Ook dat realiseert Den Haag zich niet. Waarom zou je zo iets moeten reguleren, volledig particulier gefinancierde zorg die wordt uitgevoerd door professionals met 10 jaar opleiding? Uit diverse contacten met de overheid weten ze dit niet, of doen ze alsof. Misschien omdat ze denken ooit zelf een beugel nodig te hebben? En dan is een lage prijs wel lekker natuurlijk. Die strategie hebben ze natuurlijk in de hele tandheelkunde gebruikt.”

Overeind blijven
Ondanks de vele wolken schijnt de zon volop voor Njio. Hij krijgt veel media-aandacht. Het afgelopen jaar verscheen hij vaak in de krant, in diverse glossies en zelfs twee keer op televisie. Njio beschikt over de kunst van het omdraaien: Hij heeft plannen, want hij voelt zich uitgedaagd en dat maakt hem creatief. “Ik luister naar suggesties en klachten van patiënten en denk niet ‘dat-kan-ik-niet’. Ik verzamel de juiste ideeën en pas mijzelf en mijn team aan. Verandering is leuk. En dat zouden mijn collega’s ook moeten doen, willen ze overeind blijven staan.”

Websites
www.rechtetanden.nl
www.njio.nl
Bekijk de video

Interview door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO

 

Lees meer over: Opinie, Orthodontie, Tarieven, Thema A-Z

Tendens tandheelkunde: Harder werken en meer preventie

“We kunnen ervan uitgaan dat er weer veranderingen komen in de tarieven, dat we harder moeten gaan werken en ons meer moeten richten op preventie.” Alexander Tolmeijer van de NMT gaf zijn visie over de tendens in de tandheelkunde.

Wat gaat er in 2014 gebeuren met de tarieven? Alexander Tolmeijer van de NMT gaf ons zijn visie. “We kunnen ervan uitgaan dat er weer veranderingen komen in de tarieven, dat we harder moeten gaan werken, maar dat elke gevolg in extra verdienen door de overheid wordt teruggehaald. Verder moeten we ons meer richten op preventie.”

Verslag van de presentatie van Alexander Tolmeijer, tandarts en vice-voorzitter en penningmeester van de NMT, tijdens de Quality Practice themadag mondhygiëne.

Kostenonderzoek
De NZa is bezit met een kostenonderzoek onder mondzorgprofessionals. Zo wordt bekeken wat  zij verdienen en welke kosten praktijken maken. Aan de hand hiervan zal de NZa de tarieven voor 2014 vaststellen.

Het norminkomen voor tandartsen bedraagt nu 109.000 euro bruto per jaar. Dit is dan de omzet minus de kosten voor praktijkvoering. Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en pensioen moeten daar nog van af. De NZa heeft nog geen norminkomen voor mondhygiënisten vastgesteld en beslist hier later over. Een norminkomen gaat uit van een standaard aantal gewerkte uren. En hierin schuilt het gevaar. Als een grote groep tandartsen en mondhygiënisten meer uren werkt dan de norm, wordt het feitelijke inkomen dus hoger. De NZA houdt geen rekening met dit effect en vergelijkt het inkomen inclusief overwerk met een gewoon norminkomen.

Mondzorgprofessionals doen veel meer dan alleen maar behandelingen. Denk maar eens aan de werkoverleggen in de pauze, het opstellen van protocollen, beantwoorden van patiënten e-mails, het bespreken van patiëntenbehandelingen met collega’s, het opruimen en schoonmaken van de behandelkamer en het slijpen van de instrumenten. Dat is ook werk, maar dit wordt vaak niet meegeteld in het aantal gewerkte uren.

Meer werk
De minister spreekt niet van een tandartsen tekort, maar ondertussen groeit de bevolking door. Er komen steeds meer ouderen en deze groep behoudt veel langer hun natuurlijke dentitie. Het aantal Nederlanders met een prothese is de afgelopen 30 jaar met zo’n 100.000 per jaar gedaald. Als al deze mensen hun eigen gebit hebben, komt dat neer op 2,8 miljoen elementen die professionele reiniging nodig hebben. Ook is het type restauratie veranderd. We leggen nu haast geen goud meer in de mond, wat twintig jaar mee kon gaan, maar gebruiken vaak composiet wat een gemiddelde levensduur heeft van zeven jaar. “En als tandartsen niet méér mogen werken, dan zijn er meer mondhygiënisten nodig”, zei Tolmeijer tegen een knikkend publiek. “Weet je hoeveel patiënten een tandarts ongeveer in zijn bestand heeft?”, vroeg hij. “Dat zijn er zo’n 2200. En hoeveel patiënten heeft een mondhygiënist? Als iedereen naar de mondhygiënist zou gaan, zou elke mondhygiënist 7000 patiënten in de stoel krijgen!” Een geroezemoes ging door de zaal.

Oplossing
Hoe gaan we dat oplossen? “De verbetering in de zorg zit niet in apparaten met allerlei bliepjes.” Voor de tandheelkunde geldt dat er preventie moet worden ingezet. Want er valt nog veel te winnen als we zien dat 20% van de mensen niet twee keer per dag poetst en maar 30% interdentaal reinigt.
In gesprek gaan met de patiënt door middel van Motivation Interviewing zal hierin de sleutel zijn. Echt contact hebben met de patiënt is niet alleen belangrijk bij preventie, maar is ook een marketingtool. De patiënt beoordeelt je namelijk hierop, niet op de perfecte vulling. Patiënten die een goede band hebben met hun mondzorgprofessionals, zullen dit anderen vertellen. Mond-tot-mond-reclame is de beste reclame die er is.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna voor dental INFO van de presentatie van Alexander Tolmeijer, tandarts, vice-voorzitter en penningmeester van de NMT, tijdens de Quality Practice themadag mondhygiëne.

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
smiling boy on white background

In 2013 opnieuw bijbetalingen in mondzorg bij de jeugd

Zorgverzekeraar CZ heeft het voornemen de door de NZa vastgestelde tarieven voor de mondzorg in 2013, niet over te nemen voor álle zorgverleners binnen de mondzorg. Zelfstandig gevestigde mondhygiënisten krijgen een lager tarief aangeboden. Als gevolg hiervan wordt het bijbetalen voor preventieve mondzorg gericht op de jeugd door CZ in de hand gewerkt. Dat is naar de opvatting van de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM) ongewenst voor zorg die valt onder de basisverzekering.

Verschillende bedragen
Daarnaast krijgen CZ-verzekerden met een aanvullende tandartsverzekering door deze handelwijze bij zorgverleners met overeenkomstige competenties verschillende bedragen vergoed voor dezelfde behandeling. Dit is volgens de NVM een zeer ongewenste situatie. Een en ander leidt namelijk tot onduidelijkheid voor de consumenten en doet onrecht aan een groot aantal gekwalificeerde zorgverleners.

Tarieven
De NZa heeft voor 2013 de prestaties en de tarieven voor de mondzorg vastgesteld na goed overleg met alle mondzorgkoepels (tandartsen, mondhygiënisten en tandprothetici), zorgverzekeraars en consumentenorganisaties. Bekijk hier de tariefbeschikking van de NZa. Deze tarieven gelden voor álle mondzorgverleners.

Bron:
NVM


Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

NMT-bezwaar orthodontietarieven 2007-2009 gegrond verklaard

De NMT is gedeeltelijk in het gelijk gesteld in haar bezwaren tegen de orthodontietarieven in 2007, 2008 en 2009. Het College van beroep voor het bedrijfsleven (CBB) oordeelt dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) niet heeft kunnen aantonen dat de tarieven in deze periode juist zijn vastgesteld. De NZa had de tarieven, ondanks de bezwaren in die periode, in stand gelaten. Dit terwijl het CBB in december 2008 een duidelijke uitspraak hierover had gedaan.

Onderzoek NZa
Het CBB draagt de NZa op onderzoek te doen of de per 1 juli 2007, 1 januari 2008, 1 april 2008 en 1 januari 2009 vastgestelde tarieven juist zijn en daarop een nieuwe beslissing op de bezwaren te nemen. Indien uit dat onderzoek blijkt dat deze tarieven niet juist zijn, maar bijvoorbeeld te laag zijn vastgesteld, dan moet de NZa bovendien beoordelen welke gevolgen daaraan moeten worden verbonden.

Onduidelijk
De uiteindelijke consequenties van deze uitspraak voor de orthodontietarieven zullen nog moeten worden afgewacht.

Bron:
NMT


Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

NMT: Goede vergelijking tarieven 2011-2012 vrijwel onmogelijk

Onderzoeken laten zien dat het onmogelijk is om conclusies te trekken over de verschillen in mondzorgtarieven van 2011 en 2012. Dit meldt de NMT op haar website als reactie op de marktscan van de NZa.

De NMT deed samen met de Consumentenbond en het ACTA een onderzoek waarin tandartsen werden gevraagd offerte uit te brengen voor een aantal behandelplannen. Hieruit bleek de complexiteit van tariefsvergelijking. ‘Vanaf 2012 moesten tandartsen gaan werken met samengestelde prestaties in plaats van separate verrichtingen, waardoor een goede vergelijking vrijwel onmogelijk is’, schrijft de NMT. Zowel het systeem van prijsvaststelling als ‘het product’ is veranderd waardoor bij omrekening veel aannames worden gedaan.

Ook geeft de NMT aan dat onderzoek laat zien dat de kosten van tandheelkundige zorg per patiënt in 2012 vrijwel hetzelfde zijn als in 2011.

Bron:
NMT

 

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Highly Detailed Red Shopping Tag

NZa: Prijsstijging mondzorgtarieven gemiddeld 10,7 procent

De NZa heeft een tweede marktscan gehouden waaruit blijkt dat de mondzorgtarieven in 2012 gemiddeld met 10,7 procent stegen vergeleken met 2011. De scan laat daarnaast zien dat er minder contracten tussen verzekeraars en mondzorgaanbieders zijn gesloten en dat consumenten iets minder tevreden over de mondzorg zijn.

Verschillen
De prijsstijging verschilt per behandeling. De prijsstijging van een periodieke controle bleef beperkt met 3,2%. De prijzen van de meest voorkomende beugelbehandelingen bleven gelijk of werden lager. Een wortelkanaalbehandeling en vulling werden duurder: een eenvlaksvulling werd 21,8% duurder, een wortelkanaalbehandeling 40,6%.

Consumentenonderzoek
Het consumentenonderzoek in de marktscan laat zien dat meer mensen wisseling van mondzorgprofessional overwogen. Daarnaast geven consumenten aan minder tevreden te zijn over de beschikbare informatie om een aanbieder te kiezen.
De wachttijden en toegankelijkheid van de mondzorg bleven gelijk.

Contracten
Na de marktscan van juni zijn er niet veel contracten tussen verzekeraars en mondzorgaanbieders bij gekomen. Er werden wel meer kwaliteitsafspraken gemaakt.

Bron:
NZa

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Highly Detailed Red Shopping Tag

NZa maakt tarieven en prestaties mondzorg 2013 bekend

De prijzen voor tandartsen, orthodontisten, mondhygiënisten en tandprothetici voor 2013 zijn bekend. Vanaf volgend jaar stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de tarieven en prestaties in de mondzorg weer vast. De tarieven van 2011 zijn met 4,5 procent geïndexeerd.

Voor 2013 maakte de NZa uit praktische overwegingen grotendeels gebruik van de prestaties uit 2011. De periode om weer te reguleren was te kort om alle veranderingen uit 2012 mee te nemen. Voor een aantal innovaties is wel de lijst uit 2012 gebruikt, bijvoorbeeld prestaties voor preventie en de heldere prestatieomschrijvingen uit de lijst van 2012. Ook de prestaties orthodontie uit 2012 zijn meegenomen. Dit laatste gebeurde na intensief overleg met zorgverzekeraars, tandartskoepels en consumentenorganisaties.

Max-max
De tarieven 2013 worden zogenaamde max-max tarieven. Daarbij kunnen tandartsen, orthodontisten, mondhygiënisten en tandprothetici met verzekeraars afspraken maken over een extra 10% vergoeding op het maximumtarief, bijvoorbeeld omdat ze een kwaliteitskeurmerk willen en daarvoor kosten moeten maken. De extra 10% betaalt de verzekeraar, mensen zonder tandartsverzekering hoeven niet extra te betalen.

Korting orthodontie
Nu de oude tarieven weer op tafel liggen, voert de NZa ook het tweede deel van de korting op orthodontie door. De NZa besloot in 2011 om de tarieven met in totaal 32% te verlagen, 16% in 2011 en nog eens 16% in 2012, als er geen vrije prijzen zouden komen. Uit onderzoek in 2010 bleek dat de tarieven te hoog waren: orthodontisten hebben sommige taken bijvoorbeeld aan hun assistenten uitbesteed en kunnen goedkoper werken. Volgend jaar doet de NZa een kostenonderzoek om de tarieven mondzorg te actualiseren.

Bron:
NZa

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Zorgverzekeraars Nederland: Vergoedingensysteem mondzorg 2013 bevordert kwaliteit

Zorgverzekeraars Nederland (ZN) is blij dat de nieuwe tarieven voor tandartsen, mondhygiënisten, orthodontisten en tandprotetici  zogenaamde max-max tarieven worden. Dit geeft zorgverzekeraars de ruimte om bijvoorbeeld investeringen in kwaliteit extra te belonen, meldt ZN op haar website.

Dankzij de max-max tarieven kunnen tandartsen, orthodontisten, mondhygiënisten en tandprothetici met verzekeraars afspraken maken over 10 procent extra vergoeding op het maximumtarief, bijvoorbeeld omdat ze een kwaliteitskeurmerk willen en daarvoor kosten moeten maken. De extra 10 procent betaalt de zorgverzekeraar. Mensen zonder tandartsverzekering hoeven niet extra te betalen.

Orthodontie
De zorgverzekeraars zijn ook positief over het behoud van de voor de consument herkenbare prestaties voor orthodontie en over het feit dat de NZa nu het tweede deel van de korting op orthodontie doorvoert. De NZa besloot in 2011 om de orthodontietarieven met in totaal 32 procent te verlagen, 16 procent in 2011 en nog eens 16 procent in 2012 als er geen vrije prijzen waren geweest. Uit kostenonderzoek van de NZa in 2010 bleek dat de tarieven te hoog waren.

Duidelijkheid voor consument
De nieuwe prestaties zijn tot stand gekomen met medewerking van zorgverzekeraars, consumentenorganisaties en zorgaanbieders. Voor zorgverzekeraars was daarbij van belang dat de wijzigingen in prestaties zouden bijdragen aan de duidelijkheid voor en controleerbaarheid door de consument. Zo zijn de prestaties voor gebitsreiniging en preventieve instructie per vijf minuten vastgesteld. Een consument kan immers zelf goed beoordelen hoe lang een behandeling heeft geduurd.

Bron:
ZN

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

NMT vindt Invoering max-maxtarief te vroeg

De invoering van een max-maxtarief per 1 januari 2013 komt te vroeg. Dat schrijft de NMT aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Ook enkele zorgverzekeraars delen deze mening. De NMT vindt het niet verstandig het max-maxtarief onzorgvuldig te beginnen.

Onduidelijk voor patiënten
Het is in de eerste plaats voor de patiënt onduidelijk welk tarief wordt gerekend. Er ontstaat een tweedeling tussen patiënten die onwenselijk en verwarrend is. Als dan de uitkeringscriteria van verzekeraars uiteen lopen, ontstaat er een ondoorzichtige markt.

Consument krijgt de rekening
De verzekeraar betaalt volgens het NZa-voorstel het max-maxtarief, maar natuurlijk niet uit eigen middelen. De consument betaalt uiteindelijk toch altijd de rekening als klant van een bedrijf. De NMT signaleert daarnaast dat een aantal verzekeraars niet klaar is om max-maxtarieven in te voeren. Implementatie per 1 januari leidt bij tandartsen én verzekeraars tot problemen.

Bron:
NMT

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Nederlanders kritisch over marktwerking in de zorg

Een ruime meerderheid van de verzekerden (63%) vindt dat de marktwerking in de zorg is doorgeschoten en dat de overheid weer een meer sturende rol zou moeten hebben. Dit blijkt uit de resultaten van de Monitor Marktwerking Zorg 2012, uitgevoerd door onderzoeksbureau Intomart GfK.

Kritischer
Vergeleken met 2011 staan verzekerden aanmerkelijk kritischer tegenover marktwerking in de zorg. Het aantal mensen dat een negatieve dan wel zeer negatieve houding tegenover marktwerking in de zorg heeft, is gestegen van 38% in 2011 naar 47% in 2012.

Hoe ouder en hoger opgeleid, des te negatiever men is over de marktwerking in de zorg. Meer dan driekwart van de verzekerden (76%) verwacht een stijging van meer dan 10% van de premie voor de zorgverzekering. Dit is veel meer dan de voorgaande jaren: in 2011 was dit nog 60%. Een meerderheid (56%) noemt de vergrijzing van de bevolking de belangrijkste oorzaak hiervoor.

Politieke beslissingen en te veel bureaucratie worden ook als oorzaken van de verwachte premiestijgingen genoemd. Slechts een kwart van de ondervraagden (24%) noemt het inefficiënt werken door zorgverleners als mogelijke oorzaak van een premiestijging.

Onderzoek
Het onderzoek Monitor Marktwerking Zorg 2012 is een kwantitatieve monitor onder consumenten naar ontwikkelingen in de zorg- en zorgverzekeringsmarkt en wordt jaarlijks uitgevoerd door Intomart GfK. De steekproef bedraagt n=1500.

Bron:
Intomart GfK

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Highly Detailed Red Shopping Tag

NMT vindt NZa berichtgeving over prijzen 2013 voorbarig

De NZa (Nederlandse Zorgautoriteit) maakte via een persbericht bekend dat het jaar 2011 de basis is voor de mondzorgprestaties en -tarieven in 2013. De NMT vindt de NZA voorbarig met dit bericht omdat de tarieven nog niet definitief zijn vastgesteld. Tijdens de vergadering is gebleken dat er nog tal van onduidelijkheden zijn die eerst moeten worden opgelost. De NMT vindt het dan ook onbegrijpelijk en voorbarig dat de NZa met een dergelijk persbericht naar buiten komt.

Tijdsdruk
Door tijdsdruk zegt de NZa niet alle verworvenheden uit de 2012-lijst mee te kunnen nemen. Het blijft daarom bij indexatie van de 2011-tarieven en enkele innovaties uit 2012. Het voorstel is nog niet definitief, de Raad van Bestuur van de NZa neemt eind oktober een definitief besluit over de tarieven en prestaties 2013, waarbij het advies van het overleg op 10 oktober wordt meegewogen.

Startdatum
De tarieven 2013 worden max-max tarieven. Tandartsen, orthodontisten, mondhygiënisten en tandprothetici kunnen op basis van afspraken/contracten met verzekeraars 10% extra vergoeding op het maximumtarief ontvangen. De NMT is geen voorstander van het invoeren van een max-max tarief per 1 januari omdat hierover nog veel onduidelijk is. Zo zijn de criteria nog niet omschreven en hoe moet worden omgegaan met niet verzekerde zorg.

Korting orthodontisten
De tweede korting op orthodontie van 16% gaat ook door. In 2011 werden orthodontisten al met 16% gekort. De NMT zet zich in om de tariefstructuur voor orthodontisten van 2012 te handhaven en bestrijdt het korten van de tarieven

Bron:
NMT

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Highly Detailed Red Shopping Tag

NZa: Tandarts iets goedkoper in 2013

Een zegsvrouw van de NZa meldde vorige week in de Telegraaf dat de tandartstarieven in 2013 een paar procent lager zullen liggen. Ze geeft hierbij wel aan dat dit mede afhankelijk is van het type behandeling.

De NZa besprak begin oktober een voorstel met de adviescommissie Cure waarin het jaar 2011 als basis is genomen voor de  mondzorgprestaties en -tarieven in 2013. De Raad van Bestuur van de NZa neemt eind oktober een definitief besluit over de tarieven en prestaties 2013.

Bron:
De Telegraaf

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Highly Detailed Red Shopping Tag

NZa: Jaar 2011 basis voor tarieven en prestaties mondzorg in 2013

Het jaar 2011 is de basis voor de mondzorgprestaties en -tarieven in 2013, inclusief de geplande korting van 16% op de orthodontietarieven. Dat voorstel besprak de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) op 10 oktober met de adviescommissie Cure. De nieuwe dingen uit de lijst van 2012 verdwijnen niet allemaal: nieuwigheden uit 2012 op het gebied van bijvoorbeeld preventie krijgen een plek in de prestaties voor 2013.

De tijd om nieuwe tarieven te bepalen is kort nu de minister deze zomer op verzoek van de Tweede Kamer besloot om met het experiment vrije prijzen te stoppen. Daarom kiest de NZa voor een praktische oplossing: het indexeren van de tarieven 2011, en de oude prestatielijst uit 2011 aanvullen met een aantal innovaties van de lijst van 2012. Het is niet mogelijk om alle verworvenheden uit 2012 nu al op te nemen. Volgend jaar doet de NZa een kostenonderzoek om de tarieven mondzorg te onderbouwen.

De tarieven 2013 worden zogenaamde max-max tarieven. Daarbij kunnen tandartsen, orthodontisten, mondhygiënisten en tandprothetici met verzekeraars afspraken maken over een extra 10% vergoeding op het maximumtarief, bijvoorbeeld omdat ze een kwaliteitskeurmerk willen en daarvoor kosten moeten maken. De extra 10% betaalt de verzekeraar, mensen zonder tandartsverzekering hoeven niet extra te betalen.

Nu de oude tarieven weer op tafel liggen, voert de NZa ook het tweede deel van de korting op orthodontie door. De NZa besloot in 2011 om de tarieven met in totaal 32% te verlagen, 16% in 2011 en nog eens 16% in 2012, als er geen vrije prijzen zouden komen. Uit onderzoek in 2010 bleek dat de tarieven te hoog waren: orthodontisten hebben sommige taken bijvoorbeeld aan hun assistenten uitbesteed en kunnen goedkoper werken.

Het voorstel is nog niet definitief, de Raad van Bestuur van de NZa neemt eind oktober een definitief besluit over de tarieven en prestaties 2013, waarbij het advies van de commissie is meegewogen.

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Vervolg marktscan 2012

Na de marktscan over het eerste kwartaal van 2012, gaat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) nu een vervolgscan uitvoeren over de eerste 8 maanden van dit jaar. De NMT heeft, ondanks het besluit van de minister het experiment per 1 januari 2013 te beëindigen, aangedrongen op deze vervolgscan bij de NZa.

Verschillen factoring en Vektis
De NZa baseert zich voor deze vervolgscan op gegevens die zij gaat opvragen bij factoringbedrijven. Daarnaast is het van belang dat de NZa ook een analyse zal uitvoeren of er verschillen zijn tussen de data van Vektis en die van de factoringbedrijven.

De minister Schippers van VWS heeft de NZa de opdracht gegeven om gedurende de looptijd van het experiment met vrije tarieven in de mondzorg de ontwikkelingen te monitoren.

Bron:
NMT


Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Highly Detailed Red Shopping Tag

NMT: Tarievenlijst 2013 grotendeels gelijk aan 2011

De tarievenlijst 2013 zal qua structuur en opzet veel lijken op de tarievenlijst die we kennen uit 2011. Dit blijkt uit het overleg dat onlangs met de NZa is gevoerd, meldt de NMT. Wettelijk is bepaald dat de NZa op basis van de aanwijzing van de minister de tarievenlijst vaststelt. Wel komen er een aantal (met name preventieve) verrichtingen bij die geïntroduceerd zijn met de lijst van 2012.
Conceptvoorstel
De planning is dat de NZa op basis van de nog te krijgen input begin oktober een conceptvoorstel bespreekt in de Adviescommissie eerste lijn, waarin de NMT zitting heeft. Daarna zal de Raad van Bestuur een besluit nemen wat eind oktober wordt gepubliceerd. De NZa zal voor de tariefhoogte uitgaan van het tarief 2011, trendmatig aangepast voor de jaren 2012 en 2013 (voorcalculatie). In 2013 volgt een kostenonderzoek zoals dat vorig jaar onder de huisartsen is uitgevoerd.

Om gedragen input te kunnen geven heeft de NMT gesproken met de wetenschappelijke verenigingen, de mondzorgkoepels en de vier grootste verzekeraars.

Bron:
NMT

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z