Marktwerking zorgverzekeraars nog ver te zoeken

berekenen - premie

Van marktwerking door zorgverzekeraars is nog weinig sprake. Dat stelt huisarts Glenn Mitrasing van De Vogelvrije Huisarts naar aanleiding van de Marktscan Zorgverzekeringsmarkt van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

Mitrasing, die strijdt tegen de onverantwoordelijke kostenexplosie van zorgpremies, vraagt zich af of de NZa haar eigen marktscan wel begrijpt. “De NZa schrijft aan de minister dat er voor verzekerden ‘voldoende keuzevrijheid en concurrentie onder zorgverzekeraars’ bestaat. Ook meent de autoriteit dat de relatief geringe winst die overstappers kunnen behalen in combinatie met de nagenoeg gelijk gebleven opslagpremie ‘lijkt te wijzen op een concurrerende markt’. Uit de HH-index blijkt echter dat er van marktwerking in de zorg nergens in Nederland sprake is.”

Herfindahl-Hirschman-index
De huisarts wijst op de Herfindahl-Hirschman-index (HHI) in de marktscan. De HHI is een maatstaf voor marktconcentratie waarbij zowel het aantal aanbieders als hun relatieve omvang een rol speelt. De hoogte van deze index wordt bepaald door de marktaandelen van alle partijen – in dit geval zorgverzekeraars – te kwadrateren en bij elkaar op te tellen. Hoe hoger deze index is, des te hoger de concentratie in de markt is. Wanneer de HHI hoger is dan 1800 is er een reëel risico dat effectieve mededinging door eenzijdige machtsposities wordt belemmerd. Dan gaan mededingingsautoriteiten doorgaans kritisch kijken naar fusies en eventueel misbruik van machtsposities. Pas onder de 1000 kan gesproken worden van een niet-geconcentreerde markt. In de marktscan van de NZa komt naar voren dat het HHI-cijfer van Nederland neerkomt op 2105. Provinciaal gezien ligt het cijfer tussen de 1886 en 4508. “En dat is dan nog voor de door de NMa inmiddels goedgekeurde fusie van De Friesland met Achmea. De markt is sinds 2007 nagenoeg geheel verdeeld onder vier grote verzekeraars die gezamenlijk een onaantastbaar oligopolie vormen”, aldus Mitrasing.


Herfindahl-Hirschman-index uit de NZa-marktscan

‘Ruime keuze voor patiënt’
Volgens de NZa betekent een hoge HHI niet per se dat er geen concurrentie is. “Er zijn weliswaar een beperkt aantal spelers op de markt, maar er vindt wel degelijk een onderlinge concurrentiestrijd plaats”, legt NZa-woordvoerder Jaco van Lambalgen uit. “Uit de marktscan blijkt dat verzekerden voldoende mogelijkheden hebben om over te stappen en dat zij kunnen kiezen voor verschillende partijen. Regionaal valt er weliswaar weinig te kiezen, maar met de komst van internet en internetpolissen hebben verzekerden landelijk gezien ruime keuze.” Van Lambalgen stelt verder dat de inkoopmacht van zorgverzekeraars juist kan zorgen voor lagere prijzen voor de patiënt. Zij merkt daarbij op dat de Nederlandse Mededingingsautoriteit gaat over oneerlijke concurrentie. “Wij kijken met name naar de belangen van de patiënt, daarom voeren wij ook deze marktscan uit.”

Oplettendheid blijft geboden
De HH-index zegt inderdaad niet alles over concurrentie volgens Erik Schut, hoogleraar gezondheidseconomie en beleid aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. “Maar een hoge marktconcentratie betekent wel dat er extra oplettendheid geboden is. Het is daarom belangrijk dat de NZa goed te blijft kijken wat consumenten betalen en wat zij daarvoor terugkrijgen en of verzekeraars geen excessieve winsten maken”. Zo kunnen hoge winstcijfers duiden op prijsafspraken. “Maar tot aan 2009 maakten de zorgverzekeraars nog verlies op de basispremie, wat duidt op stevige prijsconcurrentie. Pas in 2009 zijn de verzekeraars voor het eerst sinds de invoering van de Zorgverzekeringswet op de basisverzekering winst gaan maken.”
Schut merkt tot slot op dat keuzevrijheid geen garantie is voor goede marktwerking. “Als verzekerden kunnen kiezen uit verschillende verzekeraars die de prijzen en voorwaarden onderling op elkaar afstemmen, dan schieten zij met keuzevrijheid niet veel op. Daarom is het ook zo belangrijk dat er naast de vier grote, nog vijf kleine zorgverzekeraars zijn die kunnen fungeren als luis in de pels. Neem bijvoorbeeld DSW die elk jaar als eerste de basispremie bekendmaakt. Zij komen met een lage premie en dat houdt de grote partijen ook weer scherp.” De overname van De Friesland is daarom een kwalijke zaak, vindt de hoogleraar, die van oordeel is dat de NMa deze fusie niet had moeten goedkeuren. “Als alle kleintjes dadelijk opgegeten zijn door de grote spelers, dan komt de marktwerking steeds meer in het geding.”

Bron:
Zorgvisie

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Wat is je functie?

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *