Garantiefonds Mondzorg wordt sectorbreed
Stichting Garantiefonds Mondzorg (SGM) gaat een nieuwe fase in. Het in 2009 door de ANT opgerichte fonds wordt sectorbreed en telt straks ruim 7.000 leden. Dinsdag 20 maart bereikten alle betrokken partijen daartoe een principe-akkoord.
Met deze verbreding wint het Garantiefonds voor de patiënt enorm aan waarde, stelt SGM-voorzitter Marnix de Romph. Voor een patiënt geldt straks: met welke mondzorger hij ook een probleem krijgt, het wordt in verreweg de meeste gevallen opgelost.
Gegrond verklaarde klacht
Het Garantiefonds Mondzorg biedt patiënten de garantie dat bij een gegrond verklaarde klacht tegen een mondzorger de kosten voor een herstelbehandeling te allen tijde worden vergoed. De leden van de Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) waren al sinds 2009 aangesloten bij het fonds. Daar kwamen vervolgens ruim 350 tandprothetici en een aantal jeugdtandartsen bij en nu nog eens zo’n 800 vrijgevestigde mondhygiënisten en 5.500 praktijkhoudende NMT-leden.
Imago
De leden van de Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT) sloten zich als eersten bij de SGM aan. Vervolgens gingen de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT) en de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM) in 2011 met de SGM in gesprek over toetreding tot het Garantiefonds. De Romph, tevens directeur van de ONT: Iedereen ziet het belang van het fonds voor de patiënt. Maar het is ook een positieve impuls voor het imago van de hele mondzorgsector. De overheid heeft de SGM immers omarmd als een goede kwaliteitsindicator.
Direct beschikbaar
Bij herstelbehandelingen tot 10.000 euro zorgt het Garantiefonds dat het bedrag direct beschikbaar is. Achteraf verhaalt het die kosten op de verantwoordelijke mondzorger. Voor bedragen boven de 10.000 euro is de SGM verzekerd.
Overigens is het aantal herstelbehandelingen waarvoor in de afgelopen drie jaar een beroep op het Garantiefonds werd gedaan, te verwaarlozen. De Romph: Het ging om een enkele behandeling tot 10.000 euro. Het geeft maar weer eens aan dat de Nederlandse mondzorg van een hoog niveau is.
Bezwaar
Waar ANT-leden in eerste instantie automatisch lid waren van het fonds, zijn ze dat nu niet meer. De Romph: Eind 2010 heeft een van de leden de juridische implicaties van een collectieve deelname aan het fonds aan de orde gesteld. Hij wees op het risico dat een individuele tandarts op die manier het recht zou kunnen verspelen om bezwaar te maken tegen het gegrond verklaren van een klacht door de klachtencommissie van de ANT. Terwijl voor een SGM-lid de uitspraak van die commissie bindend is.
De leden van de NMT en de NVM krijgen binnenkort een collectief gefinancierd lidmaatschap aangeboden. Mét een uitleg van de eventuele juridische implicaties en de mogelijkheid om van lidmaatschap af te zien, stelt De Romph. Zo blijft aansluiting dus een individuele keuze van de mondzorger. Wij voorzien echter niet dat velen zullen afhaken. Van de ANT-leden zijn vorig jaar na het stopzetten van het collectieve lidmaatschap ruim 600 tandartsen opnieuw uit eigen beweging lid geworden. En van de 362 tandprothetici die via de ONT het SGM-lidmaatschap kregen aangeboden, gaven slechts zeven aan daar om diverse redenen geen prijs op te stellen.
Verschillende risicos
De Romph gaat er vanuit dat de mondzorgkoepels zelfreinigend zijn. Als zorgverleners er een potje van maken, dan wordt dat opgemerkt. Elke koepel heeft een codex en ons eigen reglement voorziet in de mogelijkheid om leden eventueel te royeren. Uiteraard realiseren we ons dat verschillende mondzorgers verschillende risicos op claims lopen. De kans dat er in de complexe behandeltrajecten van bijvoorbeeld een gnatoloog iets mis gaat waarbij een herstelbehandeling nodig blijkt, is natuurlijk groter dan dat een mondhygiënist fouten maakt bij het verwijderen van tandsteen.
Het lidmaatschap van de SGM wordt in bijna alle gevallen collectief gefinancierd en gaat voor de meeste mondzorgers vooralsnog niets extra kosten.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!