Vraagteken-roze

‘Vermist is erger dan dood’

Onlangs organiseerde GSK de zevende editie van Talking Points in Dentistry. Een verslag van de gehouden presentatie over forensische odontologie: identificatie van onbekende doden aan het hand van het gebit.

Forensische odontologie
Forensische odontologie is het deel van de tandheelkunde dat zich – in het belang van justitie – bezighoudt met de professionele behandeling en onderzoek van tandheelkundig bewijsmateriaal, en met de deskundige interpretatie en documentatie van de gedane bevindingen. Identificatie van onbekende stoffelijke overschotten aan de hand van het gebit is het grootste werkterrein van de forensische odontologie. Ook bij massarampen, waarbij vele slachtoffers zijn, is gebleken dat identificatie aan de hand van het gebit zeer goed toepasbaar is. Hoewel er op dit terrein geen speciale bevoegdheid bestaat, kan de identificatie aan de hand van het gebit niet aan iedere tandarts worden overgelaten. Men dient over de benodigde kennis, vaardigheden, materialen en ervaring te beschikken. In deze presentatie stond de gebitsidentificatie centraal.

Het belang van identificatie
Doreth van de Heuvel besprak samen met haar partner Frithjof Kroon het indrukwekkende onderwerp ‘Vermist is erger dan dood’. Steeds vaker worden onbekende doden aangetroffen. We reizen steeds meer en gaan verder weg. Als er bij een vliegtuig iets fout gaat, gaat het meestal goed fout. Ook kennen we tegenwoordig vaak niet eens meer onze buren, waardoor iemand niet gemist wordt en lijken in huis pas na lange tijd worden gevonden. Forensische tandheelkunde komt om de hoek kijken als slachtoffers niet meer aan nabestaanden kunnen worden getoond voor identificatie. Van de Heuvel waarschuwt het publiek voor de lugubere foto’s tijdens de presentatie. Eigenlijk was er tot voor kort wettelijk niets geregeld bij het identificeren van slachtoffers. Gelukkig zijn er wetten gewijzigd. Ieder mens heeft een juridische persoonlijkheid. Iemand bestaat officieel pas nadat een geboorteakte is opgemaakt. Een overlijdensakte maakt uiteindelijk duidelijk dat iemand dood is. Maar wat als je niet weet wie de dode is? Daarvoor is dus identificatie nodig. Niet alleen om het voor de nabestaanden mogelijk te maken over hun dierbare te rouwen, maar ook voor de afwikkeling van allerlei persoonlijke en juridische zaken van zowel slachtoffer als nabestaande.

Emotionele motieven
Forensische tandheelkundigen worden gedreven door emotionele motieven. Vermist is nu eenmaal erger dan dood. Nabestaanden die in onzekerheid verkeren worden gek van angst en zorg. Bovendien is er een slachtoffer nodig voor de rouwverwerking. Dit is de drijfveer voor hulpverleners. Hiervoor worden verschillende identificatiemethoden toegepast. Allereerst wordt gekeken naar persoonlijke eigendommen. Nadeel hierbij is dat die vaak niet aan het slachtoffer vastzitten. Ze worden soms ver van het lichaam gevonden en worden daardoor niet direct in relatie met de persoon gebracht. Daarna worden lichaamskenmerken bekeken: totaal uiterlijk, operaties, tatoeages, voeten, vingerafdrukken en het gebit, waarbij de laatste twee de belangrijkste informatie leveren. Tandheelkundigen die worden gevraagd patiëntgegevens te leveren, kunnen zich vaak beroepen op veronderstelde toestemming (alsof het slachtoffer toestemming zou hebben gegeven). De gegevens over behandelingen aan het gebit zijn in het onderzoek natuurlijk erg belangrijk. Sinds januari 2010 is vastgelegd dat er ook materiaal van het slachtoffer mag worden afgenomen. Er bestaat een databank met daarin DNA-gegevens van vermisten.
Identificatieproces
Dan neemt Kroon de microfoon over. Hij legt uit dat de wang en tong als het ware als een natte deken over het gebit heen liggen. Het gebit is bestand tegen zowel hoge als lage temperaturen en geeft betrouwbare informatie. Aan de hand van de ramp met de tsunami in Thailand beschrijft hij het identificatieproces dat daar werd gevolgd. Het identificeren van alle slachtoffers was een enorme klus. Eerst werden de persoonlijke eigendommen (denk aan sieraden) bekeken, daarna de kleding en namen ze vingerafdrukken af. Het grondige onderzoek werd tijdens de presentatie met indrukwekkende foto’s verduidelijkt. Om de gebitstatus vast te stellen, halen de onderzoekers de onderkaak in zijn geheel uit het lichaam. Hierdoor is er ook beter zicht op de bovenkaak. De onderzoekers maken foto’s en röntgenfoto’s van het gebit en er wordt op drie manieren DNA-onderzoek gedaan: materiaal uit een rib, uit het bovenbeen (bot) en uit twee gave gebitselementen. Alle gegevens worden zeer nauwkeurig en volgens
vaste protocollen vastgelegd. Per lichaam wordt een post mortem dossier aangemaakt.

Gebitsgegevens uit patiëntendossier
Gelukkig worden behandelingen die in de tandheelkundige praktijk zijn uitgevoerd tegenwoordig goed vastgelegd. Dit zijn de zogenoemde ante mortem gegevens. De post mortem en de ante mortem gegevens worden met behulp van computers vergeleken. In westerse landen waar veel tandheelkundige gegevens worden geregistreerd, wordt met identificatie aan de hand van gebitsgegevens de beste resultaten bereikt. Hier is natuurlijk voor de tandarts en mondhygiënist een rol weggelegd. Familie- inspecteurs van het Forensisch Identificatie Team nemen contact op met de tandheelkundig zorgverleners met de vraag om een kopie van het patiënten dossier af te staan. Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen wordt er een oproep worden geplaatst in dentale vakbladen om een slachtoffer te traceren. Te allen tijde kunnen tandarts en mondhygiënist overleg plegen met een forensisch odontoloog. In ieder geval is het zorgverleners niet aan te raden zelf aan de slag te gaan. Laat dat werk maar aan het forensisch instituut over, legt Kroon uit. Wij zijn gewend te puzzelen met gebitsgegevens, maar vaak zijn daarbij de gegevens die tandheelkundig zorgverlener aanlevert van wezenlijk belang!

Lees ook de andere verslagen

Bron:
GSK Talking Points in Dentistry, 5 juni 2010 Amsterdam

Presentatie “Vermist is erger dan dood” door Frithjof Kroon en Doreth van den Heuvel.

Frithjof Kroon voltooide zijn studie tandheelkunde in 1984 en zijn studie geneeskunde in 1990 in Utrecht, waarna hij van 1990 tot 1994 werd opgeleid tot specialist Mondziekten en Kaakchirurgie aan het VU medisch centrum te Amsterdam. Vanaf 1 september 1996 is hij als kaakchirurg verbonden aan het Ruwaard van Putten Ziekenhuis te Spijkenisse. Sinds 1993 houdt hij zich ook bezig met forensische werkzaamheden. Hij heeft van april 1994 tot en met maart 2004 gewerkt als forensisch geneeskundige bij de GG & GD te Utrecht. Vanaf 1993 tot heden voert hij tevens werkzaamheden uit als forensisch odontoloog voor politie, justitie, het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en het Rampen Identificatie Team (RIT). Daarnaast is hij sinds juli 1994 verbonden aan het VU medisch centrum / ACTA, afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie/Orale Pathologie, Amsterdam i.v.m. onderzoek en onderwijs aan studenten Tandheelkunde.

Doreth van den Heuvel voltooide haar studie fysiotherapie in 1983, waarna zij tot 1 januari 1997 als fysiotherapeute werkzaam is geweest. Van 1993 tot 1998 heeft zij in de avonduren rechten gestudeerd. Haar afstudeerscriptie draagt de titel “Onbekende dode, wat dan?” Hierin beschrijft zij wat er dient te gebeuren en hoe een en ander is geregeld indien er een stoffelijk overschot wordt aangetroffen waarvan de identiteit onbekend is. Sinds 1 september 1996 is Doreth in een deeltijdaanstelling als praktijkmanager van de afdeling kaakchirurgie bij Frithjof Kroon werkzaam en is zij verantwoordelijk voor alles wat niet direct met de patiëntenzorg te maken heeft. Vanaf 1 juni 2007 is zij tevens directeur van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD).

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
water - druppel

Droge mond: oorzaak en behandeling

Onlangs organiseerde GSK de zevende editie van Talking Points in Dentistry. Een verslag van de gehouden presentatie over droge mond door professor Michael A.O. Lewis.

Professor Michael A.O. Lewis, werkzaam aan de Cardiff Universiteit in Engeland ontrafelt het publiek alle speekselgeheimen. Allereerst beschrijft hij de drie belangrijkste speekselklieren. De grootste leverancier is de parotis, verantwoordelijk voor 60% van het vooral waterig speeksel. De submandibularis produceert 30% en de sublingualis 5% wat taaier, plakkerig speeksel. De overige 5% van de speekselsecretie (ook dikker en plakkerig van samenstelling) is afkomstig van de ongeveer zeshonderd kleine klieren in onder andere de lip en het verhemelte. De samenstelling van het speeksel (dunner of dikker) is afhankelijk van de speekselvloed, die wordt aangestuurd door de hersenen. Als je iets lekkers ruikt bijvoorbeeld, geven de hersenen aan dat er speeksel nodig is. Het water loopt letterlijk in je mond. Daarnaast kan door middel van mechanische stimuli (kauwen) de speekselvloed worden gestimuleerd. Angst is juist een rem voor de speekselproductie. Ook is de periode van de dag van invloed op de speekselvloed. De top van de productie ligt midden op de dag. ’s Nachts ligt de productie juist stil. Ongestimuleerd produceert een volwassene gemiddeld 0,3 ml speeksel minuut. Gestimuleerd loopt de productie op naar 2 ml/minuut. In 24 uur produceert iemand gemiddeld 700 ml speeksel.

Functies van speeksel
Speeksel bestaat voor 99,4% uit water. Die laatste 0,6% geeft speeksel zijn belangrijke functies en eigenschappen. Met een pH tussen de 6,5 en de 7 heeft speeksel een belangrijke onderhoudsfunctie voor de mond. Er zitten allerlei belangrijke organische en niet-organische stoffen in die aan dat onderhoud bijdragen, variërend van bicarbonaat, calcium, eiwitten, hormonen etc. Speeksel zorgt er niet alleen voor dat we kunnen spreken en slikken, maar ook dat de mond wordt ‘schoongespoeld’ nadat we iets hebben gegeten. Zonder speeksel proef je bovendien niets. We hebben vocht nodig om ons eten te laten smaken. Verder heeft speeksel een antibacteriële werking, waardoor het onze mond kan beschermen tegen bacteriën en heeft het remineralisatiecapaciteiten. Het bicarbonaat in het speeksel zorgt voor een bufferfunctie waarmee het de pH in tandplak kan neutraliseren.

Eerst oorzaak xerostomie achterhalen
Tandheelkundigen zouden allereerst moeten achterhalen waardoor xerostomie bij de patiënt wordt veroorzaakt. Wat ziet u in de mond? Door goed te letten op klinische symptomen als een dikke laag plakkerig, taaie vloeistof, een bobbelige droge tong, schimmels, rode slijmvliezen, en wel of geen vocht op de bodem van de mond kun je al veel te weten komen. Zo is het mogelijk al gedeeltelijk te achterhalen waar het probleem van droge mond vandaan komt. De kwaliteit van leven van een patiënt met een droge mond wordt zeer nadelig beïnvloed. Zo gaan vullingen en andere reparaties in de mond in kwaliteit achteruit, is er een veel groter kans op het ontstaan van gaatjes, vooral langs de tandvleesrand en meer kans op schimmelvorming in de mond (candida). Om nog maar niet te spreken over het slecht(er) kunnen proeven, spreken en slikken.

Mogelijke oorzaken
Veel medicijnen hebben als bijwerking dat de speekselklieren worden geremd in de afgifte van speeksel. Vooral antidepressiva en β-blokkers zijn boosdoeners. Het syndroom van Sjögren (chronische ontsteking van de traan- en speekselklieren) kan een veroorzaker zijn, evenals patiënten die zijn bestraald in het hoofd-halsgebied. Vaak is een nog niet gediagnosticeerde suikerziekte een vergeten oorzaak voor de klachten. Daarnaast zijn uitdroging en angst aanstichters van een droge mond.

Xerostomie komt veel voor. Tussen 17-29% van de populaties in westerse landen hebben er mee te maken. Eerst zijn er de klinische waarnemingen: Wat voor soort speeksel wordt aangetroffen? Plakt de spiegel aan de slijmvliezen? Kijk goed naar uw patiënt als die de praktijk binnenkomt. Loopt iemand bijvoorbeeld moeilijk? Heeft iemand uitslag in het gezicht? Waar kan dat op wijzen? Naast de klinische waarnemingen kan de speekselvloed worden gemeten door gestimuleerd speeksel op te vangen voor nader onderzoek. Doorgaans is het aanbrengen van zuur op de tong een goed middel om speekselsecretie te stimuleren voor onderzoeken. In extremere gevallen kan een bloedtest nodig zijn of is verdergaand onderzoek nodig. Er passeren enkele methoden als röntgen, biopsie van de kleine speekselklieren en traanproductiemeting zoals onder meer nodig voor het diagnosticeren van het Sjögren Syndroom.

Behandeling
Patiënten met een droge mond kunnen baat hebben bij speekselsubstituten (bijvoorbeeld Glandosane, Saliva Orthana, BiotèneOralbalance) in geval de speekselklieren niet meer werken. Deze middelen verlichten de klachten tijdelijk. Lewis adviseert patiënten om regelmatig slokjes water te nemen. Als de speekselklieren nog gedeeltelijk werken kunnen ze worden gestimuleerd door kauw- of smaakstimuli, bijvoorbeeld met suikervrije snoepjes of suikervrije kauwgom. De professor merkt hierbij op dat bij patiënten met eigen dentitie het gebruik van zure snoepjes of het gebruik van glycerine-lemon swaps moet worden ontraden. Er zijn ook medicijnen, zoals pilocarpine, op de markt die de speekselproductie kunnen stimuleren. Maar een neveneffect hiervan is dat de patiënt (overmatig) gaat transpireren, wat doorgaans als zeer onplezierig wordt ervaren.

Preventie
Preventie is bij droge mondpatiënten erg belangrijk. Adviseer uw patiënten tweemaal daags te poetsen en dagelijks interdentaal te reiniging bij voorkeur met een rager. Raad daarnaast aan dagelijks een fluoridespoelmiddel met 0,05% NaF te gebruiken. Adviseer patiënten verder niet te roken, matig te zijn met alcohol en koffie te vermijden. De professor heeft tot slot nog een (onbewezen) middel, waarmee hij goede patiëntervaringen heeft: laat uw patiënt 1 gram Teunisbloemolie per dag gebruiken. Zo besluit professor Lewis zijn, naar hij hoopt niet al te droge betoog.

Bron:
GSK Talking Points in Dentistry, 5 juni 2010 Amsterdam
Presentatie “Droge mond” door Professor Lewis.

Professor Lewis is Professor of Oral Medicine and Associate Dean for Postgraduate Studies in the School of Dentistry at Cardiff University, UK. He is also Dean of the Dental Faculty and a Vice-President of the Royal College of Physicians and Surgeons of Glasgow. He has published over 200 scientific articles and co-authored six medical textbooks. In addition Professor Lewis has delivered more than 500 postgraduate lectures worldwide. He is the immediate-past President of the British Society for Oral Medicine and past Dental Member of the Advisory Council for Misuse of Drugs (Home Office). He is presently the Dental Member of the Scientific Advisory Committee on Antimicrobial Resistance and Healthcare Associated Infection (Department of Health). His research interests include candidal and bacterial pathogenicity, antimicrobial susceptibility, orofacial herpetic infection, therapeutic use of antimicrobial agents and prevention of infection.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
stoppen met roken

Patiënt motiveren te stoppen met roken?

Onlangs organiseerde GSK de zevende editie van Talking Points in Dentistry. Een verslag van de gehouden presentatie van Stephen Hancocks over “Motiveren stoppen met roken: is het onze taak?”

Deze uit Engeland afkomstige tandarts is uitgever, hoofdredacteur van de British Dental Journal en schrijver van dentale artikelen. Daarnaast is hij eigenaar van een eigen theater, waar hij de producties voor schrijft en zelf optreedt. Het publiek wacht dan ook een humoristische voordracht. Nadat hij het publiek via een vraag- en antwoordspel beter heeft leren kennen, gaat hij in op het onderwerp stoppen met roken en geeft hij antwoord op de vraag of het motiveren van patiënten te stoppen met roken eigenlijk wel tot het werkterrein van het tandheelkundig team behoort. De goedgebekte Hancocks heeft het publiek op zijn hand. Ondanks dat er in de zaal heel wat wordt afgelachen, is zijn boodschap serieus.

Werkterrein tandheelkundig team ?
Het publiek wacht dan ook een humoristische voordracht. Nadat hij het publiek via een vraag- en antwoordspel beter heeft leren kennen, gaat hij in op het onderwerp stoppen met roken en geeft hij antwoord op de vraag of het motiveren van patiënten om te stoppen met roken eigenlijk wel tot het werkterrein van het tandheelkundig team behoort. De goedgebekte Hancocks heeft het publiek op zijn hand. Ondanks dat er in de zaal heel wat wordt afgelachen, is zijn boodschap serieus.

Nadelige effecten roken
Roken heeft natuurlijk een nadelig effect op de algemene en mondgezondheid. Bovendien worden de links tussen deze gezondheidsgebieden steeds duidelijker. Alleen al in Nederland sterven per jaar 26.000 mensen aan de (indirecte) gevolgen van roken. Dat is per jaar 18% van de sterfgevallen in heel Nederland! Wereldwijd zijn 5,4 miljoen doden te betreuren, veroorzaakt door roken. De ernstige ziekten hiv en aids veroorzaken minder dodelijke slachtoffers. Over hiv en aids wordt veel meer voorlichting gegeven dan over de gevolgen van roken merkt Hancocks op, terwijl door stoppen met roken de grootste winst valt te behalen. Dat stoppen met roken veel (gemeenschaps)geld bespaart zou een extra reden zijn patiënten te bewegen te stoppen met hun gewoonte.

Rokers hebben vaak last van een slechte adem en tandsteen. Daarnaast zijn er natuurlijk verborgen gevaren zoals het ontstaan van mondkanker, leukoplakie, parodontale ziekten en slechte wondgenezing. De kans dat een implantaat goed in het bot verankert, is bij rokers veel kleiner. Tandheelkundig zorgverleners moeten er tegenwoordig attent op zijn dat ze rokers over de slechte slagingskans van implantaten en over slechte wondgenezing na extracties informeren. Voor u het weet klaagt een patiënt u aan als hij vindt dat de zorgverlener hem niet goed heeft geïnformeerd.

Wat kan het tandheelkundig team doen?
Het tandheelkundig team kan veel doen om patiënten te motiveren op te houden met roken. Zo kan men vragen stellen, adviezen gegeven, hulp om te stoppen organiseren en ondersteuning bieden. Vraag iedere patiënt naar zijn rookgewoonten en leg uw bevindingen vast. Vraag ook of ze gemotiveerd zijn te stoppen en herhaal die vraag bij vervolgbezoeken. Als zorgverlener is het best lastig dergelijke persoonlijke vragen te stellen, maar 81% van de patiënten verwacht die vraag wel! Laat zien dat u begaan bent met uw patiënt. Stel vragen en vraag door. U kunt met behulp van een 30 seconden benadering al veel goed werk verrichten. Stel drie korte vragen waarop u een ja/nee antwoord krijgt: Rookt u? Wilt u stoppen? Zou u hulp bij het stoppen willen krijgen? Vraag door als u meer tijd heeft. Hoeveel sigaretten rookt u per dag? Hoe snel na het ontwaken steekt u er een op? Als iemand 15-20 sigaretten per dag rookt en binnen 30 minuten na ontwaken de eerste opsteekt, is er een hoge nicotine afhankelijkheid.

Zorg ervoor dat de adviezen die u aan uw patiënt geeft duidelijk zijn en aansluiten bij zijn of haar persoonlijke omstandigheden. Waarmee kunt u uw patiënt raken? De een is geïnteresseerd in kostenbesparing en ziet zich al in de nieuwe auto rondrijden, de ander wil er alles aan doen mooi en aantrekkelijk te zijn. Bij zwangere vrouwen is het een absolute must ze te informeren over stoppen met roken, zo benadrukt Hancocks. Zorg voor concrete afspraken en kom er bij uw patiënt op terug. Kijk ook naar het verleden. Is uw patiënt al eerder gestopt? Wat hielp, wat hinderde hem of haar om door te zetten? Attendeer rokers op nicotinevervangers, zoals kauwgoms en pleisters. Hancocks belichtte de verschillende taken binnen het tandheelkundig team om patiënten van het roken af te krijgen. Het hele team kan een steentje bijdragen. 66% van de Europese tandartsen denkt dat het motiveren van patiënten om te stoppen met roken een onderdeel van hun werk is.

Onderdeel patiëntzorg
Ter afsluiting stelt Hancocks dat het motiveren van patiënten om te stoppen met roken wel degelijk onderdeel is van de patiëntzorg. Simpelweg omdat u zich bekommert om uw patiënt. Via vragen, adviseren, motiveren en ondersteunen kunt u ook werkelijk uw patiënt motiveren te stoppen. Op de vraag of het verschil maakt dat u zich als tandheelkundig team druk maakt over het rookgedrag van uw patiënt en hem aanzet tot stoppen is het antwoord simpel en eensluidend: ja! Als iedere tandarts per patiënt 3 minuten aandacht zou besteden aan het stoppen met roken zou 2% langer dan zes maanden niet roken, wat neerkomt op 520 minder doden in Nederland. Als het advies tien minuten zou duren en u zou daarbij nog nicotinevervanging aanraden, loopt de succeskans zelfs op tot 5-8%. Dat komt neer op 2.080 mensen.

Bron:
GSK Talking Points in Dentistry, 5 juni 2010 Amsterdam
Presentatie stoppen met roken door Stephen Hancocks

A qualified dentist, Stephen is also a writer, editor and performer currently working in dentistry and the performing arts. He left clinical practice after fourteen years, preferring to work in dental writing, editing, publishing and public relations. Currently Editor-in-Chief of the British Dental Journal and Editor of the International Dental Journal, Stephen also owns his own publishing company, Stephen Hancocks Limited (www.shancocksltd.com). Having gained an MA at the Central School of Speech and Drama, London, he owns Outlaw Theatre Company (www.outlaw-theatre.com) which he founded and for which he writes, performs and produces. Stephen is also well known for chairing, lecturing and after-dinner speaking. He was appointed Officer of the Order of the British Empire (OBE) by Her Majesty Queen Elizabeth II in the Birthday Honours 1997 for services to the dental profession.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
yoghurt

Yoghurt vermindert kans op cariës bij kinderen

Kinderen die regelmatig yoghurt eten zouden minder kans op cariës hebben volgens een recent Japans onderzoek.
Een driejarig kind dat vier keer per week yoghurt eet, heeft volgens de onderzoekers 22% minder kans op cariës. Dit  vergeleken met kinderen die minder dan één keer per week yoghurt eten. De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in de Journal of Dentistry.

Werkzame proteïnen
Sommige wetenschappers denken dat yoghurt werkzaam is doordat de proteïnen hierin aan het tandoppervlak hechten en de tanden zo beschermen tegen schadelijke zuren.

Onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd door de Fukuoaka Universiteit en de Universiteit van Tokyo. Zij onderzochten het verband tussen het eten van zuivelproducten en het ontstaan van cariës bij jonge kinderen. Aan het onderzoek deden 2.058 drie-jarige kinderen mee. De consumptie van zuivelproducten werd in drie categorieën gedeeld en via een visueel onderzoek werd de aanwezigheid van cariës bij de kinderen vastgesteld.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Cariës, Kennis, Kindertandheelkunde, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
Medailles

Koninklijke onderscheiding hoogleraar Warner Kalk

Prof. dr. Warner Kalk is bij zijn afscheid als hoogleraar Tandheelkunde en hoofd van het UMCG Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde, benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Hij kreeg deze Koninklijke onderscheiding uit handen van de burgemeester van Haren, de heer Mark Boumans.

Kalk behaalde in 1970 zijn tandartsdiploma aan de Rijksuniversiteit Groningen. Vervolgens werkte hij van 1970 tot 1985 aan de opleiding van de VU in Amsterdam. Daar rondde hij in 1979 zijn proefschrift af met de titel ‘Een kunstgebit, een blij bezit?’. Van 1985 tot 1998 was hij hoogleraar in de restauratieve Tandheelkunde aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. In 1998 volgde zijn benoeming tot hoogleraar en hoofd van de afdeling Orale Functieleer en Prothetische Tandheelkunde van de opleiding Tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Kalk is in zijn 40-jarige loopbaan betrokken geweest bij de opleiding en nascholing van meer dan een derde van alle tandartsen in Nederland.

Bron:
UMCG

Lees meer over: Kennis, Scholing

Nederland krijgt een Nationaal Kwaliteitsinstituut Gezondheidszorg

Het demissionaire kabinet heeft 28 mei ingestemd met de plannen van minister Ab Klink (Volksgezondheid) voor het instituut dat de kwaliteit van de zorg moet vergroten en tegelijk moet voorkomen dat onnodig kosten worden gemaakt.

De nieuwe organisatie moet de ontwikkeling van richtlijnen bevorderen en gaat resultaten over de zorg openbaar maken, bijvoorbeeld de sterftecijfers van ziekenhuizen of het percentage infecties na een operatie.

Het nieuwe instituut kan verder beoordelen of behandelingen wel veilig en doelmatig worden uitgevoerd.
Nu worden die taken nog gedaan door onder meer de Inspectie voor de Gezondheidszorg, het College voor Zorgverzekeringen, de Nederlandse Zorgautoriteit en de Regieraad. Volgens het ministerie is er nog genoeg te verbeteren. Zo houden artsen zich niet altijd de richtlijnen voor bepaalde behandelingen en soms zijn die richtlijnen er ook nog niet.

Bron:
Nu.nl

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
computer, veilig, geen toegang

Spyware verwijderen in 7 stappen

Spywareprogramma’s zenden informatie over uw surfgedrag door naar anderen, bijvoorbeeld uw wachtwoorden. Om dit te voorkomen, kunt u verschillende software downloaden. Wij nemen Spybot Search & Destroy als voorbeeld. Met dit gratis programma bent u goed beschermd tegen spyware.

Stap 1: Schoon beginnen
Voordat u een anti-spyware programma downloadt, zorg er voor dat uw computer spywarevrij is. Spyware is lastig te verwijderen wanneer het uw computer eenmaal heeft geïnfecteerd. Om er zeker van te zijn dat er geen spyware op uw pc zit, is het aan te raden om Windows opnieuw te installeren. Werkt u al twee jaar of langer met een onbeschermde pc? Dan is het niet altijd mogelijk om deze helemaal spywarevrij te maken.

Stap 2: Software downloaden
Surf naar www.safer-networking.org. Klik op ‘Downloads’ in het menu links en op de knop ‘Download’ naast de optie ‘Spybot – Search & Destroy 1.6.0’. Kies één van de downloadbronnen (maakt niet uit welke) en volg de instructies om het programma te downloaden. Kies voor ‘Uitvoeren’ of ‘Opslaan’, waarbij u bij de tweede optie wel moet onthouden waar u het programma opslaat.

Stap 3: Software installeren
Wanneer de installatie is gestart, kunt u aangeven in welke taal u het programma wilt installeren. Wij kiezen voor ‘Nederlands’. Klik op ‘Volgende’ en nogmaals op ‘Volgende’. Kies de locatie waar u wilt installeren en klik op ‘Volgende’. U kunt hier een aantal opties instellen die u wel of niet wilt installeren. We kiezen hier voor de standaard instelling. Laat alles ongewijzigd en klik op ‘Volgende’. Kies een naam voor de map waarin u het programma wilt installeren en klik weer op ‘Volgende’. Klik nogmaals op ‘Volgende’ en op ‘Installeren’. Het programma wordt nu geïnstalleerd. Klik hierna op ‘Voltooien’ om het programma direct te starten.

Stap 4: Back-up van het register maken
Wanneer het programma start, krijgt u direct de vraag of u een back-up van het register wilt maken. Het Windows Register is het hart en het brein van Windows. Alle gegevens over het besturingssysteem en de daarop geïnstalleerde software wordt hierin bewaard. Als daar iets mee mis gaat, dan werkt Windows niet goed. Het is verstandig om een back-up te maken. Klik op ‘Maak een back-up van het register’. Dit proces kan een paar minuten duren, maar is in de meeste gevallen binnen een minuut klaar, afhankelijk van hoe uitgebreid het register is. Klik op ‘Volgende’.

Stap 5: Updates downloaden
Voordat u gaat scannen naar eventuele spyware op uw computer, is het verstandig om eerst even te scannen naar updates voor het programma. Zo bent u er zeker van dat het programma altijd beschikt over de laatste informatie met betrekking tot spyware. Klik op ‘Zoek naar updates’, selecteer een willekeurige server uit de lijst en klik op ‘Continue’. Als er updates worden gevonden, klikt u op de knop ‘Download’ om deze te downloaden. Klik vervolgens op ‘Exit’ en op ‘Volgende’.

Stap 6: Systeem immuniseren
U krijgt de mogelijkheid om uw systeem te immuniseren. Het programma Search & Destroy krijgt de taak over uw computer te waken. Dit betekent dat u niet uw pc opnieuw hoeft te scannen op spyware. Het systeem meldt zelf wanneer u op een gevaarlijke link klikt of wanneer een programma zich op een andere manier probeert te installeren. U kunt per geval aangeven of u toestemming wilt geven of niet. Klik op ‘Immuniseer mijn systeem’. Zorg er wel voor dat u alle browsers afsluit. Dit proces duurt een paar seconden. Klik op ‘Volgende’ en kies voor ‘Start het programma’.

Stap 7: Scan uitvoeren
Het programma is geïnstalleerd en zo ingesteld dat u geen nieuwe spyware meer zou moeten ontvangen. Het is wel verstandig om een scan uit te voeren om te zien of er wellicht al spyware aanwezig is op uw pc. Klik Search & Destroy in het menu links en vervolgens op de knop ‘Alles controleren’. Wanneer er iets wordt gevonden na de scan, dan toont het programma dit met rode letters. Klik op ‘Repareer problemen’ om de problemen te verhelpen. Search & Destroy verwijdert de gevonden items.

Niet alles wat rood is betekent dat u geinfecteerd bent met spyware. Het programma ziet soms advertenties op sites die een cookie plaatsen als bedreiging. Pas als de lijst vol staat met rode waarschuwingen, dan is het tijd om u echt zorgen te maken en Windows opnieuw te installeren.

Gebruik daarnaast uw verstand: open niet zomaar attachments en klik niet zomaar op links in e-mails. Meer hoeft u niet te doen om uzelf te beschermen tegen spyware. Wanneer u op een site terecht komt die iets wil installeren op uw pc, geeft Search & Destroy een melding. U kunt vervolgens aangeven of u dit wilt toestaan.

Bron:
Zibb.nl

Lees meer over: E-health, Kennis
Parodontale aandoeningen en coronaire hartziekten hebben zelfde genetische basis

Onderzoek bevestigt link slechte mondgezondheid en hartkwalen

Mensen die hun gebit slecht verzorgen, hebben een verhoogd risico op hartkwalen, vergeleken met mensen die hun tanden twee keer per dag poetsen. Dit is de uitkomst van een Schots gezondheidsonderzoek gepubliceerd op bmj.com

Er wordt steeds meer aandacht gegeven aan de relatie tussen hartproblemen en tandvleesaandoeningen.
Volgens de onderzoekers is dit het eerste onderzoek waarbij bekeken is of het aantal keren tandenpoetsen effect heeft op het ontstaan van hartziekten.

Schots onderzoek onder 11.000 volwassenen
De onderzoekers, analyseerden de gegevens van meer dan 11.000 volwassenen die aan het Schotse gezondheidsonderzoek deelnamen. Zij bekeken gegevens over levensstijl, zoals roken, lichamelijke beweging en mondverzorgingsgewoonten. Deelnemers werd gevraagd hoe vaak zij de tandarts bezochten en hoe vaak zij hun tanden poetsten. Bij een vervolgbezoek verzamelden verpleegkundigen informatie over de gezondheid, aanwezigheid van hartziekten binnen de familie en bloeddruk. Ook namen zij een bloedmonster af. Aan de hand hiervan konden de onderzoekers eventuele ontstekingen in het lichaam vaststellen.

Resultaten
De resultaten lieten zien dat het niveau van mondverzorging goed was bij de deelnemers:

  • 62% bezocht de tandarts elk half jaar
  • 71% poetste twee keer per dag de tanden

Na correctie van de gegevens voor risico factoren voor hartkwalen, zoals sociale klasse, obesitas, roken en erfelijkheid constateerden de onderzoekers dat deelnemers die minder vaak hun tanden poetsten 70% extra risico hadden op hartkwalen vergeleken met mensen die twee keer per dag hun tanden poetsten.

Bron:
BMJ.com
Department of Epidemiology and Public Health, University College London
Cesar de Oliveira, research fellow in epidemiology and public health
Richard Watt, professor and honorary consultant in dental public health
Mark Hamer, senior research fellow in epidemiology and public health

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Casus en uitleg de oorzaken van gebitsproblemen 400 230

Preventief beleid: wittevlekleasies bij orthontische behandeling

Tijdens een orthodontische behandeling met vaste apparatuur is het risico op het ontstaan van wittevleklaesies groot. Het doel van dit onderzoek was drieledig: inzicht verkrijgen in:

  • De preventieve maatregelen die in Nederland standaard in de orthodontische praktijk worden toegepast
  • Wanneer begonnen wordt met het gebruik van een fluoridespoelmiddel
  • Welke concentratie en frequentie van gebruik van een fluoridespoelmiddel worden aanbevolen

Hiervoor werd een schriftelijke enquête onder orthodontisten in Nederland gehouden. De vragenlijst werd door 154 orthodontisten (81%) ingevuld geretourneerd.

Resultaten

 

  • Een basisprotocol mondhygiëne werd door 93% bij aanvang van de behandeling toegepast.
  • Het merendeel (90%) adviseerde 1 keer per dag te spoelen met een fluoridespoelmiddel.
  • Meestal (85%) werd aanbevolen dit ’s avonds direct na het tandenpoetsen te doen.

Aanbeveling auteurs
De auteurs bevelen aan op een ander tijdstip dan na het tandenpoetsen te spoelen met fluoridespoelmiddel, waardoor het aantal fluoridemomenten per dag stijgt. Dit verhoogt de effectiviteit van deze preventieve maatregel tegen cariës.

Bron:
NTvT mei 2010
Auteurs: A.E.G. Kerbusch, A.M. Kuijpers-Jagtman, J. Mulder, W.J.M. van der Sanden

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Orthodontie, Thema A-Z
Fabels en feiten over mondverzorgingsproducten

Kijk verder dan de feiten

Rien van der Horst, tandarts en juridisch-tandheelkundig adviseur, geeft aan de hand van een casus het belang aan van terughoudendheid bij het beoordelen van het werk van een vorige tandarts van een patiënt.

Situatie
Een patiënte verandert van tandarts. De nieuwe tandarts Y constateert ernstige parodontitis en vertelt dit aan patiënte. Tandarts Y vraagt geen verklaring aan de vorige tandarts X en vergeet hiermee ‘hoor en wederhoor’ toe te passen. De patiënte stelt haar vorige tandarts aansprakelijk via haar rechtsbijstandverzekeraar. Iets te snel door de bocht zal later blijken.

Feiten

  • Patiënte is van juni 2004 tot december 2006 onder behandeling bij tandarts X. In juli 2007 vindt de eerste behandeling bij haar nieuwe tandarts Y plaats. Hij voert een periodiek preventief onderzoek uit en vervaardigt een orthopantomogram met twee bitewingfoto’s.
  • ‘Het resultaat was verpletterend’, aldus de patiënte en ze vervolgt:’de uitkomst was dat mijn gebit in een zeer slechte staat was door diverse ontstekingen en los zittende tanden en kiezen. Het was voor zowel de tandarts als voor de mondhygiënist dan ook niet te begrijpen dat ik regelmatig zowel een tandarts als mondhygiënist bezocht had’, aldus de patiënte.
  • Op basis van deze ‘uitkomst’ stelt zij in een brief haar vorige tandarts X aansprakelijk en schakelt haar rechtsbijstandverzekeraar in.
  • De adviseur van de rechtsbijstandverzekeraar adviseert om geen aansprakelijkheids-procedure te starten om de volgende redenen:

    – Uit de door tandarts X bijgehouden behandelkaart blijkt, dat in augustus 2004 mond-hygiënische behandelingen zijn verricht in de vorm van: een uitgebreide gebitsreiniging, een bepaling van de plaque score en instructie om tussen de tanden en kiezen met ragers te reinigen.

    – Een endobehandeling is uitgevoerd, waarbij op de foto’s reeds sprake is van ernstige paroploblemen van het betrokken element en de beide buurelementen.

    – In december 2004 werd een DPSI-score van 4 vastgesteld. Tandarts X heeft nagelaten om na deze vaststelling gedetailleerde parodontale diagnostiek in te stellen door middel van een parodontiumstatus en röntgenfoto’s.

  • Op grond daarvan is de conclusie gerechtvaardigd dat tandarts X verwijtbaar nalatig is geweest in de parodontale diagnostiek en daarmee in de parodontale zorg voor de patiënte. Was op grond daarvan tandarts X aansprakelijk te stellen voor de kosten van de achterstallige parobehandelingen? Nee! Immers ook als tandarts X patiënte tijdig naar een parodontoloog zou hebben verwezen, zou patiënte dezelfde kosten voor een paro-behandeling hebben moeten maken in 2004/5 als in 2007. Het ontstaan van parodontitis kan tandarts X niet worden aangerekend. De aard en de ernst van de aandoening was reeds ontstaan vóór 2004 en ontwikkelt zich bovendien over een langere periode dan de periode waarin de patiënte onder behandeling was bij X.
  • Patiënte is het niet eens met dat advies, mede omdat haar nieuwe tandarts Y haar verbazing deelt over het advies van de tandheelkundig adviseur van haar rechtsbijstandverzekeraar.
  • De Rechtsbijstandverzekeraar besluit tot een second opinion.
    Ook de tweede tandheelkundig adviseur, die de second opinion uitvoert, adviseert om geen aan-sprakelijkheidsprocedure te starten tegen de vorige tandarts van hun cliënte, op basis van de zelfde motivering na bestudering van alle stukken uit het dossier.

Aanbevelingen

  • Stel u terughoudend op en geef geen commentaar na klinisch onderzoek bij een nieuwe patiënt waarbij u vragen heeft over mogelijk verwijtbaar nalatig handelen door de vorige tandarts.
  • Vraag de vorige tandarts om een verklaring over de geconstateerde feiten. De schuldvraag is pas te beoordelen indien naast de feiten ook de omstandigheden van het geval in beeld zijn gekomen.
  • Informeer de patiënt over de klinische bevindingen en het behandelplan.

Door Rien van der Horst

Oud adviserend tandarts Zorgverzekeraars
Tandheelkundig adviseur Verzekeraars
Juridisch en tandheelkundig adviseur, e-mail

 

Lees meer over: Casus, Kennis, Ondernemen, Wet- en regelgeving
VGZ en KNMT in gesprek over inkoopbeleid

Wat vertelt u mij daar?!

Een enquête* onder mensen met een (partiële) prothese heeft voor de onderzoekers de bekende ‘open deuren’ maar ook opmerkelijke bevinden opgeleverd. Één belangrijke conclusie willen wij u niet onthouden. Wellicht vindt u hierin zelfs een aanknopingspunt voor de informatieverstrekking vanuit uw praktijk.
Aan volwassenen – mannen en vrouwen – met een (partiële) gebitsprothesen zijn vragen voorgelegd over mondhygiëne. De resultaten waren:

  • Het overgrote deel (ongeveer 65%) van de respondenten in de leeftijd 45-70 poetst nog dagelijks zijn prothese met tandpasta en de gewone tandenborstel.
  • Bijna 50% van de respondenten geeft aan (daarnaast) bruistabletten te gebruiken voor het reinigen van de prothese.
  • Slechts een kleine 10% van de mensen geeft aan een detergent (vloeibare reiniging) te gebruiken speciaal ontwikkelt voor het schoonpoetsen of -spoelen van hun prothese.

Top 3 kenmerken voor keuze reinigingsproduct prothese
De belangrijkste kenmerken (top 3) bij het maken van de keuze voor een product waarmee de prothese schoongemaakt wordt zijn volgens diezelfde respondenten:

  • Verwijderen van hardnekkige aanslag (72%)
  • Doden van bacteriën (49%)
  • Niet agressieve werking op gladde oppervlakten (45%)

Prothese dragers weten onvoldoende over effecten reinigingsproducten
Hoe komt het dan toch dat de gewone tandenborstel in combinatie met tandpasta nog steeds de meest populaire producten zijn om de prothese schoon te maken? Respondenten –die over het algemeen al meer dan 3 jaar een prothese dragen – weten onvoldoende de effecten van bepaalde producten op de gladde oppervlakten van hun prothese. Dit maakt voorlichting aan mensen met een prothese nog steeds een actueel onderwerp in de dienstverlening vanuit uw praktijk.

Voorlichting dental professional belangrijk
De tandarts is de belangrijkste bron van informatie over het schoonmaken en schoonhouden van de prothese. Toch is er ook een groep met dezelfde grootte (ongeveer 40%) die aangeeft nooit door iemand geadviseerd te zijn over mondverzorging bij een prothese. Ondanks dat men hier wel behoefte aan heeft en het, zoals eerder bleek, ook noodzakelijk is.
Wordt vervolgd …

*Bron: Multiscope, augustus 2009

Door: Nycomed

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Tandprothese | techniek, Thema A-Z
Nieuwe botvervanging om natuurlijke botgroei te stimuleren

Vervroegde vervanging UZI-pas tandartsen met vervaldatum voor 1 september 2011

Bepaalde tandartsen en orthodontisten ontvangen van het ministerie van VWS bericht dat hun UZI-pas wordt vervangen. In het kader van de invoering van het Burgerservicenummer in de zorg heeft bijna driekwart van de tandartsen een UZI-pas (Unieke Zorgverlener Identificatie pas) aangevraagd en in gebruik.

Veiligheid
Sinds 1 december 2009 wordt de UZI-pas voorzien van de nieuwste generatie chip. Omdat het ministerie van VWS wil dat de UZI-pas moet voldoen aan het hoogst mogelijke veiligheidsniveau is door dat ministerie besloten om alle passen die zijn uitgegeven voor de datum van december 2009 te vervangen. Dit betreft dus ook de medewerkerspassen. Servercertificaten hoeven niet opnieuw aangevraagd te worden.

U krijgt een brief over vervanging
Het UZI-register is daarom in opdracht van het Ministerie van VWS een actie gestart om dit jaar deze UZI-passen te vervangen. Als eerste zullen passen die geldig zijn tot 1 september 2011 vervangen worden. Het betreft dan UZI-passen die vóór 1 september 2008 zijn afgegeven.

Volgens informatie van het UZI-register gaat het in deze eerste fase om circa 600 UZI-passen. Als u een dergelijke pas heeft dan krijgt u een dezer dagen een brief van het UZI-register met daarbij een reeds ingevuld aanvraagformulier. U moet dit formulier controleren, een pasfoto bijvoegen, en een handtekening te zetten. Om uw aanvraag tijdig te kunnen verwerken wil het UZI-register het aanvraagformulier voor 7 juni 2010 retour ontvangen.

Houdt u dit goed in de gaten. Uw oude pas is namelijk na 19 juli 2010 niet meer bruikbaar. Het UZI-register trekt op die datum alle passen met een geldigheid tot 1 september 2011 in!

Geen brief
Check of uw pas vervangen dient te worden. Als u geen brief heeft ontvangen dan hoeft uw UZI-pas op dit moment nog niet vervangen te worden. U wordt aangeraden zelf na te gaan of dat juist is door de vervaldatum van uw pas te controleren. Als uw pas een geldigheidsdatum heeft die ligt vóór 1 september 2011, dan moet uw pas vervangen worden. U kunt hiertoe een aanvraagformulier downloaden of aanvragen bij het UZI-register.

Met vragen kunnen tandartsen terecht bij de Servicedesk van het Informatiepunt BSN in de zorg en EPD: telefoon 0900 – 232 43 42.

Op de site van het UZI-register staat een lijst met veelgestelde vragen met betrekking tot de vervroegde vervanging van UZI-passen

Bron:
NMT
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Lees meer over: E-health, Kennis
Mondzorg verstandelijk gehandicapten kan beter

‘Gewoon waar mogelijk, bijzonder waar nodig’

‘Gewoon waar mogelijk, bijzonder waar nodig’
De laatste jaren bestaat in Nederland de tendens om mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking zoveel mogelijk van instellingen te verplaatsen naar gewone woonwijken. Dit onder het motto: ‘gewoon waar mogelijk, bijzonder waar nodig’. Dit geldt niet alleen voor hun leefsituatie, maar ook voor de mondzorg. De kans is hierdoor groot dat in de toekomst meer mensen met een beperking in eerste instantie in de reguliere tandarts- of mondhygiënistenpraktijk terecht zullen komen. Het is daarom goed extra kennis en vaardigheden op te doen op het gebied van de gehandicaptenzorg. Veel mensen met een beperking kunnen dan goed in de huispraktijk behandeld worden. Het is een uitdaging de mogelijkheden van deze patiënten optimaal te benutten en voor de beperkingen oplossingen te zoeken. Met wat extra kennis en aandacht is veel mogelijk. Mocht behandeling in de huispraktijk toch te lastig zijn, dan kan verwezen worden naar een centrum voor bijzondere tandheelkunde of naar gespecialiseerde praktijken (die vaak in instellingen gevestigd zijn). Adressen van centra voor bijzondere tandheelkunde zijn te vinden op de website van het Centraal Overleg BIJzondere Tandheelkunde, www.cobijt.nl. U kunt bij deze centra ook terecht voor het vragen van advies.

Cursussen en postdoctorale opleiding
Er worden op diverse plaatsen in Nederland cursussen voor tandartsen en mondhygiënisten verzorgd op het gebied van de gehandicaptenzorg en er bestaat een postdoctorale opleiding ‘tandarts gehandicaptenzorg’ (TG), waarbij tandartsen zich kunnen specialiseren in het behandelen van mensen met een beperking. Het opleidingsplan TG is te vinden op www.cobijt.nl. Tandartsen die niet de volledige opleiding willen volgen, maar wel geïnteresseerd zijn in deze zorg, kunnen zich ook voor losse onderdelen van de opleiding aanmelden. Dit geldt ook voor mondhygiënisten. Informatie over de opleiding is te krijgen bij:

Dyonne L.M. Broers, tandarts
Voorzitter onderwijscommissie TG
Stichting Bijzondere Tandheelkunde
Louwesweg 1
1066 EA Amsterdam
Tel. 020-5188541
d.broers@sbt.acta.nl
www.sbt.nl

(per 29/7/10 wordt het adres:
Gustav Mahlerlaan 3004
1081 LA Amsterdam

De Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidszorg voor Gehandicapten (VBTGG) is een wetenschappelijke vereniging die zich ten doel stelt de mondzorg voor mensen met een beperking te bevorderen. Zij  organiseren regelmatig cursussen en congressen hierover. Informatie is te vinden op www.vbtgg.nl.

Lees meer over: Kennis, Scholing
Geld

Investeren in eHealth houdt zorg betaalbaar

De Nederlandse Vereniging voor eHealth (NVEH) stelt dat eHealth sneller verankerd moet worden in de reguliere zorg.
eHealth, de innovatieve toepassing van ICT en met name internet in de zorg, heeft een enorm potentieel om de zorg beter, toegankelijker en goedkoper te maken. Patiënten, zorgprofessionals en zorgverzekeraars profiteren ervan.
Zo zorgt teledermatologie voor 67% minder fysieke doorverwijzingen naar het ziekenhuis en bespaart de zorgverzekeraar 53% van de kosten. Toch is eHealth nog lang geen alomtegenwoordig, integraal en vanzelfsprekend onderdeel van reguliere Nederlandse gezondheidszorg. De NVEH pleit voor een versnelde, duurzame en verantwoorde verankering van eHealth in de zorg.  Het is juist nu, met het oog op de noodzakelijke hervormingen in de zorg, tijd voor actie.

Maatregelen
De volgende maatregelen zijn daarom dringend nodig: gerichter investeren in eHealth onderzoek en ontwikkeling, meer transparante regels, meer draagvlak onder zorgprofessionals en meer structurele, financiële prikkels voor innovaties.

Vooral het ontbreken van structurele tarieven belemmert de grootschalige implementatie van veel eHealth toepassingen. eHealth dient voor langere tijd en eenduidig vergoed te worden. Substitutie van dure conventionele zorg door bewezen eHealth toepassingen moet krachtig worden bevorderd en mogelijk worden afgedwongen.

Nederland eHealth land
Nederland heeft de kennis, de kunde én de infrastructuur om voorop te lopen op het gebied van eHealth. 2010 is een cruciaal jaar om deze kans te verzilveren. De Nederlandse Vereniging voor eHealth roept alle betrokken partijen op, met het oog op de komende verkiezingen en een nieuw te vormen regering om structureel te investeren in een eHealth agenda voor het komende decennium. Voor betaalbare kwaliteitszorg nu en in de toekomst.

Over de Nederlandse Vereniging voor eHealth
De Nederlandse Vereniging voor e-Health (NVEH) is dé vereniging voor e-Health en telemedicine in Nederland, waarbij de kwaliteit van de zorgverlening voorop staat. De NVEH werd in 2005 opgericht. De vereniging vertegenwoordigt Nederland op Europees niveau binnen de “International Society for Telemedicine & eHealth (ISfTeH)”, onder de naam “Dutch Association of eHealth”.

De NVEH zet zich in voor structurele en verantwoorde verankering van eHealth in de Nederlandse zorg. Brede toepassing van eHealth leidt bewezen tot betere, meer toegankelijke en goedkopere zorg en meer regie voor patiënt én zorgprofessional.

De NVEH werkt samen met partners zoals de KNMG, NPCF, eHealthNu, Syntens, overheden en onderzoeksinstellingen.

Bron:
NVEH

Lees meer over: E-health, Kennis
Pijl

Richtlijn mondzorg zorgafhankelijke patiënten verpleeghuizen

Opgesteld door de NMT, Nederlandse Vereniging voor Gerodontologie en de NVVA.
Zie ook het handboek Integrale Mondzorg

De Nederlandse Vereniging voor Gerodontologie (NVGd) is de wetenschappelijke vereniging van beroepsoefenaren die zich in het bijzonder inzetten voor de bevordering van de kwaliteit van de mondzorg voor de kwetsbare en zorgafhankelijke ouderen.

 


Download brochure 2008-08-richtlijn-mondzorg - verpleeghuizen.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen
Gebruik van e-sigaret vergroot kans op roken bij jongeren

Twee keer zo groot risico tanduitval rokers

Uit een Duits onderzoek blijkt dat rokers een twee keer zo hoog risico lopen om hun tanden te verliezen in vergelijking met niet-rokers. De resultaten van het onderzoek werden afgelopen woensdag gepresenteerd in Berlijn. Het rapport werd opgesteld door deskundigen van een landelijke tandartsenorganisatie en wetenschappers van het kankeronderzoekscentrum.

Rokers kampen veel vaker met tandvleesproblemen en overlijden ook vaker aan mond- en keelkanker. Jaarlijks sterven circa 4500 Duitsers aan de gevolgen van deze ziekte, vooral mannen. In Duitsland rookt circa een op de drie volwassenen. De Duitse tandartsen worden opgeroepen hun klanten te adviseren om te stoppen met de ongezonde gewoonte.

Bron:
Nu.nl

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Nieuwe opleiding levert eerste endodontologen af

Lager opgeleiden vatbaarder voor gezondheidsproblemen

Korter leven en verlies relatief groot deel van inkomsten
Lager opgeleiden zijn vatbaarder voor gezondheidsproblemen. Dat stelt Hans van Kippersluis is zijn proefschrift ‘Sociaaleconomische verschillen in de gezondheid: een economische analyse’. Lager opgeleiden verliezen daardoor een relatief groter deel van hun inkomsten, aldus de promovendus, en leven gemiddeld korter. Van Kippersluis promoveert op donderdag 29 april 2010 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Er bestaan enorme verschillen in gezondheid en levensverwachting naar sociaaleconomische status. Zo bestempelt één op de drie 55-jarigen in de laagste inkomensgroepen zijn of haar gezondheid als slecht, tegen één op de twintig in de hoogste inkomensgroepen. Ook blijkt dat het verschil in levensverwachting tussen de hoogste en laagste inkomensgroepen gemiddeld maar liefst vijf jaar is. Het terugdringen van de ongelijkheden in gezondheid is één van de voornaamste doelstellingen van het ministerie van VWS. Echter, ondanks de gestegen levensverwachting ervaart de huidige generatie Nederlanders haar gezondheid niet beter dan vroeger en over de laatste generaties zijn de verschillen in gezondheid en levensverwachting tussen inkomensgroepen niet kleiner geworden.

Effecten van gezondheid op inkomen
In zijn proefschrift paste Van Kippersluis econometrische analyses toe op de oorsprong van deze ongelijkheden in gezondheid. Het blijkt dat verschillen in gezondheid en levensverwachting naar sociaaleconomische status grotendeels worden veroorzaakt door twee effecten: dat van gezondheid op inkomen, en dat van opleiding op gezondheid en levensverwachting. Het effect van gezondheid op inkomen is het belangrijkst. Een slechte of afnemende gezondheid leidt tot verminderde arbeidsparticipatie en een permanent inkomensverlies. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is het tegenovergestelde effect van inkomen op gezondheid bij volwassenen maar zeer beperkt. Een slechte gezondheid veroordeelt dus tot een lager inkomen, terwijl een hoger inkomen niet automatisch tot een betere gezondheid leidt.
Een interessante bevinding daarbij is dat arbeidsongeschiktheidsverzekeringen gemiddeld genomen het verlies aan persoonlijk inkomen redelijk weten te beperken, maar dat het verlies aan inkomen voor het huishouden groter is dan voor het zieke individu. Vaak moet namelijk de partner van de arbeidsongeschikte stoppen met werken om de verzorging op zich te nemen, iets wat niet is verzekerd.

Effect van opleiding op gezondheid
De tweede belangrijke oorzaak van sociaaleconomische verschillen in gezondheid is het effect van opleiding op gezondheid en levensverwachting. Dit is de eerste studie die aantoont dat een extra jaar opleiding de kans op vroegtijdig overlijden verlaagt – en dat dit effect zelfs tot na de leeftijd van 80 jaar doorwerkt. Van Kippersluis schetst een beeld van cumulatief nadeel voor de lagere sociaaleconomische groepen. Het blijkt dat de meest kwetsbare groepen in de samenleving – de lager opgeleiden en de laagste inkomensgroepen – de grootste risicogroepen zijn voor gezondheidsproblemen. Daarnaast dragen ze relatief gezien ook het grootste inkomensverlies na zulke problemen.

Bron:
Erasmus Universiteit

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Praktische update voor uw praktijkautomatisering

E-Health leidt tot betere zorg

Zorg op afstand, zoals een webspreekuur, is kwalitatief vaak beter dan directe zorg in de spreekkamer. Dit is één van de conclusies van een spitsseminar dat eerder deze week door Nictiz werd georganiseerd.

Digitaal spreekuur
Eén van de drie sprekers was Filip van Dijk, die de resultaten presenteerde van een webspreekuur. Dit digitale spreekuur ontwikkelde hij samen met twee artsen voor de poli Neurologie van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein, ter vervanging van een deel van de controlebezoeken. Aanzienlijk meer informatie wordt door de patiënt onthouden, doordat deze de tekst rustig kan nalezen.

Dit in tegenstelling tot consulten in de spreekkamer: onderzoek wijst uit dat patiënten gemiddeld maar twintig tot veertig procent onthouden van wat daar wordt gezegd.

E-health in de praktijk
Naast Filip van Dijk, presenteerde Rolien de Jong de succesfactoren van ICT in de zorg voor zorgprofessionals. Zij benadrukte het belang van het vroegtijdig betrekken van professionals in de innovatieprojecten. Mathijs Zwier, senior verpleegkundige en transitiecoördinator bij het UMC Utrecht, liet zien dat e-Health juist voor jongeren goed kan werken. De digitale reumapoli voor jongeren is in zijn ziekenhuis een groot succes.

De bijeenkomst leverde een aantal conclusies op, namelijk dat e-health een middel is om de zorg te vernieuwen en dat ICT-ondersteuning past in de trend van meer patiëntenparticipatie in de zorg.

Bron:
NVZ

Lees meer over: E-health, Kennis
Mailvoorbeelden

Herken de échte afzender van uw e-mail

Phishing
Phishing is een vorm van internetfraude. Het bestaat uit het oplichten van mensen door ze te lokken naar een valse (bank)website, die een kopie is van de echte website en ze daar – nietsvermoedend – te laten inloggen met hun inlognaam en wachtwoord of hun creditcardnummer. Hierdoor krijgt de fraudeur de beschikking over deze gegevens met alle gevolgen van dien. De slachtoffers worden vaak via e-mail naar deze valse website gelokt met daarin een link naar de (valse) website met het verzoek om zogenaamd ‘de inloggevens te controleren’.

Herken de échte e-mail afzender
Over internetfraude via e-mail is natuurlijk voorlichting nodig. De Nederlandse Vereniging van Banken probeert consumenten met de campagne 3x kloppen te wijzen op allerlei veiligheidsrisico’s. Op de website is er ook een check of een website klopt. Deze check is voornamelijk gericht op SSL, oftewel op het slotje in de browser en https in de adresbalk. Sowieso is het opvallend dat EV SSL nog maar beperkt wordt gebruikt in Nederland. Gebruikers van een EV SSL certificaat worden beter gecontroleerd dan gebruikers van een SSL certificaat. Bij EV SSL wordt niet alleen een slotje getoond, maar wordt ook de adresbalk in de browser groen en wordt ook de naam van het bedrijf direct in beeld getoond. De banken gebruiken veelal al wel EV SSL. Hieronder de adresbalk van het inlogscherm van het internetbankieren van ABN AMRO Bank.

Bron:
Frankwatching.com

 

Lees meer over: E-health, Kennis

Tentoonstelling Say Cheese! De kracht van de mond

Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het Ivoren Kruis organiseert Museum Boerhaave een tentoonstelling
over de mond. De mond is dé plek waar onze gevoelens samenkomen: blijdschap, lust, intimiteit, angst, pijn, gulzigheid,
vraatzucht, schaamte, afkeer, ijdelheid en trots. Al die gevoelens zijn een prachtig uitgangspunt voor een publiekstentoonstelling over de emotionele, technische en sociale aspecten van de zorg voor de mond.

Wat is er allemaal te zien?
Bezoekers van de tentoonstelling krijgen een verrassend beeld van de ontwikkeling van de zorg voor een goede mondgezondheid. Wat is het nut van fluoride in tandpasta? Hoe maakt de tandarts zonder dat de patiënt moet happen een digitale scan en wordt daar, klaar terwijl u wacht, een kroon van gemaakt? Waarmee poetste Napoleon zijn tanden? Hoe geef je de perfecte kus? Kun je je lachlijn verbeteren? Hoe komen kinderen in Nepal aan een gezond gebit? Via tal van verrassende invalshoeken wordt duidelijk gemaakt hoe de tandarts en de mondhygiënist bijdragen aan de mondgezondheid.
 
En natuurlijk zal de bezoeker zich na het bezoek aan Museum Boerhaave meer dan ooit realiseren dat het eigen preventiegedrag aan de basis staat van een gezonde mond. Aan de tentoonstelling wordt meegewerkt door verschillende dentale organisaties en bedrijven. Voor scholen is er een koppeling met het project Hou je mond gezond!

Wanneer?
Say Cheese! begint op 9 oktober en loopt door tot en met 3 april 2011.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z