boekje-johnny-joker

Leuker tandenpoetsen met Johnny Joker

Wat zou er gebeuren als kinderen nooit meer tanden hoeven te poetsen? Het boekje Johnny Joker houdt zijn kiezen op elkaar laat het zien. Een grappig, mooi en educatief kinderboekje over tandenpoetsen.

Bekijk het boekje in Johnny’s winkel

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Te weinig AED’s in Nederlandse tandartspraktijken

Als een patiënt een hartstilstand krijgt, is het belangrijk om snel te reanimeren. Enkele weken geleden is er in de media veel aandacht besteed aan reanimatie met de AED.

Meer hartstilstanden
Door de toenemende vergrijzing zullen levensbedreigende cardiovasculaire aandoeningen vaker voorkomen. Het risico dat een tandarts of mondhygiënist in de praktijk met een dergelijke situatie wordt geconfronteerd is daardoor ook toegenomen. Enerzijds kan een acute situatie ontstaan door de tandheelkundige behandeling, anderzijds kan een hartstilstand zich bij toeval voordoen, bijvoorbeeld in de directe omgeving van de tandartspraktijk.

Noodsituaties in de praktijk
Uit een onderzoek van de universiteit van Dresden bleek dat van de 620 ondervraagde tandartsen iets meer dan de helft (57%) tot 3 noodsituaties had meegemaakt. Zesendertig procent van de tandartsen kwam in aanraking met tot 10 noodsituaties. Naast hartstilstand en vasovagale collaps waren er andere ernstige situaties zoals acuut coronair syndroom, anafylactische reactie, luchtwegobstructie en cva (Müller et al. 2008).

AED vaker gebruikt
De AED wordt momenteel met grote regelmaat ingezet. Onderzoek in Noord-Holland wijst uit dat bij bijna 60% van alle hartstilstanden vóór aankomst van een ambulance een AED wordt aangesloten (Koster 2014). Ofschoon deze studie een grotere beschikbaarheid en inzet van AED’s door burgerinitiatieven aantoont, is er nog ruimte voor verbetering.

AED ontbreekt bij praktijken
Uit een recent onderzoek in België onder tandartsen blijkt dat een AED zelden in de praktijk aanwezig is (van Parys 2011) Onderzoek uit Duitsland wijst uit dat slechts 2% van de tandartsen een AED bezit (Müller et al. 2008). In België is dit percentage nog lager: 1,3% (van Parys 2011). Hoe het met de Nederlands praktijken is gesteld, wijst onderzoek niet uit.

Juiste training en uitrusting
Ofschoon medische noodgevallen in de tandartspraktijk eerder een uitzondering zijn, zijn ze zeker niet zonder levensgevaar (Girdler et al. 1999). Het verdient daarom aanbeveling praktijken uit te rusten met een AED om in acute cardiale noodgevallen hulp te kunnen bieden. Naast Atherton et al adviseren ADA counsil on scientific affairs ook een training met een AED te volgen om juist te kunnen reageren in acute omstandigheden. (Atherton et al. 1999 en ADA counsil on scientific affairs, 2002) Naarmate eerder wordt ingegrepen, worden bij een acute hartstilstand de overlevingskansen aanzienlijk vergroot.

Door:
Th.L. Balm, Cardiarent, verhuur van AED’s.

Bronnen:

Lees meer over: Bedrijven, Kennis, Onderzoek, Scholing, Veiligheid

Stappenplan Legionella beheersing

In veel praktijken voldoet de waterkwaliteit niet aan de in de WIP-richtlijn gestelde norm, blijkt uit een onderzoek uit 2012 onder 211 tandartspraktijken*. Tweederde van de praktijken had een waterkwaliteit boven de norm. Uit het verleden zijn weinig aantoonbare schadelijke gevolgen hiervan bekend, maar de gevolgen van een matige waterkwaliteit kunnen voor zowel behandelaar als patiënt groot zijn.

In dit artikel vindt u een geadviseerd stappenplan om controle te krijgen over de waterkwaliteit binnen de praktijk.

Norm
In de WIP-richtlijn is de gewenste norm beschreven van < 200 KVE/ml (kolonievormende eenheden per ml) en zijn spoelmaatregelen opgenomen. Zo moeten alle unitleidingen ‘s morgens voorafgaand aan de eerste behandeling worden doorgespoeld (tenminste 30 seconden) en tussen twee patiënten in worden de gebruikte leidingen, zonder hand- en hoekstukken, eveneens doorgespoeld (tenminste 10 seconden).

Oorzaken slechte waterkwaliteit
Met het doorspoelen van de unit wordt het effect van stilstaand water op de groei van bacteriën grotendeels tegengegaan. Uit praktijkverhalen blijkt echter dat stilstaand water niet de enige oorzaak kan zijn voor een slechte waterkwaliteit. Andere oorzaken zijn:

  • Doorlevering van bacteriën vanuit een voorgeschakeld systeem.
  • Lussen in leidingen, waardoor water minder goed doorspoelt.
  • ‘Dode’ leidingen binnen de praktijk die voor stilstaand water zorgen.
  • UV systemen in behandelstoelen die onnodig permanent en voor water opwarming zorgen.
  • UV systemen die een te gering doordringingsvermogen hebben.
  • Lekkend terugslagventiel.
  • Warme en koude leidingen die te dicht bij elkaar zijn aangelegd.

Met onderstaand stappenplan kunnen praktijken deze risico’s goed beheersen en hun waterkwaliteit laten voldoen aan de geldende norm.

Stappenplan

  1. Meten is weten
    De eerste stap in het voorkomen van vervuiling van het unitwater, is weten hoe het gesteld is met de waterkwaliteit. Meten dus. Advies daarbij is om zowel te testen op het totaal aantal kolonievormende eenheden als ook op de aanwezigheid van Legionella en Pseudomonas. Bij de meeste tests kan de praktijk zelf een monstername doen en deze opsturen aan het lab.
  2. Risico inventarisatie en evaluatie (RI&E)
    Bij een waterkwaliteit boven de gestelde norm gaan praktijken soms direct over tot het desinfecteren van de unit en leidingen. Echter, de aanleiding kan zeer divers zijn, dus is het van belang allereerst de risico’s van het waterleidingnet te identificeren. BRL 6010 gecertificeerde bureau’s kunnen een dergelijke RI&E uitvoeren (niet te verwarren dus met de Arbo RI&E).
  3. Gericht maatregelen nemen
    Het RI&E rapport brengt alle risico’s van het waterleidingnet binnen de praktijk in kaart en schrijft beheersmaatregelen voor. Vervolgens kan de praktijk gericht verbetermaatregelen doorvoeren, waarmee de waterkwaliteit wordt verbeterd. Na enige tijd dient opnieuw een monstername gedaan te worden om het resultaat van de genomen maatregelen te beoordelen.
  4. Onderhoud uitvoeren
    Alleen door regelmatig te testen houdt de praktijk ook daadwerkelijk grip op de waterkwaliteit. Advies is om bij elke unit 1 tot 2 keer per jaar een watertest uit te voeren.

* Onderzoek door ACTA-onderzoekers Wim Crielaard en Rob Exterkate, zie NT Blad 13/2013, p. 32.

Door: Sjoerd Kuiken – Kuiken Praktijkmanagement
Kuiken Praktijkmanagement toetst, adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van kwaliteitsystemen (HKZ / ISO), wet- en regelgeving en het verbeteren van de praktijkvoering.

Lees meer over: Bedrijven, Kennis, Onderzoek, Praktijkhygiëne, Praktijkorganisatie, Thema A-Z, Veiligheid

Onthullend promotiefilmpje blameert Australische tandartsenvereniging

Een seksistisch promotiefilmpje voor een groot tandartsencongres bracht een Australische tandartsenvereniging in moeilijkheden, dat schrijft The Australian.

Burlesque
Het filmpje bevat beelden van een burlesque-act, onderdeel van een “Dentist Late Night’ programma tijdens een Australisch tandartsencongres vorig jaar. Daarbij waren zeer schaarsgeklede artiesten te zien.

Social media
Het filmpje was bedoeld om een congres van de Australian Dental Association te promoten. Daarom werd het gepubliceerd op Facebook en Youtube.

Klachten
De video werd verwijderd nadat een verenigingslid zich per e-mail beklaagde over de inhoud ervan. Ook op Twitter werd het filmpje ‘seksistisch’ en ‘ongepast’ gevonden.

Bron:
The Australian

Lees meer over: Kennis, Scholing
M3 inferior: wel of niet verwijderen?

M3 inferior: wel of niet verwijderen?

Wat is het juiste moment om een verstandskies in de onderkaak te verwijderen?
Lees de adviezen aan de hand van literatuur en casuïstiek. Verslag van de lezing van kaakchirurg Jacques Baart.

Bij voorkeur wordt een verstandskies verwijderd op jonge leeftijd, tussen de 20-25 jaar. Maar waarom niet nog eerder? Het verwijderen van alleen een tandkiem (germectomie) is namelijk een eenvoudige ingreep.

Citaten uit een aantal met name retrospectieve studies

Uit een onderzoek waarbij in de onderzoeksgroep preventief de M3 inferior verwijderd werd, bleek dat bij 6% van de controlegroep (waar niets werd gedaan) per jaar toch een indicatie ontstond om de M3 inferior te verwijderen. Preventieve verwijdering is dus niet per se nodig. Tussen deze groepen bestaan verder geen verschillen in nabezwaren en kosten. Een afwachtende strategie met betrekking tot het verwijderen van de M3inferior is dus in het algemeen verstandig.

In een andere studie werd gekeken naar de frequenties van vroeg-operatieve complicaties zoals pijn, zwelling, trismus, alveolitis en foetor ex ore en laat post-operatieve complicaties (> 10 dg) zoals pijn, zwelling en zenuwuitval bij 1282 M3 verwijderingen.
Conclusies uit dit onderzoek:

  • 60% van de behandelde patiënten valt in de leeftijdscategorie 20-25 jaar.
  • In 16-20% van de gevallen treden er complicaties op, hiervan is een klein aantal blijvend.
  • Bij vrouwen treden er meer complicaties op dan bij mannen (man:vrouw = 40%:55%)
  • Er moet een reden zijn om de kies te verwijderen. Indicaties voor het verwijderen van de M3inferior zijn: cariës, beperkte mondhygiëne, pericoronitis, parodontitis, ruimtegebrek, aanwezigheid van een abces, pulpitis, aanwezigheid van een cyste, het ontbreken van een antagonist, parodontitis apicalis, focus, prothetische redenen, orthodontische reden en een wortel- of kaakfractuur.

Adviezen aan de hand van casuïstiek

M3 inferior deels zichtbaar
Wanneer een M3inferior scheef doorkomt en deels zichtbaar is dan is dit een indicatie voor extractie. Het element is namelijk onbereikbaar voor goede mondhygiëne en bereikbaar voor bacteriën.

M3 inferior niet zichtbaar, wel sondeerbaar
Wanneer de verstandskies niet zichtbaar maar wel sondeerbaar is en er geen sprake is van pockets en pus dan kan in overleg met de (vooral oudere) patiënt gekozen worden het element in eerste instantie te laten zitten. Bij elke controle moet opnieuw gekeken worden of er geen pockets ontwikkelen. Een goede mondhygiëne is belangrijk.

Crowding onderfront
Het is bewezen dat een verstandskies in de onderkaak niet bijdraagt aan crowding in onderfront. Dit is dus geen indicatie.

Röntgenologische controle
Het kan voorkomen dat zich ter plaatse van nog geïmpacteerde M3inferior een cyste ontwikkelt of dat het element zorgt voor resorptie van de tweede molaar. Wanneer zich geen klachten voordoen en er lokaal geen pathologie is (pocket, ontsteking, BOP-) is het maken van een OPT eens in de 3-5 jaar voldoende om dit in de gaten te houden.

Cyste
In de onderkaak kan er ontwikkeling plaatsvinden van een folliculaire cyste, keratocyste of ameloblastoom. Het is belangrijk om hier op tijd bij te zijn, bijvoorbeeld door eens in de 3-5 jaar een OPT te maken van een tot dan toe asymptomatische verstandskies. Het is echter niet juist om een verstandskies om deze reden preventief te verwijderen. De frequenties van deze pathologie is veel lager dan het ontstaan van serieuze complicaties bij preventieve M3 verwijdering.

Twijfel
Wanneer er twijfel bestaat bij de tandarts of het verwijderen van de M3 inferior wel of niet de beste keuze is, dan is het beter om wat ruimte te bewaren voor de kaakchirurg. Vraag een kaakchirurg wat zijn/haar behandeladvies is. Een kaakchirurg kan beter de risico’s inschatten van een dergelijke behandeling en hierdoor weet een patiënt ook beter waar hij/zij aan toe is. Bij een klacht van de patiënt is de kaakchirurg aansprakelijk en niet de tandarts.

Decapiteren (of coronectomie)
Wanneer de M3 inferior tegen de nervus alveolaris inferior is gelegen, is decapiteren van het element ook een mogelijkheid. In deze gevallen wordt alleen de kroon verwijderd. In 80% van de gevallen krijgt de patiënt nooit last van de wortelrest. Indien de patiënt wel last krijgt dan is de kans groot dat de wortelrest niet meer op de nervus ligt.

Samenvatting

  • De M3 inferior mag alleen op indicatie verwijderd worden.
  • Baseer de keuze niet op een uitzonderlijke casus waarin het fout is gegaan.
  • Bij verwijzing: laat ruimte over voor de kaakchirurg en vraag om advies en eventuele behandeling.
  • De behandelkeuze is afhankelijke van de volgende criteria: anamnese, klinisch onderzoek, röntgenologisch onderzoek (3-5 jaar mag er tussen zitten).
  • Overweeg decaputatie in geval van een nauwe relatie met de nervus.

Jacques Baart studeerde tandheelkunde in Nijmegen en specialiseerde tot kaakchirurg in Amsterdam. Vanaf 1979 is hij als specialist verbonden aan de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie VUmc en aan ACTA te Amsterdam. Hij vervult daar de rol van afwisselend chef de clinique, chef de policlinique, werkplekmanager en docent. In de patiëntenzorg richt hij zich vrijwel uitsluitend op kaakchirurgie bij kinderen. Hij is (mede) auteur van meer dan 125 wetenschappelijke artikelen en van enkele leerboeken, waaronder Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie en Lokale Anesthesie in de Tandheelkunde.

Verslag door:
Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres De tand in al z’n facetten, georganiseerd door NVT  NVvE  NVVRT  NVvK  VvO  NVMKA  RTV  NVM

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
internet

Gratis online cursus tandheelkunde moet meer studenten trekken

Geïnteresseerden kunnen sinds maart 2014 een online cursus tandheelkunde volgen van Sheffield University. Daarmee wil de universiteit tieners aanmoedigen tandheelkunde te gaan studeren, schrijft Belfast Telegraph.

Online lessen
De gratis cursus duurt zes weken en wordt gegeven als massive open online course (MOOC) op Futurelearn. Studenten van over de hele wereld leren onder andere over veel voorkomende mondziekten en nieuwe tandheelkundige technieken zoals 3d-geprinte tanden.

Tieners helpen
Sheffield University wil tieners met de cursus helpen bij hun studiekeuze. Studenten krijgen een voorproefje van het vak tandheelkunde. De cursus biedt ook een goede voorbereiding op een studie tandheelkunde. Volgens de universiteit hebben de studenten een streepje voor bij toelatingsgesprekken.

Bron:
Belfast Telegraph


Lees meer over: Kennis, Markttrends, Scholing, Thema A-Z
Acute medische situaties

Wat te doen bij acute medische situaties?

De overheid stelt dat tandartsen bij acute medische problemen hulp moeten kunnen bieden totdat de ambulance voorrijdt of andere professionele hulp arriveert. Dit heet tuchtrechtelijke aansprakelijkheid. In veel groepspraktijken zijn er al kastjes met een AED. De reanimatie slaagkans met een AED is 60 %. Een handmatige reanimatie heeft slechts 20 % kans van slagen.

Wat kunt u doen bij acute medische situaties? Verslag van de ACTA-cursus gegeven door mevrouw D. van Diermen, arts-docent bij de afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie en de heer dr. H.S. Brand, medisch bioloog.

Ademhalingsmoeilijkheden
Een normale ademhaling is 10 tot 12 maal per minuut. Er wordt een case behandeld van iemand met een astma bronchiale aanval. Vraag vooral bij lange (endo)behandelingen of deze patiënten een Ventolin spray mee willen nemen. Als de patiënt een aanval krijgt, is de spray dichtbij.

Wat ook nog wel eens voorkomt is een hyperventilatieaanval. Kenmerkend is de oppervlakkige ademhaling, lichtheid in het hoofd, tintelingen in vingers en rondom mond. De goede actie is de patiënt rechtop te laten zitten en in een plastic zakje te laten ademen totdat de patiënt rustiger wordt.

Controleer bij een ernstige cyanose (benauwdheid) met blauwe tong, neus en handen het bewustzijn en de hartslag en bel de ambulance. Ga reanimeren en als u een zuurstoftank heeft met een masker, sluit deze direct aan.

Allergische reactie
Een anafylactische reactie vindt plaats als iemand ernstig allergisch is. Dit heet het type I reactiepatroon. Deze reactie kan onder andere optreden bij contact met latex, gutta percha en anesthetica. De patiënt krijgt een rood gezwollen gezicht, klamme huid, zwakke snelle pols en lage bloeddruk. De patiënt kan ook duizelig worden en het bewustzijn verliezen. Het is slim als de tandarts een medische urgentiekoffer in zijn bezit heeft. Er moeten drie injecties gegeven worden met adrenaline, dexamethason en clemastine. Bel ook de ambulance.

Er zijn ook nog andere types overgevoeligheidsreacties: type II, III en IV . Deze zijn over het algemeen minder ernstig en gaan gepaard met huidreacties. Een overgevoeligheidsreactie van het type II is meer lokaal en gaat gepaard met weefselschade. Kenmerkend is dat een aantal allergenen zich aan het membraan van bepaalde lichaamscellen kunnen binden. Hierdoor verandert het membraan van structuur. Het type III kenmerkt zich door allergenen die met circulerende antilichamen in het bloed reageren waardoor immuuncomplexen ontstaan. Hierdoor ontstaat een lokale ontstekingsreactie. Ongeveer 6 uur na contact met het allergeen is de Type III overgevoeligheidsreactie maximaal. Het klassieke voorbeeld van het Type IV is de zogenaamde contactallergie. Hierbij passeren vetoplosbare stoffen (haptenen) de buitenste laag van de epidermis. Hierdoor ontstaan Th1 lymfocyten gericht tegen het allergeen. Bij een herhaald contact worden deze Th1 lymfocyten weer geactiveerd en er ontstaat weefselschade. Een type IV overgevoeligheidsreactie heeft aanzienlijk meer tijd nodig om zich te ontwikkelen, met een maximum van 24 tot 72 uur.

Hartinfarct
De patiënt krijgt pijn op de borst, uitstralend naar hals en kaakhoeken en/of naar linker schouder, arm en hand. Vaak is de patiënt misselijk en moet hij/zij braken.

De patiënt ziet bleek, transpireert, heeft een weinig krachtige polsslag en de bloeddruk is laag. Nitroglycerine kan uit de medische urgentiekoffer gehaald worden en sublinguaal toegediend worden. Als dit begint te werken dan is er sprake van angina pectoris.

In ernstige gevallen werkt dit niet en kan er een hartinfarct met circulatiestilstand ontstaan: in dit geval dient u onmiddellijk de ambulance te bellen en te starten met basale reanimatie. Geef een Aspirine 500 mg om het bloed te verdunnen en eventueel zuurstof uit de fles.

Hypoglykemie bij diabetes mellitus
Er is sprake van sufheid of motorische onrust, of verward of agressief gedrag. Er kunnen ook buikklachten zijn met een bleek gezicht en transpireren. De goede actie is om druivensuiker te geven en bji bewustzijnsverlies eventueel glucagon intramusculair 1 mg/ml in te spuiten.

CVA Herseninfarct
Hierbij is sprake van een halfzijdige verlamming, dwangstand van de ogen, een taal/spraakstoornis en eventueel bewustzijnsverlies. De te nemen actie is het controleren van bewustzijn, pols en ademhaling en zo nodig basale reanimatie uitvoeren. Het is belangrijk dat de patiënt zo snel als mogelijk naar het ziekenhuis vervoerd wordt.

Nieuwste reanimatietechniek
Het middagprogramma bestaat uit het oefenen van de reanimatie op poppen. Dit is een goede oefening en vooral het ritme van de reanimatie is zwaar.

De huidige reanimatietechniek is dertig maal met beide handen op elkaar op het borstbeen drukken 5-6 cm diep en daarna twee maal te beademen. Vervolgens weer dertig keer drukken. Bij voorkeur wordt dit na enkele minuten overgenomen door iemand anders. En hopelijk is de ambulance er dan al.

Urgentiekoffer
Zowel mevrouw Van Diermen als de heer Brand benadrukken dat het handig is om een medische urgentiekoffer in de praktijk te hebben met medicijnen die in acute situaties nodig zijn. Een urgentiekoffer bevat meestal: : Druivensuiker, glucagon-injectieset, adrenaline noodpen, dexamethason injectie, antihistaminicum injectie, antihistaminicum tabletten, zuurstof, nitroglycerine spray en Ventolin inhaler.

Informatie en cursussen over reanimeren
Op de site van de Nederlandse Reanimatie Raad kunt u posters over reanimatie downloaden. Cursussen reanimeren kunt u volgen bij:
Oranje Kruis
Rode Kruis
BHV Nederland

De Nederlandse Hartstichting heeft een app over reanimeren ontwikkelt die u gratis kunt downloaden.

Mevrouw D. Van Diermen is arts-docent bij de afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie/Ziekteleer en Medisch Tandheelkundige Interactie bij het Academisch Centrum voor Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Tevens doet zij onderzoek op dit gebied. Daarnaast was Van Diermen bestuurslid van de Vereniging voor Medische Tandheelkundige Interactie (VMTI).

De heer dr. H.S. Brand is medische bioloog en als universitair docent werkzaam bij de afdeling Parodontologie en Orale Biochemie en de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie, bij het ACTA.

Verslag door Marian Vrolijk van de ACTA-cursus gegeven door mevrouw D. van Diermen en de heer dr. H.S. Brand.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Ondernemen, Thema A-Z, Wet- en regelgeving
dentcloud

DentCloud – patiëntregistratiesysteem in de cloud

De Netpoint group is al sinds 15 jaar uw allround dienstverlener in de mondzorg en stelt zich ten doel de meest innovatieve, betrouwbare en efficiency verhogende software en ICT producten ten behoeve van de mondzorg op de markt te zetten.

DentCloud®
Een overtuigend bewijs hiervan is het op 21 maart gelanceerde DentCloud®, waarvan Netpoint de Nederlandse vertegenwoordiging heeft. Het is een low budget patiëntregistratiesysteem in de cloud, speciaal gemaakt voor tandartsen en mondhygiënisten.

Het biedt de mogelijkheid tot uitgebreide dossiervorming, behandelplannen, röntgenfoto´s, correspondentie, agendabeheer en declareren/factoring. Onder andere door middel van autorisaties is DentCloud® bijzonder goed beveiligd. De kosten, eigenlijk kun je het gezien de prijs geen kosten noemen, bedragen € 0,99 cent per dagdeel (per aansluiting) dat u er daadwerkelijk gebruikt van maakt.

Toegankelijk via smartphone, tablet en pc. Indien u DentCloud® wilt testen kunt u er één maand lang gratis gebruik van maken.

Bekijk hier de demo

Vertrouwde producten
Maar ook de vertrouwde producten van Netpoint maken het werken voor u als specialist in de mondzorg en voor uw medewerkers efficiënt en makkelijk.

  • OrthWin
  • Dentium
  • OrthView
  • DentCloud
  • Factoring
  • Netpoint Tele Center
  • OrthoTracing

Meer informatie
Wilt u kennis maken met de Netpoint group of een van haar innovatieve producten? Klik dan op deze link voor een afspraak of neem contact met ons op.

Netpoint group B.V.
Elzenweg 31a
5144MB Waalwijk
I www.netpoint.nl
E info@netpoint.nl
T 0416 – 54 05 05




Lees meer over: Kennis, Patiëntendossier, Praktijkorganisatie, Producten

Medische gegevens niet veilig bij NZa: minister start onderzoek

Medische gegevens en concurrentiegevoelige informatie van zorgverleners en zorgverzekeraars zijn niet in veilige handen bij de NZa, meldt NRC. Zo waren voor het complete personeel, vakantiekrachten en uitzendkrachten jarenlang vertrouwelijke documenten te bekijken op de centrale computer, in de Outlook agenda en in het digitale postsysteem. Dit blijkt uit een dossier van een NZa-medewerker die hierover de klok luidde bij zijn werkgever. De medewerker pleegde enkele dagen later zelfmoord.

Na publicatie hierover in het NRC,  informeerde minister Schippers de Tweede Kamer over haar besluit een onafhankelijk commissie in stellen die het interne functioneren van de NZa gaat onderzoeken. Het onderzoek richt zich op het borgen van ICT-veiligheid, vertrouwelijkheid van dossiers en beoordeling van de inmiddels getroffen maatregelen.

Bron:
NRC
Rijksoverheid

Lees meer over: Actueel, Kennis, Patiëntendossier, Tarieven, Thema A-Z
gebit-500

Radboudumc ontvangt Amerikaanse subsidie voor kunstmatig kaakherstel

Onderzoekers van de vakgroep Biomaterialen (afdeling Tandheelkunde) van het Radboudumc hebben ruim 500.000 euro  ontvangen uit een subsidieprogramma van het Amerikaanse leger. Dit programma is bedoeld om onderzoek naar regeneratieve geneeskunde voor herstel van oorlogsverwondingen te versnellen. De Nijmeegse onderzoekers gaan de subsidie gebruiken voor verder onderzoek naar de toepassing van injecteerbaar cement bij botherstel in kaken en schedels.

Kaken herstellen
Jeroen van den Beucken, senior onderzoeker bij Biomaterialen gaat het onderzoek leiden: “We doen al langer onderzoek naar de vraag hoe we injecteerbaar botvervangend materiaal kunnen gebruiken om botweefsel te herstellen. Met dit project willen we de laatste experimentele vragen beantwoorden en toewerken naar de ontwikkeling van een product dat gebruikt kan worden bij patiënten.” Het betreffende kunstbot is gemaakt van calciumfosfaat en kan rond beschadigd bot geïnjecteerd worden. Afhankelijk van de ernst van het letsel, kan dit kunstbot binnen 3 tot 10 maanden volledig vervangen worden door lichaamseigen bot. Dit tempo is te sturen door de toevoeging van melkzuurpolymeren aan het botcement.

Eigen bot op gang helpen
De polymeren zitten als deeltjes ingesloten in het cement en worden door contact met vloeistof in het lichaam afgebroken tot natuurlijk melkzuur. Dit zuur zorgt voor snelle afbraak van het cement. Het melkzuur is bovendien zelf probleemloos biologisch afbreekbaar. De ruimtes die de polymeren achterlaten komen vervolgens vrij voor de ingroei van botweefsel. Op den duur vervangt het lichaam zo al het kunstcement door eigen bot. In de praktijk blijkt echter dat het afbraaktempo van het kunstcement het proces van botaangroei beperkt. Door optimalisatie van de polymeren in het cement kan de afbraak versneld worden.

Jeroen van den Beucken: “We willen met de subsidie verder werken aan een goede mix van kunstcement en polymeren die snel afbreekt, maar (op de langere termijn) wel zorgt voor stabiel botherstel. Onderdeel van ons onderzoek is ook de eerste studie bij menselijke proefpersonen. Samen met onze Amerikaanse partners moet dit leiden tot een product dat straks daadwerkelijk toegepast wordt bij patiënten.”

Bron:
Radboudumc

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Ben Tiggelaar

MBA in één dag: Masterclass voor tandartsen

MBA in één dag met Ben Tiggelaar, 13 mei. Fris uw kennis over leiderschap, strategie, organisatie en verandermanagement razendsnel op. Bij inschrijving krijgt u een extra masterclass cadeau! Tijdens deze masterclass op 3 juni laten Ben Tiggelaar en Alex Klein zien hoe u de theorie toepast in úw praktijk als tandarts. Gericht en op maat.

Steeds meer tandartsen zoeken naar manieren om bedrijfskundiger en ondernemender naar hun praktijk te kijken. Kritische klanten, sober overheidsbeleid én veeleisende verzekeraars zetten uw marges onder druk. Hoe maakt u uw praktijk nóg professioneler en klaar voor de toekomst?

MBA in één dag
Tijdens het seminar ‘MBA in één dag’ op 13 mei hoort u in één dag alle belangrijke inzichten en tips van de grootste managementdenkers ooit. Ben Tiggelaar laat o.a. zien:

• Hoe u leiding geeft met (veel) meer impact
• Wat u nodig heeft voor een messcherpe strategie
• Hoe u een verandering ‘tussen de oren’ krijgt

Inclusief masterclass voor tandartsen op 3 juni 2014
Door de unieke samenwerking tussen Edin en ‘MBA in één dag’ krijgen tandartsen bij inschrijving voor het seminar een extra masterclass cadeau! Tijdens deze masterclass op 3 juni laten Ben Tiggelaar en Alex Klein zien hoe u de theorie toepast in úw praktijk als tandarts. Gericht en op maat!

14.800 deelnemers gingen u voor!
In de afgelopen 10 jaar namen maar liefst 14.800 managers deel aan deze unieke seminarformule. In 2014 verzorgt Ben slechts één uitvoering van dit seminar, en wel op 13 mei. Dit is dus uw kans om uw managementkennis in sneltreinvaart bij te spijkeren. Grijp hem!

Ga naar de Edin website en schrijf je snel in!

Lees meer over: Kennis, Scholing

Hiv vroegtijdig opsporen door mondcontrole

Hiv-infecties zijn vroegtijdig op te sporen door in de mond te kijken. Een eenvoudige mondcontrole kan vooral voor mensen in lagelonenlanden levensreddend zijn. In gebieden waar hiv veel voorkomt, is het doen van een hiv-test vaak beperkt. Het is daarom belangrijk om lokale gezondheidswerkers te trainen in het doen van deze mondcontroles. Dit concludeert promovendus Lucina Koyio in een artikel dat op 14 maart verscheen in PLOS One. Op 9 april promoveert zij aan het Radboudumc.

Onderzoek in Kenia
Koyio deed haar onderzoek in Kenia, in een regio in het Nairobi-district met bijna één miljoen inwoners. Meer dan 8 procent van de bevolking in deze regio is met Hiv geïnfecteerd. De bestrijding van de ziekte is een hardnekkig probleem in Kenia. Veel mensen onderschatten de gevolgen van een hiv-besmetting, of laten zich uit sociale angst niet testen. Maar ook onbekendheid met de eerste symptomen van een hiv-infectie spelen een rol bij de moeizame bestrijding van de ziekte.

Zweren door verzwakte afweer
Patiënten met een hiv-besmetting krijgen vaak te kampen met zweertjes of verkleuringen in het gezicht en in de mond die over het algemeen pijnloos zijn. Bij 98% van de patiënten met hiv is het ontstaan van dergelijke plekken een eerste indicatie van een hiv-besmetting. De zweren worden in de meeste gevallen veroorzaakt door een infectie met een Candida schimmel. Deze schimmel komt van nature in de mond voor, maar leidt bij mensen met een verzwakt immuunsysteem (een van de gevolgen van een hiv-besmetting) tot infecties. De zweren ontstaan ook als een patiënt niet reageert op een behandeling met antivirale middelen, of als deze medicijnen niet goed worden ingenomen.

Trainen om hiv te herkennen
De meeste Kenianen zijn voor hun gezondheidszorg aangewezen op laaggeschoolde gezondheidswerkers in gezondheidscentra met erg beperkte middelen. Door het volgen van een training konden deze gezondheidswerkers hiv-infecties herkennen aan de typische mondverkleuringen. Pas nadat ze verkleuringen hadden vastgesteld, lieten ze een hiv-test doen. Op deze manier konden de beperkt beschikbare testen doelmatiger worden ingezet. Ook bij patiënten die al hiv-medicatie kregen konden de gezondheidswerkers op basis van de verkleuringen vaststellen of de antivirale middelen aansloegen.

Bron:
Persbericht Radboud UMC

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Thema A-Z

Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid geeft mondzorgadvies

Van 2 t/m 16 april kunnen consumenten bij de verzekeringswinkels van Zorg en Zekerheid gratis mondzorgadvies van mondhygiënisten krijgen.

Consumenten kunnen zich aanmelden via Zorg en Zekerheid voor een consult. Tijdens het 15 minuten durende consult wordt de gezondheid van het tandvlees beoordeeld en krijgt de consument advies over mondzorg.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Markttrends, Thema A-Z
Checklist patiëntendossier

Checklist patiëntendossier

Voor veel praktijken ligt er een grote uitdaging om minimaal te voldoen aan de richtlijn Patiëntendossier. Onderstaand een checklist ter ondersteuning met verplichte en gewenste onderdelen in het patiëntendossier.

De basis voor medisch professioneel handelen wordt gevormd door onderzoek en consensus binnen de beroepsgroep vastgelegd in richtlijnen, praktijkwijzers en protocollen. De richtlijn is dan een weergave van de professionele standaard. Rondom het patiëntendossier ligt er voor veel praktijken een grote uitdaging om minimaal te voldoen aan deze professionele standaard. Onderstaand een checklist ter ondersteuning.

Dossiervoering
De KNMT-richtlijn Patiëntendossier geeft de tandartspraktijk een leidraad voor het inrichten en bijhouden van een patiëntendossier. Een zorgvuldige dossiervorming is van belang in het kader van:

  • Kwaliteit en continuïteit van de zorgverlening
  • Verantwoording en toetsbaarheid

Alle informatie die nodig is voor het verlenen van goede tandheelkundige zorg moet dus worden vastgelegd. Dit is in lijn met het uitgangspunt dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) hanteert bij haar beoordeling: “wat niet is opgenomen in het dossier, is ook niet uitgevoerd”.

Checklist
De NMT-richtlijn maakt onderscheid tussen verplichte onderdelen (die de professionele standaard weergeven) en gewenste onderdelen (voor tandartsen die op het terrein van het patiëntendossier een hogere kwaliteit nastreven).

Enkele verplichte onderdelen:

  • Medische anamnese, bijvoorbeeld de ASA scorelijst
    Bij elk contact wordt de patiënt gevraagd naar eventuele wijzigingen in de anamnese. Maak dit aantoonbaar door hiervan een notitie te maken in het dossier (bijvoorbeeld: medische anamnese geen bijzonderheden).
  • Actueel medicatieoverzicht in de eerste lijn
  • Uitgeschreven recepten
    Geneesmiddelen mogen (in de nabije toekomst) alleen nog elektronisch voorgeschreven worden. Advies is dan ook om meerdere receptenbrieven digitaal aan te maken, zodat deze snel aangepast kunnen worden. Het uitgeschreven recept wordt vervolgens in het digitale dossier van de patiënt opgeslagen.
  • Allergische reactie op toegediende of voorgeschreven medicatie
  • Bevindingen van het uitgevoerde extra- en intraorale (basis-) onderzoek
  • Röntgenologisch onderzoek: tenminste de diagnose en in principe de indicatie en de bevindingen
    Zowel de indicatie tot de röntgenopname (rechtvaardiging) en de uitkomst van de interpretatie van die opname moeten in principe worden vermeld in het patiëntendossier. Bij solo- of bitewing foto’s is het niet altijd noodzakelijk om de bevindingen in het patiëntendossier vast te leggen. Vaak is hier sprake van het maken van een opname in directe samenhang met de behandeling (opsporen pijnklachten, lengtebepalingen). Dat zelfde geldt voor foto’s die met een bepaalde individuele frequentie gemaakt worden bijvoorbeeld ten behoeve van cariësonderzoek. Wanneer sprake is van waarnemingen die bij toeval op de opname zichtbaar zijn, is het vastleggen van bevindingen in het patiëntendossier wel aangewezen.
  • DPSI-score
    Parodontale screening (en het bepalen van de DPSI-score) vindt plaats bij elke periodieke controle.
  • Informed consent (op adequate informatievoorziening gebaseerde toestemming)
    De toestemming van de patiënt voor een behandeling is geketend aan de informatievoorziening hierover. Het is een wettelijke plicht om toestemming te vragen in combinatie met het verstrekken van relevante informatie. Zo zijn informatie en toestemming aan elkaar geketend. De toestemming kan expliciet, impliciet of verondersteld zijn. Bij een impliciete of veronderstelde toestemming dient hiervan een notitie te worden gemaakt in het patiëntendossier.
  • Vastleggen dat toestemming is verleend de behandeling te delegeren
    De patiënt dient toestemming te geven indien een behandeling wordt gedelegeerd. Maak ook hiervan een notitie in het patiëntendossier.
  • Gegevens in het kader van horizontale en verticale verwijzing
    Neem bijvoorbeeld verwijsbrieven en terugrapportages altijd op in het patiëntendossier.
  • Gebruikte anesthesie (bijvoorbeeld Ultracaïne, Septanest of Citanest)
    De tandarts kan ook in een protocol vastleggen welke anesthesie standaard gebruikt wordt. In dat geval hoeven alleen afwijkingen van het protocol in het dossier te worden vermeld.
  • Verklaringen van de patiënt over in het dossier opgenomen stukken
  • Complicaties bij behandelingen, zoals afgebroken vijl of perforatie
  • Onbedoelde effecten van verrichtingen (zoals mislukte verrichtingen)

Gewenste onderdelen:

  • Beoogd zorgdoel / zorgrichting en eventuele aanpassing daarvan met de reden
  • Persoonlijke risico’s (medisch en tandheelkundig, zoals cariësrisico, parodontale risico, slijtagerisico, etc.)
  • De vastgestelde controletermijnen naar aanleiding van de risicoanalyses en het zorgdoel
  • De te verrichten diagnostiek (soort / planning) om schadelijke processen op te sporen en/of te monitoren (bijvoorbeeld intervalfoto’s, interval bloedingsindex, speekseltest)
  • Stand van zaken omtrent het behandelplan

Door:
Sjoerd Kuiken adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van wet- en regelgeving, kwaliteitsystemen en financieel gezonde praktijkvoering.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Ondernemen, Patiëntendossier, Wet- en regelgeving

Wanneer is een keurmerk geaccrediteerd?

Om de buitenwereld te laten zien dat u hard werkt om uw patiënttevredenheid te verbeteren, kunt u een keurmerk voeren. Welke certificerende instellingen zijn er?

Indien u een kwaliteitsmanagementsysteem hebt geïmplementeerd waarmee u voortdurend werkt aan kwaliteitsverbetering, bent u daar trots op. Om de buitenwereld te laten zien dat u hard werkt om uw patiënttevredenheid te verbeteren, kunt u dit doen door het voeren van een keurmerk.

Waarde
Een keurmerk heeft waarde als dit verstrekt wordt door een externe en daarmee objectieve partij, een zogenaamde certificerende instelling. Een keurmerk dat een tandartspraktijk bijvoorbeeld zelf maakt en zichzelf toebedeelt, is als een slager die zijn eigen vlees keurt. Op die manier wordt het vlees natuurlijk altijd goedgekeurd!

Certificerende instelling
Om ware objectiviteit te waarborgen, krijgt een certificerende instelling toestemming om op basis van een bepaald normenschema een externe audit uit te voeren. De toestemming wordt verleend door de stichting Raad voor Accreditatie (RvA). Zo zijn de certificerende instellingen Tüv, Kiwa en Lloyd’s Register geaccrediteerd om te toetsen op basis van de HKZ-normen voor tandartsenpraktijken. Indien één van deze certificerende instellingen de externe audits uitvoeren, mag een tandarts het officiële HKZ-keurmerk voeren, de beschermde en geregistreerde logo’s staan op de website van HKZ.

ISO 9001
De ISO 9001 normen – waaraan u ook voldoet indien u beschikt over het HKZ-certificaat – mogen door een veel groter aantal certificerende instellingen getoetst worden. Dit geldt ook voor de EN 15224, de ISO 9001 normen voor de zorg. Deze normen zijn nog relatief nieuw en daarom zijn er nog geen certificerende instellingen hiervoor geaccrediteerd. Enkele certificerende instellingen hebben echter al wel de vraag ter accreditatie ingediend bij de RvA.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Tandverlies is een ingrijpende emotionele ervaring

Tanden verliezen staat voor sommige patiënten gelijk het verlies van een arm of been, blijkt uit een Britse studie. De grote impact van tandverlies vraagt meer aandacht van behandelaars, schrijft Newcastle University.

Gevolgen van tandverlies
Voor de studie werden 39 Britten geïnterviewd over hun ervaringen met het verliezen van tanden. Sommige deelnemers aan de studie hadden het gevoel dat ze gefaald hadden, omdat ze een kunstgebit nodig hadden. Anderen durfden de deur niet meer uit vanwege verloren tanden.

Bij de grote impact van tandverlies speelt mogelijk de verwachting mee dat het gebit tegenwoordig langer mee gaat dan vroeger.

Behandeling
Het verlies van tanden kan emotioneel even ingrijpend zijn als een chronische medische aandoening. Bij sommige patiënten is mogelijk psychische behandeling nodig.

Bron:
Newcastle University

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Restaureren, Thema A-Z

Mondgezondheid gaat verder dan de gezondheid van de mond

Wat is het effect van parodontitis op de rest van het lichaam en waarom is kennis hierover belangrijk voor de tandarts en mondhygiënist? Verslag van de lezing van prof. dr. A.J. van Winkelhoff tijdens de klinische avond Parodontitis en de algemene gezondheid van de Stichting PAOT-NN in samenwerking met het UMCG Wenckebach Instituut.

Relatie mondgezondheid en algehele gezondheid
Bij een persoon met parodontitis is sprake van een ontstekingsoppervlakte die vergelijkbaar is met een zweer van 10-20 cm2. Vaak wordt de ernst van parodontitis onderschat omdat de ontsteking niet zichtbaar en meestal ook niet pijnlijk is. Het is te begrijpen dat een dergelijke zweer effect heeft op de rest van het lichaam. Uit onderzoek blijkt dan ook dat er relaties zijn gevonden tussen parodontitis en systemische aandoeningen zoals cardiovasculaire aandoeningen, reumatische artritis, focale infecties, diabetes en obesitas.

Wat is precies het effect van een infectie op de rest van het lichaam?
Als er sprake is van parodontitis dan neemt het aantal bacteriën en endotoxinen in de mond toe. Deze kunnen in de bloedbaan terecht komen en worden op deze manier verspreid in het lichaam. Er is dus niet alleen sprake van een lokale respons: de ontstekingsmediatoren (interleukines), opgewekt in de mond, verhogen deze waardes in het bloed en kunnen zich zo verspreiden door het lichaam. De effecten hiervan op de lever zijn onder andere een verhoging van het CRP (C-reactive protein). Het is bewezen dat CRP een verhoogd risico geeft op het ontwikkelen van cardiovasculaire aandoeningen. Ook is het aantal ontstekingscellen (leukocyten) verhoogd in het bloed wanneer er sprake is van parodontitis.
Bacteriën kunnen zich vanuit de mond verplaatsen naar elders in het lichaam, er is dan sprake van een focale infectie. Een recent onderzoek heeft uitgewezen dat paro-bacteriën zich zelfs in de hersenen kunnen nestelen.

Waarom is dit belangrijk voor de tandarts en mondhygiënist?
Uit een onderzoek van Vidal et al. (2013) ‘Non surgical periodontal treatment reduces cardiovascular risk in refractory hypertensive patient: a pilot study’ blijkt dat bij initieel behandelde parodontitis patiënten de CRP en interleukine-6 waarden significant dalen. Er is dus een meetbaar effect van de parodontale behandeling.

Prof. dr. A.J. van Winkelhoff is hoogleraar aan de UMCG en heeft als vakgebieden Medische Microbiologie, Tandheelkunde & Mondzorgkunde en Infectieziekten. Hij is mede-eigenaar van Laboral Diagnostics en Laboral International, een service op het gebied van klinische microbiologie voor Tandheelkundige professionals.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Parodontitis en de algemene gezondheid, georganiseerd door de Stichting PAOT-NN in samenwerking met het UMCG Wenckebach Instituut.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
Implantologie

Implantologie: Afdrukken

Orale implantologie is niet meer is weg te denken als mogelijke behandeloptie voor uw patiënt. Als tandarts algemeen practicus treedt u op als regisseur. Hoe houdt u controle? Wat delegeert u? Wat doet u zelf? Congresverslag over afdrukken.

Verslag van de lezingen van prof. dr. Marco Cune, prof. dr. Henny Meijer, prof. dr. Daniël Wismeyer tijdens het congres Implantologie van Bureau Kalker. Het lezingenprogramma omvatte alles wat u moet weten over implantologie. Zo kunt u uw patiënt begeleiden bij de verwijzing en ervoor zorgen dat u de regie over de behandeling behoudt.

Healing abutment
Tijdens de osseointegratieperiode is het belangrijk dat het healing abutment niet wordt belast.

Met name in het front kunnen soms tijdelijke kronen worden geplaatst tijdens de osseointegratiefase van het implantaat. De patiënten van prof. dr. Meijer worden voor een implantaat in de frontregio ’s morgens geïmplanteerd en meteen wordt een afdruk gemaakt. In het laboratorium wordt dan een tijdelijke kroon vervaardigd van composiet. Als deze tijdelijke voorziening in de middag geplaatst wordt, kan de patiënt naar huis met een vaste voorziening.

Een ander voordeel is dat de tijdelijke voorziening door de anatomische vorm bijdraagt aan het contourherstel van de gingiva. Gemiddeld duurt dit ongeveer drie maanden. Tijdens het plaatsen van de tijdelijke voorziening kan de gingiva anemisch worden. Dit is geen probleem: na ongeveer 10 minuten trekt dat meestal weg. De tijdelijke kronen worden altijd verschoefd met een torque volgens de fabrikant en worden niet geraakt bij occlusie en articulatie. Op die manier kan een belastingvrije osseointegratie plaatsvinden.

Open lepel versus gesloten lepel
Uit een onderzoek op PubMed naar gesloten- en open lepel afdrukken blijkt dat dit een persoonlijke keuze is. Voor een gesloten lepel is klinisch meer ervaring nodig, dit is tandtechnisch foutgevoeliger. Bij een individuele of conventionele lepel is er geen verschil in nauwkeurigheid, mits gebruik wordt gemaakt van een rigide lepel.

Polyether of additiesiliconen kunnen het beste gebruikt worden als afdrukmateriaal voor definitieve afdruk.

Tip: Gebruik flossdraad om de schroevendraaier om inslikken te voorkomen.

Prof. dr. Marco S. Cune
Is hoogleraar restauratieve en reconstructieve tandheelkunde en hoofd van de sectie Orale Functieleer van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMC Groningen. Daarnaast is hij werkzaam in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Zijn klinische en onderzoeksinteresses bestrijken een breed scala aan onderwerpen, maar richten zich met name op de orale implantologie en restauratieve tandheelkunde.

Prof. dr. Henny Meijer
Behaalde in 1988 het tandartsdiploma aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij deed onderzoek aan de Rijksuniversiteit Utrecht op het gebied van de implantologie, in 1992 resulterend in een proefschrift. Momenteel is hij werkzaam bij het Centrum voor Tandheelkunde & Mondzorgkunde en bij de Afdeling Mondziekten, Kaakchirurgie en Bijzondere Tandheelkunde van het UMC Groningen. Vanaf 2006 is hij hoogleraar Implantologie en Prothetische Tandheelkunde. Naast de klinische werkzaamheden, doet hij onderzoek op het gebied van de orale implantologie, begeleidt onderzoek en is als docent betrokken bij verschillende cursussen.

Prof. dr. Daniël Wismeyer
Rondde zijn studie tandheelkunde af in 1984 aan de KU Nijmegen en werkte in het CBT aldaar tot 1994. In 1995 ging hij naar de ACTA waar hij promoveerde op het proefschrift “BIOS, The Breda Implant Overdenture Study”. Van 1985 tot 2006 heeft hij gewerkt in het CBT van het Amphia Ziekenhuis te Breda. In 2006 is hij benoemd als Hoogleraar Orale implantologie en Prothetische Tandheelkunde aan de ACTA waar hij een 0,7 Fte aanstelling heeft. Tevens werkt hij in de verwijspraktijk voor Orale Implantologie Veluwe-zoom te Dieren die hij in 1991 heeft opgericht. Vanaf 2009 is hij voorzitter van de afdeling Functieleer en Restauratieve Tandheelkunde aan de ACTA.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van de lezing van prof. dr. M.S. Cune, prof. dr. H. Meijer en prof.dr. D. Wismeyer tijdens het congres Implantologie van Bureau Kalker.

Lees ook de overige verslagen van het congres implantologie

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z

Mail & Win het boek: Stoppen met foppen

Maak nu kans op het Stoppen met foppen boek. We geven 3 boeken weg, ter waarde van elk 15 euro.

Stoppen met de vertrouwde fopspeen is best moeilijk. Het 15 dagen stopplan is zorgvuldig opgebouwd en biedt voor elke dag een verhaaltje en een opdracht of spelletje. Ondertussen geeft Soe Soe de fopspenenfee nog tips voor ouders en wordt het programma duidelijk toegelicht. Geadviseerd door een kinderarts en een kinderlogopediste is zo een boek ontstaan dat zowel voor ouder en kind verantwoord, leerzaam en plezierig is. Op de 15de dag kan de laatste fopspeen worden toegestuurd aan Soe Soe de fopspenenfee en zal Fopmuis, de troost muis (die ook in het verhaal een rol speelt) worden opgestuurd naar het kind.

Mail & Win
Wilt u meedingen? Stuur een e-mail met uw naam, functie, praktijknaam en adres naar info@dentalinfo.nl vóór 24 april a.s. Onder de inzenders worden 3 boeken verloot. De winnaars ontvangen het boek per post. Vanaf 24 april worden de winnaars ook vermeld op www.dentalinfo.nl

Deelnemers van de Mail & Win aktie ontvangen automatisch de dental INFO e-mailnieuwsbrief. Als u de nieuwsbrief al ontvangt, verandert er uiteraard niets.


Lees meer over: Folders

Cursus: tandheelkundige verwaarlozing en vermoedens van kindermishandeling bespreekbaar maken

De meldcode verplicht mondzorgprofessionals te communiceren met ouders over zorgelijke signalen van verwaarlozing en kindermishandeling. In deze cursus leert u hoe u, met behoud van de behandelrelatie, uw zorgen verwoordt zonder dat dit veel tijd hoeft te kosten.

Deze training is geschikt voor u als:

  • U niet goed weet wat u kunt zeggen tegen ouders als u kindermishandeling of verwaarlozing vermoedt;
  • U bang bent dat u de opgebouwde relatie met ouders op het spel zet;
  • U bang bent voor een heftige reactie van ouders;
  • U slechte ervaringen heeft met gesprekken waarin u uw zorgen uitte naar ouders;
  • U het lastig vindt om aan ouders aan te geven wanneer de grens bereikt is;
  • U de neiging heeft om het gesprek uit de weg te gaan;
  • U verwacht dat het voeren van gesprekken u alleen maar meer tijd gaat kosten;
  • U bang bent voor een klacht of een slechte naam.

In deze training leert u hoe u als mondzorgprofessional met minder moeite en in minder tijd uw zorgen helder kunt verwoorden en daarbij de samenwerkingsrelatie met ouders kunt versterken.

  • U krijgt inzicht in wat u persoonlijk in de weg staat om tandheelkundige verwaarlozing en kindermishandeling bespreekbaar te maken;
  • U leert hoe u uw zorgen helder en concreet kunt verwoorden;
  • U weet hoe u effectief kunt reageren op ouders die zich niet herkennen in uw zorg, zodat u ze toch kunt bereiken;
  • U weet precies wat u kunt doen om tijdens het gesprek bij uzelf en bij de ander spanning weg te nemen zodat u het contact versterkt;
  • U kunt kunt effectief reageren op heftige emoties en boosheid bij ouders;
  • U krijgt essentiële vaardigheden aangereikt die u in elk lastig gesprek kunt inzetten om de vertrouwensrelatie met de ouders te verstevigen;
  • U weet hoe u ouders motiveert om poetsgedrag te verbeteren.

Ervaringen van deelnemers
“Ik vind het erg belangrijk om als para-medicus goede en verantwoorde zorg te kunnen bieden. Ik merkte alleen dat als het om kindermishandeling en verwaarlozing ging, ik veelal uit intuïtie handelde. Ik wilde concrete handvatten om met meer zekerheid te kunnen reageren op zorgelijke situaties. Ik heb door de training meer zelfvertrouwen gekregen en weet veel beter wat ik in gesprekken kan doen om mijn zorgen bespreekbaar te maken. De sfeer was heel prettig en persoonlijk. Ik heb er echt veel aan gehad voor de praktijk.”
Nicolette de Boer – Mondhygiënist Universitair Medisch Centrum Utrecht.

“Ik vond de training zeer leerzaam en professioneel. Alles vond plaats in een heldere en veilige omgeving. Ik heb goede handvatten aangereikt gekregen om toe te passen in de praktijk. Mijn houding naar ouders toe is echt veranderd.”
Yvonne Davans, tandarts te Eindhoven.

Tijdstip
Donderdag 15 mei van 14.30 tot 21.30 in Deventer. Een maaltijd is inbegrepen.

Meer informatie of aanmelden

Lees meer over: Kennis, Scholing