Onderzoek: Mannen gaan later naar tandarts dan vrouwen

Onderzoek: Mannen gaan later naar tandarts dan vrouwen

Is de angst voor het boren of voor de verdoving? Duitse mannen zijn minder verstandig als vrouwen als het gaat om het bezoeken van de tandarts. Uit onderzoek van het Duitse ‘Apotheken Umschau’ blijkt dat 30,9% van de ondervraagde mannen de tandarts pas bezoekt als zij al pijn hebben tegenover 16,5 % van de vrouwen. Dit meldt ZWP-online.

Ook stellen veel mannen het tandartsbezoek uit als zij al kiespijn hebben: 33,5% van de Duitse mannen probeert dit eerst op te lossen met pijnstillers en gaat pas naar de tandarts als dit niet meer helpt. Van de vrouwen stelt 20,3% het bezoek uit.

Bron:
ZWP-online


Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Pijn | Angst, Thema A-Z

NVM-artikel Hart voor de mondgezondheid

‘Mondhygiënist hebben hart voor uw mondgezondheid en coachen u op weg naar een gezonde mond. Voor iedereen van 0 – 100!’, Dit is de boodschap van de NVM in een artikel in een speciale editie van de krant De Betere Wereld. Deze uitgave gaat mee in de goodiebag van de Nationale Gezondheidsbeurs.

Bekijk het artikel

Bron:
NVM


Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Promotie: Preventie en behandeling van cariës in Egypte

Vooral ten zuiden van Caïro (Egypte) komen veel regio’s voor waar de arme bevolking een slechte mondgezondheid heeft. Abeer Farag deed onderzoek naar preventie en behandeling van cariës  door tandartsen in hun privépraktijk en in regeringsklinieken.

Behandelingsgericht
Het blijkt dat tandartsen vooral een behandelingsgerichte aanpak hebben, en nauwelijks aandacht besteden een het voorkomen van ziekte. De meest uitgevoerde behandeling is het trekken van tanden en kiezen. Als een vulling wordt gemaakt, wordt deze meestal van het zilverkleurige amalgaam gemaakt.

ART-aanpak
Om meer tanden en kiezen te behouden, is de ART-aanpak (boren en vullen zonder boor) in dit gebied geïntroduceerd. Deelnemende tandartsen gingen deze ART-techniek wel in hun eigen praktijk toepassen, maar niet in de regeringskliniek. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat er in de regeringskliniek nauwelijks goed instrumentarium of vulmiddel aanwezig is.

Abeer Farag voltooide de bachelor Oral and Dental Medicine en de master Conservative Dentistry in Caïro, Egypte. Haar promotie is begeleid vanuit de afdeling Tandheelkunde van het UMC St Radboud. Farag is associate professor aan de Faculty of Dentistry, Minia University, Minia (Egypte). Daarnaast is ze tandarts in een privékliniek in Caïro.

Promotor: prof. dr. N.H.J. Creugers
Copromotor: dr. J.E.F.M. Frencken, dr. W.J.M. van der Sanden
Datum: woensdag 19 december 2012, 14. 30 uur
Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2, Nijmegen

Bron:
UMC St Radboud

Lees meer over: Cariës, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Landelijke Standaard Keten Antistolling ondertekend

Zorgpartijen in de eerste- en tweedelijnszorg, waaronder de NMT, ondertekenden op 13 december de Landelijke Standaard Keten Antistolling (LSKA). Alle schakels rondom antistolling komen in de standaard bijeen.

De LSKA is ontwikkeld in een projectgroep van zorgprofessionals en velddeskundigen afgevaardigd door de landelijke stuurgroep. In deze projectgroep waren vertegenwoordigd de FNT, NVK, NIV, NMT, NHG, NVN, NVA, KNMP, NVZA, NVvC, NVvH, Verenso en De Hart&Vaatgroep. Nadat de IGZ (Inspectie voor de Gezondheid) in 2010 in een rapport ernstige tekorten signaleerde in de trombosezorg is een Stuurgroep ingesteld die zich heeft gebogen over hoe deze knelpunten opgelost konden worden. De LSKA is het resultaat hiervan.

In de LSKA staat beschreven hoe het zorgproces wordt ingericht en wie welke taken en verantwoordelijkheden heeft. Ook staat hierin hoe de communicatie en afstemming tussen de partners in de keten en de patiënt plaatsvindt.

Bekijk de LSKA.

Bron:
NMT
Hart & Vaatgroep

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Landelijke Standaard Keten Antistolling

In de LSKA staat beschreven hoe het zorgproces wordt ingericht en wie welke taken en verantwoordelijkheden heeft. Ook staat hierin hoe de communicatie en afstemming tussen de partners in de keten en de patiënt plaatsvindt.

 Dec 2012


Download brochure landelijke-standaard-keten-antistolling.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Studies geneeskunde en tandheelkunde UMC St Radboud bovenaan ranglijst

De UMC st Radboud studies geneeskunde en tandheelkunde staan bovenaan de ranglijst in de Keuzegids Hoger Onderwijs van2013. De studie tandheelkunde kreeg ook nog het predicaat ‘topopleiding’. Dit meldt het UMC St Radboud. De ranglijst wordt samengesteld op basis van de jaarlijkse Nationale Studentenenquête.

Volgens het UMC St Radboud staat de studie tandheelkunde staat bekend om het hoge klinische vaardigheidsniveau van de afstuderende tandartsen en krijgt teamwork krijgt een steeds belangrijker plaats.

Bron:
UMC St Radboud

Lees meer over: Kennis

ONVZ lanceert digitaal declareren via ONVZ App

Zorgverzekeraar ONVZ introduceert een uitgbreiding op de ONVZ Zorgpas app waarmee verzekerden hun declaraties kunnen indienen. Via de app maakt de gebruiker een foto van de declaratie en kan deze via de app snel en eenvoudig indienen.

De app is gratis verkrijgbaar via de Appstore en Android Market.

Lees meer over: E-health, Kennis
hoofd en hals

Hoofd- en halszaken in de tandartspraktijk

Patiënten kunnen zich met een klacht in het hoofd-halsgebied zowel tot een huisarts als tot een tandarts wenden. De Vereniging Medische Tandheelkundige Interactie (VMTI) wijdde hun jaarlijkse congres aan hoofd- en halszaken.

Zwelling
Als eerste besprak Ludi Smeele zwellingen in de hals. Hij wees erop dat hiervoor geen recente richtlijn bestaat: de CBO richtlijn voor diagnostiek van verdachte halsklierzwellingen stamt uit 1984. Volgens Smeele moeten zorgverleners in de eerste lijn zich primair focussen op de vraag of een zwelling onschuldig is.

Antibiotica
Robert van Es behandelde in zijn voordracht allerlei bacteriële infecties in het hoofd-halsgebied, waaronder odontogene infecties, sinusitis, parotitis en cervicale infecties. Hij stelde dat antibiotica bij odontogene infecties alleen geïndiceerd zijn bij lokale
verslechtering en systemische verschijnselen.

Slijmvliesafwijkingen
Jan de Visscher toonde een groot aantal slijmvliesafwijkingen. Omdat deze geen klachten geeft, is een patiënt zich niet bewust van de aanwezigheid ervan. Gelukkig zijn de meeste slijmvliesafwijkingen onschuldig. Enkele, zoals leukoplakie, zijn echter wel potentieel premaligne. Helaas blijkt behandeling van leukoplakie nauwelijks effect op de transformatie tot carcinoom te hebben.

Oorzaken pijn hoofd- en halsgebied
Mogelijke oorzaken van pijn in het hoofd- en halsgebied werden besproken door Boudewijn Stegenga. Omdat de locatie waar de pijn zijn oorsprong heeft niet gelijk hoeft te zijn aan de plaats waar deze wordt waargenomen, bestaat de kans dat patiënten bij de ‘verkeerde’ zorgverlener terechtkomen. Stegenga ging daarom uitvoerig in op allerlei oorzaken voor misdiagnostiek.

Psychopathologie
Tot slot toonde Eelco Hakman aan de hand van videofragmenten dat sommige orofaciale klachten ook het gevolg kunnen zijn van onderliggende psychopathologie. Volgens hem is het niet moeilijk om de betreffende psychische problemen te identificeren. Als je goed luistert naar de patiënt dan vertelt deze het vaak zelf. Het maken van een tijdslijn van levensgebeurtenissen kan hierbij een nuttig hulpmiddel zijn.

Volgende VMTI-congres: 3 oktober 2013
Op 3 oktober 2013 vindt het VMTI-congres ‘Tussen de oren’ plaats.

Bron:
Verslag van het VMTI-congres ‘Hoofd en halszaken in de huisarts- en tandartspraktijk”, 11 oktober 2012 door NTvT, H.S.
Brand.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Schisisspleet repareren met kunstbot

In zijn promotieonderzoek testte orthodontist Ad de Ruiter van het UMC Utrecht met succes een nieuwe manier om de kaakspleet te dichten bij kinderen met schisis. Door het aanbrengen van ‘kunstbot’ groeit de spleet dicht. Bij zes kinderen is dat al gelukt. De Ruiter promoveerde op 27 november.

Kunstbot
Centraal in het onderzoek staan korrels keramisch materiaal, een soort kunstbot. In het onderzoek van De Ruiter zijn deze korrels in de kaakspleet geïmplanteerd. De korrels bestaan uit een speciale vorm van calciumfosfaat, een kalkachtige stof waar bot mede uit opgebouwd is. De korrels trekken botvormende stamcellen aan. Die hechten zich aan de korrels en de spleet groeit grotendeels dicht. Dit werkt zo goed dat tanden doorbreken in het nieuw gevormde bot. Zo ontstaat een volwaardige kaak met tanden.

Behandeld
De eerste zes kinderen zijn met het materiaal behandeld, na een jarenlange voorbereiding in het laboratorium en in proefdieren. Samen met Noorse onderzoekers gaat De Ruiters opvolger, kaakchirurg in opleiding Nard Janssen, de behandeling bij twintig kinderen van ongeveer tien jaar uitvoeren.

De Ruiter hoopt dat het kunstbot de huidige behandeling kan vervangen. Daarbij wordt een stukje bot uit het bekken of uit de kin gehaald en in de kaak gezet. Dat kan bijwerkingen geven in de vorm van beschadiging of zenuwpijn.

Schisis
Schisis betekent een spleet in de lip, kaak of gehemelte (vroeger ook wel aangeduid met de term hazenlip). Schisis kan ontstaan door een combinatie van aanleg en storende invloeden van buitenaf in de periode tussen de zes en twaalf weken na de bevruchting. Een lip-schisis of een lip-kaak-gehemelteschisis komt voor bij 1 op de 800 pasgeborenen. Een schisis van het gehemelte komt voor bij 1 op de 2000 pasgeborenen.

Onderzoeker
Ad de Ruiter combineert zijn werk op de afdeling Kaakchirurgie van het UMC Utrecht met een eigen orthodontiepraktijk in Harlingen. Het onderzoek past binnen het UMC Utrecht-speerpunt Regenerative Medicine waarin onderzoekers weefsel herstellen via stamcellen.

Bron:
UMC Utrecht


Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Onderzoek, Thema A-Z

Aantal mensen met diabetes bijna twee keer zo veel als in 2001

In 2011 had 4,7 % van de bevolking diabetes. Dit is bijna twee keer zo veel als in 2001 toen het aandeel nog 2,8% was. In de leeftijdscategorie 65-75 jarigen had zelfs 15,5 % diabetes in 2011, tegen 10,6% in 2001. Dit blijkt uit cijfers van het CBS-rapport Samelijk weten: trends in voeding en gezondheid.

Door de welvaartsstijging is overvoeding een steeds groter probleem aan het worden. In 2011 hadden ongeveer 6 miljoen Nederlanders matig tot ernstig overgewicht. Van de volwassen mannen is 54% te zwaar, bij de vrouwen is dit 43%. Dat is aanzienlijk meer dan twintig jaar geleden toen deze aandelen nog 39 respectievelijk31 procent bedroegen. Overgewicht speelt een belangrijke rol bij diabetes.

Bron:
CBS

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Help uw patiënt van zijn tandartsangst af

Ingrid Stoop bedacht de Matrixmethode waarmee ze mensen van hun tandartsangst af helpt. Je moet het zelf ervaren om te weten hoe het precies werkt. Een verslag van haar training.

Doe precies wat ik zeg, instrueerde Ingrid Stoop meteen aan het begin van de training. Anders werkt het niet. Stoop bedacht zelf de MatriXmethode en heeft al 10.000 vlieguren achter de rug, zoals ze dat zelf noemt. Het luistert nogal nauw en daarom wordt onze volle aandacht gevraagd tijdens de training. Stoop heeft een video online staan over tandartsangst maar toch komen mensen bij haar voor een consult. Je zal het zelf moeten ervaren om te weten hoe het precies werkt , zegt Stoop.

Zien, horen, voelen en denken
De methode gaat er vanuit dat ervaringen uit het verleden  zowel leuke als minder leuke – een beleving geven in het nu. Voor de toekomst kan iemand zo een verwachtingspatroon creëren. En deze beleving, of het nu klopt of niet, kan dan angst veroorzaken. Zelfs als iemand nog helemaal niets zelf heeft ervaren maar teert op andermans ervaringen. Een beleving bestaat uit zien, horen, voelen en/of denken”, ratelde Stoop op. Deze vier passeerden nog regelmatig de training en werden er behoorlijk in gestampt.

Hulpvraag
De coaching spitst zich op het nu. De negatieve beleving moet helemaal uit het systeem zijn. Niet een beetje, niet bijna helemaal, maar het moet echt nul worden. De MatriXmethode gaat net als Motivational Interviewing  uit van de eigen ideeën van de patiënt. Dat wat iemand zelf bedenkt, is hij geneigd echt te geloven. Het is dus niet de bedoeling om de patiënt omhoog te praten door bijvoorbeeld te zeggen dat het allemaal wel meevalt en dat het vast wel goed zal gaan. Want dat gelooft die patiënt echt niet. Nee, het is beter om de negatieve beleving van de patiënt te ontkrachten en daarna de positieve beleving te bekrachtigen. Belangrijk hierbij is dat er wel sprake is van een hulpvraag. Geen hulpvraag? Dan is coaching niet zinvol.

Een doe-ding
Wat die beleving van de patiënt is, hoeven wij als tandheelkundig zorgverlener niet eens precies te weten. Dat gaat je niks aan, je hebt er dan zelf last van en bovendien kost je dat te veel energie, prentte Stoop in. Patiënten willen helemaal niet vertellen wat er allemaal in hun hoofd omgaat. Dat kunnen ze bij deze methode prima voor zichzelf houden. Nadat er een van de cursisten ter plekke een live coaching kreeg, mochten we zelf aan de slag.

Een van de struikelpunten is dat de zorgverlener teveel vraagt. Als u gebruik gaat maken van de MatriXmethode, moeten er korte duidelijke opdrachten worden gegeven. Dit is wel heel verschillend ten opzichte van de techniek Motivational Interviewing. Het is dus niet echt een gesprek maar meer een doe-ding. En dat terwijl de patiënt veelal met gesloten ogen zit om zich te kunnen focussen op de eigen beleving van het eigen probleem

Hoe dan wel?
Begin altijd eerst te vragen wat de hulpvraag precies is. Een van de cursisten zei tandartsangst te hebben, dus daar kon ik mooi mee oefenen. Echter tijdens het oefenen bleek dat het niet echt de tandartsangst was waarmee ze zat. Het was meer dat ze bang was om de controle te verliezen. Stoop raadde me aan om hierop te gaan focussen.

  • Herhaal altijd hetgeen wat de patiënt aandraagt. Met die exacte bewoording, ga niet parafraseren. Hiermee geef je de patiënt het idee dat het okay is om te zien, horen, voelen en denken wat er in hem omgaat.
  • Vraag wat de angst met hem doet: Is het een zien, horen voelen of denken?” Antwoord de patiënt zien, vraag dan of het een plaatje of een filmpje is. Vraag daarna in welk detail het ‘m precies zit. Soms duurt het even tot je echt tot de essentie komt.
  • Geef de patiënt opdracht om dit negatieve detail uit het filmpje of plaatje weg te halen. Hoe gaat hij dat doen? Laat de patiënt het zelf verzinnen hoe. Dat kan zijn met een schaar, met een gum enzovoorts. Het detail zal daarna onverbiddelijk moeten verdwijnen. Hoe? Ook dat mag de patiënt verzinnen. Bijvoorbeeld door het te verbranden.
  • Daarna zal de patiënt iets in het gat van het filmpje of het plaatje moeten zetten. Dat iets zal een hele positieve lading moeten hebben: iets moois, iets grappigs dus. Wederom moet de patiënt zelf verzinnen wat dat precies is. Ook dat hoeft hij je niet te vertellen. Hij kan even ja zeggen als het voor de bakker is.

Hiermee is het zien behandeld en kan op ongeveer dezelfde wijze te werk worden gegaan met het horen, voelen en denken.
Pas als de patiënt aangeeft dat zijn negatieve beleving helemaal nul is, dan kan er door worden gegaan met de positieve bekrachtiging. Hierbij imagineert de patiënt een de meest fantastische ik-persoon met prachtige beelden, geluiden, gevoelens en gedachtes. Het is heel leuk om te zien hoe rustig en tevreden de patiënt hierbij wordt. Ik vond het verbazing wekkend en als een klein wondertje. Zo snel van een angst af!

Aanrader
Hoe het verder in zijn werk gaat is eigenlijk niet met een pen te beschrijven. Zoals Stoop al in het begin van de cursus zei: Je zult het echt zelf moeten ervaren en zelf moeten oefenen. Je patiënten zullen je dankbaar zijn.

De methode is uitgetest door een mondhygiënist die er een scriptie over schreef. Zij deed de opleiding Psychosociaal werker, counselor en coach bij Academie Gradatim en volgde de vijfdaagse training tot MatriXcoach bij Ingrid Stoop. Haar conclusie: De MatriXmethode is goed toepasbaar voor angstcoaching in de tandheelkundige behandeling. De snelle resultaten en de kortdurende coaching samen met de eendaagse training angst oplossenof de kortdurende opleiding tot gecertificeerd MatriXcoach (5 dagen) maken de MatriXmethode geschikt voor toepassing in de algemene tandheelkundige praktijk.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist.
Verslag door dental INFO van de eendaagse training angst oplossen MatriXmethode door Ingrid Stoop.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z

Ondanks koudeprikkel pijnloos en smakelijk congres Gevoelige tandhalzen

Zaterdag 17 november stond het jaarlijkse wetenschappelijke congres van het Ivoren Kruis in het teken van gevoelige tandhalzen. Het congres met de aansprekende titel Gevoelige tandhalzen Het laat je niet koud! werd goed bezocht door tandartsen, mondhygiënisten, (preventie)assistenten, docenten en studenten. Alle stoelen in de prachtige collegezaal in het moderne ACTA-gebouw waren gevuld.

Het Ivoren Kruis verraste de congresbezoekers met een smakelijk en pijnloos programma. Gelukkig hadden de congresgasten zelf niet zo veel last van gevoelige tandhalzen. De raketjes die tussen de voordrachten werden uitgereikt, werden met smaak verorberd. De relatie tussen koudeprikkel en tandhalsgevoeligheid werd op deze manier op een humoristische manier onder de aandacht gebracht.

Gevoelige tandhalzen vooral probleem einddertigers
Dr. Schelte Fokkema MSc was dagvoorzitter en tevens spreker op het congres. De tandarts-parodontoloog – tot voor kort hoofddocent bij de opleiding Mondzorgkunde Utrecht – gaf een uitvoerige uiteenzetting over gevoelige tandhalzen. Het fenomeen gevoelige tandhalzen wordt gekarakteriseerd door een korte scherpe pijn vanuit blootliggend dentine als reactie op een prikkel
(temperatuur, verdamping, aanraking, osmotisch en chemisch) die niet kan worden toegeschreven aan een andere pathologie. Het komt met name voor bij de premolaren en de cuspidaten (vestibulair en cervicaal) bij 8 tot 75 van de volwassenen, voornamelijk bij einddertigers. Glazuurverlies en gingivarecessie veroorzaken tandhalsgevoeligheid. Vooral een dunne gingiva kan makkelijk tot recessie leiden. In zijn voordracht lichtte Schelte toe dat tandhalsgevoeligheid niet kan optreden zonder recessie.

Tandpasta en tandhalsgevoeligheid
Prof. dr. Cor van Loveren, voorzitter van het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten en bijzonder hoogleraar preventieve tandheelkunde bij ACTA, ging in op tandpasta’s, de samenstelling en de werking ervan bij gevoelige tandhalzen. Erosie is een dominante factor in lokalisatie en initiatie van tandhalsgevoeligheid. Tandenpoetsen met tandpasta bevordert dit proces. Abrasieve werking kan zowel positief als negatief werken: het kan een smeerlaag op de open tubuli aanbrengen, maar bij langer poetsen de smeerlaag ook weer verwijderen. Tandpasta aanbrengen daar waar nodig is belangrijk en naspoelen met tandpastaslurry kan ook positief effect geven. In zijn voordracht kwamen duidelijk groepen ingrediënten (K-nitraat, K-citraat, Sr-acetaat en -chloride, Novamin, Proarginine, Sn-zouten) naar voren die een positief effect op gevoelige tandhalzen kunnen hebben. Het is uiteindelijk de patiënt die aangeeft of een tandpasta effect heeft of niet. Van Loveren benadrukte dat het de moeite kan zijn tandpasta’s uit verschillende ingrediëntcategorieën te proberen, als er bij een variant uit een bepaalde categorie geen resultaat wordt gemerkt.

Beslisboom gevoelige tandhalzen in de mondzorgpraktijk
Na de lunch informeerde prof. dr. Luc Martens van de universiteit Gent het publiek over het protocol (beslisboom) bij gevoelige tandhalzen in de mondzorgpraktijk. Wat zijn de stappen die je in de praktijk met de patiënt moet doorlopen? Een patiënt met blootliggend dentine hoeft geen pijn te ervaren. Verdere screening is wel van belang. Waarom ligt de wortel bloot? Wat kunnen ideeën zijn het proces verder te stoppen? Preventietherapieën gericht op voeding, poetsen, gebruik tandpasta kunnen soelaas bieden. Patiënten die wel pijn ervaren, kunnen de vraag gesteld worden of de pijn hun kwaliteit van leven beïnvloedt. Is dat niet het geval dan is instructie aan de patiënt over te gebruiken middelen en het voorkómen van bevorderende factoren en stimuli vaak voldoende. Zodra de kwaliteit van leven negatief wordt beïnvloed, komt ‘management’ van de gevoelige tandhalzen aan de orde. Een uitgebreid onderzoek is nodig waarin de practicus de diagnose moet bevestigen door uitsluiting van alle andere mogelijke oorzaken. Soms is instructie (voeding, tandenpoetsen, tandpasta, spoelmiddel) van patiënten voldoende. Ook kan een niet-invasieve behandeling (fluoride, glutaraldehyde, dentinebonding of lasertherapie) of een invasieve behandeling (mucogingivale chirurgie of pulpectomie) nodig zijn.

Bron:
Ivoren Kruis

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z

Hoe vaak komen peri-implantaire ziekten voor?

De ontstekingsreacties rond de weefsels van tandwortelimplantaten worden peri-implantaire ziekten genoemd. Er zijn twee vormen te onderscheiden: peri-implantaire mucositis en peri-implantitis. Hoe vaak komen deze voor?

Zitzmann en Berglundh onderzochten deze vraag. Dit onderzoek is gepubliceerd in het Journal of Clinical Periodontology, 2008;35 (suppl. 8): 286-291. Hieronder treft u een samenvatting aan. Prevalentie is het totaal aantal ziektegevallen in een bevolkingsgroep op een bepaald tijdstip en in het artikel wordt gekeken naar de prevalentie van twee vormen van peri-implantaire ziekten:

  • Peri-implantaire mucositis is een reversibele ontstekingsreactie van de zachte weefsels rondom een functionerend tandwortelimplantaat.
  • Peri-implantitis is een ontstekingsreactie geassocieerd met het verlies van bot rond een implantaat in functie.

Diagnose
Voor het maken van een peri-implantaire diagnose zijn de volgende punten van belang:

  • Sonderen met een lichte kracht (0.25 N) rond een tandwortelimplantaat met een pocketsonde is essentieel.
  • Bloeding na sonderen indiceert de aanwezigheid van een ontsteking in de peri-implantaire mucosa.
  • Bloeding na sonderen kan gebruikt worden als een voorspeller van verlies van steunweefsel.
  • De pocketdiepte en aanwezigheid van bloeden na sonderen en/of suppuratie dienen regelmatig (tenminste 1 keer per jaar) vastgelegd te worden.
  • Een toename in pocketdiepte vergeleken met de vorige meting is geassocieerd met verlies van aanhechting en eventueel botverlies.
  • Röntgenfoto’s zijn nodig om het botniveau te evalueren rond tandwortelimplantaten. Vergelijk de nieuwe röntgenfoto met de röntgenfoto van het implantaat dat één jaar in functie was.

Publicaties
Na het formuleren van de zoekstrategie in MEDLINE (PubMed) werden tot december 2007 683 titels gevonden. Na een screening van samenvattingen en analyses van de volledige teksten bleven 99 potentieel relevante artikelen over. Artikelen werden uitgesloten wanneer de onderzochte implantaten minder dan 5 jaar in functie waren, de grootte van de onderzoeksgroep minder dan 50 betrof en wanneer de data met betrekking tot bloeding na sonderen niet werd beschreven. Uiteindelijk bleven er 9 publicaties over die in totaal 6 grote patiëntengroepen hadden onderzocht.

Prevalentie peri-implantaire mucositis
Roos Jansåker e.a. (2006) rapporteerde dat peri-implantaire mucositis (bloeding na sonderen en geen botverlies) ongeveer 79% voorkomt bij patiënten en bij 50% van de implantaten. In een studie van Fransson e.a. (2008), was bloeden na sonderen gevonden bij meer dan 90% van de implantaten zonder botverlies.

Prevalentie peri-implantitis
Roos-Jansåker e.a. (2006) definiëren peri-implantitis als bloeding en/of suppuratie na sonderen inclusief botverlies (≥3 windingen botverlies in vergelijking met de röntgenfoto van het implantaat 1 jaar in functie) en kwam uit op een prevalentie van 16% op patiëntniveau. De prevalentie op implantaatniveau is 6,6%. Bij een minder strenge definitie (vanaf 1 winding botverlies in vergelijking met de röntgenfoto van het implantaat 1 jaar in functie) is de prevalentie 55,6 – 77,4% op patiëntniveau en 34% op implantaatniveau.

Fransson e.a. (2005, 2008) beschrijft peri-implantitis als bloeding en/of suppuratie na sonderen inclusief botverlies met een drempelwaarde vanaf ongeveer 3 mm apicaal richting de abutment-implantaatverbinding (vergeleken met de röntgenfoto van het implantaat dat 1 jaar in functie was). Op patiëntniveau rapporteerde Fransson e.a. (2005, 2008) een prevalentie van 28%. De prevalentie op implantaatniveau is 12,4%.

Karoussis e.a. (2004) definiëren peri-implantitis als een tandwortelimplantaat met pockets van 5 mm of dieper met bloeding na sonderen en röntgenologisch botverlies. De prevalentie van peri-implantitis was 15,4% op implantaatniveau in deze studie.
In tabel 1 worden de data van de publicaties weergegeven.

Conclusies
Peri-implantaire mucositis kwam voor in 79,2% – 90% van de patiënten en in 50,6% van de implantaten. De variatie in het voorkomen van peri-implantaire mucositis kan te maken hebben met de sondeerkracht. U kunt hier zelf voor waken door rond implantaten met minder kracht (0.25 N) te sonderen dan rond natuurlijke elementen (0.5 N).

Peri-implantitis was gevonden in 16% – 77,4% van de patiënten en in 6,6% – 43% van de implantaten. De variatie in prevalentie heeft te maken met de ernst van de peri-implantitis. Implantaten worden steeds vaker geplaatst. Dit betekent dat peri-implantaire ziekten vaker gaan voorkomen. Peri-implantaire mucositis kan ontaarden in peri-implantitis. Goede levenslange nazorg is daarom onmisbaar.

Bekijk de data van de publicaties geïncludeerd in de review van Zitzman en Berglundh

Recent onderzoek
Recentelijk is door Mir-Mari e.a. (2012) onderzocht dat peri-implantaire mucositis 39% op voorkomt patiëntniveau in de algemene tandheelkunde praktijk.
Zij beschreven peri-implantaire mucositis als bloeden na sonderen, zonder botverlies. Peri-implantitis werd beschreven als bloeden of suppuratie na sonderen inclusief minstens 2 windingen botverlies. De prevalentie van peri-implantitis in de algemene tandheelkunde praktijk is volgens het onderzoek van Mir-Mari e.a. (2012) van 12-22%. De studie was uitgevoerd bij 245 patiënten met in totaal 964 tandwortelimplantaten die 1 – 18 jaar in functie waren. De prevalentie van peri-implantitis in de algemene praktijk is vergelijkbaar met de prevalentie in academische tandheelkundige centra.

Door:
Joyce van der Horst, mondhygiënist

Bronnen:
1. Betekenis van ‘prevalentie’ op www.woorden-boek.nl
2. Zitzmann NU, Berglundh T. Definition and prevalence of peri-implant diseases. J Clin Periodontol 2008; 35 (Suppl. 8): 286–291.
3. Heitz-Mayfield, LJA. Peri-implant diseases, diagnosis and risk indicators. J Clin Periodontol 2008; 35(Suppl. 8): 292–304.
4. Mir-Mari J, Mir-Orfila P, Figueiredo R, Valmaseda-Castello ́n E, Gay-Escoda C. Prevalence of peri-implant diseases. A cross-sectional study based on a private practice environment. J Clin Periodontol 2012; 39: 490–494. 



Download brochure tabel-1-data-van-de-publicaties-geincludeerd-in-de-review-van-zitzman-en-berglundh-2008.pdf
Lees meer over: Implantologie, Kennis, Onderzoek, Parodontologie, Thema A-Z
Welke voordelen biedt een HKZ- en ISO kwaliteitsysteem?

Welke voordelen biedt een HKZ- en ISO kwaliteitsysteem?

Veel praktijken starten een HKZ en ISO certificering vanuit de gedachte dat dit een goede uitstraling naar buiten geeft. De meeste voordelen van certificering liggen echter op intern gebied. Welke? Lees meer

Steeds meer praktijken zijn de laatste tijd bezig zich te certificeren. Veelal blijkt de primaire reden hiervoor te liggen in het verbeteren van de uitstraling van de praktijk naar patiënten. In werkelijkheid blijken patiënten echter maar zelden te vragen of tandartspraktijken al dan niet gecertificeerd zijn en zijn patiënten vaak niet eens op de hoogte van deze mogelijkheid. Ondanks dat praktijken een certificering vaak primair insteken vanuit de patiëntgedachte en de externe uitstraling van de praktijk, ligt de toegevoegde waarde van een certificering toch vooral intern. Het opzetten en bezitten van een kwaliteitsysteem biedt de praktijkorganisatie namelijk vele voordelen.

HKZ en ISO
Binnen de tandartspraktijken wordt gewerkt met HKZ en ISO certificeringen. HKZ is een norm voor de certificering van kwaliteitsystemen binnen de zorg. Er zijn normvarianten voor diverse sectoren, zoals een specifieke normvariant voor tandartspraktijken. De HKZ normen zijn gebaseerd op ISO 9001, maar bevatten ook de (belangrijkste) wettelijke eisen die op tandartspraktijken van toepassing zijn. Een praktijk kan HKZ gecertificeerd worden als het over een werkend HKZ-kwaliteitsysteem beschikt en hier tenminste drie maanden mee werkt.

Voordelen
De voordelen van een werkend kwaliteitsysteem liggen vooral op het vlak van interne praktijkorganisatie. De voordelen van een kwaliteitsysteem zijn onder andere:

  • Het systeem richt zich op continu verbetering en ontwikkeling
  • Het nodigt uit om periodiek stil te staan bij het huidige kwaliteitsniveau en de toekomstplannen van de praktijk en dit te vertalen naar doelstellingen
  • Het kwaliteitshandboek creëert een gestructureerde praktijkorganisatie wat ook duidelijkheid creëert voor medewerkers

De praktijk is ‘op orde’, doordat het HKZ normenkader een volledige lijst geeft van richtlijnen en wet- en regelgeving voor tandartspraktijken . Dit geldt in mindere mate voor ISO certificeringen.

Voorwaarden succesvolle implementatie
Om te beschikken over een goed werkend kwaliteitsysteem, dient een praktijk wel te voldoen aan diverse voorwaarden. Voorwaarden voor een succesvolle implementatie van een kwaliteitsysteem zijn onder andere:

  •  Praktijkhouder is overtuigd van de toegevoegde waarde van het systeem
  • Medewerker is voor bepaald aantal uren per week beschikbaar voor het vervullen van de rol van kwaliteitsfunctionaris
  • Draagvlak en commitment van het personeel
  • Discipline onder praktijkhouder en medewerkers in het beheren en naleven van de afspraken binnen het kwaliteitshandboek

Als een praktijk aan bovenstaande voorwaarden voldoet, dan zal de implementatie van een kwaliteitsysteem een grote toegevoegde waarde opleveren voor de interne organisatie. En zo ben je als praktijk al voorbereid op het moment dat patiënten en verzekeraars wel actief gaan vragen naar een certificering.

Door: Sjoerd Kuiken – Kuiken Praktijkmanagement.

Kuiken Praktijkmanagement toetst, adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van kwaliteitsystemen, wet- en regelgeving, organisatie en klantgerichte zorg.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Advies Preventie fissuurcariës, 2012

Dit advies Preventie fissuurcariës beoogt leden van het tandheelkundig team te ondersteunen bij zijn beslissing fissuurlak aan te brengen. Het advies is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis.


Download brochure advies-preventie-fissuurcaries.pdf
Lees meer over: Adviezen, Cariës, Kennis, Thema A-Z

Advies Preventie fissuurcariës

Dit advies Preventie fissuurcariës beoogt leden van het tandheelkundig team te ondersteunen bij zijn beslissing fissuurlak aan te brengen. Het advies is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis. Het Ivoren Kruis is behoudend in zijn advisering fissuurlakken toe te passen. Het advies is: sealen op indicatie. Het advies is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis.

Urgentie en alternatieve behandelmogelijkheden
Soms is het geïndiceerd fissuurlakken aan te brengen in het stadium dat witte opaciteiten zichtbaar zijn. Soms zullen fissuurlakken ‘pas’ worden aangebracht in geval van betrokkenheid van het dentine. Er zijn voor de beslissing wel of geen fissuurlak aan te brengen twee belangrijke factoren: de urgentie waarmee een behandeling nodig is en de alternatieve behandelmogelijkheden. Het advies Preventie fissuurcariës is gebaseerd op een kritische evaluatie van beschikbare wetenschappelijke literatuur. Hierbij is een kwaliteitsclassificering van onderzoek gevolgd.

Reinigen doorbrekende elementen vraagt speciale aandacht
De kwetsbaarheid van de fissuren van doorbrekende elementen vraagt om specifieke preventieve aandacht. Ouders en kinderen dienen erop te worden gewezen hoe in die periode de occlusale vlakken moeten worden gereinigd. De werking van fissuurlakken is gebaseerd op het aanbrengen van een fysieke barrière die voorkomt dat bacteriën de fissuur koloniseren en voorkomt dat voedingsbestanddelen ingesloten bacteriën bereiken.

Effectiviteit hangt samen met retentie
De effectiviteit van fissuurlakken hangt nauw samen met de retentie. Het aanbrengen van fissuurlakken wordt in het algemeen gezien als een effectieve preventieve maatregel ter voorkoming van pit- en fissuurcariës bij een juiste techniek van aanbrengen, zorgvuldige controle en reparatie. Zorgvuldige reparatie houdt in dat de indicatie opnieuw wordt gesteld.

Bekijk het advies

Bekijk de samenvatting

 


Download brochure advies-preventie-fissuurcaries-kaart.pdf
Lees meer over: Cariës, Kennis, Kwaliteit, Thema A-Z

5 Redenen waarom mondzorgprofessionals kindermishandeling kunnen signaleren

Tandheelkundig zorgverleners hebben unieke mogelijkheden om kindermishandeling te signaleren. Dat schrijft Bureau Bespreekbaar. Het bureau noemt 5 redenen waarom juist deze professionals kindermishandeling in hun werk kunnen signaleren.

1. Kennis van gebit en mondhygiëne
Mondzorgprofessionals kunnen zorgelijke afwijkingen in en rond de mond van een kind goed beoordelen. Zij kunnen bijvoorbeeld signaleren dat het gebit van een kind structureel niet wordt verzorgd. Maar ook letsel in en rond de mond door fysiek geweld kan door mondzorgprofessionals worden gesignaleerd.

2. Herkennen letsel in hoofd-halsgebied
Bureau Bespreekbaar schrijft dat bijna 75% van het letsel als gevolg van lichamelijke kindermishandeling zichtbaar is in het hoofd-halsgebied. Verdacht letsel in dit gebied kan goed door een mondzorgprofessional worden herkend.

3. Herkennen spanning in fysiek contact
Slachtoffers van geweld reageren vaak gespannen op fysiek contact. Mondzorgprofessionals hebben lichamelijk contact met hun patiënten waardoor zij extreme angst of gespannenheid kunnen herkennen.

4. Getuige van interactie ouder-kind
Mondzorgprofessionals zijn tijdens hun werk getuigen van het contact tussen ouder en kind. Behandelaars hebben vaak goed door wanneer een ouder zijn kind niet steunt. Bijvoorbeeld als zij schreeuwen of het kind negeren in plaats van liefdevol en betrokken te zijn.

5. Patiënten wisselen niet snel van tandarts
Amerikaans onderzoek laat zien dat mishandelende ouders wel vaak van huisarts wisselen maar niet van tandarts. Zo kunnen mondzorgprofessionals gezinnen een lange tijd volgen en veranderingen opmerken.

Beroepskrachten in de mondzorg verkeren dus in een specifieke beroepssituatie die unieke mogelijkheden biedt om signalen van kindermishandeling te herkennen. Het signaleren van zorgelijke situaties is een belangrijke eerste stap. Maar met signaleren alleen bent u er nog niet: heeft u een vermoeden van kindermishandeling, volg dan de stappen uit de Meldcode.

Bron:
Bureau Bespreekbaar

Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Minister Schippers op bezoek bij poetsles basisschool Baarn

De kinderen van groep 1,2 en 3 van de Nieuwe Baarnse School in Baarn hadden wel heel bijzonder bezoek tijdens de toch al bijzondere Hou je mond gezond! les. Minister Schippers kwam namelijk zelf kijken hoe Renate Kroon en Astrid Degenhart van tandartspraktijk ‘t Venster in Baarn de kinderen poetsles gaven.

De minister is erg enthousiast over het onderwijsproject Hou je mond gezond! Bij de presentatie van ‘Hou je mond gezond’ voor de Gezonde School vertelde minister Schippers de organisatoren dat ze had gehoord hoe ze haar eigen dochter kan uitleggen waarom je je tanden goed moet poetsen. De kans dat haar dochter ook daadwerkelijk een poetsles op school krijgt, is uitzonderlijk groot. De dochter van de minister zit namelijk op deze Baarnse school en de preventieassistenten Renate en Astrid zijn nog lang niet klaar met het geven van poetslessen: “De kinderen vonden het, eigenlijk zonder uitzondering, enorm leuk om poetsles te krijgen. Wij gaan er dus zeker mee door.”


Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Groene groenten verminderen kans op orale kanker

Uit een reviewstudie in Annals of Oncology komt naar voren dat het minimaal één keer per week consumeren van kruisbloemige groenten het risico op ontwikkeling van orale kanker kan verminderen. Tot de kruisbloemige groenten behoren broccoli, bloemkool, kool, spruiten, waterkers en radijs.

17% minder kans
Volgens de British Dental Health Foundation versterkt deze studie de associatie tussen een slecht dieet en de ontwikkeling van orale kanker. In deze studie werd onthuld dat mannen en vrouwen die ten minste één keer per week kruisbloemige groenten consumeerden 17% minder kans hadden op de ontwikkeling van orale kanker dan zij die geen kruisbloemige groenten nuttigden. Maar dat is niet het enige positieve effect van kruisbloemige groenten. De resultaten laten daarnaast zien dat deze groenten de risico’s verminderen op slokdarm kanker (28%), dikkedarmkanker (17%), borstkanker (17%) en nierkanker (32%).

Gebalanceerd
Dr. Nigel Carter, chief executive van de Foundation, geeft aan dat één derde van alle gevallen van orale kanker geassocieerd lijken te zijn met een ongezond dieet. De Foundation beveelt daarom een gezond en gebalanceerd dieet aan met veel groente en fruit. Verder komt er steeds meer bewijs dat Omega 3 (in vis en eieren) en vezels (in zilvervliesrijst, volkoren pasta, noten en zaden) het risico op orale kanker kunnen verlagen.

Oorzaken
Het aantal mensen die worden gediagnosticeerd met mond, keel en slokdarm kanker stijgt continu. Onderzoekers denken dat dit te wijten is aan overmatig roken, drinken en een ongezond dieet bij jongeren. Daarnaast laat nieuw onderzoek een dramatische stijging van orale kanker zien door het humaan papillomavirus en orale seks. Tabak blijft echter de grootste etiologische factor bij orale kanker. Door mensen te stimuleren te stoppen met roken en een gezonde levensstijl na te streven, kan het risico op het ontwikkelen van orale kanker worden verminderd.

Bron:
Dentalrepublic.co.uk

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Thema A-Z

Tandvleesaandoeningen gelinkt aan psoriasis

Een nieuwe studie laat de link zien tussen ernstige tandvleesaandoeningen en de huidaandoening psoriasis. De studie onderstreept het belang van een goede mondgezondheid.

Onderzoekers in Taiwan toonden van een groep van 230.000 mensen aan dat de groep met ernstige tandvleesaandoeningen 54% meer kans had op het ontwikkelen van psoriasis in vijf jaar. Psoriasis is een aandoening die een rode, jeukende en schilferachtige huid kan veroorzaken.

Meer associaties
Dr. Nigel Carter, chief executive van de British Dental Health Foundation, geeft aan dat er meer onderzoek nodig is om de relatie tussen tandvleesaandoeningen en psoriasis te bevestigen, maar dat de onderzoeksbevindingen nieuw zijn in het steeds toenemende aantal gezondheidsproblemen die geassocieerd zijn met parodontale aandoeningen. De studie benadrukt dus nogmaals het belang van mondhygiëne en van preventie op het gebied van mondgezondheid.

Voorkomen
Hoewel tandvleesaandoeningen veel voorkomen, kan dit vrij makkelijk worden voorkomen of behandeld. Tweemaal daags twee minuten poetsen met een fluoridetandpasta en dagelijks interdentaal reinigen, helpt bij het verwijderen van plaque; dé hoofdoorzaak van tandvleesaandoeningen. Daarnaast wordt aanbevolen de tandarts en/of mondhygiënist regelmatig te bezoeken, omdat zij vroege symptomen van tandvleesaandoeningen kunnen herkennen. De boodschap is duidelijk: ‘Wanneer je je niet bekommert om je mondgezondheid, heb je een grote kans op het ontwikkelen van gezondheidsproblemen en die kunnen levensbedreigend zijn’, zegt Dr. Nigel Carter.

Bron:
Dentalrepublic.co.uk.
Originele artikel: Gepubliceerd in British Journal of Dermatology, Dr Joseph J Keller, Dr H.-C Lin.



Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Thema A-Z