Een tandarts moet de regie behouden over de kwaliteit van het tandvlees, ook als de patiënt naar de mondhygiënist is doorverwezen. Dit blijkt uit de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. De tandarts kreeg een voorwaardelijke schorsing van 3 maanden.
Klacht De tandarts zou de patiënt niet goed hebben behandeld door de staat van haar gebit niet goed in de gaten te hebben gehouden. De vereiste zorg zou niet zijn verleend waardoor het gebit van de patiënt beschadigd is geraakt. De verzekeraar van de verweerder beweert dat er inderdaad sprake is van nalatig gedrag door de tandarts. De patiënt wilt met haar klacht voornamelijk anderen waarschuwen voor het gedrag van de tandarts in kwestie.
Beoordeling: tandarts moet regie voeren Bij de beoordeling werd meegenomen dat het altijd de rol van de tandarts is om de regie te voeren over de kwaliteit van het tandvlees van zijn of haar patiënt, ook als de patiënt naar de mondhygiënist is doorverwezen. De tandarts dienst regelmatig het parodontium te controleren en de DPSI-score in het patiëntendossier te noteren. Ook moet hij de status van het parodontium met de patiënt bespreken en instructie te geven indien nodig. Verder moeten regelmatig röntgenfoto’s worden gemaakt. Dat is in dit geval niet gebeurd. Er is bewijs dat de tandarts inderdaad onvoldoende aandacht heeft besteed aan het gebit van de patiënt, wat hem zeker te verwijten valt. De tandarts heeft hier tegenin gebracht dat de patiënt al een tijd niet voor periodiek onderzoek was geweest, waarbij hem bij het maken van röntgenfoto’s werd opgedragen zo min mogelijk foto’s te maken. Dit wordt echter niet gezien als geldig verweer. Uit de beoordeling is gebleken dat de patiënt in haar recht stond.
Beslissing: voorwaardelijke schorsing Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft besloten de tandarts drie maanden voorwaardelijk te schorsen. Deze uitspraak zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de tandarts zich voor het einde van een tweejarige proeftijd opnieuw schuldig maakt aan tuchtrechtelijk verwijtbaar gedrag.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/09/tandarts.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2016-09-26 09:15:362018-05-29 12:05:08Tuchtrecht: tandarts moet regie voeren over kwaliteit tandvlees
De Tweede Kamer stemde dinsdag in met een voorstel van minister Schippers om zorgverzekeraars toestemming te geven een patiëntendossier in te zien bij vermoeden van fraude. Na de inzage moet de patiënt wel worden geïnformeerd door de zorgverzekeraar. Zorgverzekeraars krijgen toegang tot het dossier via een zorgverlener.
Teleurgesteld
Patiëntenfederatie Nederland is teleurgesteld over de gang van zaken. “Wij vonden en vinden dat de patiënt voorafgaand aan een onderzoek moet worden geïnformeerd”, zegt directeur Dianda Veldman in een verklaring. “Sterker nog: hij moet toestemming geven aan de verzekeraar. Jammer dat de Tweede Kamer dat niet heeft willen toestaan. Ik heb nog geen enkele reden gehoord waarom een patiënt niet vooraf om toestemming kan worden gevraagd. Wij blijven aandringen op een goede regeling. Het dossier is van de patiënt. Die bepaalt wie er in mag kijken en waarom.”
Bestrijden fraude in zorg
Minister Schippers verwacht met deze werkwijze fraude in de zorg te kunnen bestrijden. Vorig jaar werd er voor 11 miljoen euro gefraudeerd. 1,4 miljoen hiervan was voor rekening van patiënten en 9,6 miljoen fraude werd door zorgverleners of tussenpersonen gepleegd, zegt de Privacy Barometer.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/09/zorgdossier.jpg230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2016-09-15 08:38:562016-09-15 08:39:40Zorgverzekeraar mag patiëntendossier inzien
Als een mondzorginstelling een andere mondzorginstelling overneemt en/of voortzet, of door een andere instelling wórdt overgenomen en/of voortgezet, kan dat aanzienlijke arbeidsrechtelijke gevolgen hebben. Dit geldt zowel voor de beide mondzorgpraktijken, als voor de betrokken mondzorgprofessionals zelf. Onder bepaalde omstandigheden moet de overnemende partij namelijk de werknemers van de overgenomen praktijk in dienst nemen. Maar aan welke omstandigheden kunt u dan denken?
Onzekerheid Het is in de mondzorg aan de orde van de dag: mondzorgpraktijken die andere praktijken (deels) overnemen. Een lucratieve overname kan voor zowel de overnemende praktijk als de overgenomen praktijk zeer lonend zijn, maar voor de werknemers van de overgenomen praktijk breekt vaak een periode van onzekerheid aan. De ‘nieuwe’, overnemende mondzorgpraktijk kan bijvoorbeeld aangeven slechts geïnteresseerd te zijn in de jonge, gezonde en goed functionerende werknemers. Of de werknemers van de ‘oude’ overgenomen onderneming kunnen alleen worden aangenomen voor een (veel) lager salaris.
Bescherming werknemers Om de werknemers van een onderneming te beschermen tegen nadelige consequenties van een overname, bepaalt het Burgerlijk Wetboek dat onder omstandigheden de verplichtingen van de oude overgenomen onderneming die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst met een werknemer, dwingend moeten worden overgenomen door de nieuwe overnemende onderneming.
Overgang van onderneming Deze werknemersbescherming geldt slechts als er sprake is van een ‘overgang van onderneming’. Het moet juridisch dan gaan om een ‘overgang, ten gevolge van een overeenkomst, fusie of splitsing, van een economische eenheid die haar identiteit behoudt’.
Doel van de wettelijke regeling is om ook bij verandering van eigenaar de continuïteit van de bestaande arbeidsverhoudingen binnen een onderneming te waarborgen en de werknemers bij een dergelijke verandering aldus bescherming te bieden.
Identiteit Om te bezien of er sprake is van een overgang van onderneming, staat vaak de vraag naar de ‘identiteit’ van de overgenomen onderneming centraal. Blijft de identiteit van de oude onderneming behouden na de overname door de nieuwe ondernemer? Indien het antwoord ‘ja’ is, zal de overnemende praktijk de werknemers moeten overnemen, inclusief hun ‘oude’ arbeidsvoorwaarden.
Jurisprudentie heeft uitgewezen dat de identiteit van het bedrijf bewaard blijft als de exploitatie van de onderneming door de nieuwe ondernemer met ongeveer dezelfde werkzaamheden wordt voortgezet. Daarbij kan onder meer worden gedacht aan het overnemen van gebouwen en roerende zaken door de nieuwe ondernemer, het overnemen van de klantenkring door de nieuwe ondernemer en het verrichten van dezelfde activiteiten door de nieuwe ondernemer.
Rechtspraak: een voorbeeld in de mondzorg
De rechter kijkt kritisch naar mondzorgpraktijken die stellen dat zij niet gebonden zijn aan werknemers, omdat er géén sprake zou zijn van een overgang van onderneming.
Een recente uitspraak van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch maakt dit treffend duidelijk. Een tandartsassistente werkte reeds jaren bij mondzorgpraktijk ‘Tandplus’ en had een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Nadat Tandplus failliet verklaard was en de tandartsassistente werd ontslagen, werd ‘Tandplus I’ opgericht. De tandartsassistente stapte hierop naar de rechter en voerde aan dat zij van rechtswege in dienst gekomen was van de nieuwe onderneming Tandplus I, aangezien er sprake was van overgang van onderneming, en Tandplus I haar dus tewerk moest stellen. Tandplus I was het hier niet mee eens en stelde zich op het standpunt dat de tandartsassistente niet in dienst was van de nieuwe onderneming.
Het hof bekeek vervolgens of er sprake is van een overgang van een praktijk die haar identiteit behouden had. Volgens het hof dreef Tandplus een tandartspraktijk, net als Tandplus I doet, en doet Tandplus I dat in dezelfde ruimte en met dezelfde inventaris als Tandplus dat deed. Daarnaast zijn vier van de vijf tandartsassistentes van Tandplus nog steeds in dienst bij Tandplus I en zijn de bestuurders hetzelfde gebleven. Ook zijn de bedrijfsnamen van beide ondernemingen bijna identiek en heeft Tandplus I dezelfde telefoon – en faxnummers als Tandplus. Voorts overweegt het hof dat de werkzaamheden van de praktijk grotendeels gelijk gebleven zijn. Het hof komt daarmee tot het oordeel dat Tandplus I in feite de onderneming van Tandplus heeft voortgezet en dat er sprake is van overgang van onderneming. De arbeidsovereenkomst van de tandartsassistente is daarmee onterecht niet door Tandplus I overgenomen.
Aard van de werkzaamheden Voor de overgang van onderneming is in de mondzorg specifiek nog van belang welke tandheelkundige activiteiten door de nieuwe ondernemer zullen worden uitgevoerd, en of die vergelijkbaar zijn met de mondzorgbehandelingen van de oude onderneming. Gedacht kan worden aan het verschil tussen reguliere tandheelkundige zorg en cosmetisch tandheelkunde. In de zaak van de tandartsassistente had Tandplus I aangevoerd dat geen sprake was van identieke activiteiten, nu Tandplus grotendeels cosmetisch-specialistische tandheelkunde uitvoerde (het plaatsen van implantaten), terwijl Tandplus I vooral reguliere tandheelkundige behandelingen uitvoert. Volgens het hof waren dit relevante omstandigheden, maar kon niet helemaal worden uitgesloten dat ook het oude Tandplus reguliere tandheelkunde uitvoerde. In deze casus haalde het argument van Tandplus I het dan ook niet.
Tot slot Duidelijk is dat een overname of voortzetting van een onderneming voor de overnemende/voortzettende mondzorgpraktijk (arbeidsrechtelijke) risico’s met zich kan brengen. In sommige situaties is de nieuwe onderneming immers verplicht de ‘oude’ werknemers in dienst te nemen. Dat is voornamelijk het geval indien de aard van de tandheelkundige zorg gelijk blijft en de nieuwe onderneming als het ware de oude praktijk ‘voortzet’.
Voor de mondzorgprofessional die werkt bij een onderneming die wordt overgenomen en die op de nominatie staat ontslagen te worden, loont het daarentegen in veel gevallen de moeite te bezien of er sprake is van een overgang van onderneming. In voorkomend geval zal zijn baan behouden kunnen blijven, al dan niet via een gang naar de rechter.
De bovenstaande tekst geeft wel aan dat de vraag of sprake is van een overgang van onderneming met behoud van identiteit, niet altijd gemakkelijk te beantwoorden is en er met veel factoren rekening gehouden moet worden. Zowel voor de werknemer-mondzorgprofessional als voor de overnemende/voortzettende mondzorgpraktijk is het devies daarom: win juridisch advies in en bezie welke arbeidsrechtelijke gevaren en/of mogelijkheden er liggen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/08/overgang.jpg228400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2016-09-12 12:31:592016-09-15 11:44:33Moeten huidige medewerkers bij praktijkovername of –voortzetting in dienst worden genomen?
Sinds 1 mei dit jaar is de Verklaring Arbeidsrelaties (VAR) verleden tijd. De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) met haar modelcontracten is nu van kracht. Weet u wat dit inhoudt? Doe de ‘DBA-quiz’ om te peilen hoe het met úw kennis staat. In minder dan tien minuten hebt u inzicht in de belangrijkste vragen van deze nieuwe zzp-wetgeving. Met bij iedere vraag steeds een korte, toegankelijke uitleg van de achtergrond.
Meer dan drie opdrachtgevers? In hoeverre lijkt zo’n modelovereenkomst op de VAR? Wanneer deze voor te leggen aan de Belastingdienst? Is échte zekerheid vooraf mogelijk over al dan niet bestaan van een dienstbetrekking?
Door: Erik van Dam, kennismanagement en netwerken en Ferdy de Wijs, belastingadviseur, beiden VvAA
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/09/Quiz.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2016-09-12 09:30:292022-12-12 11:03:43Van VAR naar DBA in 10 vragen: de ‘quiz’
Begin dit jaar bleek de kwaliteitswet Wkkgz nog erg onbekend. Inmiddels ziet VvAA dat de meeste zorgverleners meer weten maar nog steeds ontbreekt vaak het overzicht. Bijgaande korte film zet de verplichtingen voor zorgaanbieders op een rijtje.
Begin dit jaar, de nieuwe kwaliteitswet was al van kracht, bleek de Wkkgz nog erg onbekend*. Inmiddels zien we dat de meeste zorgverleners meer weten. Maar nog steeds ontbreekt vaak het overzicht. Dit maakt het lastig de concrete invulling te doorzien. Dus even terug naar de hoofdlijnen. Bijgaande korte film zet de verplichtingen voor ‘zorgaanbieders’ (instellingen, praktijken, zzp’ers) zonder poespas op een rijtje. In hun onderlinge verhouding. De komende tijd brengt Dental Info in samenwerking met VvAA verdieping op aan een aantal van de gepresenteerde hoofdonderwerpen op basis van vragen en complicaties uit de praktijk.
Door: Erik van Dam, kennismanagement en netwerken en Annemarie Smilde, specialist gezondheidsrecht, beiden bij VvAA.
Vooral management taken nemen toe. Om als praktijk goed ‘te draaien’ wordt de structuur van de praktijkorganisatie steeds belangrijker. Het wel of niet aanstellen van een praktijkmanager is een groot dilemma. Met de groeiende omvang van praktijken en de toenemende eisen rondom wet- en regelgeving neemt de werkdruk binnen praktijken toe. Dit artikel geeft tips over de organisatiestructuur en de rol van praktijkmanager.
Rollen van de tandarts / praktijkhouder
De tandarts / praktijkhouder dient zich goed bewust te zijn van de drie rollen, die hij kan of moet vervullen:
Tandarts
De tandarts / praktijkhouder staat aan het hoofd van het tandheelkundige team.
Ondernemer
De tandarts / praktijkhouder heeft geïnvesteerd in de praktijk, loopt daarmee grote ondernemersrisico’s en is dus ook altijd ondernemer.
Manager
De manager is verantwoordelijk voor de interne bedrijfsvoering van de praktijk: ‘het smeermiddel’.
De tandarts / praktijkhouder is uiteraard opgeleid als tandarts. Deze rol zorgt veelal voor het grootste werkplezier. Voor een goed rendement van de onderneming, zal de tandarts / praktijkhouder zich ook als ondernemer moeten opstellen. Deze rol kan niet worden gedelegeerd, omdat de tandarts / praktijkhouder zelf de ondernemersrisico’s draagt. De rol van praktijkmanager echter kan wel gedelegeerd worden binnen de praktijk. Ook aan deze rol dient altijd invulling te worden gegeven. Ofwel door de praktijkhouder en anders door een medewerker.
Oorzaken voor een slecht draaiende praktijk
Steeds vaker spreek ik ontevreden praktijkhouders, die de volgende ervaringen delen:
De tandarts / praktijkhouder stopt enorm veel tijd en energie in de praktijk zonder dat dit de gewenste verbeteringen oplevert.
De tandarts / praktijkhouder besteedt steeds meer tijd aan management en minder aan patiëntenzorg.
De tandarts / praktijkhouder en het team geven aan dat een heldere structuur met duidelijke afspraken ontbreken.
Het team van zorgverleners binnen de praktijk groeit en daarmee wordt de samenwerking van groot belang voor een goed lopende praktijk. De invulling van de ‘praktijkmanager’ rol blijkt veelal van grote invloed te zijn of de praktijk wel of juist niet goed loopt. De volgende oorzaken komen naar voren bij een slecht functionerende praktijk:
De rol van praktijkmanager is in zijn geheel niet ingevuld. De tandarts / praktijkhouder maakt hier geen tijd voor en heeft de taken ook niet gedelegeerd.
De management taken zijn gedelegeerd aan meerdere personen. Dit zijn vaak assistenten, die deze taken naast hun vaste werkzaamheden uitvoeren. Bijkomend risico is dat een duidelijke eindverantwoordelijkheid ontbreekt en de management taken nooit prioriteit krijgen en zodoende blijven liggen.
Tips voor een goede organisatiestructuur
De organisatiestructuur van de praktijk is van grote invloed op een goed lopende praktijk. Uitgangspunt zou moeten zijn, dat iedereen zijn kerntaken en verantwoordelijkheden heeft en kent. Zowel binnen het proces van zorgverlening en de balie, als ook rondom de management taken. Er dient dus altijd minimaal één verantwoordelijke te zijn aangewezen voor de rol (let op: niet de functie) van praktijkmanager.
Een goede organisatiestructuur is van grote invloed op de efficiëntie, het werkplezier en de service naar patiënten. Drie tips om te komen tot een goed lopende praktijk:
Management is geen kostenpost Zie de rol van praktijkmanager niet als een kostenpost, maar als een indirecte bron van inkomsten.
Smeermiddel is noodzakelijk Geef altijd invulling aan de rol van praktijkmanager, ofwel door deze rol als praktijkhouder op te pakken ofwel door deze te delegeren. Vergeet niet: elke praktijk heeft ‘smeermiddel’ nodig om goed te lopen.
Leg verantwoordelijkheden vast Maak voldoende tijd beschikbaar om goed invulling te kunnen geven aan de rol van praktijkmanager en leg bijbehorende verantwoordelijkheden duidelijk vast.
Door: Sjoerd Kuiken – www.kuikenpraktijkmanagement.nl. Sjoerd begeleidt tandartsen in het opzetten van een succesvolle praktijk. Dit houdt o.a. in het opzetten van een solide praktijkorganisatie met gedeelde verantwoordelijkheden. De praktijkhouder wordt gecoacht en getraind tot een goede leider, maar kan zodoende vooral ‘tandarts zijn’.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/06/manage-400.jpg232397anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2016-08-29 10:15:092018-10-04 11:26:13Wel of geen praktijkmanager? Tips voor een goede organisatiestructuur
De vestiging van ACTA in Almere is gesloten en de inboedel en inventaris worden nu verkocht via een online veiling. Bent u op zoek naar tandheelkundige apparatuur, instrumenten, installaties en kantoorinrichting? Bekijk dan de website van Troostwijk Auctions.
De veiling is inmiddels geopend en loopt nog tot 1 september 14.00 uur.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/08/acta-online-veiling.jpg230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2016-08-25 17:12:012016-08-25 17:12:34Online veiling inboedel en inventaris ACTA Almere tot 1 september
Als professional in de mondzorg heeft u patiënten die trouw zijn omdat ze tevreden over u zijn. Dat is prettig want een vast klantenbestand levert immers stabiliteit en zekerheid. Bovendien ziet u dan terug welke resultaten er wel en niet zijn behaald. Door deze feedback kunt u leren en dat is uitdagend. Tips om patiënten aan te trekken en te behouden.
Voor de duidelijkheid zijn er een aantal filmpjes gemaakt. Deze filmpjes zijn het perfecte voorbeeld van hoe je de patiënt zo snel mogelijk de deur uit krijgt zonder ook maar iets in de mond te hebben gedaan. Dat is zeker niet de bedoeling. Maar hoe dan wel?
Tips voor een patiëntvriendelijke houding
Tip 1
In het filmpje ziet u de behandelaar oncharmant de neus ophalen en het afvegen aan de hand zonder handalcohol te gebruiken. Misschien hebben patiënten niet veel kaas gegeten van hygiëne maar dit zien en horen ze echt wel. Het is vies en zo komt het ook over. Zorg dat u hygiënisch te werk gaat in het zicht van de patiënt, en uiteraard ook buiten het zicht.
Tip 2 U ziet in het filmpje dat de behandelaar de patiënt beveelt om een andere zithouding aan te nemen. U kunt beter vragen of de patiënt comfortabel zit en pas het nodige aan om de patiënt gerieflijk plaats te laten nemen in de stoel. Bij een uitleg of een anamnese wil de patiënt misschien liever op een gewone stoel zitten. Zeker bij angstige patiënten is het aan te bevelen om de patiënt even uit ‘het decor’ te halen . De patiënt waardeert dit vaak en kan dan ook beter naar uw uitleg luisteren zonder belemmerd te worden door allerlei onaangename gevoelens.
Tip 3 Voordat een patiënt graag een instructie van u ontvangt, zal hij of zij eerst gemotiveerd moeten raken om uw verhaal graag in ontvangst te nemen. Dit kunt u doen door vragen te stellen. Begin daarom elke zitting met de vraag wat u kunt betekenen voor de patiënt. De eerste keer zal u wellicht beantwoord worden met een schouderophaling of met een ‘ik moest hier naar toe van…’, maar hiermee geeft u aan dat u de wens van de patiënt centraal zet. U kunt dan zorgen dat u van ongevraagd advies geven naar gevraagd advies kunt overstappen. Met welk doel bezoekt de patiënt u? Kom steeds terug op het doel van de patiënt om hem of haar goed te helpen. Vraag bijvoorbeeld of de patiënt tevreden is met het aantal gaatjes dat hij of zij ontwikkelt, met de hoeveelheid plaque die verschijnt bij plaquekleuring en met het bloedingspercentage.
Tip 4
Uw patiënt doet altijd wel iets goed in de verzorging van zijn of haar gebit. U zult ongetwijfeld veel fouten zien maar probeer hier niet de nadruk op te leggen. Uw patiënt moet met een goed gevoel de stoel verlaten, niet met het idee dat hij of zij er niks van bakt. Geef daarom ook aan wat wel goed gaat en coach op wat minder goed gaat. Complimenteer de patiënt met zijn of haar inzet bij het do-gedeelte van de tell-show-do methode.
Tip 5
We halen veel informatie uit non-verbale communicatie. Het is daarom verstandig om bij uw patiënt te checken of hij/zij het begrijpt. Dit kan enkel als u in haar of zijn ogen kijkt . Let daarbij wel op dat een vriendelijk oogcontact is en geen dwingende. Als u checkt of de gegeven informatie begrepen wordt dan nodigt u hiermee ook de patiënt uit om vragen en opmerkingen te plaatsen. Geef een uitleg waar de patiënt iets mee kan zodat hij/zij zich echt geholpen voelt. Dit kunt u bereiken door visuele ondersteuningen te gebruiken zoals tekeningen, foldermateriaal en verheldering door het gebit van de patiënt of een gebitsmodel te gebruiken. Een zin zoals ‘U moet beter poetsen’ , zegt de patiënt totaal niks.
Tip 6
Luister naar de patiënt. Klinkt simpel maar heel vaak willen we ons eigen verhaal kwijt zonder deze echt af te stemmen op de patiënt. Uw patiënt kan opmerkingen plaatsen die u niet in een keer goed begrijpt. Probeer in de wereld van de patiënt te stappen, verplaatst u zich in hem of haar. Herhaal wat de patiënt zegt en laat zien dat u dat even ‘proeft’ door er een vraagteken achter te plaatsen. De patiënt voelt zich dan uitgenodigd om meer te vertellen. Vraag goed door tot dat het echter helder is wat de patiënt bedoelt. Reageer dan pas met uw eigen kennis of wat u belangrijk vind. Uw patiënt zal zich gehoord voelen, beter uw uitleg begrijpen en daarmee stijgt het vertrouwen.
Tip 7 Doordat u heel regelmatig precies hetzelfde moet uitleggen en het voor u allang koek en ei is, bent u waarschijnlijk geneigd om snel en onduidelijk te praten. Zo volgt uw patiënt u na twee zinnen al niet meer. Het is belangrijk om bij het geven van informatie eerst te bepalen op welk ingangsniveau uw patiënt zit. Is uw patiënt al eens verteld wat tandplaque is? Weet uw patiënt wat bloedend tandvlees betekent? Met deze vragen maakt u uw patient nieuwsgierig. Pas als u weet waar u uw verhaal zal moeten beginnen, kunt u een heldere uiteenzetting geven.
Tip 8
Geduld is een schone zaak. Natuurlijk werkt u onder tijdsdruk en wilt u snel resultaat zien. Maar uw patiënt heeft tijd nodig. Soms duurt het wel 10 jaar voordat iemand er aan toe is om een stap in de goede richting te zetten. Ook bij het veranderen van gedrag geldt dat u zich eerst moet afvragen in welke mate de patiënt ambivalent is tot gedragsverandering voordat u verder kunt met uw advies. Angst kan veel vertraging opleveren, maar als u te snel gaat, dan bent u gegarandeerd terug bij af en uw patiënt kwijt. Trek geen gezicht en laat geen zuchten als u zich stiekem aan uw patiënt ergert.
Tip 9
Wees niet dominant, maar stelt u zich helpend op. Leg uw wil niet op! Dit wekt enkel een patiënt op die zijn hakken in het zand zet. Als u zich helpen opstelt dan is de natuurlijke reactie van de patiënt om zich volgzaam op te stellen.
Tip 10
Laat zien dat u van uw vak houdt. Dit kunt u laten uitstralen door uw zithouding en gezichtsuitdrukking. Ontvang uw patiënt met een lach en vertel enthousiast over uw vak. Bijvoorbeeld dat u zin heeft in die cursus die u morgen gaat volgen of dat u het fantastisch vindt als u een goed resultaat heeft weten te bereiken.
Door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist
In video: Lieneke Steverink-Jorna en Maja Faasen
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/07/78057026-conflict.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2016-08-17 09:01:342023-01-23 09:25:3310 tips voor een patiëntvriendelijke houding
In de tandheelkundige wereld vrezen velen als de dood voor eventuele negatieve recensies. Dit is echter helemaal niet nodig. Fouten maken is menselijk, en iedereen te vriend houden is praktisch onmogelijk. Toch blijven negatieve reacties uiteraard niet leuk. Hoe kan je hier het best mee omgaan?
Wees niet bang om in het openbaar te reageren
In het openbaar reageren op een negatieve reactie toont aan dat je alle recensies van klanten leest en waardeert, dat je kritiek erkent en dat je altijd klaar staat voor je patiënten. Door in het openbaar, en niet privé, te reageren laat je aan de buitenwereld zien dat je bereid bent de situatie zo goed mogelijk op te lossen en deze niet zomaar aan je voorbij zal laten gaan. Ga in deze reactie uiteraard niet teveel in detail en laat het indien nodig in het midden of dit probleem daadwerkelijk is voorgekomen of niet. Ook een goed idee kan zijn om in de reactie de persoon te vragen contact op te nemen via een telefoon nummer of email adres, in de hoop het probleem zo beter op te kunnen lossen.
Stuur een privé bericht
In sommige gevallen zal een openbare confrontatie niet ideaal zijn. Op sommige platformen is dit bijvoorbeeld niet eens een mogelijkheid, of soms zal er een heen-en-weer ‘gevecht’ ontstaan, wat niet iets is wat door iedereen gelezen hoeft te kunnen worden. In dit soort gevallen kan het beter zijn om de persoon in kwestie persoonlijk te benaderen. Dit kan zowel online als via de telefoon, afhankelijk van de situatie.
Meld de recensie in problematische gevallen
In sommige gevallen is het mogelijk om een recensie te melden bij het platform, waarna deze mogelijk kan worden verwijderd. Hier is vaak wel een goede reden voor nodig. Soms kan je bijvoorbeeld het idee hebben dat een reactie voor een andere praktijk is bedoeld, simpelweg nergens of slaat, of een reactie kan zulk naar taalgebruik bevatten dat deze simpelweg niet openbaar te lezen zou moeten zijn. Bij het melden van een soortgelijke reden is de kans groot dat een reactie wordt gegeven waarin wordt vermeld of de recensie wel of niet wordt verwijderd.
Blijf vragen om meer recensies
Uiteindelijk is toch altijd de beste manier om negatieve recensies te doen vergeten, om deze weg te vagen door een groot aantal positieve recensies. Blijf daarom altijd aan je patiënten vragen om een reactie te plaatsen op een platform als Google of Facebook. Hoe meer positieve recensies hoe beter!
Al met al is het jammer om negatieve recensies te ontvangen, maar hoeft dit zeker geen ondergang voor de praktijk te betekenen, mits de reacties juist worden behandeld.
Speciale kantelstoelen voor rolstoelgebruikers – in Nederland zijn er slechts twee praktijken te vinden die hierover beschikken. Een hiervan is tandartspraktijk Wiranto & Go in Almelo.
Relatief nieuw
De kantelstoel kwam ter wereld tijdens de Olympische Spelen in 2012, die in Londen werden gehouden, waarbij deze werd gebruikt voor de paralympiërs. Wiranto zag de potentie van deze stoel en zorgde dat zijn praktijk er ook een ter beschikking kreeg. Tot nu toe is deze al heel nuttig gebleken, waarnaast de stoel makkelijk in gebruik is. De rolstoel kan ik de kantelstoel worden gedrukt, vastgezet en worden gekanteld tot in dezelfde positie als een reguliere tandartsstoel.
Speciale behandelkamer
De speciale stoel is te vinden in een speciale behandelruimte, die ook geschikt is voor mensen met obesitas. De kamer is heel flexibel en kan snel en makkelijk worden omgebouwd, wat zowel voor patiënt als behandelaar voor veel gemak zorgt.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/07/rolstoel.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2016-07-26 09:44:482022-05-03 14:53:30Kantelstoel voor rolstoelen
Om te leren van ervaringen van andere mondzorgprofessionals belicht Petra van der Zwan van Invert Innovatie Management een verbeterpunt uit een praktijk. Wat ging er niet helemaal volgens plan, de wetten of regels en wat leren we hiervan? Het verbeterpunt: pas factureren na complete behandeling.
Situatieschets
Bij een patiënt moet volgens behandelplan een kroon geplaatst worden. Indien de patiënt tijdens een consult komt passen, blijkt deze niet goed en moet een nieuwe gemaakt worden. De patiënt geeft echter aan reeds de factuur voor de kroon te hebben ontvangen en vindt dit raar en vervelend.
Maatregel
Het voorval wordt in de volgende werkbespreking besproken. Er wordt nu afgesproken dat voor het factureren gecontroleerd wordt of de kroon reeds geplaatst is. Dit betekent dat het patiëntendossier goed moet worden ingevuld en daar worden alle medewerkers dan ook nogmaals op gewezen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg00anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2016-07-25 13:34:132021-10-07 11:14:12Verbeterpunt: pas factureren na complete behandeling
‘De Europese zwarte lijst met artsen is veelbelovend’, aldus Edith Schippers – Minister van Volksgezondheid. Sinds het begin van het jaar zijn 3.700 meldingen binnengekomen, verspreid over twaalf landen. In Nederland werden dertien artsen gemeld.
Voorkomen van verplaatsen van praktijken
Het zwarte lijst-systeem is bedoeld om te voorkomen dat artsen die in eigen land ver onder maat hebben gepresteerd niet in een ander land verder kunnen gaan met hun praktijken. Een van de aanleidingen hier op was de neuroloog uit Enschede die jarenlang foute diagnoses stelde, in Nederland werd verboden verder te werken, maar vervolgens in Duitsland aan de slag ging. Herop kwam Schippers op het idee voor een verplicht uitwisselingssysteem binnen Europa van dit soort gegevens.
“Dit is een mooie eerste stap op Europees niveau waarmee we patiënten beschermen tegen zorgverleners die niet goed functioneren. Dat is goed voor de kwaliteit en de veiligheid van de zorg. Tegelijkertijd zie je dat nog niet alle landen melden. Daar moeten we met elkaar naar kijken: wat gaat goed en wat kan beter.”, aldus Schippers tegen het ANP.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svg00anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2016-07-21 09:00:072016-07-25 15:34:58Europese zwarte lijst met artsen ziet er goed uit
Tandarts en wildlife fotograaf Joe Bunni pleitte op het Osteology Monaco International Symposium voor een groter bewustzijn van het belang van recycling in de tandartspraktijken. Door kleine aanpassingen in het plastic verbruik kunt u helpen vervuiling van oceanen tegen te gaan.
Oceaan Vervuiling van de oceanen is een groot probleem. Er is met name een groot probleem met plastic in de oceanen. Volgens Bunni kunnen tandartsen helpen vervuiling van de oceanen tegen te gaan door na te denken over het gebruik van verpakkingen en het soort materiaal in de dagelijkse praktijk: ‘Wees u bewust van hoeveel plastic u gebruikt tijdens een behandeling. Probeer het materiaal eventueel te hergebruiken’.
Gevaarlijk afval Volgens Bunni hebben tandartsen een wettelijke verplichting om hun klinisch en ander gevaarlijk afval op de juiste wijze te verwerken. Door zoveel mogelijk afval te recycleren kan de enorme berg plastic afval worden teruggedrongen. Tevens suggereert Bunni om plastic bekers te vervangen door papieren bekers.
Minder energie verbruiken Ook door energie te besparen kan je bijdragen aan een beter milieu. Een manier om energie te besparen is om verlichting met bewegingssensoren te installeren. Daarnaast kunt u alle oude apparaten controleren op hun energieverbruik en eventueel te laten vervangen door energiezuinige modellen. Ook kunt u stickers op alle wastafels plakken om het personeel en patienten aan te helpen herinneren om de kraan niet open te laten staan tijdens het tandenpoetsen .
Iedere werknemer bouwt vakantiedagen op, maar hoeveel is afhankelijk van het dienstverband en de afspraken met de werkgever. Een werknemer bouwt ook vakantiedagen op tijdens arbeidsongeschiktheid. Hoeveel vakantie bouwt de werknemer dan op? Kan deze opbouw van vakantiedagen worden uitgesloten? Kan worden afgesproken dat ziektedagen als vakantiedagen worden aangemerkt?
Wettelijke/bovenwettelijke dagen
Bij opbouw van vakantiedagen wordt onderscheid gemaakt tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. Een werknemer heeft op grond van de wet recht op vakantie gedurende viermaal de overeengekomen arbeidsduur per week. Werkt werknemer 40 uur per week, heeft hij jaarlijks recht op 20 vakantiedagen. Dit noemen we de wettelijke vakantiedagen. Werknemer en werkgever kunnen meer vakantiedagen afspreken boven de wettelijke vakantiedagen, de bovenwettelijke vakantiedagen.
Opbouw vakantiedagen tijdens arbeidsongeschiktheid
Werknemer bouwt in principe alleen vakantiedagen op als hij daadwerkelijk arbeid verricht. Een uitzondering geldt in de periode dat de werknemer door arbeidsongeschiktheid niet kan werken. Dan bouwt hij ook vakantiedagen op, zowel wettelijk als bovenwettelijk. Werknemer en werkgever kunnen evenwel afspreken dat de werknemer geen bovenwettelijke vakantiedagen opbouwt tijdens arbeidsongeschiktheid.
Voor 2012 bouwden werknemers tijdens arbeidsongeschiktheid slechts in de laatste zes maanden arbeidsongeschiktheid vakantiedagen op. Dat geldt niet meer. Dit betekent dat de werknemer over de gehele periode van arbeidsongeschiktheid vakantiedagen opbouwt.
Ziektedagen als vakantiedagen aanmerken
Voor werkgevers kan het wenselijk zijn om dagen dat werknemers arbeidsongeschiktheid zijn, in mindering te brengen op de vakantiedagen van werknemer. Hierbij valt een drietal situaties te onderscheiden:
bij arbeidsovereenkomst of arbeidsreglement (dat van toepassing is verklaard) is overeengekomen dat de ziektedagen als vakantiedagen worden aangemerkt (3.1);
werknemer wordt tijdens een geplande vakantie ziek (3.2.1);
werknemer wil tijdens arbeidsongeschiktheid met vakantie(3.2.2).
3.1 Overeenkomen: ziektedag wordt als vakantiedag aangemerkt
Werkgever en werknemer kunnen overeenkomen dat ziektedagen ten laste komen van de bovenwettelijke vakantiedagen. Voor wettelijke vakantiedagen kan dat niet overeengekomen worden. De wettelijke vakantiedagen worden gezien als absoluut minimum.
3.2.1 Ziek tijdens vakantie
Tijdens een geplande vakantie van de werknemer kan werknemer ziek worden en zich ziek melden. Hij dient zich dan zoveel mogelijk aan de verzuimvoorschriften van werkgever te houden. Werkgever doet er verstandig aan in zijn verzuimreglement op te nemen dat werknemer een verklaring van een plaatselijke arts moet overleggen, om vast te stellen dat die daadwerkelijk ziek is. Voor deze ziektedagen hoeft werknemer dan geen vakantiedagen op te nemen, tenzij is afgesproken dat ziektedagen ten laste komen op bovenwettelijke vakantiedagen.
3.2.2 Werknemer wil tijdens arbeidsongeschiktheid met vakantie
Soms wil een werknemer die langdurig arbeidsongeschikt is met vakantie. Ook dan moet onderscheid gemaakt worden tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. Voor bovenwettelijke vakantiedagen had afgesproken kunnen worden dat ziektedagen van werknemer als vakantiedagen aangemerkt worden. Is deze afspraak niet met de werknemer gemaakt, dan kunnen deze vakantiedagen slechts in mindering komen op vakantiedagen als werknemer daarmee instemt, zowel voor wettelijke als bovenwettelijke vakantiedagen.
Conclusie
Bij de opbouw van vakantiedagen tijdens ziekte en het opnemen van vakantie tijdens ziekte, is het van belang om alert te zijn op het onderscheid tussen de wettelijke en de bovenwettelijke vakantiedagen. Over de bovenwettelijke vakantiedagen is het namelijk mogelijk om bijvoorbeeld af te spreken dat werknemer deze niet opbouwt tijdens ziekte. Bij wettelijke vakantiedagen kunnen zulke afspraken niet rechtsgeldig gemaakt worden.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/07/vakantie-400.jpg231400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2016-07-04 10:20:262016-07-04 10:47:29Vakantiedagen en ziekte, hoe zat het ook alweer?
Om te leren van ervaringen van andere mondzorgprofessionals belicht Petra van der Zwan van Invert Innovatie Management een verbeterpunt uit een praktijk. Wat ging er niet helemaal volgens plan, de wetten of regels en wat leren we hiervan? Het verbeterpunt: pas factureren na complete behandeling.
Situatieschets
Bij een patiënt moet volgens behandelplan een kroon geplaatst worden. Indien de patiënt tijdens een consult komt passen, blijkt deze niet goed en moet een nieuwe gemaakt worden. De patiënt geeft echter aan reeds de factuur voor de kroon te hebben ontvangen en vindt dit raar en vervelend.
Maatregel
Het voorval wordt in de volgende werkbespreking besproken. Er wordt nu afgesproken dat voor het factureren gecontroleerd wordt of de kroon reeds geplaatst is. Dit betekent dat het patiëntendossier goed moet worden ingevuld en daar worden alle medewerkers dan ook nogmaals op gewezen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/06/sparen-400.jpg228397anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2016-06-27 13:20:522021-10-07 11:14:29Verbeterpunt: pas factureren na complete behandeling
U heeft een prachtige website, maar het aantal bezoekers valt tegen. Door gebruik te maken van search engine optimization (SEO) kunnen mensen u goed vinden op het web. Hieronder een aantal tips om de SEO voor u te laten werken.
Zorg voor voldoende nieuwe informatie
Zoekmachines reageren op nieuwe inhoud. Om hoog te scoren in de zoekresultaten is het daarom van belang om uw website constant te updaten. Door de informatie op uw website regelmatig aan te passen, houdt u de interesse van uw lezers vast.
Unieke inhoud Het kan wellicht lastig zijn om een constante informatiestroom op gang te houden, maar pas op met wat u online zet. Het is van belang om unieke informatie online te zetten. Zoekmachines zijn continu bezig met het zoeken van overeenkomsten in hun database. Om ervoor te zorgen dat uw informatie niet als frauduleus wordt opgepikt (en daardoor daalt in de rankings) is het van belang om uw inhoud zo uniek mogelijk te maken.
Betere inhoud zorgt voor meer aandacht Internet wordt ook wel World Wide Web genoemd. En met recht! Mensen van over de hele wereld kunnen uw website bekijken, het is belangrijk om hier rekening mee te houden. Ook al heeft u geen patiënten uit andere delen van de wereld, de informatie op uw website moet wel informatief zijn voor mensen aan de andere kant van de wereld. Zorg daarom voor informatieve inhoud over belangrijke ontwikkelingen op het gebied van tandheelkunde.
Opbouwen is moeilijker dan afbreken
Blijf altijd in gedachten houden dat het heel gemakkelijk is om iets af te breken, maar dat daarna opbouwen dan vaak erg lastig is. Wanneer u de inhoud niet bijhoudt zullen uw resultaten hard dalen, waarna het erg lastig is om weer op het oude niveau te komen. Naast het bijhouden van uw inhoud is het van groot belang om uw contactgegevens zo weinig mogelijk te wijzigen. Denkt u hierbij aan telefoonnummer, adres of zelf de naam van uw bedrijf. Dit kan namelijk grote gevolgen hebben voor uw SEO en dit kan het een stuk lastiger maken voor uw toekomstige patiënt om u te vinden.
Continue aandacht is vereist Aandacht voor uw patiënten is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat uw praktijk overeind blijft. Datzelfde geldt voor uw website. Om ervoor te zorgen dat uw website hoog blijft scoren in de rankings is het noodzakelijk om tijd en aandacht te besteden aan uw website.
Alles op uw website is van invloed Let goed op de inhoud van uw gehele website. Niet alleen het aantal bezoekers zijn van belang om uw ranking te bepalen, ook de tijd die bezoekers doorbrengen op uw website of hoe snel ze wegklikken is van belang.
Uw voordeel Het lijkt misschien veel werk om bovenstaande tips allemaal uit te voeren. Maar het kan u ook veel opleveren. Door te werken aan uw SEO-rankings zult u beter te vinden zijn online. Hierdoor kunnen eventuele toekomstige cliënten u makkelijker vinden, wat uiteindelijk neerkomt op een verhoogde opbrengst in uw praktijk. Daarnaast zal u door uw inzet op dit gebied met andere ogen naar uw praktijk laten kijken.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/internet-400.jpg230398dentalinfohttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgdentalinfo2016-05-24 00:00:002016-05-30 10:32:21Word gevonden op het internet
Hoe vaak denkt u na over de service die u verleend aan uw patiënten? Volgens Lewis Ballard Specialist Dental Accountants is het uiterst lucratief om de kwaliteit van de service van gemiddeld naar uitstekend op te schroeven. Hij zette de belangrijkste redenen voor het verbeteren van service op een rijtje.
Onderscheidend Goed is niet langer goed genoeg. Een groot deel van uw concurrentie doet het namelijk ook goed. Wat maakt u zo anders dan hen? Daarbij is gewoon goed niet langer voldoende in deze tijd waarin concurrentie steeds verder toeneemt. Daarbij veranderen de verwachtingspatronen van mensen voortdurend. Wat een aantal jaren geleden als uitstekend werd beschouwd zal nu eerder normaal geworden zijn. Het is dus van belang om constant een extra stap te nemen om gelijk te blijven aan de verwachtingspatronen van de patiënten.
Mond-tot-mond reclame Slecht nieuws verspreidt zich sneller dan goed nieuws. Dit geldt ook voor ervaringen in service. Patiënten zijn 10 keer meer geneigd anderen te vertellen over slechte service dan over goede service. Wanneer patiënten ontevreden zijn vertrekken ze over het algemeen liever dan dat ze dit aangeven. En dit is iets wat u het beste kunt voorkomen.
Het is namelijk gemakkelijker en lucratiever om uw huidige patiëntenbestand op peil te houden dan nieuwe patiënten te moeten werven. Nieuwe patiënten aantrekken kost 6 tot 7 keer meer dan het behouden van uw huidige patiënten. Daarnaast is het vertrouwen van de patiënt in u van groot belang voor de behandelingen die zij afnemen. En dit vertrouwen zal bij bestaande patiënten nou eenmaal groter zijn dan bij nieuwe patiënten. Wat op zijn beurt weer zorgt voor een grotere opbrengst.
Uw winst Dat patiënten een betere service wensen is wellicht goed voor te stellen. We zijn allemaal altijd op zoek naar het beste. Maar wat zijn de opbrengsten voor u als u besluit er extra tijd en energie in te stoppen? Volgens The Strategic Planning Institute levert dit u maar liefst een toename van 123% winst op. Want waar gemiddelde service 13% winst oplevert, is de winst voor excellente service wel 29%. Dat is toch de moeite waard.
Medisch tuchtrecht, aansprakelijkheidsrecht, gezondheidsrecht. Het zijn typische rechtsgebieden waar zorgaanbieders in de mondzorg mee te maken kunnen krijgen. Er zijn echter ook andere juridische hobbels die veel mondzorgprofessionals in hun carrière ervaren.
Een van die kwesties is het concurrentie of relatiebeding in de arbeidsovereenkomst. Mondzorgprofessionals, zoals tandartsen of mondhygiënisten, zijn in veel gevallen namelijk gewoon als werknemer in loondienst en hebben uit dien hoofde een arbeidsovereenkomst waarin zon beding is opgenomen. Een concurrentiebeding is in principe toegestaan, maar aangezien een concurrentiebeding aanzienlijke gevolgen kan hebben voor de werknemer met een vertrekwens, zijn er strikte voorwaarden aan gebonden. Maar onder welke voorwaarden staat de wet een dergelijk concurrentiebeding of relatiebeding toe? En wat vindt de rechter van zon beding in het kader van de mondzorg? Een overzicht van de stand van zaken.
Concurrentiebeding & relatiebeding De wet bevat een regeling voor het beding in de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer, waarbij de werknemer wordt beperkt om na het einde van de overeenkomst op een bepaalde manier werkzaam te zijn: het concurrentiebeding. Een concurrentiebeding beperkt de vertrekkende tandarts, mondhygiënist of andere professional in loondienst om na zijn vertrek bij de werkgever bepaalde werkzaamheden uit te voeren of in een bepaalde plaats of omgeving te werken. Een relatiebeding kan worden gezien als de light-vorm van een concurrentiebeding: de werknemer wordt verboden om na het einde van de arbeidsovereenkomst de bestaande klanten van de voormalige werkgever te benaderen of te bedienen.
In veel gevallen in de mondzorg zal de praktijk/werkgever contractueel bedingen dat bij een afscheid van de tandarts of mondhygiënist in loondienst het deze niet is toegestaan om binnen een bepaald gebied vaak een straal van 20-30 km rondom het praktijkadres gedurende een bepaalde periode werkzaamheden als tandarts/mondhygiënist uit te voeren. Gebruikelijk is daarnaast om af te spreken dat de vertrekkende professional geen patiënten of klanten van de voormalige werkgever meelokt, actief benadert of behandelt. Overtreding van deze bedingen in de arbeidsovereenkomst wordt veelal bestraft met een boete van enkele honderden en soms duizenden euros per overtreding.
De (nieuwe) wettelijke voorwaarden voor een geldig concurrentiebeding Aan een geldig concurrentiebeding is, zoals gezegd, een aantal wettelijke voorwaarden verbonden. Zo is een dergelijk beding slechts geldig indien het schriftelijk is overeengekomen en de werknemer meerderjarig is.
Vanaf 1 januari 2015 toen de wettelijke regeling rondom het concurrentiebeding flink op de schop is gegaan bepaalt de wet daarnaast dat een concurrentiebeding alleen geldig kan worden overeengekomen bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd; het zogenoemde vaste contract. Dit betekent dat het concurrentiebeding in een contract voor bepaalde tijd (aangegaan na 1 januari 2015) dus geen gelding meer heeft. De werkgever kan hier alleen van afwijken als hij schriftelijk motiveert welke zwaarwegende bedrijfsbelangen met zich brengen dat het beding noodzakelijk is in een contract voor bepaalde tijd. Aan die schriftelijke motivatie worden strenge eisen gesteld; men kan niet volstaan met algemeenheden maar dient expliciet te benoemen om welke belangen het gaat in relatie tot de functie en werkzaamheden van de werknemer. Dit is een belangrijke verbetering voor de juridische positie van werknemers met een tijdelijk contract in het algemeen en tandartsen en mondhygiënisten in loondienst in het bijzonder: omdat deze professionals vaak wisselen van baan, ondervinden zij veel nadeel van een concurrentiebeding in hun contract.
Rechtspraak Ook de rechter kijkt kritisch naar concurrentie en relatiebedingen: hij kan het concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk vernietigen als de werknemer door het beding onredelijk wordt benadeeld.
De rechter maakt van deze mogelijkheid veelvuldig gebruik, zoals onder andere blijkt uit een recente uitspraak van het gerechtshof s-Hertogenbosch in een geschil tussen een mondhygiëniste en een groepspraktijk genaamd Mondzorg. In het contract van de mondhygiëniste was een zeer stringente concurrentie en relatiebepaling opgenomen, waarbij het de mondhygiëniste werd verboden om binnen tien jaar na beëindiging van het dienstverband binnen een straal van 20 kilometer rondom het praktijkadres van Mondzorg werkzaam te zijn, én om binnen deze tien jaar relaties aan te gaan of te onderhouden met patiënten van Mondzorg.
Omdat de mondhygiëniste haar arbeidsovereenkomst opzegde en een eigen praktijk wilde beginnen binnen het verboden gebied, stapte Mondzorg naar de rechter. De mondhygiëniste stelde hierop als compromis voor om het concurrentiebeding te laten vallen, maar het relatiebeding na te komen door gedurende drie jaar geen patiënten van Mondzorg te behandelen of te benaderen. Mondzorg ging hiermee echter niet akkoord.
Het hof overweegt dat de mondhygiëniste haar positie in meerdere opzichten kan verbeteren door een eigen praktijk te beginnen. Zo zal zij meer (kunnen) verdienen, hoeft zij minder ver te reizen vanaf haar woonplaats en kan zij haar eigen agenda inrichten. Het belang van Mondzorg is met name gelegen in de bescherming van haar patiëntenbestand, aldus het hof, en niet zozeer in het tegengaan van concurrentie in het algemeen. Het concurrentiebeding wordt om die reden vernietigd. Het hof oordeelt dat de mondhygiëniste zich vrij mag vestigen, maar bepaalt wel dat zij de klanten van Mondzorg drie jaar met rust laat om op die manier de belangen van Mondzorg te respecteren.
Tot slot Duidelijk is dat concurrentie en relatiebedingen aan allerlei voorwaarden gebonden zijn. Zo moeten werkgevers voortaan zeer zwaarwegende bedrijfsredenen opvoeren om een concurrentiebeding in een tijdelijke overeenkomst te kunnen rechtvaardigen, en stelt de rechtspraak, op straffe van vernietiging, zware eisen aan deze bedingen. Werkgevers en praktijken zullen moeten accepteren dat zij concurrentie ondervinden van andere mondhygiënisten of tandartsen. Indien té strenge concurrentiebedingen de vrije arbeidskeuze te veel inperken, houden deze bedingen geen stand. Dit is zeker zo indien de vertrekkende mondzorgprofessional er aanzienlijk op vooruit kan gaan door zijn vertrek. Een bepaling om de klantenkring te beschermen, lijkt dan het hoogst haalbare voor de werkgever.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/16306823-s5.jpg480480dentalinfohttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgdentalinfo2016-05-23 00:00:002016-05-27 13:29:19Concurrentie- en relatiebedingen in de mondzorg
Een tandartsenpraktijk in Garderen heeft bij veel van zn patiënten kosteloos een speekseltest gedaan waarmee onderliggende tandvleesontstekingen geopenbaard kunnen worden. Ook pakte zij de aandacht in de landelijke media.
Speekseltest Dat met een speekseltest meerdere klaarblijkelijk afwezige problemen aan het licht kunnen komen, en dat een goede mondverzorging cruciaal is, is bekend. Om dit gratis te testen bij patiënten is echter nieuw in Nederland.
Vervolgtraject
Peter van de Schoor, mede-eigenaar van de praktijk in Garderen: Vorig jaar hebben we 240 willekeurige patiënten getest boven de 30 jaar die bij ons bekend stonden als gezond. Bij maar liefst veertig procent van de testpersonen viel de test positief uit. Voor hen hebben we nu een vervolgtraject om alles weer in orde te krijgen. Wat Van de Schoor ook opviel was dat ook de personen bij wie de test niet positief werd bevonden vaak graag het vervolgtraject wilde volgen, uit voorzorgsmaatregelen.
Bijeenkomst
Na het houden van de testen heeft de tandartspraktijk besloten zich voortaan volledig te focussen op preventie van mondproblemen. Om dit nieuws te verspreiden hebben de eigenaren meerdere dingen opgepakt om de aandacht op zich en hun nieuwe aanpak te vestigen. Zo werd er onder andere een bijeenkomst voor alle geïnteresseerden georganiseerd.
Marketingtip
Bij tandartsenpraktijk Garderen zijn de gratis testen en het pakken van de aandacht heel positief uitgevallen. Veel tandartsen zouden hier dan ook eventueel een voorbeeld aan kunnen nemen. Eerder was er ook al te lezen over een praktijk die veel bekendheid genereerde door middel van een competitie voor de mooiste lach.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/mondzorg-5003.jpg480480dentalinfohttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgdentalinfo2016-05-23 00:00:002021-03-24 13:47:15Marketingtip meer klanten door gratis speekseltest
Als praktijkhouder bent u naast tandarts ook ondernemer. Dat is geen nieuws. De laatste rol wordt eigenlijk steeds belangrijker. Enerzijds door de schaalvergroting van de praktijken en anderzijds doordat het rendement van een praktijk steeds meer onder druk staat. Een tandartspraktijk is daarom steeds meer te beschouwen als een bedrijf en daar horen bedrijfskundige keuzes bij.
Groei
Bij een kleine praktijk hebben we vaak te maken met een platte organisatie en de primaire processen staan dan centraal. De praktijkhouder heeft dan vooral de rol van tandarts en staat organisatorisch op dezelfde lijn als de andere medewerkers binnen de praktijk. Naarmate een praktijk groter is, wordt het besturen ervan steeds belangrijker en is het ook verstandig om het managen over te laten aan meerdere personen. Groei van de praktijk uit zich onder meer door het aannemen van extra personeel. Als het aantal medewerkers het aantal van 10-12 overschrijdt, start men vaak met het aannemen van niet tandheelkundig ondersteunend personeel. Vaak wordt het team als eerste uitgebreid met de (staf)functie van praktijkmanager. Daar wordt vaak (te) lang mee gewacht, maar als deze eenmaal het team komt versterken, valt er vaak een last van de schouders van de praktijkhouder. Het blijkt de investering meer dan waard.
Praktijkmanager In het algemeen gehanteerde functieprofiel van praktijkmanager staat dat het algemene doel van de functie van praktijkmanager is het aansturen van alle medewerkers van de praktijk en het coördineren en optimaliseren van de interne bedrijfsvoering. De praktijkmanager ontvangt hiërarchisch leiding van, stemt de werkzaamheden af met en rapporteert aan de werkgever.
Aan de praktijkmanager worden meerdere aandachtsgebieden toegewezen, (waarvan delegatie mogelijk is naar andere medewerkers) zoals personeelsmanagement, kwaliteit, contacten met zorgverzekeraars, administratieve organisatie, logistiek proces, facilitair, ICT, huisvesting en beveiliging. De praktijkmanager verricht geen werkzaamheden die te maken hebben met de klinische cliëntenbehandeling (primaire proces).
Of een praktijkmanager het team komt versterken en zo ja, wanneer, hangt af van een aantal factoren:
1. De toekomstplannen
Belangrijk is dat er op basis van het beleid keuzes gemaakt worden voor het eventueel aannemen van extra medewerkers. Indien er ambities zijn om op korte termijn zorg te dragen voor een veel groter patiëntenbestand, is een praktijkmanager onmisbaar.
2. De gewenste stoeltijd
Een praktijkmanager zorgt op managementniveau voor ontlasting en ondersteuning waardoor (weer) meer tijd over is om aan de stoel te staan. De meeste tandartsen hebben bewust voor het vak van tandarts gekozen en willen dan ook hier hun geld mee verdienen. Dan is een keuze voor een praktijkmanager een logische.
3. Managementcapaciteiten
Niet geheel onbelangrijk is de vraag of de praktijkhouder een geboren leider is of niet en zich prettig voelt in de rol van manager. Indien de praktijkhouder het overwicht dreigt te verliezen en zijn aansturende rol niet (meer) aankan, is het ook tijd om eens na te denken over het aannemen van iemand die deze capaciteiten wel bezit. Het valt niet altijd mee om dit te erkennen, maar zo heeft iedereen zijn kwaliteiten. Een goede praktijkmanager beschikt wel over deze vaardigheden en dan is het probleem daarmee opgelost.
4. Financiële situatie
Het aannemen van een praktijkmanager is een grote investering (het gemiddelde jaarsalaris bedraagt 36.000 bruto, bron: Adviessalarisschalen KNMT 2016) en de financiële situatie van de praktijk moet dit wel toelaten en gezond zijn. Een goede accountant kan een handje helpen bij het bepalen of het aannemen van een praktijkmanager verantwoord en rendabel is.
Organisatiestructuur
Een praktijk is een organisatie en heeft dan ook een zogenaamde organisatiestructuur. De organisatiestructuur is de wijze waarop taken binnen een organisatie zijn verdeeld en de wijze waarop vervolgens afstemming tussen (deel)taken tot stand is gebracht. In een organisatiestructuur zijn ook de hiërarchische verhoudingen zichtbaar. De organisatiestructuur kan in kaart worden gebracht of gevisualiseerd in een organisatieschema, organogram of organigram (deze drie benamingen zijn correct en worden naast elkaar gebruikt in de organisatiekunde).
Het organigram van een relatief eenvoudige en kleine mondzorgpraktijk, kan als volgt er uitzien. Bekijk vergrote versie
Hierbij is de praktijkmanager niet direct verticaal onder de praktijkhouder geplaatst is. Hiermee wordt zichtbaar gemaakt dat de praktijkmanager wel leiding ontvangt van de praktijkhouder, maar niet deel uitmaakt van het tandheelkundig team. De praktijkmanager heeft een staf- of adviesfunctie en dit is zichtbaar doordat deze functie schuin onder de eindverantwoordelijke, de praktijkhouder is geplaatst.
De organisatiestructuur van de ketens – waarvan het aantal snel toeneemt – is uiteraard wat complexer dan van een gemiddelde tandartspraktijk. Een managementteam of directie is op één locatie (vaak tevens de hoofdpraktijk) aanwezig en stuurt de praktijken aan die op meerdere locaties gevestigd zijn.
In het organigram is zichtbaar dat er diverse afdelingen zijn geformeerd en dat de ondersteunende afdelingen ook weer opgedeeld zijn op basis van het type ondersteuning. Dat de manier van werken anders is dan die in een kleinschalige is logisch. De ene tandheelkundig medewerker voelt zich thuis in een simpele en kleine praktijk en een andere gedijt beter in een complexe ketenstructuur. De toekomst zal uitwijzen welke opzet het zal overleven en de tandheelkundige markt zal domineren.
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.