Tuchtrecht: Wat je niet ziet, hoef je ook niet te behandelen

Klager is tien jaar patiënt geweest in de omvangrijke praktijk van de tandarts (tussen 1997 en 2010 ongeveer 7.000 patiënten). Hij verwijt de tandarts dat hij zijn vulling onjuist heeft aangebracht, een kroon onjuist heeft geplaatst en de praktijkvoering van de tandarts ondermaats was.

Het college stelt vast
Het college stelt vast dat de vulling van de patiënt meerdere keren afbrak en eruit viel. Dit had volgens het college moeten leiden tot enige zelfreflectie bij de tandarts waarvan niets is gebleken. Ook zijn de herstelbehandelingen niet genoteerd op de patiëntenkaart. Daarnaast had de tandarts niet over mogen gaan tot het plaatsen van de kroon omdat röntgenfoto’s zouden uitwijzen dat er sprake was van een afwijking in de wortelpunten, wat hij niet met de patiënt heeft besproken.

‘Wat je niet ziet, hoef je ook niet te behandelen’
Ten aanzien van de omvang van de praktijkvoering stelt de tandarts dat hij
welbewust en weloverwogen gekozen heeft voor een zogenaamd ‘afwachtend beleid’, waarbij hij ‘weinig controle-röntgenfoto’s maakte. Ook is de tandarts van mening dat ‘wat je niet ziet, je ook niet hoeft te behandelen’. Het college merkt daarover op dat een praktijk van grote omvang geen excuus vormt voor het niet naleven van diens verantwoordelijkheid om goede tandheelkundige zorg te verlenen aan patiënten. Wanneer de tandarts een (te) grote praktijk dreef, dan had hij de patiënt niet in behandeling moeten nemen. Tot slot kon de tandarts ook niet aantonen dat hij zichzelf gedurende de jaren had bijgeschoold. Al met al werd geoordeeld dat de tandarts in strijd heeft gehandeld met de zorg die hij ten opzichte van de patiënt behoorde te betrachten zoals bedoeld in art. 47 (lid 1 ) van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.

Berisping op dezelfde dag
Nu de tandarts op dezelfde dag als de behandeling van de onderhavige procedure al berispt was (in een procedure die was aangespannen door de echtgenote van klager) volgt enkel een waarschuwing in dit geval.

Leerpunten
Papier is geduldig. Zorg derhalve dat u uw dossier op orde heeft. Noteer (herstel)behandelingen, maak controlefoto’s en houd bij wanneer u bijscholing heeft genoten (aard, omvang en het aantal bestede uren) en onthoud u – zeker tijdens een zitting van het tuchtcollege – van uitspraken die wijzen op struisvogelpolitiek.

Bekijk hier de uitspraak

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Bekijk hier ook eerdere Tuchtrechtuitspraken

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Geld

Vergeet de aanzegging niet bij tijdelijke arbeidscontracten

Per 1 januari 2015 zijn werkgevers verplicht bij contracten van een half jaar of langer de arbeidsovereenkomst één maand van te voren aan te zeggen. Zo maak je aan de werknemer duidelijk of het dienstverband verlengd wordt dan wel beëindigd wordt. Verzuimt u als werkgever hierin, dan kan een werknemer een schadevergoeding van maximaal één maandsalaris vorderen. Voorkom deze boete en administratieve rompslomp.

De aanzegplicht is een nieuwe administratieve last die werkgevers wordt opgelegd. Arbeids-overeenkomsten voor bepaalde tijd van een half jaar of langer, hebben een aanzegtermijn van één maand. Aanzeggen is niet hetzelfde als opzeggen. In de aanzegging geef je als werkgever aan of de arbeidsovereenkomst wordt verlengd of wordt beëindigd. Wordt de arbeidsovereenkomst verlengd, dan bevat de aanzeggingsbrief ook de voorwaarden waaronder de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet. Verzuimt u als werkgever de arbeidsovereenkomst aan te zeggen, dan kan de werknemer binnen twee maanden een vordering van maximaal één maandsalaris instellen bij de kantonrechter.

Voorkom onnodige boetes
In de praktijk blijken vooral kleine bedrijven het aanzeggen te vergeten. Het is dus zaak om actie te ondernemen. Uw salarisadministrateur kan u helpen boetes te voorkomen. In het salarispakket bestaat vaak de mogelijkheid voor zowel u als voor het accountantskantoor om arbeidsovereenkomsten vast te leggen. Hiermee kan tijdig gesignaleerd worden wanneer een aanzeggingsbrief opgesteld dient te worden. Maak met uw salarisadministrateur afspraken hierover en voorkom onnodige boetes.

Ziekteverzuim
Er is nog een ander risico. Soms wordt de mededeling aan de werknemer dat er geen sprake zal zijn van een contractverlenging, zo lang mogelijk uitgesteld. Dit om te voorkomen dat de medewerker niet meer gemotiveerd is in de laatste weken van het dienstverband en eventueel ziekteverzuim tegen te gaan. Dit laatste kan ook gevolgen hebben voor de premies die u als werkgever betaalt. Werkgevers met een brutoloonsom van meer dan € 314.000 gaan namelijk een hogere premie betalen als een werknemer ziek uit dienst gaat. U zult dus per geval een afweging moeten maken hoe hiermee om te gaan.

Door: Alfa Accountants en Adviseurs

Lees meer over: Ondernemen, Personeel

Tariefsdaling in 2015: 11 tips voor het verhogen van uw rendement

Een tariefsdaling van 5,15% in 2015 heeft grote impact op de winst van een praktijk. Als u niets verandert in uw praktijk, zal de tariefsdaling al snel een winstdaling van ruim 10% betekenen. Het advies om uw rendement te verhogen is efficiënter werken. In dit artikel geven we u 11 concrete tips om efficiënter te werken zonder dat de kwaliteit van uw zorg achteruit gaat.

11 tips
Als u altijd hetzelfde blijft doen, zult u ook hetzelfde krijgen. Met deze tips kunt u concreet en direct verbeteringen in uw praktijk doorvoeren gericht op het verhogen van uw rendement. Sommige tips staan op zichzelf. Houd er rekening mee, dat andere niet op zichzelf staan maar juist aan elkaar gerelateerd zijn.

1. Bewust met tijd omgaan
Dit punt komt in diverse andere tips ook terug. Tijd is voor een tandarts schaars en daarmee dient u bewust om te gaan. Eenmaal verloren tijd kan nooit meer teruggehaald worden. Bedenk bijvoorbeeld eens goed hoe lang u (onnodig) met patiënten praat over randzaken.

2. Focussen op een volle agendabezetting
Binnen de afgesproken tijd voor het behandelen van patiënten (bijvoorbeeld tussen 8.00 en 12.00 uur en tussen 13.00 en 17.00 uur) dient u te streven naar een maximale bezetting. Met een ruim patiënten aanbod gaat dit veelal goed op de lange en middellange termijn. Maar op de korte termijn vaak wat minder. Maak uw balie verantwoordelijk voor het opvullen van lege plekken in de agenda door patiënten die afbellen of niet komen opdagen.

3. Werken met een tray systeem
Gedurende de tijd tussen behandelingen worden geen patiënten behandeld en is de behandelkamer niet productief. De uitdaging is om deze tijd dan ook zo kort mogelijk te maken. Door gebruik te maken van een tray systeem wordt het aantal handelingen gereduceerd en zodoende de opruim- en voorbereidingstijd verkort.

4. Werken op meerdere kamers
Gedurende de tijd tussen behandelingen kan een tandarts (werkzaam op één behandelkamer) geen patiënten zien. Dit is dus ‘verliestijd’. Een agendaplanning over meerdere behandelkamers draagt ertoe bij dat een tandarts na een behandeling direct een volgende behandeling kan starten in een andere behandelkamer. De verliestijd van de tandars wordt hiermee beperkt.

5. Geen koffiepauzes tussendoor nemen
Pauzes gedurende de ochtend of middag halen het team uit haar ‘flow’. Het hele ‘productieproces’ wordt stilgelegd voor een gezamenlijke kop koffie om 10.00 uur. Het stoppen en weer opstarten kost in de praktijk veelal meer dan alleen de gereserveerde pauzetijd. Het bundelen van de werkzaamheden met daartussen een grote lunchpauze (bijvoorbeeld van 8.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 17.00 uur) is veel efficiënter.

6. Werk delegeren aan (preventie)assistenten
Nogmaals, de verliestijd van de tandarts dient te worden gereduceerd. Werkzaamheden of handelingen die de tandarts uitvoert, terwijl die kunnen worden gedelegeerd aan een niet-tandarts, is ook een vorm van verliestijd.

Lees ook Taakdelegatie: wat mag en wat niet?

7. Gebruik maken van een blokplanning
Met het opzetten van een blokplanning wordt de dag volgens een vaste structuur opgebouwd. Dit levert een gevarieerde planning op, wat de dag levendig houdt, maar ook rust en regelmaat geeft. De grote uitdaging van een blokplanning is voor de balie assistente om afspraken alleen binnen de aangegeven blokken te plannen. En zodoende het belang van een goede planning boven het belang van de patiënt (“Ik wil per se om 8.00 uur een afspraak”) te stellen. Dit vereist overigens goede communicatieve vaardigheden bij de balie, wat direct het succes van de blokplanning bepaalt.

8. Behandelplannen aanbieden aan patiënten zonder persoonlijke drempels
De tandarts diagnosticeert en stelt het behandelplan op. In de praktijk wordt de inhoud van behandelplannen ook vaak bepaald, doordat de tandarts denkt te weten wat de grootte van de portemonnee van de patiënt is. Hiermee wordt bedoeld, dat behandelplannen vaak worden teruggeschaald (“Want dat kan de patiënt vast niet betalen…”). Tandartsen ontnemen zichzelf vaak werk, doordat zij zichzelf onnodig deze drempel opleggen.

9. Afspraken ‘krap’ inplannen
Een behandeling duurt vaak zo lang als dat ervoor gepland is. Oftewel, het werktempo varieert naar de beschikbare tijd. Door afspraken ‘krap’ in te plannen stuur je direct al op een hoger werktempo. Dit betekent niet dat je de hele dag op je tenen moet lopen, maar wel dat er lekker wordt doorgewerkt. Wat overigens de meeste mondzorgverleners ook juist graag willen.

10. Agenda niet laten leiden door controles
Een dag is bij voorkeur gevuld met een gevarieerd aanbod van behandelingen. Regelmatig zijn agenda’s ook gevuld met veel periodieke controles. Zo’n dag werkt niet prettig en is niet rendabel. Een dag vol met controles voorkomt daarnaast vaak ook, dat langere behandelingen niet op korte termijn ingepland kunnen worden. Net als bij het inruimen van een volle kofferbak voor de vakantie, is het meest efficiënt om met de grotere onderdelen te beginnen.

11. Meten is weten
Alleen als u bewust omgaat met uw financiële resultaten kunt u daadwerkelijk beoordelen of bovenstaande veranderingen tot een verhoogd rendement leiden. De elfde en belangrijkste tip is dus om vanaf nu uw omzet resultaten op dagbasis te gaan bijhouden, zodat u de doorgevoerde verbeteringen kunt evalueren en kunt bijsturen.

Door: Sjoerd Kuiken (Kuiken Praktijkmanagement) en Verry van Rossum van het PDI Business Model verzorgen voor praktijken en I-Qual groepen de sessie ‘Veranderingen bieden ook kansen’ gericht op het verhogen van het rendement in de praktijk.

Lees meer over: Financieel, Ondernemen

Verbeterpunt: helixtest bij sterilisatiebatch

Om te leren van ervaringen van andere mondzorgprofessionals belicht Petra van der Zwan van Invert Innovatie Management een verbeterpunt uit een praktijk. Wat ging er niet helemaal volgens plan, de wetten of regels en wat leren we hiervan? Het verbeterpunt: helixtest bij iedere sterilisatiebatch van de autoclaaf.

Verbeterpunt
Volgens het protocol ‘Sterilisatie en desinfectie instrumentarium’ moet er een helixtest uitgevoerd worden bij iedere sterilisatiebatch van de autoclaaf. Eén van de medewerkers die verantwoordelijk is voor het beheer van het autoclaaflogboek is een paar dagen afwezig wegens een cursus. Als hij terugkomt en het boek bijwerkt, ziet hij dat een paar maal de test niet is uitgevoerd. Hij meldt dit tijdens de vergadering.

Corrigerende maatregel
De medewerkers geven toe dat ze een aantal keren door de drukte zijn vergeten de helixstrip in de autoclaaf te plaatsen. Alle medewerkers van de praktijk worden erop gewezen de helixtest uit te voeren indien de autoclaaf aangezet wordt. De assistentes zien in dat ze allen daarvoor verantwoordelijk zijn en niet alleen de beheerder van het logboek. Vanaf dat moment neemt iedere medewerker de verantwoordelijkheid en wordt de test bij iedere batch uitgevoerd. Het is tenslotte belangrijk en een aantoonbaar bewijs voor de inspectie.

Door: Petra van der Zwan. Zij adviseert tandartspraktijken op het gebied van kwaliteitsmanagement, wet- en regelgeving, praktijkmanagement en Lean oplossingen en is Lead Auditor kwaliteitsmanagementsysteem ISO-9001

Lees meer over: Management, Ondernemen

Tuchtrecht: Aanraken en (laten) uitkleden is niet passend ongeacht op wiens initiatief

Centraal Tuchtcollege voor de gezondheidszorg c2014.156 ECLI:NL:TGZCTG:2015:11

Wat was het geval?
De patiënte was kort voor het tandartsbezoek gevallen. De tandarts had ervaring met een gebrekkige dossiervorming richting een verzekeraar en wilde de patiënte daarom helpen met deze kwestie. Op zijn initiatief maakte de tandarts foto’s van de patiënte, waarop letsel op het gelaat, de armen, de benen en een bil van de patiënte waren vastgelegd en de patiënte had zich ten behoeve van de fotosessie – volgens de klacht – zelfs van haar ondergoed moeten ontdoen. Het Regionaal en het Centraal Tuchtcollege gaan uit van de zelfde vaststaande feiten en komen tot het oordeel dat de tandarts grensoverschrijdend en seksueel intimiderend gedrag heeft vertoond. Daarbij speelt in beide gevallen een rol dat:

  • de tandarts niet van zijn aanpak was teruggekomen toen de betreffende patiënte hem vroeg of het maken van foto’s van haar algehele letsel eigenlijk wel noodzakelijk was;
  • de assistente in het bijzijn van de patiënte vroeg of het niet primair tot de taak van de huisarts behoort om (het onderhavige) letsel vast te leggen nu zich dat niet in de hoofdhalsgebied bevond;
  • de tandarts niet tot inkeer kwam en vervolgens zelfs de assistente wegstuurde;
  • de opmerking tegen de patiënte maakte: “Je bent een hele mooie vrouw, dat weet je zelf ook al”,ook al had de tandarts daarmee de bedoeling om de patiënte gerust te stellen.

Berisping
Beide tuchtcolleges oordelen uiteindelijk dat dat de tandarts in strijd heeft gehandeld met de norm van goed hulpverlenerschap (art.7:454 BW) en legden de tandarts de maatregel van een berisping op.

Bekijk hier de uitspraak.

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Bekijk ook eerdere Tuchtrechtuitspraken

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving

Overdracht tandartspraktijk: een goede voorbereiding is het halve werk

Bent u voornemens om binnen drie tot vijf jaar uw praktijk over te dragen? Start dan op tijd met de voorbereidingen om de praktijk ‘verkoopklaar’ te maken. Hoe pakt u dat aan?

Verwacht niet dat kopers in de rij staan. Op dit moment komen er jaarlijks ongeveer 300 mondzorgpraktijken in de verkoop. Er studeren jaarlijks minder tandartsen af. Het tekort wordt aangevuld met tandartsen uit het buitenland. Dus de kopers hebben het voor het uitkiezen.

Voorbereiding
Wilt u in één keer overdragen of geeft u de voorkeur aan een geleidelijke overdracht waarbij u in de verkochte praktijk blijft meewerken? Bedenk wat u na de overdracht gaat doen. Raadpleeg de beroepsorganisatie voor relevante informatie over praktijkoverdracht en neem deel aan de regelmatig door hen georganiseerde seminars over dit onderwerp. Laat u informeren over wat u te wachten staat, zodat u weet wat er op u afkomt. Betrek vooral ook uw partner in het hele proces. Maak een tijdschema, plan zaken zodat u er naar toe kunt groeien en geef daar verdere invulling aan.

Kopers zijn selectief
Maak de praktijk aantrekkelijk voor de kandidaat koper. Dat betekent dat u een duidelijk beeld dient te schetsen van wat u te koop aan biedt. Zaken als praktijklocatie, aard van het gebouw en de indeling daarvan. Wat is de staat van de aanwezige praktijkinventaris, is er sprake van meervoudige bezetting, zijn er uitbreidingsmogelijkheden? Omgevingsfactoren zoals de opbouw van de wijk, positie van collega’s zijn ook van belang. Een koper selecteert in eerste aanleg op de typering van de praktijk.

Praktijkgegevens
Zaken als patiënten opbouw, verrichtingen en omzet zijn slechts een aspect. Een koper zal willen weten welke praktijkkosten hij of zij kan verwachten. Dus uw jaarrekening dient tijdig beschikbaar te zijn. Is uw praktijkpand eigendom? Laat het dan taxeren door een makelaar die ervaring heeft met praktijkpanden en laat ook de praktijkinventaris door een deskundige taxeren.

Contracten
Alle lopende contracten worden ter beschikking gesteld. Met name arbeidsovereenkomsten, huurcontracten maar ook lopende contracten van telefoon, internet, website etc. kunnen mee over gaan. Lopende arbeidsovereenkomsten gaan van rechtswege over, het huur- en de overige contracten (meestal) niet. Wanneer de koper onder dezelfde condities het huurcontract over wenst te nemen dient de verhuurder daarmee in te stemmen middels een zogenaamde indeplaatsstelling.

Financiële en fiscale gevolgen
Niet onbelangrijk: is er na verkoop voldoende geld beschikbaar om van een financieel onbezorgde oude dag te kunnen genieten? De praktijkbeëindiging wordt fiscaal aangemerkt als een staking. Dat betekent dat de stakingswinst wordt berekend aan de hand van de stakingsbalans. Het verschil tussen de verkoopopbrengst en de boekwaarde is stakingswinst. U hebt de keus om daarover direct af te rekenen. Mogelijk is het fiscaal aantrekkelijk om een deel van de winst om te zetten in toekomstig inkomen in de vorm van een lijfrente uitkering. Inventariseer de mogelijkheden. Voor sommige fiscale tegemoetkomingen geldt vaak een driejaarstermijn.

Gesprek met potentiële kopers en onderhandelingen
Voer een eerste gesprek zonder adviseurs in huiselijke kring. Kijk of u van mening bent dat de kandidaat past bij uw praktijk. Praat niet over geldzaken, maar over hoe u praktijk voert en wat de verwachtingen daarvan bij de kandidaat koper zijn. Bij overdracht aan een organisatie (keten) wordt meestal verwacht dat u nog enige tijd werkzaam blijft. Stem die verwachtingen en de invulling daarvan goed af.

Denkt u een geschikte kandidaat te hebben gevonden dan is het meestal niet efficiënt om zelf de onderhandelingen te voeren. U hebt hier onvoldoende ervaring mee en bent vaak ook emotioneel (te) betrokken. Laat het over aan, of doe het in ieder geval samen met, een professional.

Door: Mr. M.C.M. (Rinie) Roosen, BDO Belastingadviseurs te ’s-Hertogenbosch, tel 073-6405701, rinie.roosen@bdo.nl

Lees meer over: Management, Ondernemen

Welke vergadertypes komt u tegen?

De praktijkvergadering zorgt voor de noodzakelijke teambuilding, duidelijkheid over lopende zaken en dient vele andere doelen. Het gebeurt echter maar al te vaak dat er situaties ontstaan die zorgen voor tijdverspilling doordat bepaalde medewerkers het overleg verstoren. Welke 10 ‘stoorzenders’ zijn er?

 

1. De tijdnazi kijkt meer op de klok en naar de planning dan dat hij let op de inhoud van het overleg. Als na een lange inleiding de essentie aan bod komt, is het belangrijk om dan niet plots het onderwerp af te breken omdat het volgende onderwerp op de agenda staat.
2. De brug-stond-open-medewerker komt altijd te laat en vaak met een smoes. Zo zorgt dit voor een irritante onderbreking en moet een samenvatting van de reeds besproken onderwerpen de revue passeren voordat het overleg weer hervat kan worden.
3. De sloper die altijd goede ideeën van andere teamleden afschiet.
4. De lange-tener kan er niet tegen dat hij ergens op aangesproken wordt.
5. De verstrooide professor die hopeloze plannen oppert.
6. De ratelaar die maar oneindig door blijft praten totdat iemand hem onderbreekt.
7. De dictator luistert slecht, tenzij het zijn ingebrachte onderwerp betreft want dan eist hij alle aandacht.
8. De zitzak die totaal geen bijdrage levert en met andere zaken bezig is.
9. De horror-notulist die steeds de vergadering afbreekt omdat dit type het niet kan bijbenen met notuleren.
10. De lijder die eigenlijk de leiding van het overleg heeft maar niet over deze vaardigheid beschikt.

Dus…wees waakzaam voor deze types, laat ze niet de overhand krijgen en haal het onderste uit de vergaderkan tijdens de kostbare werkuren.

Door: Petra van der Zwan van Invert Innovatie Management

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen
geld

Sensationele service? Sensationele opbrengst!

Het kost meer tijd, zorg en aandacht voor details, maar sensationele service heeft ook een sensationele opbrengt. Bedrijven met een zeer goede service maken 29% winst, terwijl bedrijven met een standaard service slechts 13% winst hebben.

Patiënten behouden levert geld op
Succesvolle bedrijven zorgen er ook voor hun klanten of patiënten te behouden. Nieuwe patiënten aantrekken kost namelijk zes tot zeven keer zoveel geld als het behouden van patiënten. Nieuwe patiënten besteden ook nog minder. De kans op behandeling/verkoop bij nieuwe klanten is 5-20%. Bestaande patiënten die je vertrouwen leveren een kans van 60 tot 70% kans op verkoop.



Nieuwe diensten en technieken
Gemiddeld of voldoende zijn is niet iets wat patiënten aantrekkelijk vinden en het trekt ook niet meer patiënten. Verwachtingen nemen toe en al gauw is uw service onvoldoende. 86% van de Britten verwachten een betere service dan vijf jaar geleden. En zelfs in tijden van recessie blijkt men bereid te betalen voor nieuwe diensten en technieken. Dat berichten onder meer zelfstandige tandartsen.

Positieve feedback
Positieve feedback genereren vraagt om een bijzonder ervaring van uw patiënt. Zorg dus dat patiënten niet alleen een naam op een terugbellijst worden. Wanneer een Britse patiënt zich niet gewaardeerd voelt, klaagt men niet maar verlaat in 80% van de gevallen wel de praktijk.

Bron: Dentistry 

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkinrichting

Claim ex-tandarts tegen IGZ afgewezen

De praktijk van tandarts Van der Meulen uit Assen is terecht gesloten door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). De Raad van State bepaalde dit in een zaak die door de tandarts was aangespannen, meldt Het Dagblad van het Noorden.

In juni vorig jaar oordeelde de rechter dat de sluiting van de tandartspraktijk door de IGZ terecht was. De tandarts vocht toen de sluiting van zijn praktijk in 2011 aan. Van der Meulen vocht de sluiting van zijn praktijk vervolgens aan bij de Raad van State. Hij eiste ook een miljoen euro schadevergoeding van de IGZ voor naamsbeschadiging. Beide eisen zijn afgewezen.

Volgens de Raad van State heeft de inspecteur direct na het inspectiebezoek de uitkomst bekend gemaakt en de tandarts had zelf tot vrijwillige sluiting kunnen overgaan. “Dan was openbaarmaking van het sluitingsbevel voorkomen. Dat heeft hij niet gedaan. De schade die hij stelt te hebben geleden als gevolg van de openbaarmaking komt dan ook voor zijn eigen rekening”.

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Protocollen: nut en noodzaak of onzin?

Binnen de mondzorg wordt de laatste jaren veel gesproken over het bijna magische woord ‘protocollen’. Zo wordt mij regelmatig de vraag gesteld een protocollenmap op te stellen voor de praktijk, waarbij de aanwezigheid van protocollen wordt gezien als het noodzakelijk einddoel. Is het opstellen van protocollen een onzinnige en overbodige exercitie of juist nuttig voor praktijken? In dit artikel een uiteenzetting van het nut, de noodzaak en de onzin van protocollen.

Protocollen als einddoel
Volgens Wikipedia is een protocol een (gedrags)overeenkomst, meestal in de vorm van een aantal uit te voeren stappen. De eisen vanuit een richtlijn – bijvoorbeeld de WIP-richtlijn –  dienen praktijken te vertalen naar de eigen situatie door de interne afspraken en -werkwijze te beschrijven. Dit heeft als doel een werkwijze te beschrijven conform de eisen uit de richtlijn of beargumenteerd afwijkend van de richtlijn. Het gebruik van protocollen is dus een middel, dat een werkwijze overeenkomstig de richtlijn, of beargumenteerd afwijkend, als eindresultaat oplevert. Het intern opstellen van protocollen levert onder andere de volgende voordelen op:

  • Eenvoudig beoordelen / spiegelen van de bestaande werkwijze in relatie tot de richtlijn
  • Uniforme werkwijze in de praktijk
  • Duidelijke interne afspraken op papier
  • Eenvoudig instrueren van (nieuwe) medewerkers

Tips
Het is onzinnig om standaard protocollen aan te schaffen en die vervolgens in de kast te zetten. Hiermee wordt het beoogde eindresultaat (een werkwijze overeenkomstig de richtlijn) niet behaald. De volgende tips dragen wel bij om dit resultaat te behalen:

  1. Werk protocollen zelfstandig uit
    Werk protocollen zelfstandig uit, eventueel op basis van gestandaardiseerde protocollen als startpunt. De uitdaging hierin is de interne afspraken niet te algemeen, maar ook niet te gedetailleerd op te schrijven. Detaillering is vereist bij risicovolle handelingen of situaties en daarnaast kunnen algemene bewoordingen op zijn plaats zijn als eigen verantwoordelijkheid of vrijheid van handelen gevraagd wordt.
  2. Beoordeel werkwijze
    Beoordeel achteraf de eigen werkwijze, zoals vastgelegd in protocollen, periodiek door zelf toetsingen uit te (laten) voeren. Als gevolg van ‘blinde vlekken’ voor de eigen organisatie komen op deze manier vaak verbeterpunten naar boven.
  3. Laat inhoud terugkomen
    Laat de inhoud van de protocollen periodiek terugkomen tijdens werkoverleggen om de afspraken en werkwijze verder aan te scherpen en de uniformiteit te bewaken.
  4. Beoordeel inhoud
    Beoordeel de inhoud van de protocollen periodiek (bijvoorbeeld twee keer per jaar), omdat de werkwijze of geldende eisen ook in de tijd kunnen veranderen.
  5. Nieuwe medewerkers
    Gebruik de protocollen actief bij het inwerken van nieuwe medewerkers. De indiensttreding van nieuwe medewerkers is het moment om de voordelen van protocollen te effectueren. Een uitgebreid inwerkprogramma draagt hier verder aan bij.

Conclusie
Protocollen zijn zeker nuttig en op sommige punten zelfs noodzakelijk. Echter, het gebruik van protocollen is altijd het middel en nooit het doel op zich. Door gebruik te maken van bovengenoemde tips wordt voorkomen dat het hebben van protocollen als einddoel wordt gezien, want dat is een onzinnige exercitie.

Door:
Sjoerd Kuiken – Sjoerd Kuiken (http://kuikenpraktijkmanagement.nl) adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van wet- en regelgeving, financieel gezonde praktijkvoering en ISO / HKZ kwaliteitmanagementsystemen.

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkinrichting

Tuchtrecht: Tandarts-implantoloog had problemen voorgestelde behandeling moeten voorzien

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Amsterdam (nr.029T/2013)
(ECLI:NL:TGZRAMS:2014:114)

Niet realiseerbaar
Klager heeft zich in verband met klachten aan het bovengebit c.q. de bovenkaak gewend tot een tandarts-implantoloog. Deze adviseerde klager – vanwege de geringe hoogte van het kaakbot – een bottransplantatie voordat implantaten konden worden aangebracht. Uit de röntgenfoto’s bleek dat er sprake was van een uitgebreid botverlies in de bovenkaak. Klager heeft, voorafgaand aan de behandeling, een behandelovereenkomst ondertekend, waarbij zij in algemene zin is gewezen op de diverse mogelijke complicaties. Toch verwijt klager verweerder dat hij een behandeling aan de bovenkaak van klaagster heeft uitgevoerd, waarvan hij had moeten weten dat die niet realiseerbaar was.

Risico’s niet besproken, behandelplan ontbreekt
Het College stelt allereerst vast dat pas op de dag van de eerste behandeling klager ter ondertekening een verklaring voorgelegd heeft gekregen met daarin de algemene risico’s die aan een chirurgische behandeling verbonden zijn. De specifieke risico’s voor klager ontbraken daarin en ook uit de verklaringen van de ter zitting gehoorde getuigen, blijkt niet dat die risico’s zijn besproken. Bovendien ontbreekt een behandelplan. Dit alles acht het College verwijtbaar, nu er een combinatie van negatieve factoren was die een behandeling van klager complex maakte. Zo was er sprake van een geringe hoogte, slechte kwaliteit van het bot in de bovenkaak en slechte mondhygiëne. Bovendien rookte klager twee pakjes sigaretten per dag. Dit alles maakte dat met de door verweerder bedachte behandeling, het aanbrengen van korte implantaten in de bovenkaak, in redelijkheid niet kon worden begonnen. Weliswaar heeft verweerder een inspannings- en geen resultaatsverplichting, maar dat laat onverlet dat hij niet met de behandeling behoort te beginnen waarvan hij als redelijk behandelend en redelijk bekwaam tandarts had kunnen voorzien dat deze tot problemen zou leiden. Op grond hiervan wordt het klachtenonderdeel gegrond verklaard, met oplegging van de maatregel van een berisping.

Bekijk hier de uitspraak.

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Team

Medewerkerstevredenheidsonderzoek: waarom en hoe?

Uw medewerkers bepalen het succes van uw praktijk en vormen het visitekaartje. Als medewerkers zich prettig voelen, stralen ze dat ook uit en dat heeft weer invloed op hun handelen en communiceren wat de patiëntentevredenheid ook weer ten goede komt. Indien uw medewerker zich prettig voelt in de praktijk, heeft dit ook een positieve weerslag op het ziekteverzuim. Het is dan ook van groot belang dat regelmatig getoetst wordt of uw medewerker tevreden is.

Medewerkstertevredenheidsonderzoek
Het medewerkerstevredenheidsonderzoek is een evaluatie waarvan de resultaten input geven voor de verbetercyclus van de praktijk. Voor (borging van) ISO- of HKZ-certificering is het regelmatig verrichten van het onderzoek dan ook verplicht. Door het onderzoek met een vaste frequentie uit te voeren, wordt ook zichtbaar of de medewerkerstevredenheid positief beïnvloed wordt door de verbetermaatregelen.

Doel
Het is wel belangrijk dat het onderzoek wordt opgesteld met een specifiek doel. Zo kan na een verbouwing eens getoetst worden of de medewerker zich prettig voelt in de verbouwde praktijk, of de sfeer goed is en of de medewerker zich veilig voelt. Het is praktisch om de evaluatie te koppelen aan het reflectie- of functioneringsgesprek.
Het functioneren van een medewerker wordt mede beïnvloed door de medewerkerstevredenheid, dus is het goed om beide componenten in het individuele gesprek aan bod te laten komen.

Vragenlijst
Ter voorbereiding van het reflectiegesprek, kan de medewerker een vragenlijst invullen. In het gesprek kunnen deze onderwerpen aan bod komen, waarna er een kort verslag wordt gemaakt dat na tekening voor akkoord opgenomen kan worden in het personeelsdossier.

Meer tevredenheid
In grote lijnen kan de tevredenheid van de medewerkers positief beïnvloed worden door:

  • Tonen van interesse
    Het uitvoeren van een medewerkerstevredenheidsonderzoek heeft al een positief effect. De medewerker voelt zich daardoor gehoord. Vanzelfsprekend is het van belang dat naast het toetsen in het onderzoek, ook interesse getoond wordt in de medewerker op een reguliere werkdag.
  • Stimuleren van de ondernemer
    Stimuleer de ondernemer in de medewerker door deze te stimuleren om initiatieven te nemen en mee te denken over een betere praktijkvoering en zorgverlening. Een voorwaarde is wel dat de medewerker dan beschikt over passende bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
  • Duidelijke communicatie
    Voor een goed en prettig functioneren is het belangrijk dat de medewerker weet wat er van hem verwacht wordt. Een duidelijk functieprofiel kan hierbij helpen en ook afspraken hoe de werkzaamheden verricht moeten worden, deze eventueel beschreven in protocollen.
  • Benutten van talenten
    Zorg ervoor dat een medewerker zich kan ontwikkelen en dat talenten zo benut worden. Talenten kunnen eventueel ondersteund en ontwikkeld worden door in- of externe training en opleiding.
  • Monitoren van de werkdruk
    Niemand is er bij gebaat dat medewerkers overbelast worden doordat de werkdruk te hoog is door een slechte werkverdeling of onrealistische doelstellingen.
  • Zorgen voor teambuilding
    Indien de medewerker zich deel voelt van een team, zal dit ook de samenwerking en dus de prestaties van het team positief beïnvloeden. Activiteiten ondernemen met elkaar – weg van de reguliere werkplek – zorgt voor een hecht team.
    Een ‘teamuitje’ is hiervoor zeer geschikt.
  • Bieden van een passende beloning
    Indien een medewerker zijn werk goed doet, mag hij daar voor beloond worden. Bied een salaris dat marktconform is en zorg ervoor dat mensen met dezelfde functie binnen de praktijk een vergelijkbaar salaris krijgen.
  • Tonen van waardering
    Toon waardering als de medewerker goed presteert en hard werkt. Af en toe een schouderklopje bevestigt dat de medewerker van waarde is voor de praktijk en dat motiveert.
  • Goede werkomgeving
    Het is belangrijk dat een medewerker goed en veilig zijn werk kan doen. Zorg ervoor dat units goed onderhouden worden en voor een fijne sfeer door bv. een stemmig behang in de lunchruimte. Het zit hem vaak in de kleine dingen.

Vragenlijst
Het is natuurlijk belangrijk dat de vragenlijst geheel wordt ingevuld om een goede basis te hebben voor het gesprek. Voor een geslaagd onderzoek zijn de volgende zaken van belang:

  • Denk goed na over de vraagstelling. Een positieve, negatieve of neutrale formulering bepalen de ‘toonzetting’ van het onderzoek. Het is daarom van belang om een goede mix te maken van de varianten.
  • Er kunnen open en/of gesloten vragen in het onderzoek worden opgenomen. De open vragen vergen natuurlijk extra ruimte in de vragenlijst, maar het zorgt wel voor extra informatie. In het gesprek kost het ook extra tijd om deze terugkoppeling goed aan bod te laten komen, maar het kan dan juist voor verdieping van het gesprek zorgen.
  • Houd de vragenlijst beknopt. Dit nodigt meer uit tot het beantwoorden dan een uitgebreide lijst, waarvan de helft niet besproken kan worden tijdens het reflectiegesprek.
  • Formuleer de vragen zo, dat er niet aangestuurd wordt op sociaal wenselijke antwoorden. Zo is het ook belangrijk dat de vraagstelling objectief is. Dus niet: “Wat vind je van de mooie nieuwe personeelstoiletten in de praktijk?”.

Open staan
Als praktijkhouder en werkgever is het niet altijd makkelijk om kritische medewerkers te woord te staan. Het naar de zin maken voor iedereen is niet realistisch. Het meest belangrijke is dat de praktijkhouder open staat voor de suggesties en ideeën en echt actie onderneemt naar aanleiding van de feedback. Indien elk jaar dezelfde vragen de revue passeren en de medewerkers ieder jaar dezelfde zaken opmerken, heeft het een averechts effect. De medewerker voelt zich niet serieus genomen en dit bevordert niet de medewerkerstevredenheid. Een gemiste kans!

Door: Petra van der Zwan van Invert Innovatie Management

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkinrichting

Fiscale oudedagsreserve gewijzigd

Vanaf 1 januari 2015 is het maximale bedrag dat u op jaarbasis mag toevoegen aan de fiscale oudedagsreserve verlaagd. Daar staat tegenover dat de toevoeging meer voordeel kan opleveren dan in voorgaande jaren. Wat moet u als ondernemer weten over de FOR?

Fiscale oudedagsreserve

Elke ondernemer die aan het urencriterium voldoet, mag een fiscale oudedagsreserve (FOR) opbouwen. U hoeft dan over een deel van de winst geen inkomstenbelasting te betalen. Ook is uw fiscale inkomen lager. Wel moet er voldoende ondernemingsvermogen zijn en is er een maximum aan de jaarlijkse toevoeging. Over 2015 mag u 9,8 procent van de winst en maximaal € 8.631 toevoegen. In 2014 was dat nog 10,9 procent en € 9.542.

Voordeel toevoeging stijgt
Zoals u ziet dalen de procentuele en maximale toevoeging. Toch kan een toevoeging wel veel geld besparen. De reden daarvan is met name dat meer en meer regelingen inkomensafhankelijk worden. Een fiscaal lager inkomen kan u daarom veel voordeel opleveren. Een aantal voorbeelden van bekende inkomensafhankelijke regelingen zijn:

  • Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.
  • Algemene heffings- en arbeidskorting.
  • Toeslagen en kindgebonden budget.
  • Studiefinanciering studerende kinderen.

Met name bij een winst tussen € 22.000 en € 40.000 kan een toevoeging aan de FOR meer opleveren dan u op het eerste gezicht denkt. In voorkomende situaties kan de daadwerkelijke besparing zelfs stijgen tot meer dan honderd procent van de toevoeging. In de meeste situaties ligt het rond de zestig procent. Een mooi (liquiditeits)voordeel!

Belastinguitstel
Realiseer u wel dat toevoegen aan de FOR slechts de belastingheffing uitstelt. Er is dus geen sprake van een daadwerkelijke pensioenopbouw. Als u stopt met de onderneming, moet u alsnog belasting over de FOR betalen. Maar ook dan zijn er vaak nog mogelijkheden om de heffing naar achteren te schuiven. Ook is het in overleg met uw adviseur bijna altijd mogelijk de vrijval van de FOR zo te plannen, dat u veel minder betaalt dan u heeft bespaard met de toevoegingen.

Energie-Investeringsaftrek

Voor u als ondernemer zijn er diverse fiscale regelingen waar u gebruik van kunt maken, en die u fiscale voordelen kunnen opleveren.
Een regeling is bijvoorbeeld de Energie-Investeringsaftrek (EIA). Deze geeft een extra fiscale aftrek van 41,5% van de investeringskosten in energiezuinige voorzieningen die in aanmerking komen. Als u een nieuwe praktijkruimte gaat bouwen, kunt u bijvoorbeeld denken aan een warmtepompsysteem, zonneboilers, LED verlichting, HR glas, warmteterugwinapparatuur et cetera. Deze energiezuinige investeringen komen voor op de lijst van de EIA, welke bij RvO te vinden is.

Wel belangrijk is om u te oriënteren op de voorwaarden die daar gesteld worden. Zo moet het HR glas bij nieuwbouw een warmtedoorlatingscoëfficiënt hebben van maximaal 0,7 W/m2K.
Voorts is het van belang dat de investeringen gemeld worden via e-herkenning. Dat moet binnen drie maanden nadat de opdracht is gegeven (dus niet factuurdatum!) gedaan zijn.
Het advies is dan ook om uw plannen tijdig door een deskundige te laten toetsen op subsidiemogelijkheden. Soms kunt u met een kleine extra-investering behoorlijke fiscale voordelen behalen!

Door: Lennert Bruil, klantbeheerder bij Alfa Accountants en Adviseurs

Lees meer over: Financieel, Ondernemen

Patiënten binden? Promoot uw praktijk op Instagram

Na Facebook en Twitter kunnen mondzorgpraktijken nu ook het sociale netwerk Instagram gebruiken voor promotie. Wat is Instagram? En hoe gebruikt u het? Mysocialpractice geeft tips voor mondzorgprofessionals.

Instagram in het kort

Op Instagram posten en delen gebruikers foto’s. Dit sociale netwerk verbindt gebruikers met vrienden en bedrijven, net zoals Facebook en Twitter. Alles draait om deze connecties.

Marketingtrends op Instagram

Als mondzorgprofessional kunt u inspelen op de volgende trends:

  • Een fotowedstrijd: nodig uw patiënten uit om foto’s te delen met een hashtag: een herkenningslabel dat u zelf verzint, bijvoorbeeld #mooistelachtandartsBeek. Zo worden foto’s gesorteerd per onderwerp. Beloon één van de gedeelde foto’s met een leuke prijs.
  • Achter de schermen: deel foto’s van zaken die patiënten normaal niet te zien krijgen.
  • Betrek uw patiënten: vraag patiënten toestemming om een foto van hen te posten. Zet er een complimentje erbij en tag de patiënt. Dat wil zeggen: aangeven welke Instagramgebruiker op uw foto staat. Dat doet u door de gebruikersnaam van uw patiënt te verwerken in de beschrijving van de foto.

Tips voor praktijken op Instagram

  1. Maak reclame voor evenementen, zoals een open dag. Post foto’s gedurende het event.
  2. Patiënten zien niet wat er in de kamer naast de behandelruimte gebeurt. Post bijvoorbeeld een foto van het reinigen van instrumenten.
  3. Zet een paar Instagramfoto’s ook neer in uw praktijk. Uw patiënten weten daardoor dat u Instagram gebruikt.
  4. Zet een collega uit de praktijk in het zonnetje. Deel een foto van uw collega met een leuk weetje.
  5. Reageer als iemand u tagged in een foto. Daarmee trekt u de aandacht.
  6. Doe onderzoek naar een goede hashtag. Zorg ervoor dat u een bestaande hashtag voor het juiste onderwerp gebruikt.
  7. Houd wedstrijden. Gebruik een unieke hashtag en verzin een origineel wedstrijdthema.
  8. Beantwoord commentaar altijd. Zo laat u zien dat u naar uw patiënten luistert.
  9. Plaats foto’s van uzelf met patiënten. Zo zien anderen dat u geeft om uw patiënten. Vergeet niet om de patiënt te taggen, want daar krijgt de patiënt een bericht van.

Misstappen

U kunt u af en toe uw diensten promoten, maar dat moet niet uw hoofddoel zijn. Investeer vooral in goede relaties. Voorkom dat u:

  1. Te vaak post. Enkele foto’s per dag is het maximum.
  2. Foto’s met woorden post. Instagram is bedoeld voor echte foto’s.
  3. Te veel experimenteert met filters voor uw foto’s. Wat er op uw foto’s staat is belangrijker dan het filter dat u eroverheen plaatst.
  4. Foto’s van patiënten maakt zonder toestemming. Houd een kort toestemmingsformulier bij de hand.
  5. Te veel hashtags gebruikt. U wilt niemand irriteren met een overvloed aan meldingen.
  6. Te vaak uw diensten promoot. Te veel reclame wekt alleen maar irritatie.

Bron:
Mysocialpractice http://mysocialpractice.com/2013/05/essential-instagram-marketing-for-dentists-dos-and-donts/
Foto: Instagram


Lees meer over: Communicatie, Ondernemen

Onterechte factuur hoeft niet betaald te worden: wel tuchtrechtelijke maatregel

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag (nr. 167/2013)
(ECLI:NL:TGZRSGR:2014:118)

De moeder van klager werd drie kwartier behandeld en ontving daarvoor een rekening van € 458,–. Uit de second opinion bleek dat de opgegeven en gefactureerde behandeling niet was uitgevoerd. Vervolgens werd er in reactie op deze second opinion door de tandarts de rekening bijgesteld naar een bedrag van € 340,– en werd een maand later aangegeven dat de rekening in het geheel niet betaald hoefde te worden. Desondanks heeft klager toch geklaagd over het feit dat de behandelend tandarts in eerste instantie een onjuiste en een te hoge rekening heeft gestuurd.

Klacht gedeeltelijk gegrond: berisping opgelegd
Ook het College acht de eerst opgestelde rekening onjuist en oordeelt daarmee dat het eerste klachtonderdeel gegrond is. Ten aanzien van de aangepaste rekening en het onjuist gebruik van codes, stelt het College vast dat er ruim zou zijn gerekend en de behandeling niet de schoonheidsprijs verdient, maar dat er onvoldoende aanwijzingen zijn om vast te stellen dat deze herziende rekening onjuist is. De klacht van klager is daarmee gedeeltelijk gegrond, zodat het College de tandarts de maatregel van een berisping oplegt.

Bekijk hier de uitspraak.

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving

Social media voor mondzorgprofessionals

Social media zijn niet meer weg te denken uit ons leven. Inmiddels brengen we met zijn allen al meer tijd door op social media dan dat we surfen op internet. Het is dus goed om op social media aanwezig te zijn: daar waar mensen hun aandacht hebben.

Onze maatschappij digitaliseert steeds verder en social media zijn niet meer weg te denken uit ons leven. Als mensen tegenwoordig iets nodig hebben, zoeken ze dit op in Google. Dat doen ze dus ook als ze op zoek zijn naar een mondzorgprofessional. Ze willen niet alleen weten welke praktijken er in de buurt zijn of wat de werkwijze is, maar vooral ook hoe anderen cliënten de dienst ervaren. Als je op zoek bent naar een hotel, bekijk je waarschijnlijk ook de beoordelingen van anderen. Dus waarom zouden mensen dat niet doen als ze op zoek zijn naar een mondzorgprofessional?

Als je online niet vindbaar bent dan besta je voor veel cliënten niet eens. Inmiddels
brengen we met zijn allen al meer tijd door op social media dan dat we surfen op internet. Het is dus goed om daar online aanwezig te zijn waar mensen hun aandacht hebben, en dat is op social media. Als je iets opzoekt in Google krijg je tienduizenden zoekresultaten. Dat maakt het zoeken naar een goed antwoord tijdrovend. Via social media kun je je vraag heel gericht stellen en krijg je snel een antwoord.

Voordelen van social media
Veel mondzorgprofessionals die nog niet aanwezig zijn op social media voelen de noodzaak om ‘iets’ te doen met deze ontwikkelingen. Maar als je ze beschouwt als een verplichting, als iets wat je moet doen om niet achter te blijven, dan doe je de social media tekort. Beschouw ze liever als een mooie mogelijkheid om jezelf op de kaart te zetten, je aanbod anders in te richten en slimmer te werken. Social media bieden nieuwe mogelijkheden om slimmer te communiceren met cliënten, collega’s of andere zorgverleners.

Slimmer communiceren
Je kunt online gemakkelijk casussen of politieke kwesties voorleggen aan collega’s, bijvoorbeeld via een besloten Facebook- of LinkedIngroep. Vragen die cliënten in de praktijk stellen, kun je behandelen op Facebook en Twitter. Veel mensen zitten met dezelfde vragen, maar vergeten deze te stellen. En hoe prettig is het voor cliënten als ze je via Twitter of Facebook nog even snel een vraag kunnen stellen die ze later pas te binnen schiet? Anderen kunnen meelezen en wellicht dat daarmee hun vraag ook meteen beantwoord is. Zo kun je bijvoorbeeld in een filmpje uitleggen hoe je goed tandenpoetst. Je hoeft dit dan niet meer aan iedereen persoonlijk uit te leggen, maar ze kunnen gewoon het filmpje bekijken. Dat bespaart een hoop tijd.

Boek social media in zorg en welzijn
Het boek ‘social media in zorg en welzijn’ van Maaike Gulden en Juliette van der Wurff (link naar boek: ‪http://bit.ly/1CuoKW6 ‬‬) geeft zorgprofessionals praktische handvatten en tips hoe je social media effectief inzet. Hierdoor kun je je werkzaamheden effectiever organiseren. je zorgaanbod anders inrichten en je beter online profileren. Daarnaast bevat dit boek ook veel praktijkcases. Zoals een interview met mondhygiëniste Lieneke Steverink-Jorna.

‘Zakelijk en privégebruik loopt bij mij door elkaar, maar daardoor durven cliënten zich ook open te stellen, wat mij helpt bij het stellen van een goede diagnose. Ik werk en woon in een dorp en iedereen kent elkaar. Ik hoef niet geheimzinnig te doen. Het maakt mij laagdrempeliger. Mensen vinden het gezellig bij mij, maar weten ook dat ik heel serieus met mijn vak bezig ben. Als ik wat over mijzelf durf te vertellen, dan durven ze ook meer over zichzelf aan mij te vertellen. Dat helpt me in het stellen van een goede diagnose en verbetert de vertrouwensband. Natuurlijk moet je wel zorgen dat je privédingen op de juiste plek vertelt. Dus niet op LinkedIn wat een puur zakelijk karakter heeft. Ook mijn bedrijfspagina is niet bedoeld om te vertellen hoe het mijn dochter gaat. Maar op Twitter en mijn persoonlijke pagina op Facebook vertel ik dat wel.’



Lees meer over: Communicatie, Ondernemen
Miele Professional. Een zorg minder

Miele Professional. Een zorg minder

Miele is sinds de oprichting in 1899 een onafhankelijk familiebedrijf, dat zich in gelijke mate verbonden voelt met de eigenaars, werknemers, klanten, leveranciers, het milieu en de maatschappij. Miele concentreert zich op de productie van vrijstaande apparatuur, inbouwapparaten voor in de keuken en apparatuur voor professionele toepassingen (Miele Professional).

Miele Professional heeft apparatuur in haar assortiment op het gebied van professionele was-, droog-, en afwasautomaten en mangels, alsmede medische reinigings-, desinfectie- en sterilisatieapparatuur. Naast het leveren van innovatieve en kwalitatief hoogstaande apparatuur is Miele Professional vooral sterk in het bieden van oplossingen op maat en excellente projectbegeleiding. Dit is met name zichtbaar in de zorgbranche (Care en Cure).

Meer dan 70 medewerkers van de afdelingen Verkoop, Marketing, Customer Service en Technische Service bedienen dagelijks met passie hun klanten met professionele adviezen, oplossingen, kwaliteitsproducten en de beste after sales service. Met als uitgangspunt continu te blijven innoveren en te verbeteren vanuit duurzame perspectieven. Niet voor niets is Miele Professional in vele segmenten marktleider en kan met recht worden gezegd: Miele Professional, een zorg minder!

Meer informatie
I www.miele-professional.nl

Lees meer over: Bedrijven, Infectiepreventie, Praktijkinrichting

Tuchtrecht: drie maanden schorsing voor meer en anders declareren

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag (nr. 135/2014)
(ECLI:NL:TGZRSGR:2014:119)

Tandarts wordt verweten zonder overleg een extra vulling te hebben aangebracht en de duurste vulling te factureren terwijl een andere goedkopere vulling werd uitgevoerd, geen begroting te hebben gegeven, heeft geweigerd klager te woord te staan en achteraf wijzigingen zou hebben aangebracht uit het (digitale) patiëntendossier.

Anders declareren
Ten aanzien van het anders declareren dan de uitgevoerde behandeling, stelt het College vast dat zij geen reden heeft te twijfelen aan een second opinion, zoals deze door de klager in het geding werd gebracht. Te meer nu de beklaagde tandarts zich daar niet tegen heeft verweerd. Daarnaast bevatten de schriftelijke stukken zowel het dossier van klager, gedateerd op 18 februari 2014, als een later dossier van klager van 5 augustus 2014.

Aanvullen patiëntendossier
Het College constateert dat er verschil is in de inhoud tussen de verslagen en dat in de latere versie een aantekening is toegevoegd, waaruit kort gezegd blijkt dat de kosten ten aanzien van de vulling zouden zijn besproken en de patiënt akkoord zou zijn gegaan. Het College overweegt dat in geen enkel geval het gerechtvaardigd is dat een dossier later wordt aangevuld, mits duidelijk wordt aangegeven dat het om een aanvulling gaat en de reden daarvan vermeld wordt. Nu dit laatste niet is gebleken, acht het College ook dit klachtonderdeel gegrond. Nu de beklaagde tandarts zich ook ten aanzien van de andere klachten niet inhoudelijk verweert, oordeelt het College dat alle klachtonderdelen gegrond zijn en legt zij de maatregel van een schorsing van inschrijving van de tandarts voor de duur van drie maanden op.

Bekijk hier de uitspraak.

Bekijk ook eerdere tuchtrechtelijke uitspraken

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving

De mooiste balies

Een mooie werkomgeving, een prettige ontvangst van uw patiënt. Ter inspiratie vindt u hier de mooiste balies van mondzorgpraktijken in verschillende landen.


Zahnmedizinisches Zentrum Dr. Christian Hubert & Dr. Philipp Schmitz, München


Tandartspraktijk De Coepel, Katwijk


Tandartspraktijk Smile Mondzorg, Tilburg


Konzept 32, Dr. Torsten Krell & Kollegen, Frankfurt/ Main


Zorgcentrum Tandheelkunde, Mijndrecht


Praxis für chirurgische Zahn-, Mund- und Kieferheilkunde Dr. Adel Chaker, Geldern


Alexia Kliniek


Dr. Kai Zwanzig, Bielefeld


Hamburger Wackelzähne Yasmin Lucks und Stefanie Auras, Hamburg


Zahngesundheitszentrum Rauschenbach, Eislingen/ Fils


Mondzorg West-Friesland, Enkhuizen


Zahnhelden und Zahnärzte Obermünsterstraße, Regensburg


Zahnhelden und Zahnärzte Obermünsterstraße, Regensburg


Praxisklinik FINE-FACE Dr. Dr. Volker Zieglowski, Mayen

Prof. Dr. Schnorbach & Kollegen, Karlsruhe

 

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkinrichting

Tuchtrecht: Wat valt er onder de informatieplicht op grond van de WGBO?

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven (nr. 100/2014)
(ECLI:NL:TGZREIN:2014:100)

Geneeskundige behandelingsovereenkomst
Bij klager is door verweerder als implantoloog een implantaat geplaatst. Verweerder heeft de röntgenfoto’s bekeken en een oraal onderzoek bij klager verricht, terwijl verweerder niet de behandelend tandarts van klager is en verweerder niet het patiëntendossier van klager voorafgaand aan de behandeling had bestudeerd. Verweerder wordt dan ook door klager verweten haar onjuist en onvoldoende te hebben geïnformeerd en daarnaast techniekfouten te hebben gemaakt bij het aanbrengen van het implantaat. Het College oordeelt dat door het plaatsen van het implantaat tussen klager en verweerder een geneeskundige behandelingsovereenkomst tot stand is gekomen. Gevolg hiervan is dat op verweerder de plicht rust klager op duidelijke wijze, en desgevraagd schriftelijk, in te lichten over het voorgenomen onderzoek, de voorgestelde behandeling en over de ontwikkelingen omtrent het onderzoek, omtrent de behandeling en haar gezondheidstoestand. Daarbij moet verweerder zich laten leiden door hetgeen klager redelijkerwijze dient te weten ten aanzien van:

  • A. het aard en het doel van het onderzoek of de behandeling die hij noodzakelijk acht en van de uit te voeren verrichtingen;
  • B. de te verwachte gevolgen en risico’s daarvan voor de gezondheid van klaagster;
  • C. andere methoden van onderzoek of behandeling die in aanmerking komen;
  • D. de staat van en de vooruitzichten met betrekking tot diens gezondheid voor wat betreft het terrein van het onderzoek of de behandeling.

Het College oordeelt op voorhand dat er rekening moet worden gehouden met het feit dat verweerder niet als behandelend tandarts was verbonden aan de kliniek waar verweerder zijn werkzaamheden verricht.

Behandelplan
Het College is van oordeel dat verweerder zichzelf een goed beeld diende te vormen van het door de behandelend tandarts verrichte onderzoek, de aard en het doel van de behandeling, de te verwachte gevolgen en risico’s daarvan, alsmede andere in aanmerking komende behandelmethoden. Deze informatie kan in de regel worden geput uit de door de behandelende tandarts gemaakte zorg, dan wel het behandelplan. Achteraf is komen vast te staan dat een dergelijk schriftelijk behandelplan nimmer door de behandelend tandarts is gemaakt. Indien verweerder deze omissie tijdig zou hebben vastgesteld, dan had hij zich tot de behandelend tandarts behoren te wenden ten einde de gewenste gegevens mondeling te verkrijgen. Verweerder heeft noch geverifieerd of er een zorg dan wel behandelplan was opgemaakt, noch heeft hij contact opgenomen met de behandelend tandarts. Hij heef enkel kennis genomen van de röntgenfoto’s en een oraal onderzoek bij klager verricht. Verweerder beschikte derhalve over onvoldoende informatie om klaagster deugdelijk te informeren. Vaststaat dat hij dat feitelijk ook niet heeft gedaan. Daarom heeft hij zich enkel beperkt tot het verstrekken van informatie met betrekking tot het aan te brengen implantaat. Het College acht in dat verband dat hij hiermee niet kon volstaan. Als gevolg hiervan legt het College verweerder de maatregel van schorsing van de inschrijving in het BIG-register voor de duur van zes maanden, met het bevel dat deze maatregel niet ten uitvoer zal worden gelegd en derhalve met gebruikmaking van een proeftijd van twee jaren.

Bekijk hier de uitspraak.

Bekijk ook eerdere tuchtrechtelijke uitspraken

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving