geld

Sensationele service? Sensationele opbrengst!

Het kost meer tijd, zorg en aandacht voor details, maar sensationele service heeft ook een sensationele opbrengt. Bedrijven met een zeer goede service maken 29% winst, terwijl bedrijven met een standaard service slechts 13% winst hebben.

Patiënten behouden levert geld op
Succesvolle bedrijven zorgen er ook voor hun klanten of patiënten te behouden. Nieuwe patiënten aantrekken kost namelijk zes tot zeven keer zoveel geld als het behouden van patiënten. Nieuwe patiënten besteden ook nog minder. De kans op behandeling/verkoop bij nieuwe klanten is 5-20%. Bestaande patiënten die je vertrouwen leveren een kans van 60 tot 70% kans op verkoop.



Nieuwe diensten en technieken
Gemiddeld of voldoende zijn is niet iets wat patiënten aantrekkelijk vinden en het trekt ook niet meer patiënten. Verwachtingen nemen toe en al gauw is uw service onvoldoende. 86% van de Britten verwachten een betere service dan vijf jaar geleden. En zelfs in tijden van recessie blijkt men bereid te betalen voor nieuwe diensten en technieken. Dat berichten onder meer zelfstandige tandartsen.

Positieve feedback
Positieve feedback genereren vraagt om een bijzonder ervaring van uw patiënt. Zorg dus dat patiënten niet alleen een naam op een terugbellijst worden. Wanneer een Britse patiënt zich niet gewaardeerd voelt, klaagt men niet maar verlaat in 80% van de gevallen wel de praktijk.

Bron: Dentistry 

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkinrichting

Claim ex-tandarts tegen IGZ afgewezen

De praktijk van tandarts Van der Meulen uit Assen is terecht gesloten door de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). De Raad van State bepaalde dit in een zaak die door de tandarts was aangespannen, meldt Het Dagblad van het Noorden.

In juni vorig jaar oordeelde de rechter dat de sluiting van de tandartspraktijk door de IGZ terecht was. De tandarts vocht toen de sluiting van zijn praktijk in 2011 aan. Van der Meulen vocht de sluiting van zijn praktijk vervolgens aan bij de Raad van State. Hij eiste ook een miljoen euro schadevergoeding van de IGZ voor naamsbeschadiging. Beide eisen zijn afgewezen.

Volgens de Raad van State heeft de inspecteur direct na het inspectiebezoek de uitkomst bekend gemaakt en de tandarts had zelf tot vrijwillige sluiting kunnen overgaan. “Dan was openbaarmaking van het sluitingsbevel voorkomen. Dat heeft hij niet gedaan. De schade die hij stelt te hebben geleden als gevolg van de openbaarmaking komt dan ook voor zijn eigen rekening”.

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Protocollen: nut en noodzaak of onzin?

Binnen de mondzorg wordt de laatste jaren veel gesproken over het bijna magische woord ‘protocollen’. Zo wordt mij regelmatig de vraag gesteld een protocollenmap op te stellen voor de praktijk, waarbij de aanwezigheid van protocollen wordt gezien als het noodzakelijk einddoel. Is het opstellen van protocollen een onzinnige en overbodige exercitie of juist nuttig voor praktijken? In dit artikel een uiteenzetting van het nut, de noodzaak en de onzin van protocollen.

Protocollen als einddoel
Volgens Wikipedia is een protocol een (gedrags)overeenkomst, meestal in de vorm van een aantal uit te voeren stappen. De eisen vanuit een richtlijn – bijvoorbeeld de WIP-richtlijn –  dienen praktijken te vertalen naar de eigen situatie door de interne afspraken en -werkwijze te beschrijven. Dit heeft als doel een werkwijze te beschrijven conform de eisen uit de richtlijn of beargumenteerd afwijkend van de richtlijn. Het gebruik van protocollen is dus een middel, dat een werkwijze overeenkomstig de richtlijn, of beargumenteerd afwijkend, als eindresultaat oplevert. Het intern opstellen van protocollen levert onder andere de volgende voordelen op:

  • Eenvoudig beoordelen / spiegelen van de bestaande werkwijze in relatie tot de richtlijn
  • Uniforme werkwijze in de praktijk
  • Duidelijke interne afspraken op papier
  • Eenvoudig instrueren van (nieuwe) medewerkers

Tips
Het is onzinnig om standaard protocollen aan te schaffen en die vervolgens in de kast te zetten. Hiermee wordt het beoogde eindresultaat (een werkwijze overeenkomstig de richtlijn) niet behaald. De volgende tips dragen wel bij om dit resultaat te behalen:

  1. Werk protocollen zelfstandig uit
    Werk protocollen zelfstandig uit, eventueel op basis van gestandaardiseerde protocollen als startpunt. De uitdaging hierin is de interne afspraken niet te algemeen, maar ook niet te gedetailleerd op te schrijven. Detaillering is vereist bij risicovolle handelingen of situaties en daarnaast kunnen algemene bewoordingen op zijn plaats zijn als eigen verantwoordelijkheid of vrijheid van handelen gevraagd wordt.
  2. Beoordeel werkwijze
    Beoordeel achteraf de eigen werkwijze, zoals vastgelegd in protocollen, periodiek door zelf toetsingen uit te (laten) voeren. Als gevolg van ‘blinde vlekken’ voor de eigen organisatie komen op deze manier vaak verbeterpunten naar boven.
  3. Laat inhoud terugkomen
    Laat de inhoud van de protocollen periodiek terugkomen tijdens werkoverleggen om de afspraken en werkwijze verder aan te scherpen en de uniformiteit te bewaken.
  4. Beoordeel inhoud
    Beoordeel de inhoud van de protocollen periodiek (bijvoorbeeld twee keer per jaar), omdat de werkwijze of geldende eisen ook in de tijd kunnen veranderen.
  5. Nieuwe medewerkers
    Gebruik de protocollen actief bij het inwerken van nieuwe medewerkers. De indiensttreding van nieuwe medewerkers is het moment om de voordelen van protocollen te effectueren. Een uitgebreid inwerkprogramma draagt hier verder aan bij.

Conclusie
Protocollen zijn zeker nuttig en op sommige punten zelfs noodzakelijk. Echter, het gebruik van protocollen is altijd het middel en nooit het doel op zich. Door gebruik te maken van bovengenoemde tips wordt voorkomen dat het hebben van protocollen als einddoel wordt gezien, want dat is een onzinnige exercitie.

Door:
Sjoerd Kuiken – Sjoerd Kuiken (http://kuikenpraktijkmanagement.nl) adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van wet- en regelgeving, financieel gezonde praktijkvoering en ISO / HKZ kwaliteitmanagementsystemen.

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkinrichting

Tuchtrecht: Tandarts-implantoloog had problemen voorgestelde behandeling moeten voorzien

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Amsterdam (nr.029T/2013)
(ECLI:NL:TGZRAMS:2014:114)

Niet realiseerbaar
Klager heeft zich in verband met klachten aan het bovengebit c.q. de bovenkaak gewend tot een tandarts-implantoloog. Deze adviseerde klager – vanwege de geringe hoogte van het kaakbot – een bottransplantatie voordat implantaten konden worden aangebracht. Uit de röntgenfoto’s bleek dat er sprake was van een uitgebreid botverlies in de bovenkaak. Klager heeft, voorafgaand aan de behandeling, een behandelovereenkomst ondertekend, waarbij zij in algemene zin is gewezen op de diverse mogelijke complicaties. Toch verwijt klager verweerder dat hij een behandeling aan de bovenkaak van klaagster heeft uitgevoerd, waarvan hij had moeten weten dat die niet realiseerbaar was.

Risico’s niet besproken, behandelplan ontbreekt
Het College stelt allereerst vast dat pas op de dag van de eerste behandeling klager ter ondertekening een verklaring voorgelegd heeft gekregen met daarin de algemene risico’s die aan een chirurgische behandeling verbonden zijn. De specifieke risico’s voor klager ontbraken daarin en ook uit de verklaringen van de ter zitting gehoorde getuigen, blijkt niet dat die risico’s zijn besproken. Bovendien ontbreekt een behandelplan. Dit alles acht het College verwijtbaar, nu er een combinatie van negatieve factoren was die een behandeling van klager complex maakte. Zo was er sprake van een geringe hoogte, slechte kwaliteit van het bot in de bovenkaak en slechte mondhygiëne. Bovendien rookte klager twee pakjes sigaretten per dag. Dit alles maakte dat met de door verweerder bedachte behandeling, het aanbrengen van korte implantaten in de bovenkaak, in redelijkheid niet kon worden begonnen. Weliswaar heeft verweerder een inspannings- en geen resultaatsverplichting, maar dat laat onverlet dat hij niet met de behandeling behoort te beginnen waarvan hij als redelijk behandelend en redelijk bekwaam tandarts had kunnen voorzien dat deze tot problemen zou leiden. Op grond hiervan wordt het klachtenonderdeel gegrond verklaard, met oplegging van de maatregel van een berisping.

Bekijk hier de uitspraak.

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Team

Medewerkerstevredenheidsonderzoek: waarom en hoe?

Uw medewerkers bepalen het succes van uw praktijk en vormen het visitekaartje. Als medewerkers zich prettig voelen, stralen ze dat ook uit en dat heeft weer invloed op hun handelen en communiceren wat de patiëntentevredenheid ook weer ten goede komt. Indien uw medewerker zich prettig voelt in de praktijk, heeft dit ook een positieve weerslag op het ziekteverzuim. Het is dan ook van groot belang dat regelmatig getoetst wordt of uw medewerker tevreden is.

Medewerkstertevredenheidsonderzoek
Het medewerkerstevredenheidsonderzoek is een evaluatie waarvan de resultaten input geven voor de verbetercyclus van de praktijk. Voor (borging van) ISO- of HKZ-certificering is het regelmatig verrichten van het onderzoek dan ook verplicht. Door het onderzoek met een vaste frequentie uit te voeren, wordt ook zichtbaar of de medewerkerstevredenheid positief beïnvloed wordt door de verbetermaatregelen.

Doel
Het is wel belangrijk dat het onderzoek wordt opgesteld met een specifiek doel. Zo kan na een verbouwing eens getoetst worden of de medewerker zich prettig voelt in de verbouwde praktijk, of de sfeer goed is en of de medewerker zich veilig voelt. Het is praktisch om de evaluatie te koppelen aan het reflectie- of functioneringsgesprek.
Het functioneren van een medewerker wordt mede beïnvloed door de medewerkerstevredenheid, dus is het goed om beide componenten in het individuele gesprek aan bod te laten komen.

Vragenlijst
Ter voorbereiding van het reflectiegesprek, kan de medewerker een vragenlijst invullen. In het gesprek kunnen deze onderwerpen aan bod komen, waarna er een kort verslag wordt gemaakt dat na tekening voor akkoord opgenomen kan worden in het personeelsdossier.

Meer tevredenheid
In grote lijnen kan de tevredenheid van de medewerkers positief beïnvloed worden door:

  • Tonen van interesse
    Het uitvoeren van een medewerkerstevredenheidsonderzoek heeft al een positief effect. De medewerker voelt zich daardoor gehoord. Vanzelfsprekend is het van belang dat naast het toetsen in het onderzoek, ook interesse getoond wordt in de medewerker op een reguliere werkdag.
  • Stimuleren van de ondernemer
    Stimuleer de ondernemer in de medewerker door deze te stimuleren om initiatieven te nemen en mee te denken over een betere praktijkvoering en zorgverlening. Een voorwaarde is wel dat de medewerker dan beschikt over passende bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
  • Duidelijke communicatie
    Voor een goed en prettig functioneren is het belangrijk dat de medewerker weet wat er van hem verwacht wordt. Een duidelijk functieprofiel kan hierbij helpen en ook afspraken hoe de werkzaamheden verricht moeten worden, deze eventueel beschreven in protocollen.
  • Benutten van talenten
    Zorg ervoor dat een medewerker zich kan ontwikkelen en dat talenten zo benut worden. Talenten kunnen eventueel ondersteund en ontwikkeld worden door in- of externe training en opleiding.
  • Monitoren van de werkdruk
    Niemand is er bij gebaat dat medewerkers overbelast worden doordat de werkdruk te hoog is door een slechte werkverdeling of onrealistische doelstellingen.
  • Zorgen voor teambuilding
    Indien de medewerker zich deel voelt van een team, zal dit ook de samenwerking en dus de prestaties van het team positief beïnvloeden. Activiteiten ondernemen met elkaar – weg van de reguliere werkplek – zorgt voor een hecht team.
    Een ‘teamuitje’ is hiervoor zeer geschikt.
  • Bieden van een passende beloning
    Indien een medewerker zijn werk goed doet, mag hij daar voor beloond worden. Bied een salaris dat marktconform is en zorg ervoor dat mensen met dezelfde functie binnen de praktijk een vergelijkbaar salaris krijgen.
  • Tonen van waardering
    Toon waardering als de medewerker goed presteert en hard werkt. Af en toe een schouderklopje bevestigt dat de medewerker van waarde is voor de praktijk en dat motiveert.
  • Goede werkomgeving
    Het is belangrijk dat een medewerker goed en veilig zijn werk kan doen. Zorg ervoor dat units goed onderhouden worden en voor een fijne sfeer door bv. een stemmig behang in de lunchruimte. Het zit hem vaak in de kleine dingen.

Vragenlijst
Het is natuurlijk belangrijk dat de vragenlijst geheel wordt ingevuld om een goede basis te hebben voor het gesprek. Voor een geslaagd onderzoek zijn de volgende zaken van belang:

  • Denk goed na over de vraagstelling. Een positieve, negatieve of neutrale formulering bepalen de ‘toonzetting’ van het onderzoek. Het is daarom van belang om een goede mix te maken van de varianten.
  • Er kunnen open en/of gesloten vragen in het onderzoek worden opgenomen. De open vragen vergen natuurlijk extra ruimte in de vragenlijst, maar het zorgt wel voor extra informatie. In het gesprek kost het ook extra tijd om deze terugkoppeling goed aan bod te laten komen, maar het kan dan juist voor verdieping van het gesprek zorgen.
  • Houd de vragenlijst beknopt. Dit nodigt meer uit tot het beantwoorden dan een uitgebreide lijst, waarvan de helft niet besproken kan worden tijdens het reflectiegesprek.
  • Formuleer de vragen zo, dat er niet aangestuurd wordt op sociaal wenselijke antwoorden. Zo is het ook belangrijk dat de vraagstelling objectief is. Dus niet: “Wat vind je van de mooie nieuwe personeelstoiletten in de praktijk?”.

Open staan
Als praktijkhouder en werkgever is het niet altijd makkelijk om kritische medewerkers te woord te staan. Het naar de zin maken voor iedereen is niet realistisch. Het meest belangrijke is dat de praktijkhouder open staat voor de suggesties en ideeën en echt actie onderneemt naar aanleiding van de feedback. Indien elk jaar dezelfde vragen de revue passeren en de medewerkers ieder jaar dezelfde zaken opmerken, heeft het een averechts effect. De medewerker voelt zich niet serieus genomen en dit bevordert niet de medewerkerstevredenheid. Een gemiste kans!

Door: Petra van der Zwan van Invert Innovatie Management

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkinrichting

Fiscale oudedagsreserve gewijzigd

Vanaf 1 januari 2015 is het maximale bedrag dat u op jaarbasis mag toevoegen aan de fiscale oudedagsreserve verlaagd. Daar staat tegenover dat de toevoeging meer voordeel kan opleveren dan in voorgaande jaren. Wat moet u als ondernemer weten over de FOR?

Fiscale oudedagsreserve

Elke ondernemer die aan het urencriterium voldoet, mag een fiscale oudedagsreserve (FOR) opbouwen. U hoeft dan over een deel van de winst geen inkomstenbelasting te betalen. Ook is uw fiscale inkomen lager. Wel moet er voldoende ondernemingsvermogen zijn en is er een maximum aan de jaarlijkse toevoeging. Over 2015 mag u 9,8 procent van de winst en maximaal € 8.631 toevoegen. In 2014 was dat nog 10,9 procent en € 9.542.

Voordeel toevoeging stijgt
Zoals u ziet dalen de procentuele en maximale toevoeging. Toch kan een toevoeging wel veel geld besparen. De reden daarvan is met name dat meer en meer regelingen inkomensafhankelijk worden. Een fiscaal lager inkomen kan u daarom veel voordeel opleveren. Een aantal voorbeelden van bekende inkomensafhankelijke regelingen zijn:

  • Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.
  • Algemene heffings- en arbeidskorting.
  • Toeslagen en kindgebonden budget.
  • Studiefinanciering studerende kinderen.

Met name bij een winst tussen € 22.000 en € 40.000 kan een toevoeging aan de FOR meer opleveren dan u op het eerste gezicht denkt. In voorkomende situaties kan de daadwerkelijke besparing zelfs stijgen tot meer dan honderd procent van de toevoeging. In de meeste situaties ligt het rond de zestig procent. Een mooi (liquiditeits)voordeel!

Belastinguitstel
Realiseer u wel dat toevoegen aan de FOR slechts de belastingheffing uitstelt. Er is dus geen sprake van een daadwerkelijke pensioenopbouw. Als u stopt met de onderneming, moet u alsnog belasting over de FOR betalen. Maar ook dan zijn er vaak nog mogelijkheden om de heffing naar achteren te schuiven. Ook is het in overleg met uw adviseur bijna altijd mogelijk de vrijval van de FOR zo te plannen, dat u veel minder betaalt dan u heeft bespaard met de toevoegingen.

Energie-Investeringsaftrek

Voor u als ondernemer zijn er diverse fiscale regelingen waar u gebruik van kunt maken, en die u fiscale voordelen kunnen opleveren.
Een regeling is bijvoorbeeld de Energie-Investeringsaftrek (EIA). Deze geeft een extra fiscale aftrek van 41,5% van de investeringskosten in energiezuinige voorzieningen die in aanmerking komen. Als u een nieuwe praktijkruimte gaat bouwen, kunt u bijvoorbeeld denken aan een warmtepompsysteem, zonneboilers, LED verlichting, HR glas, warmteterugwinapparatuur et cetera. Deze energiezuinige investeringen komen voor op de lijst van de EIA, welke bij RvO te vinden is.

Wel belangrijk is om u te oriënteren op de voorwaarden die daar gesteld worden. Zo moet het HR glas bij nieuwbouw een warmtedoorlatingscoëfficiënt hebben van maximaal 0,7 W/m2K.
Voorts is het van belang dat de investeringen gemeld worden via e-herkenning. Dat moet binnen drie maanden nadat de opdracht is gegeven (dus niet factuurdatum!) gedaan zijn.
Het advies is dan ook om uw plannen tijdig door een deskundige te laten toetsen op subsidiemogelijkheden. Soms kunt u met een kleine extra-investering behoorlijke fiscale voordelen behalen!

Door: Lennert Bruil, klantbeheerder bij Alfa Accountants en Adviseurs

Lees meer over: Financieel, Ondernemen

Patiënten binden? Promoot uw praktijk op Instagram

Na Facebook en Twitter kunnen mondzorgpraktijken nu ook het sociale netwerk Instagram gebruiken voor promotie. Wat is Instagram? En hoe gebruikt u het? Mysocialpractice geeft tips voor mondzorgprofessionals.

Instagram in het kort

Op Instagram posten en delen gebruikers foto’s. Dit sociale netwerk verbindt gebruikers met vrienden en bedrijven, net zoals Facebook en Twitter. Alles draait om deze connecties.

Marketingtrends op Instagram

Als mondzorgprofessional kunt u inspelen op de volgende trends:

  • Een fotowedstrijd: nodig uw patiënten uit om foto’s te delen met een hashtag: een herkenningslabel dat u zelf verzint, bijvoorbeeld #mooistelachtandartsBeek. Zo worden foto’s gesorteerd per onderwerp. Beloon één van de gedeelde foto’s met een leuke prijs.
  • Achter de schermen: deel foto’s van zaken die patiënten normaal niet te zien krijgen.
  • Betrek uw patiënten: vraag patiënten toestemming om een foto van hen te posten. Zet er een complimentje erbij en tag de patiënt. Dat wil zeggen: aangeven welke Instagramgebruiker op uw foto staat. Dat doet u door de gebruikersnaam van uw patiënt te verwerken in de beschrijving van de foto.

Tips voor praktijken op Instagram

  1. Maak reclame voor evenementen, zoals een open dag. Post foto’s gedurende het event.
  2. Patiënten zien niet wat er in de kamer naast de behandelruimte gebeurt. Post bijvoorbeeld een foto van het reinigen van instrumenten.
  3. Zet een paar Instagramfoto’s ook neer in uw praktijk. Uw patiënten weten daardoor dat u Instagram gebruikt.
  4. Zet een collega uit de praktijk in het zonnetje. Deel een foto van uw collega met een leuk weetje.
  5. Reageer als iemand u tagged in een foto. Daarmee trekt u de aandacht.
  6. Doe onderzoek naar een goede hashtag. Zorg ervoor dat u een bestaande hashtag voor het juiste onderwerp gebruikt.
  7. Houd wedstrijden. Gebruik een unieke hashtag en verzin een origineel wedstrijdthema.
  8. Beantwoord commentaar altijd. Zo laat u zien dat u naar uw patiënten luistert.
  9. Plaats foto’s van uzelf met patiënten. Zo zien anderen dat u geeft om uw patiënten. Vergeet niet om de patiënt te taggen, want daar krijgt de patiënt een bericht van.

Misstappen

U kunt u af en toe uw diensten promoten, maar dat moet niet uw hoofddoel zijn. Investeer vooral in goede relaties. Voorkom dat u:

  1. Te vaak post. Enkele foto’s per dag is het maximum.
  2. Foto’s met woorden post. Instagram is bedoeld voor echte foto’s.
  3. Te veel experimenteert met filters voor uw foto’s. Wat er op uw foto’s staat is belangrijker dan het filter dat u eroverheen plaatst.
  4. Foto’s van patiënten maakt zonder toestemming. Houd een kort toestemmingsformulier bij de hand.
  5. Te veel hashtags gebruikt. U wilt niemand irriteren met een overvloed aan meldingen.
  6. Te vaak uw diensten promoot. Te veel reclame wekt alleen maar irritatie.

Bron:
Mysocialpractice http://mysocialpractice.com/2013/05/essential-instagram-marketing-for-dentists-dos-and-donts/
Foto: Instagram


Lees meer over: Communicatie, Ondernemen
Miele Professional. Een zorg minder

Miele Professional. Een zorg minder

Miele is sinds de oprichting in 1899 een onafhankelijk familiebedrijf, dat zich in gelijke mate verbonden voelt met de eigenaars, werknemers, klanten, leveranciers, het milieu en de maatschappij. Miele concentreert zich op de productie van vrijstaande apparatuur, inbouwapparaten voor in de keuken en apparatuur voor professionele toepassingen (Miele Professional).

Miele Professional heeft apparatuur in haar assortiment op het gebied van professionele was-, droog-, en afwasautomaten en mangels, alsmede medische reinigings-, desinfectie- en sterilisatieapparatuur. Naast het leveren van innovatieve en kwalitatief hoogstaande apparatuur is Miele Professional vooral sterk in het bieden van oplossingen op maat en excellente projectbegeleiding. Dit is met name zichtbaar in de zorgbranche (Care en Cure).

Meer dan 70 medewerkers van de afdelingen Verkoop, Marketing, Customer Service en Technische Service bedienen dagelijks met passie hun klanten met professionele adviezen, oplossingen, kwaliteitsproducten en de beste after sales service. Met als uitgangspunt continu te blijven innoveren en te verbeteren vanuit duurzame perspectieven. Niet voor niets is Miele Professional in vele segmenten marktleider en kan met recht worden gezegd: Miele Professional, een zorg minder!

Meer informatie
I www.miele-professional.nl

Lees meer over: Bedrijven, Infectiepreventie, Praktijkinrichting

Onterechte factuur hoeft niet betaald te worden: wel tuchtrechtelijke maatregel

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag (nr. 167/2013)
(ECLI:NL:TGZRSGR:2014:118)

De moeder van klager werd drie kwartier behandeld en ontving daarvoor een rekening van € 458,–. Uit de second opinion bleek dat de opgegeven en gefactureerde behandeling niet was uitgevoerd. Vervolgens werd er in reactie op deze second opinion door de tandarts de rekening bijgesteld naar een bedrag van € 340,– en werd een maand later aangegeven dat de rekening in het geheel niet betaald hoefde te worden. Desondanks heeft klager toch geklaagd over het feit dat de behandelend tandarts in eerste instantie een onjuiste en een te hoge rekening heeft gestuurd.

Klacht gedeeltelijk gegrond: berisping opgelegd
Ook het College acht de eerst opgestelde rekening onjuist en oordeelt daarmee dat het eerste klachtonderdeel gegrond is. Ten aanzien van de aangepaste rekening en het onjuist gebruik van codes, stelt het College vast dat er ruim zou zijn gerekend en de behandeling niet de schoonheidsprijs verdient, maar dat er onvoldoende aanwijzingen zijn om vast te stellen dat deze herziende rekening onjuist is. De klacht van klager is daarmee gedeeltelijk gegrond, zodat het College de tandarts de maatregel van een berisping oplegt.

Bekijk hier de uitspraak.

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving

Social media voor mondzorgprofessionals

Social media zijn niet meer weg te denken uit ons leven. Inmiddels brengen we met zijn allen al meer tijd door op social media dan dat we surfen op internet. Het is dus goed om op social media aanwezig te zijn: daar waar mensen hun aandacht hebben.

Onze maatschappij digitaliseert steeds verder en social media zijn niet meer weg te denken uit ons leven. Als mensen tegenwoordig iets nodig hebben, zoeken ze dit op in Google. Dat doen ze dus ook als ze op zoek zijn naar een mondzorgprofessional. Ze willen niet alleen weten welke praktijken er in de buurt zijn of wat de werkwijze is, maar vooral ook hoe anderen cliënten de dienst ervaren. Als je op zoek bent naar een hotel, bekijk je waarschijnlijk ook de beoordelingen van anderen. Dus waarom zouden mensen dat niet doen als ze op zoek zijn naar een mondzorgprofessional?

Als je online niet vindbaar bent dan besta je voor veel cliënten niet eens. Inmiddels
brengen we met zijn allen al meer tijd door op social media dan dat we surfen op internet. Het is dus goed om daar online aanwezig te zijn waar mensen hun aandacht hebben, en dat is op social media. Als je iets opzoekt in Google krijg je tienduizenden zoekresultaten. Dat maakt het zoeken naar een goed antwoord tijdrovend. Via social media kun je je vraag heel gericht stellen en krijg je snel een antwoord.

Voordelen van social media
Veel mondzorgprofessionals die nog niet aanwezig zijn op social media voelen de noodzaak om ‘iets’ te doen met deze ontwikkelingen. Maar als je ze beschouwt als een verplichting, als iets wat je moet doen om niet achter te blijven, dan doe je de social media tekort. Beschouw ze liever als een mooie mogelijkheid om jezelf op de kaart te zetten, je aanbod anders in te richten en slimmer te werken. Social media bieden nieuwe mogelijkheden om slimmer te communiceren met cliënten, collega’s of andere zorgverleners.

Slimmer communiceren
Je kunt online gemakkelijk casussen of politieke kwesties voorleggen aan collega’s, bijvoorbeeld via een besloten Facebook- of LinkedIngroep. Vragen die cliënten in de praktijk stellen, kun je behandelen op Facebook en Twitter. Veel mensen zitten met dezelfde vragen, maar vergeten deze te stellen. En hoe prettig is het voor cliënten als ze je via Twitter of Facebook nog even snel een vraag kunnen stellen die ze later pas te binnen schiet? Anderen kunnen meelezen en wellicht dat daarmee hun vraag ook meteen beantwoord is. Zo kun je bijvoorbeeld in een filmpje uitleggen hoe je goed tandenpoetst. Je hoeft dit dan niet meer aan iedereen persoonlijk uit te leggen, maar ze kunnen gewoon het filmpje bekijken. Dat bespaart een hoop tijd.

Boek social media in zorg en welzijn
Het boek ‘social media in zorg en welzijn’ van Maaike Gulden en Juliette van der Wurff (link naar boek: ‪http://bit.ly/1CuoKW6 ‬‬) geeft zorgprofessionals praktische handvatten en tips hoe je social media effectief inzet. Hierdoor kun je je werkzaamheden effectiever organiseren. je zorgaanbod anders inrichten en je beter online profileren. Daarnaast bevat dit boek ook veel praktijkcases. Zoals een interview met mondhygiëniste Lieneke Steverink-Jorna.

‘Zakelijk en privégebruik loopt bij mij door elkaar, maar daardoor durven cliënten zich ook open te stellen, wat mij helpt bij het stellen van een goede diagnose. Ik werk en woon in een dorp en iedereen kent elkaar. Ik hoef niet geheimzinnig te doen. Het maakt mij laagdrempeliger. Mensen vinden het gezellig bij mij, maar weten ook dat ik heel serieus met mijn vak bezig ben. Als ik wat over mijzelf durf te vertellen, dan durven ze ook meer over zichzelf aan mij te vertellen. Dat helpt me in het stellen van een goede diagnose en verbetert de vertrouwensband. Natuurlijk moet je wel zorgen dat je privédingen op de juiste plek vertelt. Dus niet op LinkedIn wat een puur zakelijk karakter heeft. Ook mijn bedrijfspagina is niet bedoeld om te vertellen hoe het mijn dochter gaat. Maar op Twitter en mijn persoonlijke pagina op Facebook vertel ik dat wel.’



Lees meer over: Communicatie, Ondernemen

Tuchtrecht: drie maanden schorsing voor meer en anders declareren

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag (nr. 135/2014)
(ECLI:NL:TGZRSGR:2014:119)

Tandarts wordt verweten zonder overleg een extra vulling te hebben aangebracht en de duurste vulling te factureren terwijl een andere goedkopere vulling werd uitgevoerd, geen begroting te hebben gegeven, heeft geweigerd klager te woord te staan en achteraf wijzigingen zou hebben aangebracht uit het (digitale) patiëntendossier.

Anders declareren
Ten aanzien van het anders declareren dan de uitgevoerde behandeling, stelt het College vast dat zij geen reden heeft te twijfelen aan een second opinion, zoals deze door de klager in het geding werd gebracht. Te meer nu de beklaagde tandarts zich daar niet tegen heeft verweerd. Daarnaast bevatten de schriftelijke stukken zowel het dossier van klager, gedateerd op 18 februari 2014, als een later dossier van klager van 5 augustus 2014.

Aanvullen patiëntendossier
Het College constateert dat er verschil is in de inhoud tussen de verslagen en dat in de latere versie een aantekening is toegevoegd, waaruit kort gezegd blijkt dat de kosten ten aanzien van de vulling zouden zijn besproken en de patiënt akkoord zou zijn gegaan. Het College overweegt dat in geen enkel geval het gerechtvaardigd is dat een dossier later wordt aangevuld, mits duidelijk wordt aangegeven dat het om een aanvulling gaat en de reden daarvan vermeld wordt. Nu dit laatste niet is gebleken, acht het College ook dit klachtonderdeel gegrond. Nu de beklaagde tandarts zich ook ten aanzien van de andere klachten niet inhoudelijk verweert, oordeelt het College dat alle klachtonderdelen gegrond zijn en legt zij de maatregel van een schorsing van inschrijving van de tandarts voor de duur van drie maanden op.

Bekijk hier de uitspraak.

Bekijk ook eerdere tuchtrechtelijke uitspraken

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving

De mooiste balies

Een mooie werkomgeving, een prettige ontvangst van uw patiënt. Ter inspiratie vindt u hier de mooiste balies van mondzorgpraktijken in verschillende landen.


Zahnmedizinisches Zentrum Dr. Christian Hubert & Dr. Philipp Schmitz, München


Tandartspraktijk De Coepel, Katwijk


Tandartspraktijk Smile Mondzorg, Tilburg


Konzept 32, Dr. Torsten Krell & Kollegen, Frankfurt/ Main


Zorgcentrum Tandheelkunde, Mijndrecht


Praxis für chirurgische Zahn-, Mund- und Kieferheilkunde Dr. Adel Chaker, Geldern


Alexia Kliniek


Dr. Kai Zwanzig, Bielefeld


Hamburger Wackelzähne Yasmin Lucks und Stefanie Auras, Hamburg


Zahngesundheitszentrum Rauschenbach, Eislingen/ Fils


Mondzorg West-Friesland, Enkhuizen


Zahnhelden und Zahnärzte Obermünsterstraße, Regensburg


Zahnhelden und Zahnärzte Obermünsterstraße, Regensburg


Praxisklinik FINE-FACE Dr. Dr. Volker Zieglowski, Mayen

Prof. Dr. Schnorbach & Kollegen, Karlsruhe

 

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkinrichting

Tuchtrecht: Wat valt er onder de informatieplicht op grond van de WGBO?

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven (nr. 100/2014)
(ECLI:NL:TGZREIN:2014:100)

Geneeskundige behandelingsovereenkomst
Bij klager is door verweerder als implantoloog een implantaat geplaatst. Verweerder heeft de röntgenfoto’s bekeken en een oraal onderzoek bij klager verricht, terwijl verweerder niet de behandelend tandarts van klager is en verweerder niet het patiëntendossier van klager voorafgaand aan de behandeling had bestudeerd. Verweerder wordt dan ook door klager verweten haar onjuist en onvoldoende te hebben geïnformeerd en daarnaast techniekfouten te hebben gemaakt bij het aanbrengen van het implantaat. Het College oordeelt dat door het plaatsen van het implantaat tussen klager en verweerder een geneeskundige behandelingsovereenkomst tot stand is gekomen. Gevolg hiervan is dat op verweerder de plicht rust klager op duidelijke wijze, en desgevraagd schriftelijk, in te lichten over het voorgenomen onderzoek, de voorgestelde behandeling en over de ontwikkelingen omtrent het onderzoek, omtrent de behandeling en haar gezondheidstoestand. Daarbij moet verweerder zich laten leiden door hetgeen klager redelijkerwijze dient te weten ten aanzien van:

  • A. het aard en het doel van het onderzoek of de behandeling die hij noodzakelijk acht en van de uit te voeren verrichtingen;
  • B. de te verwachte gevolgen en risico’s daarvan voor de gezondheid van klaagster;
  • C. andere methoden van onderzoek of behandeling die in aanmerking komen;
  • D. de staat van en de vooruitzichten met betrekking tot diens gezondheid voor wat betreft het terrein van het onderzoek of de behandeling.

Het College oordeelt op voorhand dat er rekening moet worden gehouden met het feit dat verweerder niet als behandelend tandarts was verbonden aan de kliniek waar verweerder zijn werkzaamheden verricht.

Behandelplan
Het College is van oordeel dat verweerder zichzelf een goed beeld diende te vormen van het door de behandelend tandarts verrichte onderzoek, de aard en het doel van de behandeling, de te verwachte gevolgen en risico’s daarvan, alsmede andere in aanmerking komende behandelmethoden. Deze informatie kan in de regel worden geput uit de door de behandelende tandarts gemaakte zorg, dan wel het behandelplan. Achteraf is komen vast te staan dat een dergelijk schriftelijk behandelplan nimmer door de behandelend tandarts is gemaakt. Indien verweerder deze omissie tijdig zou hebben vastgesteld, dan had hij zich tot de behandelend tandarts behoren te wenden ten einde de gewenste gegevens mondeling te verkrijgen. Verweerder heeft noch geverifieerd of er een zorg dan wel behandelplan was opgemaakt, noch heeft hij contact opgenomen met de behandelend tandarts. Hij heef enkel kennis genomen van de röntgenfoto’s en een oraal onderzoek bij klager verricht. Verweerder beschikte derhalve over onvoldoende informatie om klaagster deugdelijk te informeren. Vaststaat dat hij dat feitelijk ook niet heeft gedaan. Daarom heeft hij zich enkel beperkt tot het verstrekken van informatie met betrekking tot het aan te brengen implantaat. Het College acht in dat verband dat hij hiermee niet kon volstaan. Als gevolg hiervan legt het College verweerder de maatregel van schorsing van de inschrijving in het BIG-register voor de duur van zes maanden, met het bevel dat deze maatregel niet ten uitvoer zal worden gelegd en derhalve met gebruikmaking van een proeftijd van twee jaren.

Bekijk hier de uitspraak.

Bekijk ook eerdere tuchtrechtelijke uitspraken

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving

Regels gebruikelijk loon dga aangescherpt per 1 januari 2015

Dga’s moeten hun loon in 2015 toetsen aan strengere regels om te beoordelen of hun loon wel gebruikelijk is. Zo wordt de speelruimte waarbinnen u uw loon mag vaststellen, verkleind.

Dga’s moeten hun loon in 2015 toetsen aan strengere regels om te beoordelen of hun loon wel gebruikelijk is. Zo wordt de speelruimte waarbinnen u uw loon mag vaststellen, verkleind. Deze zogenoemde doelmatigheidsmarge wordt verlaagd van 30% naar 25%. De marge mag alleen worden toegepast bij een loon boven € 44.000. De Belastingdienst krijgt het gemakkelijker bij de vaststelling of het loon gebruikelijk is: het loon van de dga moet worden vergeleken met het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, niet meer met een soortgelijke dienstbetrekking.

Vanaf 2015 moet u als dga een loon ontvangen ter hoogte van het hoogste van de volgende bedragen:

  • 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
  • het hoogste loon van de overige werknemers van de BV of daarmee verbonden vennootschappen (lichamen);
  • € 44.000.

Uw loon mag ook met de strengere regels lager worden gesteld, maar u moet dit dan wel aannemelijk kunnen maken.

Gebruikelijk loonafspraak
Heeft u een loon uit uw BV dat hoger is dan het standaardbedrag van € 44.000 en heeft u daarover een afspraak gemaakt met de Belastingdienst? Die bestaande en nog lopende afspraak vervalt per 1 januari 2015. Indien gewenst kunt u met de Belastinginspecteur een nieuwe afspraak maken over de hoogte van uw gebruikelijk loon. Er geldt een praktische regeling zolang de Belastingdienst geen contact heeft opgenomen voor een nieuwe gebruikelijk loonafspraak, of tot het verlopen van de geldigheidsduur van de oorspronkelijke gebruikelijk loonafspraak. U mag dan uitgaan van een loon ter grootte van 75/70e van het loon uit 2014. Dat betekent in feite dat u de gebruikelijk loonafspraak zoals eerder gemaakt continueert, met inachtneming van de kleinere doelmatigheidsmarge per 1 januari 2015. De feiten en omstandigheden moeten dan wel gelijk blijven. De salarisverhoging van 75/70e is echter niet verplicht. Kiest u ervoor die verhoging niet toe te passen, houd er dan rekening mee dat de inspecteur u gaat vragen om de hoogte van uw loon alsnog te onderbouwen.

Tip
Voorkom discussie over het gebruikelijk loon. Stel als dga een marktconform loon vast en laat bij twijfel de Belastingdienst zich daarmee akkoord verklaren.

Verruimde betalingstermijn voor de belastingaanslag 2014
Ontvangt u dit jaar een aanslag inkomstenbelasting over 2014 met een te betalen bedrag? Dan heeft u ruim vijf maanden de tijd om dit bedrag aan de Belastingdienst te betalen. Bovenop de standaard betalingstermijn van zes weken krijgt u namelijk nog eens automatisch vier maanden extra de tijd.

Tegemoetkoming betaling inkomstenbelasting
Voor veel mensen zal de aanslag inkomstenbelasting 2014 dit jaar hoger uitvallen dan verwacht. Dat komt vooral omdat de Belastingdienst de afbouw van de inkomensafhankelijke (heffings)kortingen niet op tijd heeft kunnen verwerken in de systemen. Ook werkgevers hebben hierdoor niet voldoende rekening kunnen houden met enkele fiscale wijzigingen. Veel mensen worden dan ook dit jaar geconfronteerd met een bijbetaling. Hierover is veel ophef ontstaan. Daarom is er nu een tegemoetkoming in de vorm van langer uitstel van betaling.

Langere betalingstermijn inkomstenbelasting
Voor iedereen die een te betalen aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2014 krijgt, geldt automatisch een langere betalingstermijn. Daarbij gaat het niet alleen om het bijbetalingsbedrag, maar om het gehele bedrag van de aanslag. De langere betalingstermijn is vier maanden en komt bovenop de standaard betalingstermijn van zes weken. Gedurende deze periode hoeft geen invorderingsrente te worden betaald. Dat geldt niet voor eventueel te betalen belastingrente.

Tip
Ontvangt u naast een aanslag inkomstenbelasting 2014 ook een aanslag zorgverzekeringswet (ZVW) dan geldt de langere betalingstermijn ook voor deze aanslag.

Dagtekening aanslag inkomstenbelasting
De verruimde betalingstermijn geldt voor te betalen belastingaanslagen over 2014 met een dagtekening die ligt tussen 1 mei 2015 en 30 juni 2016. Ontvangt u een te betalen aanslag inkomstenbelasting 2014 met een dagtekening na 30 juni 2016, dan geldt weer de reguliere betalingstermijn van zes weken.

Let op
Zorg ervoor dat u binnen de verruimde periode betaalt. Betaalt u namelijk niet binnen de verlengde termijn, dan bent u alsnog invorderingsrente verschuldigd vanaf de datum waarop de standaard betalingstermijn van zes weken is verstreken.

Afzonderlijke brief
Gezien de automatische verwerking is het voor de Belastingdienst niet mogelijk om de betalingstermijn op de aanslag zelf aan te passen. Op uw aanslag inkomstenbelasting 2014 staat dus de gebruikelijke betalingstermijn van zes weken. Om verwarring te voorkomen stuurt de Belastingdienst een afzonderlijke brief waarin staat dat er voor u een langere betalingstermijn geldt.

Getrouwd op huwelijksvoorwaarden? Vergeet niet te verrekenen!
Veel (aanstaande) echtgenoten vinden het redelijk de vermogensgroei tijdens hun huwelijk eerlijk te delen. Huwelijksvoorwaarden bevatten daarom vaak een verrekenbeding. Naast de finale verrekening bestaat ook de periodieke verrekening. Voldoet u hier niet aan? Dat kan tot gevolg hebben dat een soort gemeenschap van goederen ontstaat. En dat kan verstrekkende gevolgen hebben.

Bij finale verrekening wordt bij het einde van het huwelijk door overlijden afgerekend, alsof er in gemeenschap van goederen was getrouwd. Soms geldt die afspraak zelfs bij echtscheiding. Periodieke verrekening houdt in dat de echtgenoten jaarlijks bij helften verdelen wat over is gebleven van de inkomsten na aftrek van de huishoudelijke kosten. Buiten de verrekening blijft vermogen dat vóór het huwelijk is opgebouwd of dat is ontvangen uit bijvoorbeeld een erfenis of een schenking. Dit systeem is in veel huwelijksvoorwaarden vastgelegd: het wordt als eerlijk en redelijk ervaren. Maar dan moet er wel jaarlijks worden verrekend. Waarschijnlijk is dat niet uw favoriete bezigheid. En als uw adviseur het elk jaar moet doen, kost het geld.

Wat gebeurt er als u niet verrekent?
Niet verrekenen kan verstrekkende gevolgen hebben. In de wet is namelijk een regeling opgenomen voor het geval het huwelijk eindigt en er tijdens dat huwelijk nooit conform de huwelijksvoorwaarden is verrekend. De wet redeneert dan: het hele vermogen bij het einde van het huwelijk is ontstaan uit inkomen dat verrekend had moeten worden. Dat heeft tot gevolg dat de (ex-)echtgenoten in beginsel ieder recht hebben op de helft van het hele vermogen, inclusief de waarde van ondernemingsvermogen! Er is eigenlijk een soort gemeenschap van goederen ontstaan.

Wordt de soep echt zo heet gegeten?
Natuurlijk is er ruimte om het wettelijk vermoeden te ontkrachten. Degene die daar het meest belang bij heeft, zal dan wel moeten bewijzen dat het vermogen niet of niet helemaal is ontstaan uit te verrekenen inkomen. Het valt echter niet altijd mee voldoende bewijs te leveren. Als het tot procederen komt, gebeurt dat weer met alle narigheid en kosten van dien. In dat licht is jaarlijks verrekenen een must.

Huwelijksvoorwaarden aanpassen
Er zijn alternatieven voor de jaarlijkse verrekening. Eén daarvan is dat u de jaarlijkse verrekenplicht in de huwelijksvoorwaarden laat vervangen door de plicht de vermogensgroei tijdens het huwelijk pas bij het einde van het huwelijk te verrekenen. Soms zijn de redenen waarom destijds de huwelijksvoorwaarden zijn gemaakt, niet meer aanwezig. In zo’n geval kan de oplossing liggen in het opheffen van de huwelijksvoorwaarden. Wellicht zijn er in uw specifieke situatie nog andere mogelijkheden.

Door: mr. Serge Bodde RB, senior belastingadviseur bij Alfa Accountants en Adviseurs

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Negatieve beoordeling: Duitse tandarts verliest zaak tegen Google

Een tandarts uit Duitsland heeft onlangs zoekmachine Google aangeklaagd wegens een negatieve beoordeling van 1 van zijn patiënten op het sociale netwerk Google+, schrijft ZWP online.

De zaak
Een patiënt gaf de tandarts in Google+ een negatieve beoordeling nadat hij een pijnlijke en veel te dure behandeling zou hebben ondergaan. Ook geloofde de patiënt niet dat de positieve beoordelingen van de tandarts in het sociale netwerk echt konden zijn en noemde deze dan ook nep. De tandarts spande de zaak tegen Google aan om zijn praktijk, medewerkers en familie tegen reputatieschade te beschermen. Gezien de vrijheid van meningsuiting was de kans klein dat de tandarts de zaak zou winnen.

Vrije meningsuiting
De rechter heeft nu geoordeeld dat de uiting van de patiënt een subjectief waardeoordeel is en daarom onder het recht van vrije meningsuiting valt. De beoordeling hoeft daarom niet verwijderd te worden van Google+.

Lees meer over: Actueel, Ondernemen, Thema A-Z, Wet- en regelgeving

De mooiste wachtkamers voor kinderen

Hoe houdt u de kinderen in uw wachtkamer bezig? Kunnen zij zich goed vermaken en rustig op hun afspraak wachten?
Voor uw inspiratie heeft dental INFO de mooiste wachtkamers voor kinderen op een rijtje gezet.


Zentrum für ihre Gesichtsästhetik, Eifel, Duitsland


Ivory & Ivory, Nieuwegein


1001 Dental, Grand Forks, Verenigde Staten


Dr. Jochum, Essen, Duitsland


Tandartsenpraktijk Dijkcentrum, Roosendaal


Zahnarztpraxis Monika Golomb, Augsburg, Duitsland


Zahnärtze Petry, Saarbrücken, Duitsland


Eastshore Pediatric Dental Group, Pinole, Verenigde Staten


Tandartspraktijk Voncken, Grubbenvorst

______________________________________________________

Advertorial

Tijdschriften in uw wachtruimte? En als u nu eens 80% minder betaalde of slechts € 12,50 per maand?
dental INFO lezers ontvangen 2 maanden gratis lectuur en een gratis rek bij het magazine pakket voor patiënten in de wachtruimte. Lees verder

______________________________________________________

Mail foto’s van uw praktijk

Stuur foto’s van uw behandelkamer(s), praktijkgebouw, wachtkamer of praktijkkleding naar info@dentalinfo.nl. Misschien komt uw praktijk in een volgend artikel in de reeks “De mooiste…”.

 

 

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkinrichting

Tariefsdaling in 2015: Kosten omlaag of juist investeren?

Een tariefsdaling van 5,15% in 2015 heeft grote impact op de winst van een praktijk. Zo betekent een omzetdaling van 5% al snel een winstdaling van ongeveer 10%*. Hoe kunt u deze daling opvangen? Kosten omlaag of juist extra investeren? Een overzicht van de mogelijkheden.

Kosten verlagen
De eerste reactie van praktijkhouders op de aangekondigde tariefsdaling is veelal het verlagen van de kosten. En het is zeker goed inzicht te hebben in het kostenniveau van de praktijk om te beoordelen waar kan worden bezuinigd. En voor sommige praktijken is hier ook zeker winst (!) te behalen.

Maar met het verlagen van de kosten zal het omzetverlies niet worden opgevangen.

1. Een kostendaling heeft maar beperkte impact op de winstmarge
Om een omzetdaling van 5% op te vangen via het verlagen van de kosten (en dus een gelijkblijvende winst over te houden), zullen de totale kosten met ruim 9% moeten dalen. En rekening houdend met de vaste kosten van een praktijk, zal de kostendaling van alleen de variabele kosten ruim 15% moeten zijn.

2. Kosten verlagen kost ook geld
Steeds vaker besteden assistenten veel tijd aan het zoeken naar ‘koopjes’. Gedurende deze tijd zijn zij niet productief. Uiteraard levert dit zoekwerk kostenvoordelen op, maar het voordeel weegt lang niet altijd op tegen de gemiste productiviteit. Oftewel, een assistente kan per uur vaak meer omzet opleveren, dan dat zij per uur aan kosten kan besparen.

Extra investeren in efficiënter werken
Voor het opvangen van de tariefsdaling zal de aandacht toch vooral moeten liggen op het maken van meer omzet. En hier geldt: “als je hetzelfde blijft doen als je altijd hebt gedaan, zul je ook hetzelfde krijgen”. Extra omzet wordt alleen gerealiseerd door te investeren. Maar waarin?

Met het verhogen van de efficiëntie kan het omzetverlies wel worden opgevangen. Gemiddeld één tot twee patiënten per dag extra behandelen levert al een omzetstijging van rond 5%.

1. Investeer in personeel
Een assistente kan per uur veel meer omzet genereren, dan dat zij per uur kost. Investeer in het personeel, zodat (deel)handelingen gedelegeerd kunnen worden. Alle handelingen die namelijk niet door de (dure) tandarts hoeven te worden uitgevoerd, kunnen aan assistenten worden gedelegeerd. Dus investeer in personeel, zodat zij handelingen gedelegeerd kunnen krijgen.

2. Investeer in logistiek
Tussen en voorafgaand aan behandelingen zit vaak veel (dure) verliestijd. Denk aan het schoonmaken van instrumenten, het klaarleggen van instrumenten en het heen en weer lopen naar de sterilisatieruimte. Door te investeren in de logistiek, zoals het aanschaffen van tray systemen en ruim voldoende hoekstukken is hier winst (in de vorm van minder verliestijd) te behalen.

3. Investeer in planning
Met een goede planning kan ook veel verliestijd worden gereduceerd. Vooral een goede meerkamerplanning kan enorme winsten opleveren, omdat hiermee de verliestijd voor de tandarts tot een minimum wordt gereduceerd.

4. Investeer in patiënten
Om meer patiënten te behandelen op een dag, geldt soms dat het patiëntenbestand moet worden uitgebreid. Wervingskosten voor nieuwe patiënten zullen moeten worden gemaakt. Maar investeer ook in bestaande patiënten door altijd aandacht en service te leveren, want een loyale patiënt heeft de meeste waarde voor een praktijk.

Kosten gaan voor de baten uit en investeren is dus ons advies. Want de investeringskosten verdienen zich terug en zullen vervolgens gaan renderen voor de praktijk.

* De percentages zijn indicatief, aangezien winstmarges per praktijk verschillen.

Door:
Sjoerd Kuiken en Verry van Rossum van het PDI Business Model. Het Business Model van PDI levert tandartspraktijken een financieel gezonde praktijk via een succesvolle werkwijze en efficiënte meerkamerplanning.

Door: Sjoerd Kuiken, Kuiken Praktijkmanagement

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, Tarieven, Thema A-Z

Uw praktijk (ver)bouwen: zelf doen of uitbesteden?

U loopt al even rond met plannen om uw eigen praktijk te (ver)bouwen. Hoe gaat u dat aanpakken? Neemt u zelf de coördinatie van het bouwproject ter hand of kiest u voor een onafhankelijk projectcoördinator ?

Aan de bouw of verbouwing van uw praktijk begint u niet zomaar. Neem uw eerste beslissingen aan de hand van ons stappenplan. Want u wilt het project zó regelen dat het op een verantwoorde en financieel efficiënte manier verloopt.

Stap 1

Stel vast wat u met uw praktijk in de nabije en verre toekomst wilt.
Wilt u (ver)bouwen vanwege:

  • een procesverbetering, om aan normen zoals de WIP te voldoen? 
  • een upgrading van de praktijk?
  • een efficiëntere indeling?
  • uw behoefte aan meer ruimte? 
    – U wilt uw team uitbreiden.
    – U wilt meer behandelstoelen in uw praktijk. 
    – U wilt zich gaan specialiseren. 
    – U wilt met meerdere medici in één pand gaan werken.

Daarna kunt u gaan nadenken over:

  • uitbreiding op de huidige locatie?
  • uitbreiding op een nieuwe locatie?
    – Wilt u een huurpand?
    – Wilt u een kooppand?
    – Een nieuw of bestaand pand? In welke regio/wijk wilt u zich vestigen?

Stap 2

Met wie bespreekt u uw concept-plannen?
Met wie bespreekt u de haalbaarheid van uw plannen, wie kan een budget opstellen en het voorwerk doen?

  • U gaat zelf in overleg met een of meer aannemers en makelaars

    Voordeel:
    – alles zelf in de hand. 

    Nadeel: 
    – ook deze fase kan veel tijd kosten. 
    – aannemers en makelaars hebben geen brede projectkennis en er is kans op belangenverstrengeling.
  • U kiest voor een onafhankelijk projectcoördinator, die bekend is met alle mogelijkheden die de markt biedt en in uw belang kan onderhandelen.

    Voordeel: een projectcoördinator: 
    – is iemand die meedenkt vanuit uw belang. 
    – is bekend met alle mogelijkheden die de markt biedt. 
    – kan verschillende scenario’s toetsen op haalbaarheid (quickscan): een goede voorbereiding is het halve werk. 
    – neemt veel werk uit handen. U wordt niet doorlopend gestoord tijdens uw werk. 
    – is bekend met de marktconforme prijzen zodat u niet teveel betaald.

    Nadeel: Kosten. 
    – Beide partijen kunnen een financieel plaatje schetsen en een planning afgeven.

Stap 3

Zelf coördineren of uitbesteden?
Of het verstandig is uw bouwproject zelf te coördineren of uit te besteden, hangt af van een aantal factoren.

U kunt het zelf coördineren:

  • U heeft de kennis én de ervaring om een bouwproject tot een goed einde te brengen.
  • U vindt het niet erg gestoord te worden als u aan het werk bent en kunt op ieder moment beslissingen nemen.
  • U heeft graag contact met de uitvoerenden.

U neemt een onafhankelijke projectcoördinator aan omdat:

  • U weinig of geen kennis en ervaring heeft met bouwprojecten.
  • U tijdens de bouw of verbouwing ongestoord uw werk wilt blijven doen.
  • U niet voor verrassingen wilt komen te staan.
  • Bewaking van budget en tijdsplanning in uw belang wordt geregeld.
  • Controle op acceptabele prijzen, facturatie en gewenste uitvoerkwaliteit op tijd gebeurt.
  • U een goede stroomlijning wilt van alle leveranciers zoals interieurbouwer, schilder, loodgieter, stoffeerder, aannemer.
  • U een goede stroomlijning wilt voor alle technisch gebouw gebonden installaties zoals elektriciteit, klimaatbeheersing, data, audio, alarminstallaties.


Door:
HSPC, bouwprojectcoördinator voor tandartspraktijken.

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkinrichting

Tandarts in Duitsland spant rechtszaak aan tegen Google

Een tandarts uit Duitsland heeft onlangs zoekmachine Google aangeklaagd wegens een negatieve beoordeling van 1 van zijn patiënten op het sociale netwerk Google+. Het is echter onwaarschijnlijk dat de tandarts deze zaak zal winnen.

Negatieve beoordeling
De patiënt gaf zijn tandarts in Google+ een negatieve beoordeling nadat hij een pijnlijke en veel te dure behandeling zou hebben ondergaan. Ook geloofde de patiënt niet dat de positieve beoordelingen van de tandarts in het sociale netwerk echt konden zijn en noemde deze dan ook nep.

Reputatieschade
De tandarts spande de zaak tegen Google aan om zijn praktijk, medewerkers en familie tegen reputatieschade te beschermen.  In Duitsland geldt de vrijheid van meningsuiting en de kans is daarom klein dat de tandarts deze zaak zal winnen.

Bron:
ZWP Online





Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Juridische implicaties van endodontische complicaties

Bij het uitvoeren van endodontische behandelingen liggen complicaties constant op de loer. Naast de technische aspecten moet de behandelaar ook met juridische implicaties rekening houden. Welke rechtsgebieden gelden er en hoe voorkomt u een klacht?

Bij het uitvoeren van endodontische behandelingen liggen complicaties constant op de loer. Sommige complicaties hebben nauwelijks uitwerking op het uiteindelijke behandelresultaat terwijl andere zelfs kunnen leiden tot vroegtijdig verlies van het gebitselement. Naast de technische aspecten van complicaties tijdens een endodontische behandeling, moet de behandelaar ook met de juridische implicaties rekening houden.

De impact van een klacht is erg groot. Vaak is er daardoor sprake van een slechte nachtrust en een andere patiëntbenadering. Hoe kunt u problemen aanpakken en voorkomen?

Rechtsgebieden
Er zijn vier verschillende rechtsgebieden die verband houden met behandelcomplicaties binnen de endodontologie. Tijdens de lezing van Tijmen Hiep werden de eerste drie besproken.

  1. Klachtrecht
  2. Tuchtrecht
  3. Civielrecht
  4. Strafrecht

1. Klachtrecht

Voor patiënten is het klachtrecht een laagdrempelige mogelijkheid voor het indienen van klachten. Zorgverleners zijn verplicht een klachtenregeling te hebben. De meeste tandartsen hebben deze klachtenregeling geregeld bij de beroepsorganisatie (ANT/NMT) en sommige hebben zelf een klachtenregeling opgezet.

2. Tuchtrecht

Het doel van tuchtrecht is:
– Bevorderen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening

Waar wordt bijvoorbeeld op getoetst?
– Is behandeld binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening?

Er wordt dus niet gekeken of het beter had gekund.

3. Civielrecht

In een civiele procedure stelt de patiënt de tandarts aansprakelijk voor schade als gevolg van handelen. Het doel van de patiënt is een schadevergoeding.

Hoe kun je een klacht voorkomen?

  1. Managen van de verwachtingen
  2. Vermelden van de risico’s
  3. Bespreken van alternatieven
  4. Informed consent
  5. Dossiervorming

De endodontische behandelaar heeft een inspanningsverplichting en geen resultaatsverplichting. Indien er tijdens de behandeling een complicatie is opgetreden, wees dan empatisch en leg de situatie uit. Vaak is communicatie namelijk de reden voor het indienen van een klacht.

Tijmen Hiep is tandarts-algemeen practicus sinds 2007 en sinds 2011 jurist op het gebied van het gezondheidsrecht waarbij zijn afstudeerscriptie in het teken stond van taakdelegatie en voorbehouden handelingen in de tandheelkunde. Sinds 1 september 2013 is hij Penningmeester / Vice-voorzitter bij de KNMT.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van Tijmen Hiep tijdens het congres De endodontische misser van de NVvE.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Ondernemen, Wet- en regelgeving