Tuchtrecht: schorsing vanwege oncollegiaal gedrag

Tuchtrech

Het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle heeft een tandarts geschorst naar aanleiding van een aanklacht betreft oncollegiaal gedrag. De klacht werd ingediend door de secretaris van de tandartsenkring waarvan de praktijk deel uitmaakt. Zowel de tandarts als zijn echtgenoot werden aangeklaagd.

Situatie

De praktijk van de aangeklaagde tandarts maakt deel uit van een tandartsenkring (hierna: de Kring). De klager is tandarts en secretaris van de Kring en klaagde zowel de tandarts als zijn echtgenote, die samen hun tandartsenpraktijk binnen de kring hebben, aan.

De verhouding tussen de klager en de verweerders was al lange tijd niet al te best. Binnen de Kring zijn afspraken gemaakt voor de opvang van tandheelkundige spoedgevallen buiten praktijkuren, waarin de dienstdoende tandarts persoonlijk bereikbaar dient te zijn. Op zaterdag 12 mei maakten meerdere patiënten gebruik van deze regeling, en kregen door de telefoniste van een tandartsenbemiddelingsbureau een afspraak ingepland op zaterdagavond, om 20:30, 20:45 en 21:00. Zij kwamen echter voor een dichte deur te staan en kregen vervolgens van de telefoniste te horen dat ze de volgende dag terecht konden bij de praktijk. Een van deze patiënten wende zich die maandag tot de praktijk van de klager met deze klacht. Vervolgens werd op naam van de verweerder een email naar deze patiënt gestuurd, waarin werd verteld dat dit een fout moet zijn geweest van het bemiddelingsbureau.

De verweerder liet zelf ook weten aan de KNMT niet tevreden te zijn met de gang van zaken en de manier waarop er werd omgegaan met spoedeisende incidenten. In zijn klacht verwees hij ook naar hoe de klagende tandarts schouder ophalend en ongeïnteresseerd reageerde op de klacht van de patiënt. Naar aanleiding hiervan diende de verweerder toen ook een klacht tegen de klager in, die later werd ingetrokken.

Tussen 2017 en 2018 zijn 300 – 400 patiënten overgestapt van de praktijk van de verweerder naar de praktijk van de klager. De redenen die hiervoor werden opgegeven zijn onder andere onverklaarbaar hoge declaraties, schending van het informed consent, schending van de privacy van patiënten, opdringerige telefoontjes, wisselende tandartsen en assistentes, pijnlijke behandelingen, verlies van vertrouwen in de tandarts, ontevredenheid over uitgevoerde behandelingen en moeizame communicatie. Vervolgens ontving de klagende tandarts vaak pas laat de dossiers van de overgestapte patiënten.

In de loop van 2018 kregen alle overgestapte patiënten een email met informatie over het versturen van het dossier voor wettelijke kosten van €5, en een link naar de website van de consumentenbond. Deze link bleek echter ongeldig: het dossier kan altijd kosteloos worden vergaard. De verweerder werd hier meerdere malen op aangesproken, maar bleef doorgaan met soortgelijke praktijken.

Klacht

De klager heeft een klacht ingediend tegen de verweerders omdat hij hen verwijt in strijd te handelen met het belang van een goede uitoefening van de gezondheidszorg omdat zij
(a) zich niet houden aan de afgesproken dienstregeling;
(b) zich grievend uitlaten over een collega;
(c) geen volledige en kosteloze medische dossiers verstrekken;
(d) zorg van onvoldoende kwaliteit leveren.

Beoordeling

Door een tandartsbemiddelingsbureau in te schakelen konden de verwerende tandartsen niet rechtstreeks bereikt worden toen dit wel had gemoeten. Het eerste klachtonderdeel is daarom als gegrond beoordeeld. Ook het tweede klachtonderdeel is als gegrond beoordeeld, aangezien de tandartsen zich in de e-mails naar de patiënt en de KNMT toe expliciet negatief uitlieten tegenover de collega tandarts (de klager). Aangezien tandartsen wettelijk gezien verplicht zijn om patiënten zo spoedig mogelijk hun dossier, kosteloos, toe te sturen, is ook het derde klachtonderdeel gegrond. Of de patiënten daadwerkelijk zijn overgestapt vanwege onvoldoende kwaliteit van de tandheelkundige zorg is niet voldoende duidelijk. Aangezien dit klachtonderdeel ook verder niet is onderbouwd door de klagende tandarts kan dit laatste klachtonderdeel niet als gegrond worden beoordeeld.

Uitspraak

Het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle heeft besloten om de bevoegdheid van de verweerder te schorsen voor de duur van een half jaar, waarvan 1 maand onvoorwaardelijk en 5 maanden voorwaardelijk.

Bron:
Overheid.nl 

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving