Alles over wortelcariës
Komt wortelcariës ook binnen de paropraktijk voor waar de mondhygiëne meestal optimaal is bij patiënten in de nazorgfase? Ja, dat komt zeker voor. Maar wortelcariës is niet altijd even simpel te constateren. Bijvoorbeeld omdat het ook een artefact op de röntgenfoto zou kunnen zijn en het klinisch beeld niet meteen goed duidelijk is.
Invloed van parodontitis op cariës
Veel te zien in de paropraktijk zijn actieve laesies; kalkachtig aspect met plakranden er omheen. Je ziet een soort jaarringen op het glazuur waar in het verleden cariës is begonnen, daar waar vroeger de gingivaranden lagen. In de loop van het paroprotocol wordt de mondhygiëne beter en dan zie je dat de wortelcariës er minder actief begint uit te zien. Het blijft wel altijd opletten op moeilijk bereikbare plaatsen zoals op het furcatiedak. Bij een flapoperatie worden furcaties goed bereikbaar voor ragers gemaakt mits de patiënt over de motorische vaardigheden en motivatie beschikt om de ragers goed te gebruiken. De angst blijft wel dat er alsnog cariës en een pijnklacht ontstaat. Dus dit moet zorgvuldig worden afgewogen.
Acute cariës
Cariës kan er heel plotseling zijn terwijl je gewend bent dat de patiënt altijd keurig zijn mondhygiëne uitvoert en de situatie al heel lang stabiel is. Ineens kan rondom een pijler veel bloeding ontstaan. Kroonranden zijn de lastige plekken om te reinigen daarom zijn de wortels bij de kronen meer gevoelig voor cariës. Een droge mond door minder speeksel aanmaak ten gevolgen van stress, medicijngebruik, kan de wortelcariës versnellen
In oplossing
Wortelcariës ontstaat net als in glazuur door zuren vanuit de biofilm bij fermentatie van suiker. Zolang remineralisatietijd voldoende lang is, zal erna demineralisatie geen cariës ontstaan. Toch is wortelcariës bijzonder want het dentine lost in een relatief iets minder zure omgeving al op ten opzichte van het tandglazuur. Glazuur gaat in oplossing bij een pH van 5,5 en dentine al bij 5,8. De cariës zit meteen in het dentine vanwege het missen van een glazuurkap of het worteloppervlak.
Krijg je van plak wortelcariës?
Patiënten in de nazorg van parodontitis hebben relatief meer blote wortels dan iemand zonder (behandelde) parodontitis. Toch hebben zij relatief minder kans op wortelcariës. Bij het onderzoek waaruit dit bleek, is er helaas niet in kaart gebracht of de lengte en breedte van het blootliggende worteloppervlak van invloed was. Er werd een duidelijke relatie gevonden tussen plak en wortelcariës, dit in tegenstelling tot de relatie plak en krooncariës. De glazuurcementgrens is predelictieplaats en is dus lastig te reinigen.
Gemineraliseerd dentine
Zeker ouderen kunnen een ander voedingspatroon krijgen. Maar als het voedingspatroon hetzelfde blijft en het aantal recessies vermeerderd dan kan er ineens wortelcariës ontstaan. Door fluoride, plakverwijdering en verbeterde voeding kan dentine zich weer herstellen. Wanneer dentine van de wortel mineraliseert dan ontstaat er een hypermineralisatie. Gemineraliseerd dentine is zo hard als glazuur. Dit oppervlak glimt.
Zwarte cariës
Carieus dentine is te herkennen aan een dof oppervlak. Glazuurcariës is bij een zwarte kleur stabiel maar dit geldt niet bij dentine. Zwart dentine kan duiden op een actieve cariës laesie. Daarom is het verstandig om bij een zwarte verkleuring op het worteloppervlak met de zijkant van de pocketsonde te voelen. Carieus dentine voelt ruw en leerachtig aan.
Is fluoride de oplossing?
Ter preventie en behandeling kan er fluoride worden ingezet. Een spoelmiddel werkt helaas onvoldoende in geval van wortelcariës. Tandpasta met 5000 ppm is bijzonder geschikt voor tandhalscariës. Het is eenvoudig in het dagritme in te bouwen, makkelijker dan gel en het is net zo effectief als maandelijks een gebitsreiniging en fluorideapplicatie in de praktijk. Ook op de rager kan fluoride aangebracht worden, zeker in geval van furcaties. Chloorhexidine wordt enkel ingezet als plak een groot probleem is en niet voldoende kan worden verwijderd door de patiënt.
Is een restauratie de oplossing?
Restaureren is vaak niet zo’n goede oplossing vanwege hoog risico op pulpabeschadiging. De cariës zit vaak rondom het element en is dus ook moeilijk de restaureren. Ook zit het vaak onder een geplaatste kroon. Als restaureren moet, doe het dan met composiet. Cariës die onder de gingiva doorloopt kan hiermee ook gerestaureerd worden omdat het niet resulteert in extra ontsteking. Glascionomeer erodeert al snel door te weinig speeksel. Composiet lijkt dus het meest weefselvriendelijk maar het is technisch moeilijk uit te voeren.
Aanvulling door em. prof. dr. Cees de Baat, voorzitter van de richtlijnencommissie Wortelcariës: “Indien restauratieve behandeling noodzakelijk wordt geacht, heeft glasionomeercement als restauratiemateriaal de voorkeur wanneer ter plaatse sprake is van contaminatie met vocht. Dit is zo opgenomen in de Richtlijn Wortelcariës. Richtlijnen zijn echter nooit in beton gegoten. Als deskundigen wetenschappelijk gefundeerde argumenten hebben om hiervan af te wijken, is dat geen probleem.”
Kan men ultrasoon gebruiken?
Het gebruik van de ultrasoon op wortelcariës is geen groot probleem. De patiënt poetst namelijk zelf ook het tandmateriaal weg. Het helpt juist om het glad en hard achter te laten. Een abrasie hoeft in principe ook niet gevuld te worden behalve als er risico bestaat op een fractuur.
Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, van het webinar Paro-behandeling gelukt, element verloren van de NVvP met sprekers prof.dr. M-C. Huysmans (hoogleraar Cariologie en Endodontologie Radboudumc) en dr. R.Z. Thomas (parodontoloog NVvP – Arnhem, Groningen).
Dit artikel is eerder op dentalinfo.nl en gezien interesse hiervoor opnieuw onder de aandacht gebracht.