De factoren die leiden tot slechte ventilatie in tandartspraktijken

De factoren die voor slechte ventilatie zorgen in tandartspraktijken

Ventilatie in tandartspraktijken is essentieel om blootstelling van tandartsen aan overdraagbare ziekten te verminderen. Een studie die is gepubliceerd in Scientific Reports heeft daarom de factoren verduidelijkt die ervoor zorgen dat luchtretentie plaatsvindt. Hiermee kunnen mogelijk normen vast worden gesteld om de lucht in praktijken te verbeteren.

Hoog risico op blootstelling

Tandartsen lopen in een klinische praktijk een hoog risico op blootstelling aan overdraagbare ziekten. Hoewel het dragen van maskers en handschoenen, en het desinfecteren van de gebruikte instrumenten infectie proberen te voorkomen, is er sinds COVID-19 ook meer aandacht voor de luchtkwaliteit.

Efficiënte ventilatie nodig

Aangezien ramen en deuren dicht vaak dicht zijn is er in een praktijk een efficiënte ventilatiemethode nodig die niet afhankelijk is van natuurlijke ventilatie. Belangrijke onderdelen van ventilatiesystemen zijn uitlaatopeningen en airconditioners. De concentratie van verontreinigende stoffen in de binnenlucht hangt sterk af van de locatie van de in- en uitgangen hiervan. Ook scheidingswanden beïnvloeden de luchtstroom in een tandartspraktijk.

Uitlaten en scheidingswanden

Een Japans onderzoeksteam heeft daarom vloeistofdynamica-simulaties uitgevoerd met de nadruk op (1) het stroompad van de inlaat naar de uitlaatopening en (2) de aanwezigheid van scheidingswanden. Zo wilden ze de factoren verduidelijken die leiden tot luchtretentie in tandartspraktijken. Ze hebben een driedimensionaal model gemaakt van een tandartspraktijk met drie tandartsstoelen en hebben simulaties uitgevoerd voor scenario’s met en zonder scheidingswanden. Dit gebeurde voor verschillende posities van de in- en uitlaatopeningen.

Luchtleeftijd

De luchtretentie werd bepaald met behulp van luchtleeftijd, een maat voor ventilatie-efficiëntie. Evaluatie van de simulaties toonde aan dat de luchtleeftijd nabij de scheidingswand lokaal hoog was in de scenario’s met scheidingswanden. In de scenario’s waarin de uitlaatpoort zich dicht bij de ingang bevond, was de luchtleeftijd nabij de uitlaatpoort hoog, ongeacht de aanwezigheid van een scheidingswand. Dit betekent dus ook dat verontreinigende stoffen op die plaatsen dan lang blijven hangen.

Kortsluiting van verse lucht

De resultaten van deze studie gaven bovendien aan dat wanneer de uitlaat zich dicht bij de inlaat bevond, de lucht in de rest van de ruimte gemiddeld een hogere luchtleeftijd had dan wanneer de uitlaat verder weg in de ruimte was. Als de in- en uitlaat te dicht bij elkaar in de buurt zitten ontstaat er mogelijk een soort kortsluiting van verse lucht: de verse lucht wordt meteen weggezogen, zonder dat het de oude lucht meeneemt.

Niet makkelijk te valideren

Een beperking van de studie is dat het een numeriek experiment is dat gebaseerd is op simulaties en niet experimenteel gevalideerd is. Er bestaan echter nog geen methoden om gemakkelijk de luchtleeftijd in een klinische ruimte te meten. Verder gaat deze studie uit van één uitlaat en een horizontale luchtstroom. In de praktijk is de luchtstroom vaak verticaal en kunnen meerdere luchtafvoeropeningen worden geïnstalleerd.

Maatregel tegen infecties

Desondanks concluderen de auteurs dat, naast het dragen van beschermende kleding en het steriliseren van instrumenten, “het belangrijk is om verbetering van de luchtkwaliteit te beschouwen als een tegenmaatregel tegen lucht- en druppelinfecties, zoals virusinfecties, in tandheelkundige klinieken”.

Bron:
Scientific Reports 

 

 

Lees meer over: Praktijkhygiëne, Thema A-Z