Trismus als gevolg van behandeling hoofd-halskanker

Trismus als gevolg van behandeling hoofd-halskanker

Jolanda Kamstra hoopt 9 november te promoveren aan de Rijksuniversiteit Groningen met haar proefschrift over onderzoek naar Trismus als gevolg van behandelingen voor hoofd-halskanker.

Bijwerkingen behandeling hoofd-halskanker
Chirurgie, radiotherapie en chemotherapie zijn een aantal behandelingen voor hoofd-halskanker. Deze behandelingen brengen tijdens en na de behandeling meerdere bijwerkingen met zich mee waaronder ontstoken slijmvliezen van de mond en keel en een droge mond door lage speekseltoevoer.

Trismus
Daarnaast is Trismus, waarbij het openen van de mond wordt beperkt tot 35 millimeter of minder, ook een veelvoorkomende bijwerking. Het ontstaat door de opbouw van littekenweefsel en fibrose door chirurgie en radiotherapie. Trismus kan ook veroorzaakt worden door de tumor zelf, door de ingroei van de kauwspieren en het kaakgewricht. Hoe vaak en tot in welke mate dit voorkomt bij patiënten verschilt tussen de 5 en 42 procent. Er is geen standaardbehandeling hiervoor en als trismus eenmaal is ontstaan is er helaas nog beperkte winst in mondopening mogelijk.

Onderzoek
Kamstra’s proefschrift bestaat uit meerdere onderzoeken die onderverdeeld zijn in hoofdstukken.

Voor haar eerste onderzoek heeft ze de bijwerkingen en ervaren belasting van deze bijwerkingen van 89 patiënten onder behandeling voor mondholte- en orofarynxtumoren onderzocht. Kamstra onderzocht onder deze patiënten ook de mogelijke voorspellers voor kauwfunctie, voor het bepalen hiervan gebruikte ze de Mandibular Function Impairment Questionnaire (MFIQ). Van de MFIQ-scores werden verschillende risicofactoren voor een beperking van de kauwfunctie afgeleid. Verder kwam een gebrek aan speeksel als meest voorkomende en belastende bijwerking naar voren. Beperkte mondopening en beperkte beweeglijkheid van de tong werden als tweede en derde meest voorkomende bijwerking genoemd.

Daarnaast onderzocht ze het verloop van mondopening en risicofactoren van 641 patiënten tot 48 maanden na de behandeling met radiotherapie. Geslacht, leeftijd, locatie en classificatie van de tumor waren factoren die meespeelde in het verloop. Op verschillende punten in de behandeling en bij aanvang werd de mondopening gemeten, met een gemiddeld mondopening van 38,7 millimeter. Over de tijd nam de gemiddelde mondopening steeds meer af. Aan de hand van de resultaten heeft ze een voorspellingsmodel voor verandering van de mondopening ontwikkeld. Daarnaast onderzocht de ook de incidentie en voorspellers van trismus onder dezelfde patiënten.

Oefentherapieën
Ten slotte analyseerde Kamstra 20 verschillende studies naar effecten van oefentherapieën zoals rektechnieken, op trismus als gevolg van hoofd-halskanker behandelingen. De resultaten waren uiteenlopend en vaak niet significant waardoor er geen oefentherapie als beste uitgekozen kon worden

Conclusie
De resultaten van het onderzoek indiceren verschillende risicofactoren voor trismus waaronder: hogere leeftijd, vrouwelijk geslacht, locaties van de tumor zoals mondholte neusholte en speekselkieren, dosis van de radiotherapie en langere tijdsperiode na de radiotherapie. De meeste van deze factoren zijn niet te beïnvloeden waardoor het behoud van goede mondopening lastig blijft. Echter kan het voorspellingsmodel van Kamstra wel indicaties geven voor het verloop van trismus in de behandeling met radiotherapie.

Geen van de rektechnieken uit Kamstra’s analyse bleek superieur en de resultaten waren variabel. Maar wanneer oefentherapie vroeg gestart wordt en patiënten therapietrouw zijn kan minder afname van de mondopening verwacht worden.

Bron:
NVPGT

Lees meer over: Diagnostiek, Thema A-Z