KNMT bij rechter om NZa-tarieven: zorgen over toekomst mondzorg
De KNMT is naar de rechter gestapt om de voorgenomen tariefverlagingen van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voor tandheelkunde en orthodontie aan te vechten. De beroepsorganisatie wil dat de nieuwe tarieven, die op 1 januari 2026 zouden ingaan, voorlopig worden opgeschort. Volgens de KNMT vormen de verlagingen een bedreiging voor de toegankelijkheid van mondzorg, vooral in kleinere en landelijke praktijken.
Ook de NVM-mondhygiënisten, de Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT) en de Vereniging van Tandartsen voor Orthodontie (VTvO) steunen het verzet.
“Toegankelijkheid staat onder druk”
Tijdens de zitting op 2 oktober benadrukte KNMT-voorzitter Hans de Vries dat de NZa niet alleen verantwoordelijk is voor de betaalbaarheid, maar ook voor de toegankelijkheid en kwaliteit van zorg.
“Juist kleinere praktijken, met name in landelijke gebieden, komen door de aanpak van het kostenonderzoek in de knel. Als zij verdwijnen, worden patiënten letterlijk verder van mondzorg verwijderd,” aldus De Vries. “Wij vragen de rechter de tariefbeschikkingen te schorsen om de balans tussen betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit te herstellen.”
Discussiepunten in de rechtszaak
Tijdens de behandeling kwamen vijf centrale kwesties aan bod:
- Het uren- en wekencriterium dat de NZa gebruikt bij de berekening van tarieven.
- Het niet meenemen van goodwill bij praktijkovernames.
- De zwaardere weging van grote praktijken in het kostenonderzoek.
- De vraag of de zaak spoedeisend genoeg is voor een voorlopige voorziening.
- De financiële gevolgen van de tariefsverlagingen voor de beroepsgroep.
De rechter besloot de uitspraak voorlopig uit te stellen, omdat een vergelijkbare zaak over huisartsentarieven nog loopt. Beide zaken draaien om de methodiek die de NZa gebruikt voor de normatieve arbeidscomponent (NAC). De uitspraak in de mondzorgzaak wordt voor het einde van 2025 verwacht, waardoor de definitieve tarieven pas in december bekend zullen zijn.
Brede onvrede in de zorgsector
De KNMT staat niet alleen in haar kritiek. Ook huisartsen, psychologen en psychotherapeuten trokken eerder naar de rechter vanwege onvrede over vergelijkbare kostenonderzoeken. De KNMT onderhoudt intensief contact met deze beroepsgroepen om gezamenlijk op te trekken waar dat mogelijk is.
Belangrijkste bezwaren van de KNMT
De KNMT heeft vier hoofdbezwaren tegen het NZa-onderzoek geformuleerd:
- Onrealistische werkweeknorm
De NZa gaat uit van een maximale werkweek van 36 uur en telt tandartsen die minder dan 46 weken per jaar werken niet als fulltime mee, ook al werken zij gemiddeld evenveel uren. Volgens de KNMT is dit onrealistisch en niet representatief voor de praktijk.
Eerder oordeelde de rechter in een vergelijkbare zaak van psychologen en psychotherapeuten dat dit criterium onjuist is, maar de NZa past dat oordeel niet toe op de mondzorg. - Kleine praktijken benadeeld
In het onderzoek wegen de resultaten van grote praktijken zwaarder mee dan die van kleine. Omdat grotere praktijken vaak profiteren van schaalvoordelen, worden kleinere praktijken relatief benadeeld. Dat zet de toegankelijkheid van mondzorg in landelijke gebieden verder onder druk. - Goodwill buiten beschouwing gelaten
De kosten van praktijkovernames – de zogenoemde goodwill – worden niet meegenomen in de berekeningen. Daardoor wordt het voor jonge tandartsen lastiger om een praktijk over te nemen, met als mogelijk gevolg dat meer praktijken moeten sluiten. - Onvolledige inschatting van huisvestingskosten
De NZa houdt geen rekening met de gestegen vastgoed- en huurprijzen. Voor praktijken die hun pand al hebben afgeschreven, rekent de NZa zelfs geen huisvestingskosten. Volgens de KNMT maakt dit het starten van nieuwe praktijken vrijwel onmogelijk.
Twijfels over de onderzoeksaanpak
Naast deze inhoudelijke punten zet de KNMT vraagtekens bij de uitvoering van het onderzoek. Zo zou de steekproef te klein zijn geweest, is de methodiek niet consistent toegepast en was de tijd voor afronding te kort om betrouwbare resultaten te leveren. De KNMT noemt het verloop van het onderzoek “rommelig” en onvoldoende zorgvuldig.
Bezwaarprocedure bij de NZa loopt nog
Parallel aan de rechtszaak heeft de KNMT met steun van ruim 4.600 leden bezwaar ingediend bij de NZa zelf. De zorgautoriteit verwacht in december 2025 een hoorzitting te organiseren en begin 2026 een besluit te nemen. De uitkomst van die procedure hangt deels af van de uitspraak van de rechter in de huidige zaak.
Bron:
KNMT