“Eén mondhygiënist kan een enorm verschil maken”

Corrie-Jongbloed

Op 26 juni 2021 organiseert de International Federation of Dental Hygienists (IFDH) online de ‘Global Oral Health Summit’. Aanleiding voor een gesprek met de Nederlandse president van de IFDH Corrie Jongbloed-Zoet over de IFDH, de summit en de rol van de mondhygiënist in Nederland en de rest van de wereld.

Kun je je voorstellen?

“Sinds 1978 ben ik mondhygiënist. In het begin van mijn carrière heb ik in een algemene praktijk gewerkt, voor een deel in combinatie met het voorzitterschap van de NVM-Mondhygiënisten. In die tijd werd de opleiding tot mondhygiënist uitgebreid van twee naar drie jaar, de bevoegdheden uitgebreid en werd vrije vestiging van mondhygiënisten gelegaliseerd. Na deze bestuursperiode heb ik de overstap gemaakt naar het onderwijs om daarna opnieuw een aantal jaren de functie van voorzitter van de NVM te bekleden. In deze periode werd de opleiding vierjarig en de bevoegdheden van mondhygiënisten opnieuw uitgebreid. Ik combineerde dit met een bestuursfunctie bij de IFDH. Van vicepresident werd ik president-elect en sinds 2019 ben ik president van de organisatie.”

Wat doet de IFDH?

“De IFDH verenigt mondhygiënistenverenigingen van over de hele wereld met als oorspronkelijk doel dat we van elkaar kunnen leren en elkaar helpen. De Federatie in de huidige vorm is opgericht in 1986; op dit moment zijn er verenigingen uit 36 landen lid van. Samen vertegenwoordigen we ongeveer 90.000 mondhygiënisten. Het hoofdkantoor is gevestigd in de Verenigde Staten, Washington, waar een directeur en zijn staf de dagelijkse leiding van de Federatie heeft. Het vijfkoppige bestuur bestaat uit vertegenwoordigers uit Canada, Groot Brittannië, Ierland, Australië en dus Nederland. De aangesloten landen hebben allemaal twee vertegenwoordigers in het zogenaamde ‘House of Delegates’ en bepalen, samen met het bestuur, het beleid. De visie en de missie van de IFDH zijn nu vooral gebaseerd op het promoten van mondgezondheid en het bestrijden van mondziekten, waarbij we opleiding, onderzoek en praktijk betrekken. De IFDH ziet de mondhygiënist als de ‘preventiespecialist’ op het gebied van de mondzorg (key provider van preventieve mondzorg) en draagt dat uit in internationale bijeenkomsten, bij andere mondzorgorganisaties en bij politici en beleidsmakers. Daarnaast hebben we een aantal programma’s op het terrein van maatschappelijke verantwoordelijkheid, op het gebied van bij- en nascholing en onderzoek. Ook organiseren we een tweejaarlijks internationaal ‘Symposium on Dental Hygiene’ (de eerstvolgende in augustus in Dublin, Ierland). Meer informatie over de federatie en haar programma’s en activiteiten is te vinden op de website van de IFDH.”

Wat is het doel van de ‘Global Oral Health Summit’?

“Het doel van de summit is aandacht vragen voor preventieve mondzorg en de rol die de mondhygiënist daar in speelt en kan spelen. Al jarenlang verschijnen er talrijke onderzoeken en publicaties over het belang van een goede mondgezondheid en het belang en de effecten van preventieve mondzorg. Maar de cariësprevalentie blijft wereldwijd onverminderd hoog, net zoals de kosten die daarmee gemoeid zijn. Mij viel op dat in internationale publicaties zoals bijvoorbeeld in The Lancet of van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) of de internationale federatie van tandartsen (FDI) het woord mondhygiënist niet of nauwelijks voorkomt, terwijl wij degenen zijn die de preventieve zorg het meest uitoefenen. Na een lezing in het Europese Parlement over dit onderwerp bedacht ik, dat dat zou moeten veranderen. We hebben toen besloten alle partijen die bij mondgezondheid betrokken zijn, uit te nodigen om hierover van gedachten te wisselen. De vraag was: hoe kunnen mondhygiënisten meer bijdragen om het wereldwijde, grote probleem van mondongezondheid op te lossen? De conferentie zou eerst afgelopen maart in Barcelona hebben plaatsgevonden, maar uiteraard moesten ook wij overgaan op een digitale variant. Tot ons grote plezier hebben inmiddels álle uitgenodigde internationale organisaties bijdragen geleverd. Dit zijn onder andere WHO, FDI, ACFF (Alliance for a Cavity-free Future), EOHP (Platform for better Oral Health in Europe), IADR (International Association for Dental Research) en EDHF (European Dental Hygienists Federation). Hun bijdragen zijn online te zien en beluisteren. Op 26 juni vindt ter afsluiting een live rondetafelgesprek plaats. We hopen dat in de toekomst de mondhygiënist meer en beter betrokken is bij het beleid op het gebied van preventieve mondzorg en dat we meer kunnen bijdragen. Voor de summit kun je je nog inschrijven.”

Jij bent een van de sprekers op het congres. Waar ga je het over hebben?

“Als eerste over de omvang van het probleem. Volgens de WHO hebben wereldwijd 3,5 miljard mensen een aandoening aan het gebit of de omringende weefsels – dat is ongeveer de helft van de wereldbevolking – en sterven er jaarlijks 180.000 mensen ten gevolge van mondkanker. Nog een paar schrikbarende getallen: wereldwijd hebben 530 miljoen kinderen cariës in het melkgebit en 10% van de volwassen wereldbevolking lijdt aan ernstige parodontale aandoeningen (cijfers uit 2017). Ook de ACFF komt met vergelijkbare cijfers: 2,3 miljard volwassenen hebben onbehandelde caviteiten in hun gebit. Geschat wordt dat er aan het behandelen van caviteiten wereldwijd in een jaar 160 miljard US dollars is besteed, terwijl productiviteitsverlies nog eens een kostenpost van 84 miljard zou bedragen (cijfers uit 2015). In Europa is het al niet veel beter: EOHP schat dat in de EU jaarlijks 100 miljard wordt besteed aan mondzorg met een productiviteitsverlies van 57 miljard. En dat terwijl 90% van alle aandoeningen in de mond te voorkomen is… Mijn pleidooi is er dus op gericht dat nu ook werkelijk te gaan doen. Op scholen, in gezondheidscentra en samen met andere werkers in de gezondheidszorg. Want de dentale professie kan het niet alleen. Daarnaast vraag ik me af – en ik hoop dat die vraag tijdens de rondetafelbijeenkomst beantwoord gaat worden – waarom ondanks al het beschikbare en onomstreden bewijs dat preventie loont, we er tot nu toe niet in geslaagd zijn de mondgezondheid te verbeteren en de kosten te reduceren.”

Is er overal in wereld al een rol weggelegd in de mondzorg voor mondhygiënisten?

“Er is overal in de wereld behoefte aan preventieve mondzorg en in een groot aantal landen wordt die geleverd door mondhygiënisten. Koplopers zijn de Verenigde Staten, Canada, Japan, Korea en voor Europa de Scandinavische landen, Groot Brittannië en Nederland. In een groot aantal landen zijn naast mondhygiënisten ook zogenaamde ‘dental therapists’ werkzaam of alleen maar dental therapists (onder andere in Indonesië, Maleisië, Thailand, Singapore). Een dental therapist voert naast primaire en secundaire preventie ook restauratieve taken uit en is wel enigszins te vergelijken met de in Nederland opgeleide mondhygiënist. In grote delen van Afrika, Zuid-Amerika en in China zijn helaas nog geen opleidingen voor mondhygiënisten en/of dental therapists. Maar dat geldt ook voor delen van Europa: Duitsland, Frankrijk, Griekenland…”

Een thema van het congres is de vraag wat er nodig is om in 2030 een goede mondgezondheid voor iedereen mogelijk te maken. Denk je dat mondzorg in 2030 voor iedereen toegankelijk is? En hoe kunnen mondhygiënisten daaraan bijdragen?

“De ambitie is groot en de lat ligt hoog. Afgelopen week is er door de World Health Assembly (WHO) een resolutie aanvaard waarin het belang van een goede mondgezond onderschreven wordt. Het ligt in de lijn der verwachting dat dat voor veel beleidsmakers een extra stimulans zal zijn om het onderwerp ook daadwerkelijk op de nationale gezondheidszorg-agenda’s te krijgen. Een enorme stap in de goede richting! Ook de FDI heeft in haar visiedocument 2020-2030 een aantal gerichte voorstellen gedaan om de mondzorg voor iedereen toegankelijk te maken. Zoals ik hiervoor al zei: zelf denk ik dat de uitvoering niet alleen bij de dentale professie kan liggen, maar geïncorporeerd moet worden in nationale gezondheidszorgvoorzieningen en -systemen en het onderwijs. Een goed format daarvoor zou het systeem van ‘train de trainer’ zijn, zoals mijn Nederlandse collega invoerde in de zorg in verpleeghuizen en waarmee ze een prijs won van de IFDH. Door als mondhygiënist een aantal zorgverleners te trainen in het geven van voorlichting die op hun beurt weer andere zorgverleners trainen, kan één mondhygiënist een enorm verschil maken. Daarmee is de zorg niet toegankelijk voor iedereen, maar de primaire preventie wel voor veel meer mensen bereikbaar dan nu het geval is. Ik zie daar een grote rol weggelegd voor de mondhygiëneprofessie.”

Hoe zie je de rol van de mondhygiënist in de Nederlandse mondzorg?

“Het beroep heeft in Nederland natuurlijk een grote ontwikkeling doorgemaakt: van een tweejarige opleiding naar een vierjarige, uitbreiding van de bevoegdheden en een volledig zelfstandige beroepsuitoefening. Voor een aantal voorbehouden handelingen weliswaar nog in de experimentele fase, maar ik twijfel er niet aan dat deze ontwikkeling een blijvende is. In die zin verschilt Nederland wel van de landen om ons heen, maar internationaal gezien niet van de landen waar dental therapists werkzaam zijn. In Nederland werken mondhygiënisten veelal in de algemene praktijk of hebben zelf een mondhygiënepraktijk. Om werkelijk verschil te maken zouden naar mijn mening mondhygiënisten zich meer bezig moeten houden met primaire preventie. De vroegere schooltandverzorging zou in mijn beleving daarvoor het ideale instrument zijn, al was het maar in bepaalde wijken of op plaatsen in Nederland waar de reguliere zorg de kinderen en hun ouders niet bereikt. Daarnaast zouden zij zich meer kunnen richten op het voorlichten van andere zorgverleners, zoals huisartsen, praktijkondersteuners, verpleegkundigen en verloskundigen zodat die op hun beurt weer meer aandacht voor mondzorg en preventie kunnen uitdragen. En als laatste denk ik dat in Nederland, dankzij de goede opleiding en de uitgebreide bevoegdheden, mondhygiënisten nog meer de reguliere mondzorg op zich kunnen nemen dan nu het geval is. Waardoor de tandartsen zich kunnen richten op hoogwaardige en meer gespecialiseerd mondzorg.”

Denk je dat in de nabije toekomst er een verdere integratie van mondzorg en gezondheidszorg zal plaatsvinden?

“Eerlijk gezegd niet in de nabije toekomst en niet op grote schaal. Zoals alle veranderingen zal ook deze verandering ‘aan de basis’ moeten beginnen, dat wil zeggen tijdens opleidingen. In kleinere verbanden zijn er wel ontwikkelingen (in zorginstellingen, huisartsenpraktijken, ziekenhuizen), maar internationaal gezien heb ik hier geen zicht op.”

Interview door Yvette in ’t Velt voor dental INFO met Corrie Jongbloed-Zoet, president van de International Federation of Dental Hygienists (IFDH)

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z