Interview tandarts Maaike Schutjes van Dit Is Mijn Lijf

Maaike Schutjes krijgt heel wat voor haar kiezen als tandarts in Dit Is Mijn Lijf. Toch kijkt ze nergens meer van op. „Ik ben heel wat gewend.”

Bron:
Televizier

Lees meer over: Opinie, Thema A-Z

Kwaliteitsindicatoren: welke aspecten zijn belangrijk?

Patiënten kunnen straks aan de hand van indicatoren de kwaliteit van mondzorgverleners ‘beoordelen’ en op een verantwoorde wijze zorg kiezen. Welke aspecten zijn belangrijk voor kwaliteit? Interview met NVM-bestuurslid Dr. Yvonne Buunk-Werkhoven.

Kwaliteitsindicatoren
In juli vorig jaar heeft de Stichting Zichtbare Mondzorg een pilotlijst met 18-kwaliteitsindicatoren ontwikkeld voor tandartsen, mondhygiënisten, orthodontisten en tandprothetici.

De Samenwerkende Mondzorg Koepels (SMK)*, de NMT, de Consumentenbond, de NPCF, de IGZ en Zorgverzekeraars Nederland werken momenteel samen met Regioplan aan de definitieve versie van deze lijst aan de hand van de uitkomsten van de pilot. De patiënt zal straks onder andere aan deze indicatoren kunnen zien over welke kwaliteiten de tandarts- en/of mondhygiënistenpraktijk beschikt. Naar verwachting zal de lijst met kwaliteitsindicatoren rond de zomer definitief zijn.

Interview
dental INFO sprak met NVM-bestuurslid Dr. Yvonne Buunk-Werkhoven over de aspecten van kwaliteit. Bij de NVM is zij verantwoordelijk voor de portefeuille onderwijs, scholing en wetenschap (OS&W) en sinds kort valt ook de portefeuille kwaliteit grotendeels onder haar beheer.

Ervaring patiënt
‘De ervaring van de patiënt is een belangrijk aspect in de totale lijst met kwaliteitsindicatoren’, zegt Yvonne Buunk-Werkhoven. Het is voor de mondzorgverlener van belang hier veel aandacht aan te geven. ‘Als mondzorgverlener moet je je steeds afvragen wat het doel en effect van een behandeling is. Als dit duidelijk is, kun je de juiste voorlichting en afgestemde adviezen geven aan de patiënt.’

Fasen
Bij de kwaliteitsindicatoren gaat het om vier fasen:

  1. Screenen
  2. Monitoren
  3. Behandelen
  4. Evalueren

De aspecten die hierbij een rol spelen zijn:

  • Doen van een ‘nulmeting’; uitvoeren (periodiek) mondonderzoek en vaststellen van de mondsituatie, inclusief de medische anamnese
  • Indiceren en uitvoeren van afgestemde behandelingen
  • Goede verslaglegging van de vastgestelde mondsituatie en het verloop van de mondgezondheid in het patiëntendossier
  • Monitoren van het gedrag van de patiënt als het gaat om het schoonhouden van de mond en voeding
  • Actualiseren van de medische anamnese en klinische metingen zoals bijvoorbeeld de DPSI-scores
  • Evaluatie van uitgevoerde verrichtingen conform behandelplan/zorgplan; naast technische aspecten, vooral de patiëntervaringen in de evaluatie opnemen

Helikopterview
‘Het is belangrijk dat een mondzorgverlener een helikopterview ontwikkelt met een goede combinatie tussen het bewustzijn van de kwaliteitsprocessen én de praktijkervaring’, zegt Buunk-Werkhoven. Het gaat dus niet alleen om de tandheelkundige behandeling op zich.

Aandacht voor kwaliteit is niet alleen een zaak van werkende mondzorgverleners. Ook de Tandheelkunde- en Mondzorgkunde opleidingen zouden dit vanaf het begin moeten meenemen zodat studenten met een goed ontwikkelde ‘kwaliteitgerichte’ attitude het beroep in gaan.

‘Preventie is meer dan alleen het wapperen met een folder’
Focus op preventie en gedragsverandering zouden volgens haar de pijlers moeten zijn van de opleidingen Mondzorgkunde. Mondhygiënisten worden sinds 2002 opgeleid om primaire cariës te behandelen en dat is goed. Maar de primaire en secundaire preventie blijven de basis. ‘Het gaat erom mensen bewust te maken van het belang van mondgezondheid en hun gedrag. Als mondzorgverlener moet je patiënten motiveren en stimuleren, ze bewust maken van de noodzaak van een gezonde mond als onderdeel van hun gehele gezondheid en verzorging. Preventie is meer dan alleen het wapperen met een folder.’

‘Mét elkaar werken, niet langs elkaar’
Goede samenwerking tussen mondzorgverleners is een voorwaarde voor het kunnen leveren van kwaliteit. ‘Met elkaar werken, niet langs elkaar’, zegt Buunk-Werkhoven. Tandarts, mondhygiënist, tandprotheticus en patiënt zouden, voor zover mogelijk, een op elkaar afgestemd zorg- en behandelplan moeten opstellen waarin staat aangegeven:

  • Wat is de zorgvraag?
  • Wat wil de patiënt?
  • Wat zijn de (on)mogelijkheden?

Echter, een gemeenschappelijke visie op de mondzorg, een gelijkwaardige professionele houding en goede onderlinge communicatie zijn hierbij van wezenlijk belang. Een goede samenwerking tussen mondzorgverleners begint bij de opleidingen en dit wordt gecontinueerd in het werkveld.

Bij- en nascholing
Het volgen van bij- en nascholing is een ander essentieel aspect voor het leveren van kwaliteit. Met de huidige vrije tarieven is objectieve kwaliteitsinformatie nodig voor de patiënt om uit het aanbod van mondzorgverleners te kunnen kiezen. Een inschrijving in een kwaliteitsregister van de KRM of KRT geeft patiënten deze objectieve informatie.

Ruim 1000 mondhygiënisten zijn geregistreerd in het KRM-kwaliteitsregister. Het KRM timmert hard aan de weg voor meer inschrijvingen. Zo is er een aspirantenregister opgezet voor mondhygiënisten, die nog niet kunnen voldoen aan de gestelde eisen voor inschrijving in het Kwaliteitsregister maar in het jaar voorafgaand aan de inschrijving in het Aspirantenregister wel 1/5 van het totaal aantal benodigde accreditatiepunten hebben behaald. Voor pas afgestudeerde mondhygiënisten is er ook een goede regeling. Als zij zich binnen een half jaar na afstuderen aanmelden, krijgen ze het eerste registratiejaar gratis.

Tuchtrecht mondhygiënisten
‘De NVM neemt de eerste stappen in de ontwikkeling van een model verenigingstuchtrecht voor mondhygiënisten’, geeft Buunk-Werkhoven aan. Onder de oude wetgeving behoorde de tandheelkunde exclusief toe aan de tandarts. De wet BIG bracht hier verandering in en mondhygiënisten zijn nu wettelijk bevoegd om functioneel zelfstandig voorbehouden behandelingen uit te voeren.

Voor mondhygiënisten is er nog geen vorm van tuchtrecht. Daar komt verandering in. Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de NVM op 13 april zal nader worden ingegaan op het hoe en waarom van het tuchtrecht. Het model verenigingstuchtrecht zal worden voorgelegd en er zal over gestemd worden.

MondiX®
Op persoonlijke titel werkt Buunk-Werkhoven aan een index voor het vaststellen en evalueren van mondhygiënegedrag van individuen en groepen: de MondiX®. De MondiX® bevat allerlei details van het tandenpoetsen, inclusief het gebruik van interdentale hulpmiddelen en tongpoetsen. ‘In combinatie met een plakmeting en een bloedingsindex kan de MondiX® een goede basis zijn voor het monitoren van de mondverzorging in relatie tot de mondgezondheid’, zegt Buunk-Werkhoven.

Dr. Yvonne Buunk-Werkhoven (1967) is werkzaam als NVM-bestuurslid met de portefeuilles Onderwijs, Scholing en Weten¬schap (OS&W) en Kwaliteit. Vanuit haar eigen onderneming SPOH ARTS werkt zij als zelfstandig psycholoog, mondhygiënist en onderzoeker. Zij is nationaal en internationaal in advies- en onderzoeksfuncties betrokken bij preventie-maatregelen, voorlichting en gedragsverandering binnen de mondzorg. In september 2010 is zij toegetreden tot het bestuur van de Public Health Section van de FDI World Dental Federation. In 2011 is zij – op uitnodiging – lid van het Nederlandsch Tandheelkundig Genootschap en lid van de Task Force bij de ontwikkeling van een doctoraal programma in Mondhygiene (Idaho State University, USA). Lees meer

* Samenwerkende Mondzorg Koepels bestaat uit de Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT), de Nederlandse Vereniging van Instellingen voor Jeugdtandzorg (NVIJ) , de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM), de Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT) en de Samenwerkende Regionale Instellingen voor Jeugdtandverzorging (SRI).

Mrt 2012

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Opinie, Thema A-Z
film, video

Hoe zien anderen je in je dagelijkse werk?

Heb je enig idee hoe je overkomt op anderen? Hoe ze jou zien in je dagelijkse werk? Durf je dat wel eens te vragen? Of ben je bang voor wat ze zouden kunnen zeggen? Of erger nog: denk je een perfect beeld van jezelf te hebben en is die vraag in jouw ogen overbodig? Misschien helpt het als je met je eigen ogen zou zien hoe anderen jou ervaren!

Blaffen en bijten
Het probleem is dat we onszelf doorgaans niet goed horen praten. Dat we onszelf zelden op de werkvloer “van buitenaf” in actie zien. Konden we dat maar eens ondervinden, dan zouden we zien dat we best stevig tekeer kunnen gaan. We blaffen, bijten, krabben, duwen en trekken, vooral als we het druk hebben. Moeten we dat maar accepteren als onvermijdelijk? Ik denk het niet!

Zelf horen
Er is veel onderzoek gedaan naar zelfperceptie en zelfbeeld. Wat vinden we van onszelf en hoe denken we over te komen op anderen? Al onze zintuigen (horen, zien, ruiken, proeven, voelen) worden aangestuurd vanuit onze hersenen en die halen dagelijks trucjes met ons uit.

We horen onze eigen stem bijvoorbeeld altijd gemixt: het is een combinatie van de stem in ons hoofd en wat er door onze oren wordt opgevangen. Daarom vinden we onszelf altijd zo raar klinken op geluidsopnames.

Verder zijn er talloze voorbeelden van visueel bedrog (Google maar eens!) die ons op het verkeerde been kunnen zetten. Zie je wel wat je denkt dat je ziet? Weet je het zeker?

Zelf zien
Maar het kan ook eenvoudiger. Als we naar onszelf kijken (in de spiegel bijvoorbeeld) is dat bijna altijd recht van voren, zelden driekwart, laat staan van achteren of van boven. Dat verklaart waarom we als kalende mannen altijd zo intensief bezig zijn om ons frontale haar op een volle dos te laten lijken.

Onze omgeving ziet ons echter wél op driekwart, van achteren en van boven. Dus die kalende plek op onze kruin is alláng bekend bij iedereen, dat frunniken aan die kuif kan dat niet meer verdoezelen. Met ons ego werkt het een beetje op dezelfde manier: het geeft ons een beperkt en vertekenend beeld van onszelf.

Zelf toetsen
Dat we onszelf zelden van buitenaf zien hindert ons ego echter niet in het vormen van een prachtig zelfbeeld. Dat is de manier waarop we dénken dat we er uit zien (goed!) en hoe we veronderstéllen dat we overkomen op anderen (fantástisch!). Als we dat niet regelmatig toetsen met de buitenwereld kan er zomaar een verstoord zelfbeeld ontstaan.

We denken dan dat het met ons eigen gedrag wel meevalt, dat we altijd heel eh, constructief-kritisch bezig zijn op de werkvloer. Maar is dat wel zo? En hoe weten we dat als we ons zelfbeeld zelden of nooit toetsen? Wellicht zijn we bang voor wat er uit zou kunnen komen. Ons ego wordt niet graag teleurgesteld.

Geheime camera
Zou het een aardig idee zijn om ons eens een tijdje door een geheime camera te laten volgen? Gewoon, tijdens ons dagelijkse werk? Vanaf het eerste “goedemorgen” tot het laatste “fijne avond”? Uiteraard onaangekondigd en goed verborgen zodat we zelf en de collega’s om ons heen ‘natuurlijk werkgedrag’ blijven vertonen.

We zouden dan aan het einde van deze representatieve werkdag, tijdens het vertonen van de samenvatting, eens goed kunnen zien hoe we ‘acteren’, hoe we overkomen op onze omgeving, hoe we onze doelen bereiken. Kortom: we zouden met onze eigen ogen zien hoe ánderen ons zien.

Replay en rewind
Een interessant experiment lijkt me. Omdat de (miniatuur)camera voor onszelf én onze omgeving verborgen is (niemand in het experiment weet dat er wordt gefilmd) doen we ons niet beter voor dan we zijn. We zien onszelf achter de pc, praten in onszelf (doe jij dat ook?), interacteren met anderen, vergaderen, roddelen bij de koffiemachine, omgaan met klanten, collega’s en bazen.

Maar we zien ook de reacties van anderen, de gelaatsuitdrukkingen, de non-verbale signalen. En we hebben de mogelijkheid, al dan niet onder professionele begeleiding stel ik mij zo voor, beelden stil te zetten, terug te spoelen en vertraagd af te spelen. De frontale confrontatie met onszelf!

Oei! Oeps! Help!
Het zou zomaar tot een intensieve golf van zelfreflectie kunnen leiden. Of tot een enorme schok. Mijn zelfbeeld spoort niet met de werkelijkheid. Oei! Ik dacht dat ik zo geweldig was maar het valt tegen. Oeps! Ze vinden me helemaal niet aardig! Help!

Maar wat ga je er aan doen? Dát is de vraag die gesteld moet worden. Wat ga je doen met die waardevolle feedback, dat realistische beeld van je werkende zelf, gezien door je eigen ogen en daarmee door die van anderen? Het zou een geweldig middel kunnen zijn om individuen te laten groeien en de samenwerking te verbeteren.

Gedachtenexperiment
Het is maar een gedachtenexperiment, he? De praktische invulling en de implicaties inzake privacy en informatiebeveiliging maken het waarschijnlijk onmogelijk om dit in de praktijk uit te voeren. Maar het idee alleen al zou best mogen aanmoedigen jezelf bewust te zijn van je gedrag op de werkvloer.

Het kan namelijk helemaal geen kwaad je af te vragen hoe je in werkelijkheid overkomt. Integendeel, het getuigt van moed om aan je omgeving te vragen hoe je het doet en wat je zou kunnen doen om je gedrag te verbeteren. Zo zijn er wel meer prikkelende vragen om te stellen maar daar kom ik een volgend weblog op terug.

Zelfbewust ego
Ik zou zeggen, probeer het eens tijdens de eerstvolgende werkdag. Stel je die verborgen camera maar heimelijk voor en wees je bewust van je acties (en de reacties). Film jezelf virtueel en vraag je aan het einde van de dag af of je wel bereikt hebt wat je wilde bereiken met de manier waarop je je ego uitdraagt. Het kon je nog wel eens verrassen!

Bron:
Manageronline
Bart Flos

Lees meer over: Opinie, Thema A-Z
Tijd, klok, wekker

Mensen denken altijd dat je als endodontoloog graag miniatuurbootjes in elkaar zet

IInterview met Sander Loos, endodontoloog in opleiding over het vakgebied, zijn manier van werken en nieuwe ontwikkelingen: een vijl die zichzelf aanpast voor verschillende handelingen.

Sander Loos is endodontoloog in opleiding. Zijn vak is een specialistische tak binnen het tandartsenvakgebied dat zich richt op wortelkanaalbehandelingen waarbij gebruik wordt gemaakt van een operatiemicroscoop. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van een operatiemicroscoop, omdat zo de wortelkanalen beter gevonden en behandeld kunnen worden. Veel van zijn patiënten zijn naar hem doorverwezen door een reguliere tandarts vanwege de complexiteit van de operatie. Op dit moment neemt zijn praktijk geen nieuwe patiënten meer aan vanwege de drukte. Zo kan hij zijn werk met zorg en respect voor de patiënt blijven uitvoeren. Samen met een collega en twee tandartsassistenten helpt hij patiënten in Soest en omstreken in Tandartspraktijk Soestdijk.

Met wat voor problemen komen patiënten bij u langs?
Patiënten komen met verschillende problemen bij ons langs. Dat kan een dichtgeslibd wortelkanaal zijn of een reparatie bij een bijhandeling die niet goed is verlopen.

Waarom kan de gewone tandarts niet deze behandeling uitvoeren?
Je ziet toch dat het onderwijs nu wat beperkter is dan vroeger. Ik ben afgestudeerd in 1987, toen was het een stuk breder. Tandartsen opleiding zijn nu veel meer gedifferentieerd met als gevolg dat de reguliere tandarts wel veel kan, maar meestal niet de specialistische kennis in huis heeft. Het vraagt ook veel geduld en niet iedereen heeft daar zin in.

Waarom wilde u endodontoloog worden?
Ik heb twintig jaar lang als algemeen practicus gewerkt en ik merkte dat ik toch wat meer wilde. Ik had behoefte aan meer specialisatie.
Je moet met geduld werken, je kan zo twee uur bezig zijn. Mensen denken altijd dat je als endodontoloog graag miniatuurbootjes in elkaar zet en dat mijn hele huis vol met knutselbootjes staat, maar dat is helemaal niet waar. Ik ben helemaal niet geduldig. En ik hou niet van knutselen maar ik vind het wel leuk om twee uur lang met één patiënt bezig te zijn.

Op uw website staat dat u geen patiënten meer aanneemt vanwege een verhoging van de wachttijd. Heeft u overwogen om te gaan uitbreiden?
Op het moment zijn er ongeveer tachtig endodontologen in Nederland en studeren er jaarlijks 4 endodontologen af. Er is simpelweg niet genoeg personeel om uit te breiden. Onze manier van werken vind ik prettig.
Het is geen fabriek. Je hebt tegenwoordig van die commercieel slim opgezette tandartsfabrieken maar ik ben het daar niet mee eens. Het is en blijft zorg. Het is nu overzichtelijk voor ons.

Heeft de nieuwe richtlijn omtrent spoedgevallen die 1 januari in werking treed nog ingrijpende veranderingen voor uw praktijk?
Nee, om eerlijk te zijn vond ik het nogal een open deur. Bij ons kan je altijd terecht, mocht ik ziek zijn dan neemt mijn collega het over en mochten we allebei ziek zijn dan zijn er nog veertien andere tandartsen in Soest waar we onze patiënten naar kunnen verwijzen. Wij nemen al geen nieuwe patiënten meer aan zodat we in een ontspannen sfeer tandheelkundige hulp kunnen leveren. Daar hebben we geen nieuwe richtlijn voor nodig.

Zijn er interessante veranderingen in u vakgebied?
Op dit moment hebben ze in Israël een vijl ontworpen die zichzelf kan aanpassen waardoor je verschillende handelingen kan doen met één vijl. Deze Self Adjusting File (SAF) kan voor grote veranderingen zorgen maar het is nog wat prematuur om daar over te spreken omdat het nog niet is bewezen.
Daarnaast is er een CBCT scan die driedimensionale foto’s maakt in plaats van de tweedimensionale foto’s die de röntgenscan maakt. Het enige nadeel is dat de operatie met die foto’s wat duurder is voor de patiënt. Maar het maakt het wel een stuk overzichtelijker.

Door: Thomas Schouten

Lees meer over: Endodontie, Opinie, Thema A-Z

Reactie NMT uitzending Tros Radar over tandartsen

Ondanks inspanningen van de NMT heeft de redactie van Tros Radar de keuze gemaakt om de NMT niet uit te nodigen of te interviewen in het kader van de uitzending van Tros Radar op maandag 10 mei. De NMT heeft onderstaande reactie gegeven.

De Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT) betreurt het dat er patiënten zijn die ontevreden zijn en hoopt dat hun vervelende ervaring eenmalig was. Bijna 80% van alle tandartsen zijn lid van de NMT.
De reactie van de NMT:

1. Transparantie in de praktijk
De NMT wil samen met patiëntenorganisaties zorgen voor meer helderheid in de beroepskolom. We zijn daarom gestart met een project dat er voor moet zorgen dat het voor patiënten altijd duidelijk is of zij van doen hebben met een tandarts, of met bijvoorbeeld een mondhygiënist, of een tandartsassistent. Dat kan bijvoorbeeld door foto’s met naam en functie aanduiding duidelijk zichtbaar in de wachtkamer op te hangen, door dit op de website van de praktijk aan te geven, of door herkenbare naambordjes en kleding te dragen. Veel tandartspraktijken werken al op de manier. De NMT gaat dit samen met patiënten en consumentenorganisaties verder aanjagen. Het doel is dat de transparantie toeneemt en dat misverstanden als deze worden voorkomen.

Kortom, tandartsen willen dat de patiënt te allen tijde weet door welke tandheelkundige zorgverlener hij geholpen wordt.

2. Weinig klachten
Ieder jaar voeren tandartsen samen met hun medewerkers ruim 75 miljoen tandheelkundige ingrepen uit. Dit leidt tot minder dan 600 klachten per jaar bij de NMT. De kans dat een tandartsbezoek leidt tot een klacht is daarmee kleiner dan 1 op de 125 duizend. Alle tandartsen hebben overigens verplicht een klachtenregeling. De meeste tandartsen maken gebruik van de NMT-klachtenregeling. Uit een analyse door ons van die klachten ten behoeve van jullie uitzending blijkt dat klachten vooral tandheelkundige aspecten (45%) en patiëntrechtelijke aspecten (40%) betreffen. In geringere mate betreft het organisatorische aspecten (15%); onder deze laatste categorie vallen de klachten betreffende taakdelegatie en het toezicht op medewerkers.

Zowel het aantal klachten als de aard van de klachten tonen aan dat tandartsbezoek in Nederland gelukkig nagenoeg probleemloos verloopt. In rapport meldactie Mondzorg van de patiëntenfederatie NPCF beoordeelden patiënten de kwaliteit van de tandarts met een 7,6.

3. Patiënt heeft vrije keuze, NMT onderschrijft richtlijn Inspectie
Dat de taakdelegatie van tandartsen naar andere professionals heel sterk stijgende is valt in de praktijk wel mee, naar de mondhygiënisten stagneert deze zelfs. De meeste praktijken kennen nog steeds de klassieke organisatievorm met een tandarts die wordt bijgestaan door een assistent. Van belang is dat de patiënt vrij is om een tandarts te kiezen met een werkwijze die bij hem of haar past. Er zijn tandartsen die heel veel zelf doen en tandartsen die meer dan gemiddeld delegeren. De patiënt is vrij om daaruit zijn keuze te maken. De tandarts is en blijft overigens wel altijd verantwoordelijk en medisch tuchtrechtelijk aansprakelijk voor het handelen van assistenten en mondhygiënisten. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft hier regels voor gesteld die niets aan duidelijkheid te wensen over laten. De NMT onderschrijft deze circulaire volledig.

Kortom, de patiënt is vrij om te kiezen en de Inspectie borgt de kwaliteit.

4. Prijsverschillen
Dan de rekeningen. Waar het om gaat is welke verrichtingen er zijn gedaan. Er zijn verschillende type ‘gaatjes’. De prijzen van het gaatjes vullen (caviteitrestauratie) zijn sterk afhankelijk van de behandeling die nodig is. Je hebt kleine eenvlaksrestauraties (klein gaatje) en grote drievlakrestauraties (groot gat), verschillende soorten materialen (composiet, porselein, goud, amalgaam). Het ene materiaal is goedkoper dan het andere en daarnaast is in geval van diepe gaten meestal ook verdoving nodig of in ieder geval zeer wenselijk. De tarieven voor de tandheelkunde zijn door de NZa gereguleerd en krachtens de wet gemaximeerd. Er bestaat geen tarief voor verrichtingen door assistenten, assistenten werken immers altijd namens en onder verantwoordelijkheid van de tandarts. Als het fout gaat is niet de assistent, maar de tandarts aansprakelijk. Een tandarts die werk delegeert naar een assistent moet dus nog steeds toezicht houden op die assistent, zorgen voor voldoende bijscholing en nascholing en zorgen voor eigen instrumenten zoals een tweede behandelstoel en dergelijke, bovendien blijft de tandarts eindverantwoordelijk. Het behoort tot de professionele verantwoordelijkheid van de tandarts om te bepalen of er een reden is voor foto’s. Tandartsen houden zich daarbij aan het principe: geen straling wanneer dat niet nodig is.
Met andere woorden, omdat de behandelingen voor aandoeningen van elkaar verschillen, verschillen ook de prijzen voor die behandelingen. Wij begrijpen als NMT goed dat de tandartsnota niet altijd even duidelijk is. Daarom werken we nu aan het verduidelijken van de teksten die we gebruiken voor de aanduiding van verschillende behandelingen.

Buitenlands gediplomeerde tandartsen
Er zijn in Nederland ongeveer 700 buitenlandse tandartsen. De NMT start binnenkort een project met als doel om buitenlands gediplomeerde tandartsen te doordringen van de kwaliteitsnormen die in de Nederlandse tandheelkundige zorg gebruikelijk zijn. De NMT vindt dit essentieel.

Ten aanzien van de vraag over wat de NMT van het idee vindt dat de overheid kwaliteitsverlies in de hand werkt benadrukt de NMT dat er wat betreft de beroepsorganisatie NMT met kwaliteit niet valt te marchanderen, de tandheelkundige wetenschap is glashelder over wat wel en geen verantwoorde zorg is. Ook de IGZ circulaire, die de NMT volledig onderschrijft, inzake taakdelegatie maakt duidelijk dat de kwaliteit altijd voorop staat.

De reactie van de NMT is ook te vinden op de website van Tros Radar

Bron:
Tandartsennet.nl

 

Lees meer over: Opinie, Thema A-Z
Voorbeeld formulier 360 graden feedback

Vijf tips om feedback te geven aan uw baas

Als u nauw met iemand samen werkt, heeft u goed inzicht in diens prestaties. Ook in die van uw baas. Maar kunt u uw inzicht wel delen met uw baas?

Amy Gallo stelt op Harvard Business Review dat correcte en doordachte feedback niet alleen uw baas kan helpen, maar ook uw werkrelatie kan verbeteren. Uw input kan ertoe bijdragen dat uw baas zichzelf ziet zoals anderen dat doen en er daardoor aan bijdragen dat hij/zij bepaald gedrag verandert. Maar stap niet zomaar naar uw baas met uw ongezouten kritiek. Houd de volgende overwegingen in gedachten:

  1. De relatie komt voor alles
    Of u wel of geen feedback kunt geven, is afhankelijk van de relatie die u met uw baas heeft. Ten eerste moet er onderling vertrouwen zijn. Ten tweede moet u inschatten of uw baas openstaat voor uw input. Als u weet dat uw baas nooit openstaat voor kritiek en/of als uw relatie niet al te stabiel is, kunt u beter uw mond houden. Staat uw baas er wel voor open en hebt u een goede verstandhouding, dan bent u het hem of haar bijna verplicht om eerlijk te zijn. Verder moeten uw bedoelingen oprecht zijn en uw feedback vooral bedoeld zijn om uw baas te helpen, niet om hem of haar de grond in te boren.
  2.  Wachten op een uitnodiging of zelf een gesprek aanvragen?
    Al is uw relatie nog zo goed, het is niet slim om met allerlei ongevraagd advies te komen. Idealiter zou uw baas u moeten vragen om uw input en aangeven wat hij of zij van u zou willen op het gebied van feedback. Het zou kunnen dat uw baas bezig is met zijn/haar eigen ontwikkeling en u vraagt te letten op bepaald gedrag waaraan hij/zij werkt. Maar in de echte wereld werkt het niet altijd zo. Als uw baas niet rechtstreeks om feedback vraagt, kunt u vragen of hij/zij daarvoor open staat, bijvoorbeeld in het kader van een nieuw project. Nogmaals: doe dit alleen als uw bedoelingen oprecht en goed zijn. Maak duidelijk dat u wilt helpen, geen steken onder water uit wilt delen.
  3. Focus op uw eigen perspectief
    Als uw baas aangeeft open te staan voor feedback, kan het erg verleidelijk zijn precies te vertellen wat u anders zou doen in zijn/haar positie. Geef echter alleen feedback op basis van wat u ziet en hoort. Formuleer uw feedback ook altijd vanuit uzelf. Zeg bijvoorbeeld: ‘het viel mij op dat u….’ Op deze manier toont u uw baas hoe hij/zij overkomt op anderen. Dit kan van onschatbare waarde zijn voor een leidinggevende. Uitgaan van uw eigen perspectief houdt ook in dat u zich de beperkingen van uw gezichtspunt realiseert. U ziet maar een deel van de totale prestaties en werkzaamheden van uw baas en u kent wellicht lang niet alle eisen die er aan hem/haar gesteld worden. Maak nooit de fout te veronderstellen dat u het allemaal beter weet. Ook hier gelden de algemene regels van goede feedback: wees eerlijk en baseer uw feedback op feiten. Begin met opbouwende kritiek en als er iets beter kan, zeg dan meteen hoe dat eventueel zou kunnen in uw ogen. Wees specifiek en gedetailleerd en wijs niet met een beschuldigende vinger.
  4. Als uw baas terugbijt
    Hoe goed en doordacht u uw feedback ook presenteert, de kans bestaat altijd dat uw baas boos wordt of zich aangevallen voelt. Heeft hij of zij u zelf gevraagd om feedback, leg dan duidelijk uit dat u alleen maar doet wat er van u gevraagd is. Soms kan het helpen om de feedback anders te formuleren. U kunt bijvoorbeeld toelichten waarmee specifiek gedrag het bereiken van specifieke doelen in de weg staan. Let goed op de reactie om in te schatten of de feedback goed valt en welke onderwerpen taboe zijn. Richt u op het positieve.
  5. Zeg bij twijfel liever niets
    Weet u niet zeker of uw baas uw feedback wel wil horen of ligt het onderwerp erg gevoelig, dan is het bijna altijd beter om maar niets te zeggen. Er is geen reden om uw relatie of uw baan op het spel te zetten, behalve als u vindt dat het gedrag van uw baas het bedrijf of uw afdeling schaadt. U kunt er in dat geval overigens beter voor kiezen om anoniem feedback te geven, bijvoorbeeld middels een 360 graden feedback procedure.

Bron:
Managersonline

 

Lees meer over: Opinie, Thema A-Z