Angst, bang, vrouw

Angst voor tandarts is goed te behandelen

25% van de Nederlanders heeft angst voor de tandarts en 4% heeft een tandartsfobie. Hoe gaat u om met angstpatiënten? Verschillende manieren van angstbehandeling in de huispraktijk.

Manieren angstbehandeling

Veel mensen zien op tegen een tandheelkundige behandeling. Omdat het aantal tandartsen dat zich tot nu toe in Nederland in angstbegeleiding heeft gespecialiseerd niet meer dan enkele tientallen bedraagt, zullen veel angstpatiënten zich door een reguliere tandarts laten behandelen. Dat kan voor het tandheelkundig team soms een uitdaging zijn en het is tegelijkertijd een dankbare taak om patiënten zo te behandelen dat hun angst afneemt. Maar hoe doet u dat? Hier zijn verschillende manieren voor.

  1. Beheersbaar en voorspelbaar behandelen
    Misschien wel de belangrijkste is: voor de patiënt zo beheersbaar en voorspelbaar mogelijk behandelen. Dit kan door een stopteken af te spreken, waardoor de patiënt de behandeling kan onderbreken, door bij een mogelijk pijnlijke behandeling goed te verdoven en door voortdurend uitleg te geven. Bijvoorbeeld over wat de patiënt kan merken tijdens de behandeling en over hoe lang het duurt.
  2. Graduele exposure in vivo
    Ook de angstreducerende techniek ‘graduele exposure in vivo’ is goed in de huispraktijk toe te passen. Hierbij wordt de patiënt in kleine stappen blootgesteld aan datgene waar hij bang voor is – bijvoorbeeld het geluid van de boor of een injectie – zonder dat de door hem gevreesde ‘ramp’ optreedt. Op die manier worden de negatieve (en vaak irreële) ideeën van de patiënt over de tandheelkundige behandeling bijgesteld, waardoor de angst blijvend afneemt.

Behalve voor het verminderen van angst, is een angstreducerende behandelstijl ook waardevol voor het voorkomen van angst.

Cursussen en opleiding
Er zijn inmiddels in het hele land cursussen te volgen op het gebied van de angsttandheelkunde, zowel voor tandartsen, mondhygiënisten als tandartsassistenten. Zie de website van Acta Dental Education.

Tandartsen die zich willen specialiseren, kunnen een postdoctorale opleiding volgen. Het opleidingsplan is te vinden op

www.cobijt.nl
www.vbtgg.nl
www.sbt.nl

Informatie over de opleiding kunt u krijgen bij:
Dyonne Broers
Secretaris onderwijscommissie tandarts angstbegeleiding
Stichting Bijzondere Tandheelkunde
Gustav Mahlerlaan 3004
1081 LA Amsterdam
d.broers@sbt.acta.nl
Tel. 020-5980541 of 5980451

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
gaatjes vullen

UMC St Radboud onderzoekt ontstaan van gaatjes naast vulling

De afdeling Tandheelkunde van het UMC St Radboud start met een onderzoek naar secundaire cariës, het ontstaan van nieuwe gaatjes naast vullingen. Prof. dr. Marie-Charlotte Huysmans en dr. Niek Opdam willen meer te weten komen over de factoren die bepalen of er gaatjes naast vullingen ontstaan.

Onderzoek
Prof. Huysmans: ‘In de Verenigde Staten wordt, net als in Nederland, tegenwoordig vooral wit vulmateriaal gebruikt (composiet). De indruk bestaat dat die vullingen nog steeds niet zo lang meegaan als de bekende, grijze amalgaamvullingen. Er lijkt meer secundaire cariës op te treden. Dat zou aan het materiaal kunnen liggen, maar ook aan de manier van aanbrengen, waarbij de aansluiting op de tand misschien niet goed is. Tijdens het onderzoek verzamelen we onder meer tandplaque van gezonde en aangetaste gebitselementen, met en zonder vullingen, en analyseren we de bacteriesamenstelling. Ook kijken we naar de diepte van cariës, als we verschillende tandvullingen en manieren van aanbrengen toepassen.’

De National Institutes of Health (NIH) uit de Verenigde Staten heeft ruim 700.000 euro beschikbaar gesteld voor het onderzoek naar secundaire cariës.

Het onderzoek wordt samen met onderzoeksgroepen uit Amsterdam (ACTA) en het Braziliaanse Pelotas uitgevoerd en duurt vier jaar. Het grootste deel van het onderzoek vindt plaats in het UMC St Radboud.

Bron:
UMC St Radboud

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z
Hart - gezondheid

Sleutel tot link ’tandvlees en hart-en vaatziekten’ gevonden

Medische deskundigen hebben een reden gevonden waarom tandvleesaandoeningen kunnen leiden tot een verhoogde kans op hart-en vaatziekten.

Streptococcus
De deskundigen zeggen dat het de schuld kan zijn van de Streptococcus bacteriën. Deze bacterie veroorzaakt tandplak en tandvleesontsteking.

Het onderzoeksteam van de Universiteit van Bristol heeft in samenwerking met the Royal College of Surgeons in Ierland ontdenkt dat bacteriën uit de mond in de bloedbaan kunnen komen waar ze het eiwit, PadA, kunnen loslaten. PadA veroorzaakt samengeklonterde bloedplaatjes in de bloedbaan wat het risico tot een hartaanval verhoogd.

Samengeklonte bloedplaatjes
Wanneer de bloedplaatjes samenklonteren, omsluiten ze de bacterie volledig, aldus hoofdauteur Professor Howard Jenkinson. Dit biedt een beschermkap tegen het immuunsysteem, maar ook tegen antibiotica die gebruikt kunnen worden om de infectie te behandelen.

“Bloedplaatjes die samenklonteren helpen niet alleen de bacterie, maar veroorzaken ook kleine bloedstolsels, gezwellen op de hartkleppen of een ontsteking van de bloedvaten die de bloedtoevoer naar het hart en de hersenen kan blokkeren.”
De bacteriën zijn meestal beperkt tot ‘biofilm’ gemeenschappen in de mond, die tandvleesontsteking en tandplak veroorzaken.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Thema A-Z
Tandarts materialen

Onderzoek suggereert risico sealings

Een nieuwe studie laat zien dat een sealings, gebruikt voor het afdekken en voorkomen van holtes in tanden, kinderen kan blootstellen aan een oestrogeen-achtige stof genaamd BPA.

Gezondheidsproblemen
BPA, of bisphenol A, is gekoppeld aan een verscheidenheid van gezondheidsproblemen bij mens en dier volgens studies, zegt directeur Philip Landrigan, van het Environmental Health Children’s Center bij de Mount Sinai School of Medicine in New York en co-auteur van een studie in Pediatrics.

Verschillende studies hebben BPA gekoppeld aan veranderde hormoonniveaus bij mannen en een verhoogd risico van diabetes en hart ziektes bij volwassenen.

Volgens de studie, heeft 20-41% van de kinderen, afhankelijk van de leeftijd, zijn tanden geseald.

De sealings kunnen oplossen tot BPA nadat het in contact is gekomen met speeksel, zegt co auteur Abby Fleisch, een kinderarts bij het Kinderziekenhuis in Boston.

Drie uur aanwezig in speeksel
Volgens tests kan het BPA niveau in speeksel 88 keer hoger liggen dan normaal na een sealing, aldus Fleisch. BPA kan nog drie uur na de procedure in het speeksel ontdekt worden, daarna daalt het niveau erg snel.

Fleisch: Dokters weten nog niet hoeveel BPA door het lichaam wordt geabsorbeerd en wat het effect kan zijn.
Waarschijnlijk veroorzaken tandheelkundige materialen veel minder blootstelling van BPA dan andere consumenten producten zoals plastic flessen of de voeringen van metalen blikjes.

Voordelen wegen op tegen risico’s
Over het geheel genomen wegen de voordelen van sealings op tegen de mogelijke risico’s van een korte blootstelling aan BPA, zegt mede-auteur Burton Edelstein, voorzitter van het Children’s Dental Health Project. Hij blijf de procedures aanbevelen.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Onderzoek, Thema A-Z
Gezond eten - groenten en fruit

Het kant-en-klare voedingsdagboek

Voor gebruik bij patiënten met gebitsslijtage en cariës. Met korte uitleg en vragen voor de patiënt, inclusief een schema voor registratie van het voedings- en poetsgedrag.

Voedingsdagboek
Het voedingsdagboek bestaat uit een:

  • Korte uitleg waarom de patiënt dit moet invullen en hoe.
  • Vragenlijst waardoor u (andere) invloeden op gebitsslijtage en/of cariës kunt achterhalen of uitsluiten. De vragen gaan  over abrasie, erosie en attritie.
  • Schema waarin de patiënt gemakkelijk zijn dagelijkse voedings- en poetsgedrag kan bijhouden.

Het voedingsschema is geschreven voor volwassenen. U kunt het eventueel zelf omvormen voor kinderen. Ook kunt u plaatjes en/of foto’s toevoegen.

Het voedingsdagboekje is opgenomen in de Patiëntcommunicatie Toolkit

Dit voedingsdagboek kwam tot stand tijdens het samenwerkingsverband van Lieneke Steverink-Jorna met Niek Opdam, carioloog en esthetisch tandarts.

Geïnspireerd door:
Cursus Voeding en Mondgezondheid van Louise Witteman
Preventieve Tandheelkunde, hoofdstuk 8
Kindertandheelkunde, hoofdstuk 15


Download brochure Voedingsdagboek - vragenlijst.pdf
Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Implantologie

Vergoeding implantaten tandeloze kaak uit basisverzekering?

Een overzicht van de indicaties en stappen die een rol spelen bij beoordeling van de verzekeringsaanvraag via de basisverzekering.

Wanneer vergoeding?

  • Onbetwiste indicatie
    Bij recht op vergoeding uit de basisverzekering van implantaten in een tandeloze kaak dient er sprake te zijn van een onbetwiste indicatie. Het gaat dan om een situatie waarbij vastgesteld kan worden, dat we te maken hebben met een zeer ernstige resorptie van een tandeloze kaak.
  • Ter bevestiging van uitneembare prothese
    Bovendien wordt vereist dat de implantaten moeten dienen ter bevestiging van een uitneembare prothese.
  • Andere afwegingen
    Andere afwegingen, zoals de omstandigheden van het individuele geval, kunnen bij de beoordeling van belang zijn. Met name de anatomische verhoudingen, bijzondere medische aspecten en contra-indicaties kunnen een belangrijke rol spelen.
    Daarnaast spelen ook de kwalitatieve aspecten en de financiële consequenties mee.

Stappen 
Stappen voor beoordeling van een aangevraagde verzekerde prestatie:

Stap 1
Is het een verzekerde prestatie ?
Is er sprake van een aanvraag voor tandheelkundige hulp uit de Zorgverzekeringswet (Zvw)?

In het Besluit zorgverzekering (Bzv) is het recht op implantaten ten laste van de Basisverzekering beperkt tot een zeer ernstig geslonken tandeloze kaak én onder de voorwaarde dat de implantaten moeten dienen ter bevestiging van een uitneembare prothese.

Stap 2
Voldoet de verzekerde aan de voorwaarden?
Wanneer is er nu sprake van een ernstige geslonken kaak, zoals in het Besluitzorgverzekering als voorwaarde wordt gesteld?
In het algemeen wordt de grens bij 12 mm gelegd indien het een edentate (tandeloze) onderkaak betreft. In de edentate bovenkaak wordt in het algemeen de grens mede bepaald door de ligging en grootte van de beide sinussen en de geringe ruimte van het kaakbot.
In het algemeen, omdat ook de omstandigheden van het individuele geval een niet onbelangrijke rol spelen bij de beoordeling voor het toekennen van implantaten in een tandeloze kaak.

Zo sprak de Cie van Beroep in 2003 :
‘na totale extractie van een kaak en indien een ‘normale’ volledige conventionele prothese geen oplossing biedt, deskundigen deze problemen onderschrijven en een juiste indicatie menen te moeten stellen in de vorm van het plaatsen van implantaten met de nodige supra—structuur, is goedkeuring hiervoor niet te onthouden’.
Uitspraak Cie van Beroep d.d. 2003, RZA 2003, nr.237

Ook de anatomische verhoudingen in de mond spelen als omstandigheden in het individuele geval een belangrijke rol.
Zo oordeelde CVZ in 2002:
‘dat het niet goed mogelijk is om op grond van alleen een röntgenbeeld een oordeel te geven over de anatomische situatie in de mond die zo sterk afwijkt van de mede op klinisch onderzoek gebaseerde diagnose van de aanvragende zorgverlener. De afwijzing van de aanvraag zonder dat de adviserend tandarts de anatomische verhoudingen in de mond heeft gezien, getuigt mijns inziens van een niet voldoende zorgvuldige besluitvorming door het Ziekenfonds’.
Zie: CVZ Zaaknummer 22049662 d.d.: 24-10-2002

Om te zorgen voor een deugdelijke gemotiveerde aanvraag is benodigd:

  • Een goed leesbare OPG en RSP, die een indicatie kunnen geven over:
    a. De ernst van de resorptie in verticale zin
    b. De Cawood klassificatie
    c. Hoog gelegen foramina mentalis
    d. Onregelmatige vorm van de procesuus alveolaris
  • Een deugdelijke beschrijving van de klinische /anatomische bevindingen en de omstandigheden in het individuele geval.
    Hierbij kunnen o.a.een rol spelen:
    a. Mucosa intolerantie
    b. Grootte van de tong
    c. Puilende mondbodem
    d. Extreme kokhalsreflex
    e. Ernstige vorm van xerostomie
    f. Syndroom van Kelly
    g. Horizontale resorptie

Op grond van die informatie en de mogelijkheid van een deugdelijke klinische beoordeling door de adviserend tandarts, kan de zorgverzekeraar antwoord geven op de vraag in stap 2.

Stap 3
Is de verzekerde naar inhoud en omvang redelijkerwijs op de zorg aangewezen?
Het gaat dan om de afweging of er sprake is van een behandeling die doelmatig, niet onnodig kostbaar en niet onnodig gecompliceerd is. Mede op basis van de aangeleverde informatie dient de zorgverzekeraar, aangevuld met een klinische beoordeling als de casus daarom vraagt, vast te stellen of het behandelplan en de begroting in redelijkheid voldoet aan deze vraag.

Onderdeel van deze beoordeling is ook of 2, 4, of 6 implantaten geïndiceerd zijn dan wel een andere combinatie en welke meso- en supra-structuur in redelijkheid geboden is. Leidraad daarbij is ook een redelijke afweging van de techniekkosten kosten en het gebruik van de toegepaste codes.

Toegepaste codes

  • Voor het aanbrengen van 2, 3, dan wel 4 implantaten in de edentate onderkaak kan 1x code J 20 in combinatie met 1x, 2x, dan wel 3x code J 21 worden opgevoerd. Bij het plaatsen van de implantaten wordt uitgegaan van dezelfde wond.
  • Het plaatsen van een healing-abutment bij een éénfase techniek is inbegrepen in code J 20. Wel kunnen de materiaalkosten in rekening worden gebracht.
  • Code J27, vervanging implantaat mag niet in rekening worden gebracht binnen twee maande na het plaatsen.
  • Een tomografisch onderzoek kan worden gedeclareerd op basis 3x code X21 dan wel 3x code X22.

Door Rien van der Horst

Voor advies en hulp bij vergoedingsaanvragen voor Bijzondere tandheelkunde kunt u contact opnemen met: Rien van der Horst, oud adviserend tandarts Zorgverzekeraars, tandheelkundig adviseur Verzekeraars, Juridisch en tandheelkundig adviseur, e-mail, tel: 06 51332391.

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Medicatie

Elektronisch voorschrijven van medicijnen verplicht

Prof. dr. Gerrit van der Wal, inspecteur-generaal voor de Gezondheidszorg, kondigt aan dat alle voorschrijvers van geneesmiddelen vóór 1 januari 2012 gebruik moeten maken van een elektronisch voorschrijfsysteem. ‘Het is zeer risicovol om een geneesmiddel voor te schrijven zonder hulp van een geautomatiseerd systeem, dat direct de interacties met andere geneesmiddelen en mogelijke overgevoeligheidsreacties signaleert. Dat is onnodig gevaarlijk en niet langer verantwoord. Daarom gaat de inspectie vanaf 1 januari 2012 handhaven.’

Dat is één van de uitkomsten van de conferentie Medicatieveiligheid en ICT op 27 september 2010 in Nieuwegein. Nu nog worden er teveel fouten gemaakt bij de medicatieoverdracht, stellen meerdere sprekers vast. De richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens – opgesteld door het zorgveld – moet fouten bij de overdracht voorkomen en wordt van kracht per 1 januari 2011.

Implementatie
Apothekers in Nederland zijn al druk bezig om de richtlijn te implementeren in hun informatiesystemen. Uit de presentatie van Anne de Roos (beleidsmedewerker NVZA) blijkt dat er behoefte is aan eenduidige, landelijke, afspraken over de inhoud van het medicatieoverzicht en toedienlijsten. KNMP en NVZA nemen het voortouw om hier standaard formats voor te ontwikkelen. Haar onderzoek onder verschillende apothekers en ziekenhuisapothekers toont aan dat er op dit moment nog veel en grote verschillen bestaan tussen verschillende softwaresystemen.

Informatie delen
ICT kan helpen om medicatiefouten te voorkomen, maar een medicatieoverzicht is natuurlijk niet compleet zonder de informatie van de voorschrijvende artsen. Daarom is het belangrijk dat ook de huisartsen en specialisten deze informatie gaan delen. Als het gaat om ICT moet er met name in de ziekenhuizen nog een flinke inhaalslag gemaakt worden. Tijdens de afsluitende discussie riepen zorgverleners op tot een gefaseerde invoering van de richtlijn, om te voorkomen dat men teveel wil bereiken en er uiteindelijk niets gebeurt. ‘Niet frustreren maar faciliteren: doe wat kan en maak een plan voor wat nog moet’.

Bron:
Nictiz

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Naald

Botox helpt tegen kwijlen

Botoxinjecties kunnen ervoor zorgen dat kinderen met een ernstige hersenbeschadeging minder gaan kwijlen. De injecties voorkomen een te grote speekselproductie, waardoor overmatig kwijlen wordt tegengegaan.

Dit blijkt uit een onderzoek van Arthur Scheffer, KNO-arts van het UMC St Radboud in Nijmegen.

Buitengesloten
Veel kinderen met een hersenaandoening hebben last van een te grote speekselproductie. Het kwijlen kan huiduitslag rond de mond veroorzaken.

Overmatig kwijlen wordt in veel gevallen verholpen door een operatie. De botoxinjecties, die door veel mensen worden gebruikt om rimpels te verminderen, zijn voor de kinderen minder ingrijpend.

Verdoving
Voor het onderzoek injecteerde Scheffer botox in de speekselklieren in de onderkaak van 131 patiënten tussen de 3 en 27 jaar. De patiënten waren tijdens de behandeling onder algehele verdoving.

Na twee maanden nam de speekselproductie bij 61 kinderen met meer dan de helft af. Bij enkele patiënten verdween de uitslag rond de mond en vier patiënten konden beter praten.

Bron:
Elsevier

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Tand

Psychiatrische patiënten: veel gebitsproblemen

Psychiatrische patiënten hebben dikwijls veel tandbederf, ontstoken tandvlees en kunstgebitproblemen. Bij een deel van hen treedt door de medicatie een tekort of juist soms een teveel aan speeksel op. Dat tekort aan speeksel is opvallend bij patiënten die Clozapine, een antipsychoticum, of Lithium krijgen voorgeschreven en vooral bij hen ziet men mede door de geringe mondhygiëne in korte tijd veel tandbederf optreden. Onderzoekers zien bij deze groep ook veel rokers en een veranderde beleving van gebitsklachten waardoor pijnklachten en droge monden pas laat bij de tandarts worden gemeld. Ten slotte hebben deze patiënten dikwijls hevige angsten waardoor zij het tandartsbezoek zoveel mogelijk vermijden.

Beter preventief beleid
Deze gegevens worden vermeld in het Nederlands Tandartsen Blad van september. De auteurs pleiten allereerst voor een beter preventief tandheelkundig beleid: voor strikte mondhygiënische maatregelen als fluoride toepassingen, speekseldiagnostiek en daarnaast het gebruik van bijvoorbeeld mondspoelmiddelen, zoals chloorhexidine, dat naast een bacteriedodende- en schimmeldodende werking in de mond ook een cariësreducerend effect heeft. Naast deze maatregelen kan de droge mond worden behandeld door de stimulatie van de speekselklieren met behulp van het gebruik van suikervrij snoep of kauwgom met de suikervervanger xylitol dat de vorming van de schadelijke vorming van tandplak sterk remt. Zij pleiten ervoor om deze risicopatiënten standaard te screenen op de snelheid van de speekselvorming, de zuurgraad ervan en de buffercapaciteit van de mondvloeistof om te zien of de zuurgraad van het speeksel binnen de grenzen blijft.

Georganiseerde opvang
De auteurs wijzen daarnaast op het belang van de georganiseerde opvang van deze patiënten. In de, in ons land, 37 geïntegreerde Geestelijke Gezondheid Zorginstellingen, de 8 psychiatrische ziekenhuizen en de 11 aparte klinieken voor verslavingszorg bestaat meestal wel tandheelkundige opvang. Maar doordat deze patiënten meestal geen aanvullende tandheelkundige verzekering hebben, is het lastig hen onder controle te houden. Ondanks het feit dat zij na opneming in een instelling, via de AWBZ, recht hebben op tandheelkundige zorg blijkt dat zij tegenwoordig meer decentraal en beschermd gaan wonen waardoor hun AWBZ aanspraken komen te vervallen. Een probleem is voorts dat psychiatrische afwijkingen door enkele zorgverzekeraars niet worden erkend als reden voor aanspraken op bijzondere tandheelkunde.

Bron:
NRC
Door M.A.J. Eijkman

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z
Onderzoek

Speekseltest vanaf 2012 in verkeer

Automobilisten kunnen vanaf 2012 worden gecontroleerd op drugsgebruik met een speekseltest.

De ministers Hirsch Ballin van Justitie en Eurlings van Verkeer presenteren vandaag een wetsvoorstel dat speekseltesten mogelijk maakt. De maatregel moet de veiligheid op de weg vergroten.

Veel sneller
Nu moet de politie bij aanwijzingen van drugsgebruik allerlei gedragstests doen bij de betreffende bestuurder en vervolgens bloed af laten nemen dat voor controle naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) gaat. De ministers willen van de veel snellere speekseltest nu een wettig voorselectiemiddel maken.

Snel vaststellen
Bij de test wordt speeksel uit de mond gehaald. Daarmee kan snel worden vastgesteld of iemand cannabis, heroïne of cocaïne heeft gebruikt. Is dat zo, dan moet een bloedtest worden gedaan. Die moet exact uitwijzen hoeveel drugs er zijn gebruikt.

Grens
Met het invoeren van de speekseltest wordt ook het toegestane gehalte drugs in het bloed vastgesteld. Die grens is er nu nog niet. Wel kunnen automobilisten beboet worden voor het in gevaar brengen van de verkeersveiligheid.

Afwijkend gedrag
Uit eerder politieonderzoek is gebleken dat 20% van de automobilisten die bij een ongeluk gewond raken, drugs heeft gebruikt. Gebruik van bijvoorbeeld cannabis in het verkeer kan leiden tot onvoldoende oplettendheid, afwijkend verkeers- en snelheidsgedrag (opvallend langzaam rijden) en het niet adequaat reageren.

Bron:
RTL Nieuws

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Gesloten

Inspectie legt praktijk Amsterdamse tandarts stil

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft een Amsterdamse tandarts bevolen per direct te stoppen met het behandelen van patiënten in zijn praktijk. Tijdens een onaangekondigd bezoek constateerden de inspecteurs vorige week grote tekortkomingen in de praktijk van de tandarts. Dat maakte de IGZ donderdag bekend.

Gevaar veiligheid
Volgens de inspectie liep de veiligheid van de patiënten in de praktijk ernstig gevaar. Zo schoten de hygiëne en infectiepreventie ernstig tekort. Instrumenten werden niet volgens de richtlijnen gereinigd, de schone en vuile instrumenten lagen door elkaar en het instrumentarium was niet gegarandeerd steriel omdat de sterilisator niet systematisch werd onderhouden. Ook gebruikte de tandarts slechts sporadisch handschoenen en gezichtsmaskers. Gebruikte naalden werden gewoon met het huisvuil meegegeven.

Daarnaast werkte de tandarts met röntgenapparatuur terwijl hij daar niet toe bevoegd was en liet ook de veiligheid van die apparaten te wensen over.

Aanleiding voor het onaangekondigde bezoek waren bevindingen uit eerdere inspecties en het feit dat de arts ondanks zijn faillissement nog steeds praktijk hield. De tandarts mag zijn werk niet uitvoeren totdat de inspectie oordeelt dat hij weer verantwoorde zorg kan leveren.

Bron:
De Telegraaf

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
zorg - geld

Klink bezuinigt twee miljard euro op zorg

Minister Klink van VWS bespaart structureel ruim twee miljard euro op de zorg. De grootste klappen vallen bij de medisch specialistische zorg en ziekenhuizen. Ook de AWBZ moet 287 miljoen euro inleveren. De mondzorg voor 18- tot 21-jarigen verdwijnt uit het basispakket (besparing: 100 miljoen euro).

Dat blijkt uit de begroting van het ministerie van VWS. In 2011 is er in totaal 63 miljard euro beschikbaar voor de zorg. In 2010 was dat nog 61 miljard euro. Zonder extra maatregelen groeien de uitgaven structureel ruim twee miljard euro meer dan geraamd.

Ziekenhuizen en medisch specialisten
Om zorg betaalbaar en toegankelijk te maken, bezuinigt minister Klink fors op de ziekenhuizen (549 miljoen euro) en medisch specialisten (648 miljoen euro). De rechter stak vorige week een stokje voor de korting op de ziekenhuizen, maar het ministerie probeert met een hoger beroep de bezuiniging alsnog erdoor te krijgen. Ook de medisch specialisten vechten hun korting juridisch aan. Voor de cure is er in 2011 in totaal 34,6 miljard euro beschikbaar.

AWBZ: 287 miljoen minder
Ook de AWBZ moet inleveren. Klink verlaagt het budget waarmee zorgkantoren AWBZ-zorg inkopen met 287 miljoen euro. Hij gaat ervan uit dat dit mogelijk is door “een verbetering van het inkoopbeleid”. “Kwalitatief goede en doelmatige zorg is vaak goedkoper”, licht een VWS-woordvoerder toe. Voor de AWBZ trekt VWS in totaal 23,67 miljard euro uit: 1,7 miljard euro voor langdurige ggz-zorg, 6,4 miljard euro voor de gehandicaptenzorg, 12,8 miljard euro voor de verpleging en verzorging en 2,2 miljard euro voor het persoonsgebonden budget.

Mondzorg voor 18-21 jarigen uit basispakket
Maatregelen om het basispakket te verkleinen moeten 173 miljoen euro opleveren. Burgers moeten voortaan hulpmiddelen, zoals rollators, krukken en looprekken uit eigen zak betalen (besparing: 21 miljoen euro). De mondzorg voor 18- tot 21-jarigen verdwijnt uit het basispakket (besparing: 100 miljoen euro), net zoals de anticonceptiemiddelen (besparing: 32 miljoen euro), met uitzondering van vrouwen jonger dan 21 jaar. Voor antidepressiva mag jaarlijks niet meer dan twintig miljoen euro worden voorgeschreven.

Verbeteringen in zorg
Verbeteringen in de zorg moeten honderd miljoen euro opleveren. Als artsen beter volgens zorgstandaarden werken, besparen ze veertig miljoen euro. Door veiliger te werken kunnen ziekenhuizen vijftien miljoen euro goedkoper werken. Het voorkomen van onnodige zorg door eerst te kiezen voor lichtere behandelvormen betekent een structurele bezuiniging van vijftien miljoen euro.

Eigen betalingen
Verder moeten burgers meer zelf gaan betalen. Vanaf 2012 wordt het eigen risico verhoogd met veertig euro, naast de jaarlijkse indexering. Die bedraagt in 2011 vijf euro. Voor fysiotherapie en oefentherapie moeten mensen straks twaalf behandelingen zelf betalen tegen nu nog negen. Deze maatregel levert dertig miljoen euro op.

Eigen bijdrage ggz
Eerder aangekondigde eigen bijdragen voor logopedie, ergotherapie en dieetadvisering gaan niet door, omdat de Tweede Kamer daarvoor een alternatief heeft gevonden in de vorm van een lagere vergoeding van geneesmiddelen. Omdat de dertig miljoen euro die dit oplevert echter niet genoeg is, gaat de eigen bijdrage voor de tweedelijns geestelijke gezondheidszorg door. Die wordt negentig euro per behandeling. Zo wordt structureel 110 miljoen euro bespaard.

Betalen voor verblijf
Mensen die in een instelling voor langdurige zorg wonen, moeten voortaan een minimale eigen bijdrage van 400 euro per maand betalen voor de kosten voor verblijf. Nu betalen ruim dertigduizend mensen een lagere eigen bijdrage voor verblijf. Deze maatregel, die 80 miljoen euro oplevert, gaat het ministerie nog uitwerken per doelgroep.

Bron:
Zorgvisie

 

 

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Keuzes - werkplek

Hoe zat het ook al weer met de classificaties en therapie bij parodontitis?

Plak wat langdurig niet verwijderd wordt, veroorzaakt altijd gingivitis. Bij de een gebeurt dit sneller dan bij de ander. Het optreden van kaakbotverlies kan hierop volgen, maar gebeurt niet altijd (de necrotische versie uitgezonderd).

Waarneming en röntgendiagnostiek
Parodontitis is vast te stellen door klinische waarneming aangevuld met röntgendiagnostiek . Men kan dan het volgende ontdekken:

  • Pockets eventueel gepaard met recessies
  • Eventueel furcaties
  • Eventueel verhoogde mobiliteit
  • Bovenstaande gepaard met bloeding en soms met pus

Classificaties op een rijtje
Rondom de classificatie van parodontitis bestaat nogal wat verwarring. De termen zijn in het verleden een aantal keren aangepast. Tegenwoordig kunnen we de volgende indeling maken:

Op leeftijd

  • Prepuberale parodontitis
    In het melk- en wisselgebit
    – Lokaal
    – Gegeneriliseerd
  • Juveniele parodontitis (JP)
    Oorsprong al terug te vinden bij 11-13-jarige leeftijd, term wordt gebruikt vanaf de puberleeftijd tot 20 jaar.
    – Lokaal (LJP)
    – Gegeneraliseerd (GJP), ook wel Rapidly Progressive Periodontitis genoemd (RPP)
  • Postadolescente parodontitis (PAP)
    Vroeger ook genaamd: GJP, postjuveniele parodontitis (PJP), RPP en early onset periodontitis (EOP)
    – 21 tot 35 jarigen
    – Lokaal
    – Gegeneraliseerd
  • Adulte parodontitis
    Vanaf het 35e levensjaar

Op type

  • Agressieve parodontitis ( AgP) (verdwijnende term!)
    Zich snel ontwikkelende parodontitis en EOP
  • Necrotiserende parodontitis (NP), acuut (NUP) en recidiverend
    – Botverlies
    – Gingivale pijnsensaties
    – Bloeding
    – Necrose
  • Chronische parodontitis (vaak ook adulte parodontitis genoemd)
  • Refractaire parodontitis (terugkerende parodontitis)
  • Peri-implantitis (parodontitis rondom implantaten)

Verschil behandeling chronische, refractaire en agressieve parodontitis

Chronische en refractaire parodontitis
Chronische parodontitis wordt altijd vooraf gegaan aan gingivitis. Het correleert sterk met de hoeveelheid supragingivale plak. Daarom is hier de aanbevolen therapie normaliter initiële therapie en/of chirurgie waarbij de mondhygiëne wordt geoptimaliseerd. Er is dus niet direct indicatie voor een kweek- of DNA-test. Dit kan wel gedaan worden wanneer er onvoldoende resultaat wordt geboekt met de genoemde behandeling. Of wanneer er achteruitgang merkbaar is terwijl de mondhygiëne adequaat is en het dus een refractaire parodontitis genoemd kan worden. Meestal is het aan te raden om de initiële therapie te herhalen zonder dat er antibiotica wordt voorgeschreven. Tevens moet men letten op de anatomie en stand van de tanden. Zo kan er door migratie twee apices tegen elkaar zijn komen te liggen; hier kan men niet meer tussenkomen met instrumenten of tips en zal er extractie of orthodontie overwegen moeten worden. Röntgendiagnostiek is dus van groot belang binnen de parodontologie!

Bij een infasie van paro-bacterien in het bindweefsel kan ondersteuning van antibiotica bij het reinigen van het gehele parodontium binnen 1 week heel nuttig zijn. Het lab kan advies uitbrengen over het eventuele gebruik van antibiotica na het afnemen van een DNA- of kweektest. Neem deze echter niet klakkeloos over en overleg altijd met een tandarts of parodontoloog die verstand heeft van microbiologie. Als men overgaat tot antibiotica gebruik en goed resultaat beoogt, zullen elementen met een slechte prognose ge-extraheerd moeten worden.

Agressieve parodontitis
Bij agressieve parodontitis geeft de medische anamnese vaak geen verklaring. Het komt familiair voor en is er vaak geen correlatie met de plak. Er is sprake van snelle aanhechtings- en botverlies. Vaak wordt hier in de kweek- of DNA-test de bacteriën A.a. en P.G gevonden. Hierbij is regelmatig antibiotica nodig naast de initiële therapie om de parodontitis onder controle te krijgen. Dus wanneer het aanhechtingsverlies niet correleert met de leeftijd en/of gewoontes en er sprake is van een progressief verloop, is het vaak verstandig om een DNA- of kweektest te doen. Ook hierbij geldt dat het advies van het lab niet klakkeloos overgenomen moet worden.

Bron:
– Handboek voor Parodontologie
– Alumni avond 20 mei 2010 (Nijmegen); voordracht Otto de Zoete
NTvT

Door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Studie

Een harde leerschool

Casus van een mondhygiënist die zijn werkgever e-mailt per direct te stoppen met werken. Het resultaat: veel onrust bij de werkgever en financieel verlies bij de werknemer.

‘De vrijdag voor de vakantie van mijn medewerker, een mondhygiënist, dronken we nog een lekkere kop koffie met taart en gaven hem een cadeautje voor zijn verjaardag. Daarna ging hij voor 6 weken met vakantie. Ik zou zelf twee weken daarna met vakantie gaan. We wensten elkaar een prettige vakantie. Twee weken later, twee dagen voor mijn vakantie, kreeg ik een e-mailtje van hem in de praktijk e-mailbox. De assistente opende de mail en vertrok van kleur, ze riep me en ik schrok erg.

Per direct stoppen
In het mailtje vertelde mijn medewerker dat hij per direct met werken zou stoppen omdat het niet goed beviel. Dit was niet goed geregeld, dat niet etc. Ook had hij gedacht dat hij meer zou gaan verdienen bij het verlengen van zijn contract. Hij was in het najaar van 2009 afgestudeerd en kreeg op dat moment betaald volgens schaal 6.

Ik stuurde hem een mail terug waarin ik aangaf dat hij zijn ongenoegen altijd met mij kon bespreken, maar dat ik het niet professioneel vond om dit via e-mail te doen.

Ik had nu een groot probleem. Over 2 dagen zou ik met vakantie gaan en na vier weken zouden we beiden weer starten. Mijn medewerker zou na de vakantie extra werken omdat mijn andere collega dan met vakantie zou gaan.
Ik gaf mijn assistente opdracht om de afspraken van de maandag en dinsdag na mijn vakantie te verzetten. Zelf belde ik rond en vond gelukkig een oud collega, die wel wat dagen in de vakantie wilde werken. En verder had ik een enorm rotgevoel: een medewerker is het ergens niet mee eens en stuurt gewoon een e-mail waarin hij aangeeft dat hij niet meer komt.

Rechtsbijstand
Vervolgens belde ik mijn rechtsbijstandverzekering van de VVAA. Zij hebben mij met raad en daad bijgestaan en adviseerden mij, mijn werknemer een aangetekende brief te sturen waarin ik aangaf dat ik zijn e-mail ontvangen had waarin hij aangaf direct te stoppen met werken. Ook stelden zij voor te vermelden dat hij zich niet aan zijn opzegtermijn had gehouden en daardoor schadeplichtig was. Verder stond erin de brief dat ik de zaak bij de juriste van de VVAA had gedeponeerd.

Inmiddels had ik nu vakantie, na 2 dagen zweten en van alles regelen: kopietjes maken voor de jurist, de accountant wat zaken laten doormailen, patiënten verzetten en mijn andere collega informeren.

Tussendoor ontving ik nog wat nare mailtjes van mijn medewerker met allerlei verwijten en termen als “succes met je leven”. Helaas vergat de werknemer dat hij zelf nog flink aan zijn verantwoordelijkheid moest werken: hij kwam regelmatig te laat, vergat zijn sleutels, had vaak geen schone werkkleding aan, at veel knoflook en dergelijke.

Andere taal
Ineens ontving ik een mailtje van hem met geheel andere taal. Hij mailde: “Geachte mevrouw, ik heb de aangetekende brief ontvangen, maar ik bedoelde niet dat ik per direct zou stoppen met werken en u hoeft ook geen jurist in te schakelen”. Oké dacht ik, wat nu? Hij mailt eerst dat hij direct met werken stopt en vervolgens dat hij pas wil stoppen als de opzegtermijn erop zit.

Schadevergoeding
Meteen zocht ik weer contact met de juriste van de VVAA. Zij vertelde mij dat de werknemer zwak stond. Je kunt voor de wet namelijk maar één maal opzeggen en hij had per mail aangegeven direct te stoppen met werken.
Zij stelde voor hem een schadevergoeding te vragen. Mijn werknemer was namelijk schadeplichtig. Als je je contract niet nakomt en eerder stopt met werken heeft de werknemer een schadeplicht van drie maanden. Ik vond het vrij fors om hem drie maanden loon terug te laten betalen en stelde hem voor de zaak met gesloten beurzen af te handelen. Hij had namelijk nog 6 dagen salaris tegoed.

De juriste verwoordde het voorstel in een brief en vroeg hem binnen 5 dagen te reageren. Helaas deed hij dit niet. Na een tweede brief besloot de werknemer toch accoord te gaan en is de zaak gesloten.’

Samengevat
Veel ongemak en onrust hadden voorkomen kunnen worden als de jonge medewerker zijn ongenoegen bespreekbaar had gemaakt en niet meteen met verwijten was gekomen. Dit kostte hem nu geld, terwijl hij zijn contract gewoon had kunnen uitdienen als hij 2,5 week na de vakantie had doorgewerkt. Een harde leerschool.

Bron:
Vrijgevestigde mondhygiënist

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
gaatjes

Meer peuters met mond vol gaatjes in België

Vergeleken met tien jaar geleden moeten er tot tien keer meer peuters onder narcose om gaatjes in hun melktanden te laten vullen. Ouders lijken zich nergens van bewust te zijn. Bijna een derde van de kinderen jonger dan vijf jaar heeft last van tandbederf, melden tandheelkundigen uit het Belgische Leuven in de krant Het Laatste Nieuws.

“Vaak zien we hier twee of driejarigen die meer dan tien gaatjes in hun mond hebben”, aldus professor Dominique Declerck.

Zuigfles cola
Ouders lijken niet door te hebben hoe slecht er voor het gebit van de peuters wordt gezorgd. “Wanneer we de wachtkamer instappen, zien we jonge kinderen aan een zuigfles vol cola zuigen”, aldus Declerck.

Wachtlijsten
De grote hoeveelheid ingrepen op jonge kinderen zorgt in veel Belgische ziekenhuizen voor wachtlijsten van twee tot drie maanden. “Als de kinderen een acuut probleem hebben, behandelen we ze onmiddellijk”, gaat Declerck verder. “Anders komen ze op een wachtlijst te staan.”

“De aantasting zit dan op zoveel tanden dat we niet anders kunnen dan die peuters en kleuters onder narcose behandelen”, meent dokter Luc Martens. “Anders moeten ze tot vijftien keer terug naar de tandarts.”

Geboord, gevuld en ontzenuwd
Zelfs bij de peuters is het tegenwoordig normaal om te boren, vullen en zelfs ontzenuwen. “Omdat ook dit bij peuters steeds vaker het geval is, is het beter om dit allemaal tegelijkertijd te doen, onder één narcose.”

Kartonnetjescultuur
Grote boosdoeners zijn te veel snoepen in combinatie met het slecht poetsen van de tanden. “We leven in een kartonnetjescultuur”, aldus Declerck. “Kinderen drinken de hele dag gesuikerde melk, appelsap en fruitsap. De vele gaatjes zijn daar een rechtstreeks gevolg van.”

“Er wordt veel te laat met tandenpoetsen gestart, vaak pas als de kinderen op naar de kleuterschool gaan”, vertelt professor Martens. “’s Ochtends is er vaak geen tijd voor, hebben we onderzocht, en ’s avonds wordt er gepoetst vóór het snoepen. Dat is dus totaal zinloos.”

Bron:
De Telegraaf

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
patienttevredenheid

Nationale meldweek patiëntveiligheid

Professionals in de zorg willen schade door hun handelen voorkomen. Toch gaat er weleens wat mis, waardoor een cliënt of patiënt schade oploopt of had kunnen oplopen. Van 27 september tot en met 3 oktober 2010 vindt de Nationale Meldweek Patiëntveiligheid voor de eerste lijn plaats. Het is de eerste keer dat zo’n meldweek in de Nederlandse eerstelijnszorg wordt gehouden.

Extra aandacht aan patiëntveiligheid
De meldweek heeft in eerste instantie tot doel dat beroepsbeoefenaren in de eerste lijn extra aandacht besteden aan patiëntveiligheid. Het gaat bijvoorbeeld om praktijken van huisartsen, apothekers, tandartsen en paramedici. Alle medewerkers van de deelnemende praktijken kunnen incidenten melden. De meldweek is voor hen een goed moment om stil te staan bij de veiligheid in hun praktijk. Komen zij risicovolle situaties tegen? Zijn er zwakke schakels in de organisatie?

Van melden worden we beter!
Door (anoniem) te melden, dragen professionals bij aan verbeteringen in hun beroepsgroep. Alle meldingen worden gebruikt voor een analyse. Hierdoor ontstaat een landelijk beeld van mogelijkheden om de veiligheid voor patiënten te verhogen. Het motto van de meldweek is: ‘Van melden worden we beter!’

De organisatie ligt bij het ministerie van VWS en IQ healthcare (UMC St. Radboud). Vijftien eerstelijnsberoepsorganisaties doen mee, met in totaal 45.000 leden. Meer informatie is te vinden op meldweek2010.nl.

De eerste meldweek in de eerste lijn wordt georganiseerd in het kader van het VWS-programma ‘Vanzelfsprekende Veiligheid’. ZonMw verleent ondersteunende, aanvullende activiteiten voor dit programma.

Bron:
ZonMw

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
werkgever

Loek Hermans gaat hoofdbestuur NMT adviseren

Loek Hermans (1951) wordt bijzonder adviseur van het Hoofdbestuur van de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT). Hij zal deze functie, naast zijn huidige werkzaamheden vanaf september 2010 vervullen. De NMT wil samen met Loek Hermans bij de politiek meer erkenning vragen voor het feit dat de praktijk van de tandarts(-specialist) een risicodragende onderneming is en dat er sprake is van toenemende verschillen tussen praktijken.

De NMT organisatie is afgelopen jaren versterkt en verder geprofessionaliseerd. De komst van Hermans, die op strategisch niveau zal meedenken met het hoofdbestuur, past in deze lijn. Het maatschappelijk brede profiel van Hermans sluit aan bij de centrale rol van tandarts(-specialisten) in de maatschappij. In vergelijking met andere zorgverleners wordt de tandarts door het grootste deel van de Nederlandse bevolking bezocht, dit kan gesteld worden op grond van cijfers van het CBS. Tandartsen en tandarts-specialisten staan zodoende midden in de samenleving, zij oefenen hun zorgtaken uit in de setting van een onderneming. Loek Hermans gaat zich voor de NMT bezighouden met politieke en beleidsmatige ontwikkelingen op het snijvlak tussen zorgverlenerschap en ondernemerschap.

Biografie
Loek Hermans (1951) is sinds 2007 lid van de Eerste Kamer, sinds 2003 voorzitter van MKB-Nederland, sinds 2008 voorzitter van de Stichting Katholieke Universiteit en van Care Nederland. Daarnaast is hij oud-burgemeester van Zwolle en voormalige Commissaris der Koningin in Friesland.

Bron:
NMT

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Ab Klink uit de Tweede Kamer.

Ab Klink stapt per direct op als lid van de Tweede Kamerfractie van het CDA. Hij blijft wel aan als demissionair minister van Volksgezondheid.

“Na alle gebeurtenissen van de afgelopen week is er voor mij een onwerkbare situatie binnen de CDA-fractie ontstaan. De basis voor samenwerking – vertrouwen – is aangetast. Daardoor kan ik niet meer met voldoende overtuigingskracht binnen de fractie opereren. En dat gaat ten koste van mijn geloofwaardigheid,” aldus Klink op de site van de Volkskrant. Hij blijft ‘met overtuiging’ lid van het CDA.
Klink vertrekt nadat pogingen een kabinet te vormen met VVD, CDA en PVV vorige week mislukten. De aanleiding daarvoor was een brief die Klink schreef aan de CDA Tweede Kamerfractie en het partijbestuur. Klink uitte daarin bezwaren tegen samenwerking met de PVV. Hoewel de onenigheid over samenwerking met de PVV voor de CDA-fractie overkomelijk leek, was het vertrouwen van Geert Wilders (PVV) in de stabiliteit van het CDA te veel beschadigd.

Bron:
Mednet

 

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

MRA versus CPAP therapie: neveneffecten op lange termijn

Studie tandheelkundige slaapgeneeskunde. Doel: vaststellen neveneffecten op lange termijn van een instelbaar Mandibulair Repositie Apparaat (MRA), vergeleken met Continuous Positive Airway Pressure (CPAP) therapie.

Doel
Het doel van deze studie was om vast te stellen of lange termijn gebruik van een instelbaar Mandibulair Repositie Apparaat (MRA), vergeleken met Continuous Positive Airway Pressure (CPAP) therapie, leidt tot veranderingen in de craniofaciale morfologie. Verder is bestudeerd of er een relatie is tussen de mate van mandibulaire protrusie tijdens MRA-therapie en de mate van deze eventuele craniofaciale veranderingen.

Studie
Eenenvijftig patiënten zijn gerandomiseerd voor MRA-therapie en tweeënvijftig patiënten voor de CPAP therapie. Aan het begin van de studie en na de follow-up (2.3±0.2 jr ) is van alle patiënten een schedelprofielfoto vervaardigd in maximale occlusie om relevante cephalometrische variabelen te bepalen. Beide schedelprofielfoto’s zijn digitaal getraced waarna de cephalometrische uitkomsten met elkaar zijn vergeleken. Verschillen tussen de MRA- en CPAP groep zijn geëvalueerd door middel van lineaire regressie analyse.

Resultaten
Vergeleken met CPAP resulteert langdurig gebruik van een MRA in kleine maar significante (dentale) veranderingen. De overbite en overjet verminderde, 1.0 (±1.5) mm en 1.7 (±1.6) mm respectievelijk.

  • Verder werd een retroclinatie waargenomen (-2.0 (± 2.8) graden) van de bovenincisieven en een proclinatie (3.7 (± 5.4) graden) van de onderincisieven.
  • Als gevolg van de MRA therapie namen ook de onderste- en totale anterieure gelaatshoogte toe, 0.8 (± 1.5) en 0.9 (± 1.4) mm respectievelijk.
  • In zowel de MRA- als de CPAP groep werden geen skeletale veranderingen waargenomen als gevolg van beide therapieën.
  • Lineaire regressie analyse liet zien dat er een associatie was tussen de gemiddelde mandibulaire protrusie tijdens de follow-up en de afname in de overbite (B = -0.029, SE = 0.014, p<0.05).

Follow-up
Er moet rekening gehouden worden met het feit dat MRA-therapie soms jaren lang nodig is als behandeling voor een OSAS en dat er craniofaciale veranderingen optreden als gevolg hiervan. Het is daarom van groot belang dat er sprake is van een gedegen follow-up door een tandarts-(specialist) die ervaring heeft in het vakgebied van de tandheelkundige slaapgeneeskunde.

Bron:
NVTS.nl
Door: Drs. Ing. Michiel Doff, spreker op het 2e NTVS congres ‘Zorg voor goede slaap’

Drs. Ing. Michiel Doff studeerde werktuigbouwkunde (2002) en tandheelkunde (2007) in Groningen. Tijdens de studie tandheelkunde werd gestart met een promotie-onderzoek naar de lange-termijn effectiviteit van de behandeling middels een mandibulair repositieapparaat bij OSAS patiënten. Ook worden de neveneffecten op lange termijn van deze therapie onderzocht. Het onderzoek wordt uitgevoerd vanuit de afdeling kaakchirurgie van het UMCG (hoofd: prof. Dr. L.G.M. de Bont). Verder werkt hij bij het Centrum Bijzondere Tandheelkunde van het UMCG, alwaar hij voornamelijk patiënten behandelt met OSAS of snurkproblemen. Hij is verder vanuit de kaakchirurgie actief in de multidisciplinaire slaapapneu-werkgroep van het UMCG. Ook is hij verbonden aan de afdeling kaakchirurgie van het Scheperziekenhuis te Emmen waar hij zich bezig houdt met de dento-alveolaire chirurgie en implantologie. Michiel Doff is tevens vice-voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Tandheelkundige Slaapgeneeskunde (NVTS).

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
Meten - open mond

Testen en metingen bij preventie. Welke en hoe?

Er kan bij preventie onderscheid worden gemaakt tussen testen/metingen, instructies, behandelingen en nacontrole. In dit artikel leest u welke testen en metingen een beeld geven van de mondhygiëne. En ook hoe u hiervan gebruik kunt maken.

Testen / metingen

  • De plakkleurtest (pkt of pi)
    Door de plak te kleuren met disclosing vloeistof wordt er voor de patiënt duidelijk gemaakt waar de plak gelokaliseerd is en hoeveel plak er aanwezig is. Door gebruik te maken van de 2-kleuren disclosing, kunt u laten zien waar de nieuwe en oude plak zich in de mond bevindt. Het is goed om te beseffen dat enkel oude plak cariës kan veroorzaken. Nieuwe plak kan wel een ontsteking van het tandvlees veroorzaken. Een goede plakscore zou minstens onder de 20% moeten zitten, liever onder de 10%.
  • De tandsteenscore (ts of ti)
    Indien er tandsteen wordt geconstateerd, zegt dat iets over de mondhygiëne van de patiënt. De patiënt heeft langere tijd de plak niet goed verwijderd. Het duurt immers enige tijd voordat plak is omgevormd in tandsteen. Aan de hand van een tandsteenscore (tandsteen index) kunt u zien op welke plaatsen langere tijd geen goede mondhygiëne is uitgevoerd. Alle aanwezige gebitselementen worden gecontroleerd op tandsteen en de locaties met tandsteen worden genoteerd.
  • De bloedingsindex (bi of pbt of bop)
    De bloedingsindex is een betrouwbare methode (behalve bij rokers en in het melk/wisselgebit) om te zien welk percentage van het tandvlees ontstoken is. Het geeft aan waar de plakbeheersing langere tijd onvoldoende is geweest. Vooral bij mensen die voorafgaand aan de zitting ineens wel heel hard hun best hebben gedaan, is dit een goede methode om te achterhalen of  er daarvoor goed is gepoetst/geflosst etc. Bloedingen geven een goed beeld van de afgelopen 2 weken. Het bloedingspercentage zou minstens onder de 20% moeten liggen, liever onder de 10%.
  • De interdentale bloedingsindex (ibt).
    Dit is hetzelfde als een bloedingsindex, behalve dat er nu enkel interdentaal wordt gescoord. Dit is een goed middel om te beoordelen of de instructie van een interdentaal hulpmiddel juist is opgevolgd en heeft geholpen.
  • Het voedingsdagboek
    Dit is een schema dat thuis tijdens een normale week (dus zonder al te veel feestjes e.d.) wordt ingevuld. Men krijgt een indruk van wat er wordt gegeten en hoe vaak. Diegene die het invult, wordt bewust van wat hij eet. De behandelaar kan gericht voedingsadviezen geven. Aan het voedingsdagboek kan ook een vragenlijst worden toegevoegd met vragen over kennis (Bijvoorbeeld: Welk eten bevat suiker, kies uit de volgende producten etc.) en gewoontes (Bijt je nagels?). Het voedingsdagboek kan worden ingezet bij cariës, erosie en wellicht bij parodontitis.
  • De speekseltest (GC saliva check buffer)
    Bij de speekseltest kan de speekselsecretie en de kwaliteit van het speeksel worden getest . Dit kan men afnemen bij niet begrepen cariës.

Procedures van de testen/metingen

De plakkleurtest (M31)

  1. Alvorens er wordt gekleurd, kan vaseline op de lippen worden gesmeerd. Dit voorkomt dat er kleur blijft zitten aan de lippen. Informeer de patiënt wat er gaat gebeuren en wat plak is.
  2. Droog de tanden door middel van de meerfunctiespuit en/of door watjes te gebruiken. Dit laatste is bij gevoelige tandhalzen een stuk prettiger.
  3. Breng de vloeistof aan op de buccale en palatinale/linguale vlakken met een stukje wat of een kwastje.
  4. Laat de patiënt 1 keer goed spoelen en in een bekertje uitspugen. Gooi vervolgens de spuug voorzichtig door de gooisteen weg. Het is namelijk erg lastig uit het spitoon te verwijderen.
  5. Geef de patiënt een spiegel en vraag wat hem opvalt. Ga dan samen na waar de plak precies zit (posterior of juist anterior etc). Laat zien waar de plak op de tand is gelokaliseerd (vrijwel altijd cervicaal en interdentaal). Laat de patiënt zelf bedenken hoe hij dit had kunnen voorkomen.
  6. Scoor vervolgens de plak in de parodontiumstatus.De plakscore wordt berekend volgens de volgende formule:
    – Het aantal locaties met plak x 100%
    – Delen door het totale aantal locaties
  7. Leg uit wat de bevindingen zijn.

Er kan een foto worden gemaakt met een digitale camara. De kleurenfoto wordt vervolgens opgeslagen in de computer. Vooral bij jonge kinderen zijn deze foto’s een uitkomst omdat zij percentages nog niet zullen begrijpen.

De plakscore kan ook anders worden gedaan. Er wordt dan per element bekeken hoe ver de plak op de tand zat. Deze scores worden bij elkaar opgeteld en door het aantal elementen gedeeld.

0 = Geen plaque
1 = Afzonderlijke, met plak bedekte plekjes langs de cervicale rand van het element.
2 = Een dunne aaneen gesloten rand van plak (smaller dan 1,0mm) langs de cervicale rand van het element.
3 = Een rand plak breder dan 1,0 mm langs de cervicale rand van het element, die niet meer dan 1/3 van de kroon bedekt.
4 = Plak die meer dan 1/3, maar minder dan 2/3 van de kroon bedekt.
5 = Plak die meer dan 2/3 van de kroon bedekt.

Score Resultaat Beoordeling
0.0-1.0 Afzonderlijke, met plak bedekte plekjes langs de cervicale rand van het element Zeer goed
1.1-2.0 Een dunne aaneen gesloten rand van plak (smaller dan 1,0mm) langs de cervicale rand van het element Goed
2.1-3.0 Een rand plak breder dan 1,0mm langs de cervicale rand van
het element, die niet meer dan 1/3 van de kroon bedekt
Redelijk
3.1-4.0 Plak die meer dan 1/3, maar minder dan 2/3 van de kroon
bedekt
Slecht
4.1-5.0 Plak die meer dan 2/3 van de kroon bedekt Zeer slecht

De tandsteenscore (geen declareerbare code)
Met de sonde worden kleine rondjes gedraaid rondom de elementen: supra en sub. Met een goed geoefend tactilistisch vermogen kunt u het ruwe tandsteen voelen op het tandoppervlak. Tandsteen wordt op dezelfde manier gemeten als plak. Alle aanwezige gebitselementen worden gecontroleerd en de locaties met tandsteen worden genoteerd. De meting vindt plaats op dezelfde zes vlakken waar de plak- en bloedingsscore zijn bepaald. De tandsteenscore wordt volgens de volgende formule berekend:

  • Het aantal locaties met tandsteen x 100%
  • Delen door het totale aantal locaties

De tandsteenscore kan worden geregistreerd in een parodontiumstatuskaart.

De bloedingsindex (geen declareerbare code)

  1. Vertel wat u gaat doen en waarom.
  2. Sondeer overal langs het tandvlees.
  3. Werk van molaar naar incisief en van distaal naar mesiaal en laat hierbij de punt naar de apex toe wijzen en zoek de bodem van de sulcus op.
  4. Scoor de bloedingen in het paroprogramma van de computer.
  5. Laat het programma het percentage uitrekenen. Dit percentage zou minstens onder de 20% moeten liggen, liever onder de 10%. Het percentage kan ook op de volgende manier berekend worden:
    – Het aantal bloedende locaties x 100%
    – Delen door het totale aantal locaties
  6. Leg uit wat de bevindingen zijn.

N.B.Tijdens deze bloedingsindex wordt de DPSI-score gecheckt op juistheid.

De interdentale bloedingstest (ibt, geen declareerbare code)
Dit gaat hetzelfde als een bloedingsindex, behalve dat er nu enkel interdentaal wordt gescoord.

Het voedingsdagboek (M70)

  1. Vertel wat de bedoeling is van het voedingsdagboek en hoe dit ingevuld dient te worden.
  2. Laat de patiënt bij de vervolgafspraak zijn voedingsdagboek meenemen. Vraag of hem iets is opgevallen tijdens het invullen.
  3. Zoek samen naar een geschikt en gezond voedingspatroon.
  4. Geef een nieuw voedingsdagboek mee en laat het nogmaals invullen.
  5. Bij de vervolgafspraak wordt bekeken in hoeverre de voedingsadviezen zijn opgevolgd.
  6. Zo nodig het bovenstaande herhalen.

Speekseltest
Zie bijsluiter GC Siliva test.

Bronnen:
Oraldoctor.nl – parodontale diagnostiek en behandelingsplanning ACTA
Studiemiddelen Mondhygiene HAN
Laboral
GC Europe

Door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Producten, Thema A-Z