De-samenstelling-van-het-darmmicrobioom-kan-mogelijk-diabetes-type-2-voorspellen

Meer Nederlanders met diabetes

Toename:
Het aantal inwoners van Nederland met diabetes is in vijf jaar tijd van drie naar vier procent gestegen. Diabetes komt relatief vaak voor bij ouderen en niet-westerse allochtonen. Dat laatste hangt deels samen met ernstig overgewicht. Met deze risicofactor hebben niet-westerse allochtonen vaker te kampen dan autochtonen.
In 2007/2008 gaf vier procent van de Nederlanders aan diabetes te hebben. Dat is ruim één procent meer dan in de periode 2001/2002. Deze toename hangt samen met de vergrijzing van de bevolking en het gestegen aandeel mensen met ernstig overgewicht. Diabetes komt meer voor bij ouderen en mensen met obesitas.

Actieve opsporing
Ook actievere opsporing door huisartsen en een grotere alertheid bij mensen door voorlichtingscampagnes hebben bijgedragen aan de toename van het aantal mensen dat weet dat ze suikerziekte hebben. Van de diabetespatiënten gebruikt ruim twintig procent insuline vanaf kort na de constatering van de ziekte.

Niet-westerse allochtonen
Onder niet-westerse allochtonen komt suikerziekte vaker voor dan onder autochtonen. Het meest komt de ziekte voor bij Surinamers, Antillianen, Arubanen, Turken en Marokkanen. Gecorrigeerd voor leeftijdsverschillen komt diabetes bij deze twee groepen twee tot drie keer vaker voor dan bij autochtonen. Daarbij is gekeken naar mensen van 25 jaar of ouder omdat de ziekte bij jongeren nauwelijks voorkomt.
Waarom sommige groepen niet-westerse allochtonen vaker aan diabetes lijden is niet exact aan te geven. De plotselinge overgang van een niet-geïndustrialiseerde samenleving in het land van herkomst naar een westers geïndustrialiseerd land wordt wel gezien als een mogelijke oorzaak. Diabetes komt inderdaad meer voor onder eerste generatie niet-westerse allochtone 25-plussers dan onder de tweede generatie.

Bron: CBS

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
vraagteken

‘Gezonde crisis’ in Week van de Gezondheid

Week van de Gezondheid:
Gezonde crisis was het thema tijdens de Week van de Gezondheid die van 6 tot en met 12 april werd gehouden. Zo wilde de organisatie benadrukken dat ook in tijden van crisis mensen moeten blijven investeren in hun gezondheid.
De Week van de Gezondheid wordt georganiseerd door de Nederlandse Public Health Federatie (NPHF). ,,De financiële en economische crisis is een feit en manifesteert zich maatschappijbreed. Overheden nemen allerlei maatregelen om de effecten te verzachten. Van diverse kanten is al aangegeven dat economisch herstel moet komen door onder meer te investeren in duurzaamheid en het versterken van de kenniseconomie. De NPHF wil over het voetlicht brengen dat in dit rijtje ook de volksgezondheid thuishoort.”

(ANP)

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
kindertandarts - kind

GGD’s bezuinigen flink op jeugdmondzorg

Bezuiniging:

Bijna 70% van de 29 GGD’s heeft de afgelopen jaren bezuinigd op kindertandheelkunde. Een op de drie GGD’s heeft niemand meer in dienst die zich bezighoudt met preventieve jeugdmondzorg en is er gemiddeld nog geen halve baan beschikbaar voor de jeugdmondzorg. De melkgebitten van kinderen worden echter steeds slechter . Dit meldde RTL Nieuws na eigen onderzoek. Onderzoek van TNS Nipo wees in juli nog uit dat bijna de helft van de 5-jarige kinderen cariës in het melkgebit heeft.

Wetswijziging?

Tweede Kamerleden van CDA, PvdA, ChristenUnie, SP en PVV willen dat de ministers voor Jeugd en Gezin André Rouvoet (ChristenUnie) en Volksgezondheid en Welzijn Ab Klink (CDA) kijken of een wetswijziging de oplossing kan bieden. CDA-Kamerlid Mirjam Sterk zegt te willen weten hoe erg het probleem op dit moment is. “De oorzaken moeten boven tafel komen en dan moet er gewoon iets aan worden gedaan”

Prioriteit:

Haar collega van de PvdA Kadhija Arib spreekt van een ‘ernstig signaal’. “Het heeft met het beleid van de gemeenten te maken en dat verschilt enorm. De ene gemeente vindt het een hoge priotriteit en geeft dan ook genoeg geld aan de jeugdmondzorg uit. Bij andere gemeenten is het een sluitstuk van hun budget en dat vind ik heel erg. Daar moet wat aan gebeuren.”

Bron: www.nieuws.nl
Novum 29/3/2009

 

 

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Gesprek - sollicitatiegesprek - functioneringsgesprek, praten

Zo voert u een gesprek over privéproblemen

Tips voor een gesprek met een personeelslid over privéproblemen:

Algemeen:

  • • Zorg dat werknemers het gevoel hebben dat ze altijd bij u terecht kunnen
  • • Houd contact met leidinggevenden om signalen op te vangen
  • • Probeer zelf signalen op te vangen door regelmatig met personeelsleden te praten
  • • Ga het gesprek aan met de werknemer en sta open voor hem als hij daarom vraagt

Tips voor het gesprek:

Zorg voor privacy

Privéproblemen zijn en blijven privéproblemen. Ze zijn geen zaak van andere personeelsleden. Vanzelfsprekend voert u het gesprek in een aparte ruimte. De werknemer moet kunnen rekenen op uw discrete behandeling van zijn probleem.

Creëer een vertrouwensband

Het is van belang dat de werknemer het gevoel heeft dat hij vrijuit tegen u kan praten. Creëer daarom een informele sfeer in het gesprek, zodat er een vertrouwensband ontstaat.

Vrolijk hem of haar een beetje op

Niemand zit voor zijn plezier in de problemen, een grapje of vriendelijke opmerking kan het ijs breken, de persoon een beter gevoel geven en de relatie tussen u en hem verbeteren.

Luister

Toon interesse en luister naar wat de werknemer te vertellen heeft.

Probeer het op te lossen
Probeer om eerst zelf het probleem op te lossen, voor zover dat van u verwacht kan worden.

Geef advies

Als buitenstaander heeft u soms een beter overzicht over het probleem en mede vanuit uw ervaring is de kans groot dat u goed advies kunt geven.

Stel grenzen

Waak ervoor dat het privéprobleem het werk niet of zo min mogelijk beïnvloedt. Ook mogen andere werknemers er niet in meegesleurd worden.

Wijs op de arbo-arts

Als ziekteverzuim dreigt en u denkt het probleem niet te kunnen oplossen, kunt u verwijzen naar het preventieve spreekuur van de arbo-arts.

Meer of minder werken

De werknemer kan in het gesprek naar voren brengen dat hij minder of juist meer wil gaan werken. Meer werken kan de werknemer helpen omdat dit afleiding geeft.  Als de werknemer minder wil werken, gaat dit ten koste van zijn verlofuren. Als die op zijn, gaat het over in onbetaald verlof.

Maak een vervolgafspraak

Soms is een probleem in één keer opgelost, maar vaak duurt dit langer. Het is dan raadzaam een vervolgafspraak te maken zodat u de vinger aan de pols kunt houden en indien gewenst verder kunt helpen.

Wat als een werknemer niet wil praten?

Soms merkt u dat een werknemer privéproblemen heeft, maar wil hij daar niet over praten. In dit geval kunt u zeggen, dat het prima is als hij er niet over wil praten, maar dat het probleem geen invloed mag hebben op het werk of de werksfeer. Heeft het toch invloed, dan kunt u de werknemer er alsnog op attenderen dat er nodig gesproken moet worden.

Bron: Businesscompleet.nl

 

 

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
glas, water

Droge mond?

Droge mond?

Een chronisch droge mond kan ernstige gevolgen hebben voor de mondgezondheid en de kwaliteit van leven. Wat zijn de oorzaken en wat kun je er aan doen? Het is de verantwoordelijkheid van de tandarts en mondhygiënist om tijdig, liefst voordat de mondgezondheid verslechtert, te diagnosticeren dat er onvoldoende speeksel is. Bij medicatie, stress, systeemziekten, zoals de auto-immuunziekten en het syndoorm van Sjörgen en na hoofd-halsbestraling kan er te weinig speeksel zijn. Speekselonderzoek maakt adequaat reageren met aanvullende preventieve maatregelen mogelijk om zo cariës, erosie of ontstekingen te voorkomen.

Oorzaken van hyposalivatie

Geneesmiddelen

Bètablokkers, plaspillen, pijnstillers, kalmerende middelen, antidepressiva, en tranquillizers.

Systemische ziekten

Syndroom van Sjögren, lupus erythematosus, reumatoïde artritis, type 1 diabetes, multiple sclerose,sarcoïdose, Raynaud-fenomeen en cystische fibrose.

Hoofd-halsbestraling

Vaak ook mucositis

Overig

Speekselklieraandoeningen, smaakstoornissen, stress, dragen van een gebitsprothese, verminderde kauwfunctie, hormonale veranderingen zoals tijdens de menopauze, (herhaalde) behandeling met radioactief jodium, allergie voor metalen, nieraandoeningen, HIV, hepatitis C en graft versus host disease.

Symptomen droge mond

Droge mond of keel, vieze smaak, slechte adem en dorst. Soms ook moeite met spreken, kauwen en slikken, slijmaccumulatie en een brandend gevoel in de mond. Soms blijven voedselresten zichtbaar aan gebit en mucosa plakken. Vaak is ondanks frequent tandenpoetsen toch plaque aanwezig. Cariësactiviteit: onverwacht veel cariëslaesies, soms op ongewone locaties. Gevoelige tandhalzen, tanderosie. Soms ook problemen met het dragen van een gebitsprothese. Mondhoek-raghaden, een droge gladde tong of een droge tong met groeven, droge slijmvliezen en Candida-infectie.

Advies bij droge mond?

Voor speekselonderzoek en individueel advies kunt u de patiënt verwijzen naar het Nederlands speekselcentrum. Als professional kunt u er terecht voor advies en kennis. Als de speekselklieren nog speeksel kunnen uitscheiden kan de speekselsecretie mechanisch worden gestimuleerd door te kauwen op o.a. suikervrije kauwgom en chemisch met een smaak zoals zuur, zoet of menthol.
Als de hoeveelheid speeksel niet meer te stimuleren is, kunnen speekselsubstituten verlichting bieden.

Bronnen en meer informatie
Advies Droge Mond Ivoren Kruis
Nederlands speekselcentrum
Patiëntenfolder Droge mond van het Ivoren Kruis
http://xerostomia.researchtoday.net/

 

 


Download brochure Advies_Droge_mond_2007.pdf
Download brochure 1_Droge_mond1.pdf
Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
flossen

Floss, stokers of ragers?

Wanneer adviseer je welk interdentaal hulpmiddel? Waar baseer je die keuze op en hoe effectief zijn die hulpmiddelen eigenlijk?

Is deze keuze wetenschappelijk te onderbouwen?
In het kader van evidence based handelen verscheen onlangs in het International Journal of Dental Hygiene een aantal systematische reviews over interdentale reiniging. De belangrijkste conclusies:

Floss: Een significant toegevoegde waarde van floss op plaque en gingivitis blijkt niet te zijn aangetoond. Een routineinstructie voor floss wordt door de wetenschap niet bekrachtigd (Berchier et al. 2008). Hoge kwaliteit (professioneel) flossen bleek wél een significant effect op cariës te hebben.(Hujoul et al. 2006)

Stokers: Van stokers is geen aantoonbaar effect op interdentale plaque en de Gingival Index aan te wijzen. Wel zal de interdentale bloedingsneiging van de gingiva, als gevolg van het gebruik van stokers, verminderen (Hoenderdos et al. 2008)

Ragers: Ragers hebben een significant effect op interdentale plaque en laten een reductie van de pocketdiepte zien. Het gebruik van de rager heeft echter geen significant effect op de bloedingsneiging en de gingivitisindex (Slot et al. 2008)

Wat betekent dit voor de praktijk?
Elke mond en elke patiënt is anders. Het beste “evidence based” advies wordt bepaald door wetenschappelijk bewijs maar ook door factoren als klinische ervaring, de individuele mogelijkheden en wensen van de patiënt en de beschikbare interdentale hulpmiddelen.

NVM congres: “Evidence based Mondhygiëne”
Tijdens het voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten op 17 april a.s. met als thema “Evidence based Mondhygiëne” worden de uitkomsten van deze en andere systematische reviews gepresenteerd.

Referenties:
CE. Berchier, DE Slot, S Haps, GA Van der Weijden. The efficacy of dental floss in addition to a toothbrush on plaque and parameters of gingival inflammation: a systematic review. Int. J. Dent Hygiene 6, 2008
Hujoel PP, Cunha-Cruz J, Banting DW, Loesche WJ. Dental flossing and interproximal caries: a systematic review. J Dent Res 2006; 85: 298-305
NL Hoenderdos, DE Slot, S Paraskevas, GA Van der Weijden. The efficacy of woodsticks on plaque and gingival inflammation: a systematic review. Int J Dent Hygiene 6, 2008
DE Slot, CE Dörfer, GA Van der Weijden. The efficacy of interdental brushes on plaque and parameters of periodontal inflammation: a  systematic review. Int J Dent Hygiene 6, 2008

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
Kindergebit

Mondzorg bij het kind

Wie kent ze niet, kinderen die ogenschijnlijk niets mankeren maar die eenmaal in een behandelsetting toch een medische aandoening blijken te hebben die invloed heeft op de tandheelkundige behandeling.

Symposium “Mondzorg bij het kind”
Tijdens het symposium “Mondzorg bij het kind” dat onlangs door SCEM werd georganiseerd voor tandartsen, mondhygiënisten en preventieassistenten, maar ook voor kinder- en JGZ-artsen, passeerden aan de hand van herkenbare casuïstiek een aantal veel voorkomende aandoeningen bij (jonge) kinderen de revue.
Van het kind met astma, het overgevoelige kind, het kind met een aangeboren tandheelkundige handicap en het kind met kanker, werden op interactieve wijze steeds eerst de algemeen medische aspecten belicht door kinderarts mevrouw drs. J.G.M. Rijntjes en vervolgens de kindertandheelkundige door tandarts-pedodontoloog dr. G. Stel. De nadruk lag hierbij op de vraag hoe voorkomen kan worden dat de aandoening verslechtert.

Tijdens het ochtendprogramma gaf dagvoorzitter R.J.M. Knevel, mondhygiënist B health, volop ruimte voor vragen en interactieve discussie. In de workshops van het middagprogramma werden de aanwezigen nader geïnformeerd over middelen en materialen die van belang kunnen zijn bij de behandeling van kinderen met een rugzakje. Zo kwamen lokale anesthesie, de toepassing van een adrenaline auto-injector, cariëspreventieve maatregelen en de droge mond aan de orde.

Beknopte samenvatting van de behandelde casus:

Het benauwde kind – het kind met COPD klachten/astma
Bij het kind met astma is het belangrijk stress, één van de oorzaken van een astma-aanval, te beperken door een goede uitleg van de behandeling. Ook het laten innemen en bij zich hebben van de medicatie (verstuiver: bijvoorbeeld salbutamol) is belangrijk. Het gebruik van vernevelende luchtwegverwijdende inhalatiemedicatie kan leiden tot een verminderde speekselvloed. Ook worden daarbij lagere concentraties eiwitten waargenomen. Het aantal potentieel pathogene micro-organismen – met name S. Mutans – zou daarbij ook verhoogd kunnen zijn.
De vaak gebruikte ontstekingsremmers (inhalatie steroïden) zouden verantwoordelijk kunnen zijn voor een daling van de pH met aantasting van de harde tandweefsels als gevolg. Welke rol de speekselvloed- en samenstelling daarbij heeft wordt nog volop onderzocht. Wel kan bij kinderen die inhalatiemedicatie gebruiken en die een niet met het medicatiegebruik en de mondhygiëne samenhangend cariësbeeld vertonen een speekseltest worden uitgevoerd. Als een verhoogd cariësrisico blijkt is preventie belangrijk, zie voor meer informatie de adviezen van het Adviescollege Preventie Tand- en Mondziekten van het Ivoren Kruis.
Het Advies Fluoride is momenteel in bewerking. Kijk op de websitye van het Ivoren Kruis (www.ivorenkruis.nl) voor de laatste stand van zaken.
Het innemen van een pijnstiller (doorgaans Paracetamol) een uur voor de behandeling kan het effect van de lokale anesthesie versterken en een gunstig effect hebben op de wondgenezing. Een goed overzicht van geschikte orale analgetica biedt het Farmacotherapeutisch Kompas (www.fkcvz.nl)
Het gebruik van adrenalinehoudende anesthesievloeistof kan in zeldzame gevallen een allergische reactie uitlokken. Bij twijfel over de ernst van de astma of de mate van overgevoeligheid is het raadzaam de behandelend (kinder)arts te raadplegen.

Het gevoelige kind – het kind met een atopische constitutie
Latexallergie komt niet veel voor. Bij kinderen < 5 jaar is nog nooit een latexallergie beschreven. Patiënten met een latexallergie behandelen kan alleen wanneer de nodige voorzorgsmaatregelen worden genomen. Deze zijn afhankelijk van het specifieke type allergie en de ernst van de reactie. De werkruimte en de handschoenen van de operateur moeten latexvrij zijn (vynil of nitrile). Eventueel is verwijzing naar een gespecialiseerd centrum wenselijk. Als behandeling in de eigen praktijk plaatsvindt is het raadzaam een EpiPen® of Anapen® paraat te hebben. Dit is een auto-injecterende “pen” die bij een voorkomende anafylactische reactie de verschijnselen van bloeddrukdaling bij een allergische reactie snel kan behandelen.

Het kind met een aangeboren tandheelkundige handicap – schisis
Kinderen met een schisis hebben een verhoogde kans op cariës. Het voorkómen van cariës door een goede mondverzorging is dus een belangrijk onderdeel van de preventieve behandeling van een kindje met schisis. Een goede mondreiniging en het gebruik van fluoridehoudende tandpasta is essentieel.
Als het niet goed mogelijk is het fluoride basis-advies (Advies Fluoride) te volgen kunnen aanvullende maatregelen nodig zijn zoals fluoridelakken of -vernissen (bijvoorbeeld Duraphat® van Colgate) of chloorhexidinegels of -vernissen.
De middelen waarin chloorhexidine is verwerkt hebben voor kinderen een minder aantrekkelijke smaak en zijn minder eenvoudig aan te brengen dan fluoridelakken of – vernissen. Fluoride zal daarom eerder middel van eerste voorkeur zijn.

Klik hier voor meer informatie over schisis en mondverzorging: www.schisis.nl en www.umcutrecht.nl/subsite/Schisis

Het kind met een oncologische aandoening
Leukemie, verzamelnaam voor verschillende soorten beenmergkanker wordt in Nederland in zeven kinderkankercentra behandeld.  Acute leukemie komt vooral voor bij kinderen en jonge volwassenen. Leukemie wordt behandeld met cytostatica, bestraling van het hoofd-halsgebied soms gecombineerd met stamceltransplantatie. Afhankelijk van de leeftijd van het kind kunnen meer of minder uitgesproken effecten op de mondweefsels optreden. Bestraling in het hoofd-halsgebied kan effect hebben op de werking van de in het bestralingsgebied gelegen speekselklieren maar ook de zich ontwikkelende gebitselementen in hun groei remmen. Soms is door behandeling op erg jeugdige leeftijd de gebitsontwikkeling zo verstoord dat multidisciplinaire behandeling in een gespecialiseerd centrum moet plaatsvinden.
Preventie van tandheelkundige problemen is tijdens de behandeling van acute leukemie van groot belang. Mondhygiëne en behandeling van de effecten van een eventuele droge mond staan centraal. Naast de verminderde speekselvloed en het effect daarvan op het ontstaan van cariës kan mucositis optreden. Om slijmvliesproblemen te voorkomen is tenminste 4 keer per dag spoelen met een 0,9% NaCL oplossing aan te raden. Richtlijnen voor tandheelkundige professionals zijn onder meer te vinden op www.oncoline.nl; de landelijke richtlijn met betrekking tot de preventie van orale mucositis (evidence based) is eveneens via deze website te vinden.
De behandeling van effecten van een verminderde speekselvloed is mede afhankelijk van de oorzaak van de droge mond. Over de verschillende oorzaken en de behandelmogelijkheden is recent het Advies Droge Mond uitgebracht door het Ivoren Kruis. Het speekselcentrum biedt nuttige informatie voor professionals én patiënten over oorzaken en behandelingen van droge mond

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Slechte adem

Slechte adem

Een frisse adem. Dat wil iedereen. De meeste mensen met een slechte adem, ook wel halitose genoemd, merken het zelf niet. In de folder is te lezen dat halitose geen zeldzaam verschijnsel is en niet vanzelf voorbij gaat. Hoe het probleem kan worden verholpen wordt bovendien helder toegelicht.

Bestellen bij Ivoren Kruis

Lees meer over: Halitose (slechte adem), Patiëntenfolders volwassenen, Thema A-Z
Angst

Tandartsangst meest voorkomende fobie

De fobie voor tandheelkundige behandelingen is de meest voorkomende fobie in Nederland blijkt uit recent onderzoek.

Angst en fobie
Veel angsten zijn functioneel en beschermen de mens tegen gevaar. Als een in feite ongevaarlijke situatie of object wordt vermeden, en het dagelijks leven hierdoor negatief wordt beïnvloed, gaat het om een zogeheten specifieke fobie. Hier kampt ongeveer 12% van de Nederlandse bevolking mee. Daarmee is het een van de meest voorkomende psychiatrische stoornissen. De fobie voor de tandheelkundige behandeling komt het meest voor (3.7%), gevolgd door een fobie voor hoogten (3.1%) en spinnen (2.7%).

Onderzoek
Eerder onderzoek naar angsten en fobieën dateert uit de jaren zeventig en tachtig en is afkomstig uit de Verenigde Staten. Er was echter weinig bekend over de verschillende soorten angsten en fobieën in Nederland. Door het ACTA is hier voor het eerst onderzoek naar gedaan.

Tandartsangst moeilijk te vermijden
Het onderzoek toont ook aan dat angst voor de tandheelkundige behandeling door Nederlanders als de meest ernstige angst wordt ervaren. Dat tandartsangst als de meest ernstige angst naar voren komt – en een fobie voor de tandheelkundige behandeling zo vaak voorkomt – wordt waarschijnlijk verklaard door het feit dat het de angst is die het meest moeilijk is om te vermijden. Angst voor de tandheelkundige behandeling leidt namelijk vaak automatisch tot een spiraal van vermijding, tandbederf, pijn, schaamte en een verdere toename van angst.

Publicatie
Voor het ACTA-onderzoek zijn ongeveer tweeduizend mensen in Nederland (18-93 jaar) ondervraagd. De bevindingen worden in het aprilnummer van het wetenschappelijk tijdschrift European Journal of Oral Sciences gepubliceerd.
Publicatiegegevens:
F.M.D. Oosterink-Wubbe, A. de Jongh, J. Hoogstraten: Prevalence of dental fear and phobia relative to other fear and phobia subtypes. European Journal of Oral Sciences, 31 maart 2009.

Bron: UvA Persvoorlichting
Foto: RTL

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
Roken

Jonge rokers snel verslaafd

Jonge beginnende rokers raken sneller verslaafd aan sigaretten dan lang werd aangenomen. Onder jonge rokers bepaalt de mate van verslaving daarnaast ook het sterkst de kans van slagen van de stoppoging. Dit en meer concludeert Marloes Kleinjan van het Erasmus MC in haar proefschrift.

Sporadisch roken meer effect dan gedacht
Kleinjan onderzocht het rook- en stopgedrag onder jongeren van 13 tot 17 jaar. Uit het onderzoek blijkt dat jonge beginnende rokers al snel verslaafd kunnen raken aan sigaretten. Sporadisch roken door jongeren heeft dus meer effect heeft dan lang gedacht werd: het is niet alleen onschuldig experimenteren. Vanwege de verslavende werking, de zeer schadelijke gezondheidsgevolgen van roken en omdat stoppen met roken steeds moeilijker wordt naarmate men langer rookt, is het belangrijk dat jongeren zo vroeg mogelijk stoppen met roken.

Mate van verslaving
Volgens Kleinjan is er tot nu toe nauwelijks onderzoek gedaan naar stoppen met roken onder jongeren. Er is dan ook weinig bekend over welke jongeren stoppen en waarom ze stoppen. Het blijkt dat of jongeren succesvol stoppen met roken het sterkst bepaald wordt door hoe verslaafd ze zijn en bijvoorbeeld niet door hoe gemotiveerd ze zijn om te stoppen. Verder blijkt ook dat jongeren met rokende ouders en rokende vrienden minder kans hebben om te stoppen met roken.

Campagne
Dat jongeren die veel bloot staan aan rokers in hun omgeving eerder beginnen met roken was al bekend, maar uit het onderzoek blijkt dat deze jongeren ook verslaafder zijn, minder graag willen stoppen en ook moeilijker kunnen stoppen met roken. Kleinjan: “Ouders kunnen een belangrijke rol spelen bij het voorkomen dat hun kinderen beginnen met roken, of bij het stoppen met roken. Om die rol te benadrukken gaat begin maart een campagne van start.”

Bron: Erasmus MC

Lees meer over: Actueel, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Handen drogen met hete lucht ongezond

Heteluchtdrogers kunnen zorgen voor een sterke toename van het aantal bacteriën op de handen. Ook neemt het aantal bacteriën de ruimtes waarin ze zijn geïnstalleerd toe. Hierdoor lopen gebruikers een verhoogd risico op ziekten. Wetenschappers van de University of Westminster maakten deze resultaten online bekend.
Na het wassen en drogen met een heteluchtdroger is het aantal bacteriën op de handpalmen met 230 procent toegenomen. Een papieren wegwerphanddoek blijkt veel hygiënischer. Na het wassen en drogen hiermee is het aantal bacteriën op de handpalmen verminderd met 78 procent.
Ook andere personen in de ruimte kunnen besmet worden met bacteriën door de blazers. De extra sterke hogesnelheidsdroger kan andere gebruikers op een afstand van 2 meter besmetten met micro-organismen. Papieren doekjes besmetten anderen niet. De onderzoekers suggereren dan ook papieren handdoeken te gebruiken in ruimtes waar hygiëne erg belangrijk is. Zoals in ziekenhuizen, verzorgingstehuizen, kinderdagverblijven en ruimtes waar voedsel wordt bereid.

Bron: gezondheidsnet
Door: redactie dentalINFO

 

Lees meer over: Praktijkhygiëne, Thema A-Z