Minister Bruins laat taakherschikking mondzorg doorgaan

Minister Bruins laat taakherschikking mondzorg doorgaan

Minister Bruno Bruins van Medische Zorg en Sport wil dat mondhygiënisten die de huidige 4-jarige opleiding Mondzorgkunde hebben gevolgd, zelfstandig verdoven, röntgenfoto’s maken en eerste gaatjes (primaire caviteiten) boren, zonder toezicht of opdracht van een tandarts. Dit staat in zijn brief aan de Tweede Kamer.

Experiment vanaf 1 januari 2020

Bruins kiest voor een experiment dat vanaf 2020 van start moet gaan. Hij gaat om een experiment voor maximaal vijf jaar. Tijdens het experiment wordt onderzocht of deze taakherschikking inderdaad leidt tot betere inzet van de capaciteit van mondhygiënisten en tandartsen binnen hun vakgebied. Dit meldt het persbericht van het ministerie van VWS.

Minister Bruno Bruins zegt in dit bericht: “Sinds 2002 is het boren van eerste gaatjes als laatste van de drie handelingen toegevoegd aan de opleiding Mondzorgkunde. Ik vind het logisch om mensen in te zetten waarvoor ze zijn opgeleid. Nu mag dat al in opdracht van een tandarts maar dat komt nog te weinig van de grond. Dat is zonde want we hebben iedereen nodig die is opgeleid binnen de mondzorg, van mondhygiënist tot tandarts”.

Volgens de minister worden met dit besluit “zorgverleners ingezet waarvoor ze zijn opgeleid. Mondhygiënisten voor hun kennis van preventieve mondzorg en tandartsen krijgen zo meer ruimte voor zorg waar een academische opleiding voor nodig is: de meer complexe mondzorg.”

Alleen voor mondhygiënisten met huidige 4-jarige opleiding Mondzorgkunde

De taakherschikking zal alleen voor mondhygiënisten gelden die voldoen aan de eindtermen van de huidige 4-jarige opleiding Mondzorgkunde, aldus de minister in de Kamerbrief. “Deze mondhygiënisten kunnen, wanneer zij dat willen, zich voor de duur van het experiment registreren in een tijdelijk register. Om aan patiënten duidelijk te maken met welk type mondhygiënist zij van doen hebben, de zelfstandig bevoegde of de functioneel zelfstandig bevoegde mondhygiënist, zal de in het tijdelijk register opgenomen mondhygiënist de bevoegdheid krijgen de titel te voeren van ‘geregistreerd mondhygiënist’, schrijft minister Bruins.

De mogelijkheid om in opdracht van een tandarts deze behandelingen te verrichten blijft ook bestaan. De opdrachtgever is dan eindverantwoordelijk en tuchtrechtelijk aanspreekbaar op de kwaliteit van de zorg.

Tweede en Eerste Kamer

Minister Bruins zal op korte termijn de algemene maatregel van bestuur voorstellen bij de Tweede en Eerste Kamer.

Reacties beroepsorganisaties

KNMT

Het besluit van minister Bruins voor Medische Zorg om te experimenteren met mondhygiënisten die buiten de tandarts om gaan boren is “buitengewoon onverstandig en schadelijk voor de zorg aan de patiënt”, zegt Wolter Brands, voorzitter van de KNMT.

“Het besluit is volstrekt onbegrijpelijk. Het is niet onderbouwd, patiënten willen het niet, mondhygiënisten kunnen het niet en de zorg wordt er bovendien duurder van. Bovendien leidt het besluit tot nog meer verwarring over wie er wat doet in de mondzorg. Immers alleen de 4-jarig opgeleide mondhygiënist mag zich nog mondhygiënist noemen. Zo weet de patiënt helemaal niet meer waar hij aan toe is.” De KNMT beraadt zich op de consequenties van de beslissing van de minister.

ANT

De ANT vindt het voornemen van de minister “ondoordacht, onbezonnen en onfatsoenlijk”.

ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes: “VWS sluit de ogen voor de echte problemen in de mondzorg: het door henzelf gecreëerde tekort aan tandartsen. Resultaat is een experiment waar geen patiënt in Nederland op zit te wachten: de borende mondhygiënist, die hiervoor niet is opgeleid en volledige afhankelijkheid van in buitenland opgeleide tandartsen. Kortom met een pleister op een botbreuk probeert VWS falend beleid op te lossen. In het belang van alle tandartsen en hun patiënten zal de ANT zich met alle mogelijke middelen blijven verzetten tegen taakherschikking.”

NVM-mondhygiënisten

NVM-mondhygiënisten is blij met de beweging van het ministerie van VWS maar vindt de maatregel nog niet ver genoeg.

“Door alleen de 4-jarig opgeleide mondhygiënist bevoegdheid te geven wordt een grote groep bekwame en goed opgeleide mondhygiënisten niet ingezet om de nodige capaciteit te leveren die de mondzorg nodig heeft. Dat kan niet de bedoeling zijn”, zegt de NVM. “Deze arbitraire verdeling van de beroepsgroep is niet alleen ongegrond, op basis van de bekwaamheid van 2 en 3-jarige opgeleide en bijgeschoolde mondhygiënisten, maar staat juist het einddoel – het op gang brengen van de taakherschikking in de mondzorg – in de weg. NVM-mondhygiënisten zal zich de komende tijd beraden op de te bewandelen weg om ervoor te zorgen dat alle bekwame mondhygiënisten in aanmerking komen om de noodzakelijke plek die ze hebben in de mondzorg ook volledig te kunnen uitvoeren. Hierover zal vrijdag 26 januari rechtstreeks met minister Bruins worden gesproken en zal de visie gedeeld worden met de politiek in aanloop naar het debat wat donderdag 1 februari in de Tweede Kamer met deze minister gevoerd zal worden.”

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z