Onduidelijkheid HKZ-certificatie tandprothetische praktijken

Diverse tandprothetische praktijken hebben het HKZ-logo op hun website geplaatst, zonder dat zij HKZ-gecertificeerd waren. In enkele gevallen bleken de praktijken in de veronderstelling dat zij dit certificaat wel hadden, meldt de NEN.

Volgens de NEN is dit ‘een vervelende situatie omdat de praktijk tijd en geld geïnvesteerd had in het behalen van het HKZ-Keurmerk en dit vervolgens niet bleek te hebben.’ Er blijkt onduidelijkheid te zijn over HKZ-certificaten en het HKZ-keurmerk.

In 2001 zijn de eisen voor kwaliteit vastgelegd in het HKZ-certificatieschema voor tandprothetische praktijken. Dit schema is nu niet meer geldig omdat de normen niet meer gebaseerd zijn op de huidige situatie en ontwikkelingen in de branche.

Tandprothetische praktijken die een HKZ-certificaat hebben op basis van dit oude certificatieschema, verliezen hun certificaat per einddatum van het certificaat. Praktijken die na 1 juli 2013 gecertificeerd zijn, verliezen hun certificaat op 1 juli 2016.

Bron:
NEN

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Hokwerda Award voor duurzaamheid in de mondzorg

De Stichting Hokwerd Award vraagt studenten tandheelkunde en mondzorgkunde om hun beste idee over het vergroten van de duurzaamheid in de tandheelkunde in te zenden. Wat is de opzet van de Hokwerda Award en hoe doe je mee?

Opzet Hokwerda Award
De Stichting Hokwerda Award heeft in oktober 2007 de Hokwerda Award in het leven geroepen. Dit is een prijs die oorspronkelijk één keer per 2 jaar werd uitgereikt aan een persoon, instelling of organisatie die zich verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van het verbeteren van de beroepsuitoefening en de werkomstandigheden in de mondzorg. Dit vergt kennis van de toepassing van de ergonomie in relatie met de praktische beroepsuitoefening. Deze aanpak bleek niet goed uit de verf te komen en daarom is de focus van de Hokwerda Award nu vooral gericht op het thema duurzaamheid. Ten einde recht te doen aan het uiteindelijke doel van de tandheelkundige ergonomie: het op gezonde wijze voor patiënt en behandelteam uitoefenen van de tandheelkunde. Maar thans vooral gericht op een duurzaam resultaat. De prijs wordt thans eens per jaar uitgereikt aan een student tandheelkunde of mondzorgkunde die een creatief idee heeft ontwikkeld voor een duurzame aanpak van een aspect van de beroepsuitoefening in de mondzorg.

Waarom studenten?
Studenten zijn enthousiast en nieuwsgierig bezig zich kennis en vaardigheden voor de mondzorg eigen te maken. Tijdens de opleiding worden zij gestimuleerd om kritisch na te denken over het beroepsmatig handelen en zij leren zich voortdurend nieuwe handelwijzen eigen te maken. Vaak komt daarbij de vraag naar voren: waarom zo en niet anders? Zo leren zij na te denken over de vele aspecten van de beroepsuitoefening en komen ook ideeën over een andere en mogelijk betere aanpak naar voren. Daarom zijn studenten nu de doelgroep voor de nieuwe opzet van de Hokwerda Award gericht op duurzaamheid. Hen wordt gevraagd een goed idee met betrekking tot het vergroten van duurzaamheid in de tandheelkunde in te zenden.

Wat is duurzaamheid?
De termen duurzaamheid en duurzaam zijn oorspronkelijk ontleend aan de benadering van het milieu. Het ging hierbij om het handhaven van een natuurlijk evenwicht zonder beschadiging en verspilling, zodat de natuurlijke structuren en processen niet worden aangetast. Later is het begrip duurzaamheid betrokken op alle activiteiten van de mens gericht op het op lange termijn en zonder verspilling gebruiken van grondstoffen, hulpbronnen en herwinbare bronnen. Met daarbij het voorkomen van schade aan natuur en gezondheid. Op deze wijze moet een ideaal evenwicht ontstaan tussen economische, sociale en ecologische belangen.

Ook in de tandheelkunde wordt het begrip duurzaam steeds meer gehanteerd. In de VS is dit reeds langer gaande. Hiervoor richt men zich op gedurende lange(re) termijn gunstig verlopende werkprocessen, zowel effectief als efficiënt en op zo duurzaam mogelijke gezondheidsresultaten. Zonder verspilling en met voorkoming van schade aan gezondheid en natuur. Dit heeft betrekking op alle aspecten van het behandelproces, zoals de werkwijze, de organisatie, het samenwerken, het invoeren van een nieuwe aanpak etc. En op het hieruit voortkomende product in de vorm van een preventieve aanpak, een behandelresultaat, het bewerkstelligen van een gezonde mond en tevredenheid van de patiënt.

Vier domeinen voor het uitwerken van duurzaamheid.
Voor het concreet hanteren van het begrip duurzaamheid in de tandheelkunde zijn 4 domeinen beschreven die van belang zijn voor het hanteren van het begrip duurzaamheid in de mondzorg.

  1. Kwaliteit. Het er voor zorgen dat alle handelingen van het behandelteam, die bijdragen aan de kwaliteit van de verleende mondzorg, de juiste aandacht krijgen.
  2. Veiligheid. Het veilig omgaan met materialen, röntgenstraling, infectierisico’s en arbeidsomstandigheden, zodat geen gezondheidsschade kan ontstaan.
  3. Een gezonde werkwijze. Een aanpak van werken gericht op het in stand houden van gezondheid van zowel patiënt als behandelteam
  4. Ergonomie. Het hanteren van het brede gebied van plannen, organiseren en uitvoeren van activiteiten om de eigenlijke patiëntenbehandeling mogelijk te maken. En dit op een effectieve , efficiënte en gezonde wijze te doen. Het omvat dus het systeem van het omgaan met het geheel van werkzaamheden rondom de patiëntenbehandeling.

Het is de opzet van de prijsvraag het begrip voor een duurzame aanpak in de mondzorgpraktijk te vergroten.

Criteria voor inzending van een idee
De inzending van een idee voor de prijsvraag moet aan een aantal criteria voldoen.

  • De uitwerking van een idee moet minimaal betrekking hebben op één van de vier genoemde domeinen (kwaliteit, veiligheid, gezonde werkwijze en ergonomie) en beschreven zijn op 1,5 x A4
  • De criteria waaraan voldaan moet worden hebben betrekking op:
    – Een heldere en duidelijke omschrijving van het probleem
    – Het doel van het vergroten van de duurzaamheid
    – De wijze van realisatie
    – De praktische toepasbaarheid
    – Het wel overwogen uitwerken van het idee
    – Het toevoegen van literatuur c.q. documentatie

Wijze van beoordeling
De inzendingen worden beoordeeld door de hiervoor ingestelde adviescommissie die eerst vaststelt of de inzendingen voldoen aan de gestelde criteria en daarna welke inzendingen in aanmerking komen voor uitreiking van de prijzen: een eerste prijs en de Hokwerda Award; en de tweede en derde prijs. Dit voorstel wordt voorgelegd aan het bestuur van de Stichting Hokwerda Award dat een definitief besluit neemt over de prijsuitreiking. Deze zal in 2014 plaats vinden tijdens het NMT Studentencongres op 3 oktober.

Vervolg
Het idee dat leidt tot uitreiking van de Hokwerda Award zal worden voorgelegd aan het ‘veld’ met de vraag het idee verder uit te werken in een praktisch en toepasbaar product. De winnaar van de prijs in 2013 werd Niels Zwartkruis omdat zijn DentApp idee als beste naar voren kwam. Hij had goed aangegeven hoe zijn voorstel verder uitgewerkt kan worden. Het idee is niet geheel nieuw maar een voorbeeld van verder gaan waar een huidige applicatie stopt. Er is overleg gaande over verdere ontwikkeling hiervan. Met het idee van Niels Zwartkruis wordt ingespeeld op de individuele zorgbehoefte van een patiënt met een hulpmiddel dat hij/zij gemiddeld eens in de 3-6 minuten hanteert.

Studenten, stuur je idee in
De Stichting Hokwerd Award vraagt studenten tandheelkunde en mondzorgkunde om hun beste idee over het vergroten van de duurzaamheid in de tandheelkunde in te zenden.

Door:
Stichting Hokwerda Award

Lees meer over: Duurzaamheid, Kennis, Kwaliteit, Ondernemen

Het kwaliteitsjaarverslag: wat en voor wie

Het kwaliteitsjaarverslag is wettelijk verplicht, maar niet voor elke praktijk. Moet uw praktijk een kwaliteitsjaarverslag opstellen? En wat moet daar in staan? Een verslag van de ANT-workshop ‘Het kwaliteitsjaarverslag’.

Een verslag van dental INFO over de ANT-workshop ‘Het kwaliteitsjaarverslag’ door drs. Lisette Sloots.

Moet uw praktijk een kwaliteitsjaarverslag hebben?
Volgens de Kwaliteitswet Zorginstellingen moet u een kwaliteitsjaarverslag maken als u praktijk een ‘zorginstelling’ is. Een zorginstelling heeft twee of meer nevengeschikte zorgverleners. Als in uw praktijk twee tandartsen werken, bent u dus wettelijk verplicht om een kwaliteitsjaarverslag te schrijven. Ook als één van de twee tandartsen bijvoorbeeld als zzp’er voor drie dagen in de praktijk werkt.

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) hanteert een strengere definitie. Volgens de IGZ is een solist ook een zorginstelling als deze samenwerkt met een assistent die meer doet dan assisteren aan de stoel. Het ANT raadt aan om de definitie van de IGZ aan te houden.

Levert u geen kwaliteitsjaarverslag aan? Dan kan de IGZ u een boete opleggen van maximaal €33.500. In de praktijk krijgt u echter eerste de kans om alsnog een kwaliteitsjaarverslag aan te leveren.

Wat moet er in het kwaliteitsjaarverslag staan?
Er zijn wettelijk eisen aan de inhoud van het kwaliteitsjaarverslag. U beschrijft:

  • Praktijkgegevens: bijvoorbeeld juridische vorm, praktijkgeschiedenis;
  • Betrokkenheid van patiënten bij het kwaliteitsbeleid;
  • De kwaliteitsbeoordeling en resultaten daarvan;
  • Klachten en incidenten en reactie daarop;
  • Voornemens voor kwaliteitsbeleid.

In het algemeen beschrijft u hoe in uw praktijk zorgkwaliteit gewaarborgd wordt, in hoeverre uw kwaliteitsdoelstellingen gerealiseerd zijn en welke verbeterpunten er zijn. Daarnaast neemt u informatie op over:

  • Achtergrond van de praktijk
  • Organisatie van de praktijk
  • Patiëntenpopulatie
  • Missie
  • Visie
  • Doelstellingen komend jaar

Wanneer en waar dient u het kwaliteitsjaarverslag in?
U levert het kwaliteitsjaarverslag in voor 1 juni van het volgende jaar bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg en het patiëntenplatform (bijvoorbeeld Zorgbelang Nederland).

Drs. Lisette Sloots is communicatiemanager bij de ANT. Daarnaast is zij zelfstandig projectmanager en heeft veel ervaring met het verbeteren van bedrijfsprocessen binnen organisaties.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kwaliteit, Ondernemen, Wet- en regelgeving, ZZP-er
Checklist patiëntendossier

Checklist patiëntendossier

Voor veel praktijken ligt er een grote uitdaging om minimaal te voldoen aan de richtlijn Patiëntendossier. Onderstaand een checklist ter ondersteuning met verplichte en gewenste onderdelen in het patiëntendossier.

De basis voor medisch professioneel handelen wordt gevormd door onderzoek en consensus binnen de beroepsgroep vastgelegd in richtlijnen, praktijkwijzers en protocollen. De richtlijn is dan een weergave van de professionele standaard. Rondom het patiëntendossier ligt er voor veel praktijken een grote uitdaging om minimaal te voldoen aan deze professionele standaard. Onderstaand een checklist ter ondersteuning.

Dossiervoering
De KNMT-richtlijn Patiëntendossier geeft de tandartspraktijk een leidraad voor het inrichten en bijhouden van een patiëntendossier. Een zorgvuldige dossiervorming is van belang in het kader van:

  • Kwaliteit en continuïteit van de zorgverlening
  • Verantwoording en toetsbaarheid

Alle informatie die nodig is voor het verlenen van goede tandheelkundige zorg moet dus worden vastgelegd. Dit is in lijn met het uitgangspunt dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) hanteert bij haar beoordeling: “wat niet is opgenomen in het dossier, is ook niet uitgevoerd”.

Checklist
De NMT-richtlijn maakt onderscheid tussen verplichte onderdelen (die de professionele standaard weergeven) en gewenste onderdelen (voor tandartsen die op het terrein van het patiëntendossier een hogere kwaliteit nastreven).

Enkele verplichte onderdelen:

  • Medische anamnese, bijvoorbeeld de ASA scorelijst
    Bij elk contact wordt de patiënt gevraagd naar eventuele wijzigingen in de anamnese. Maak dit aantoonbaar door hiervan een notitie te maken in het dossier (bijvoorbeeld: medische anamnese geen bijzonderheden).
  • Actueel medicatieoverzicht in de eerste lijn
  • Uitgeschreven recepten
    Geneesmiddelen mogen (in de nabije toekomst) alleen nog elektronisch voorgeschreven worden. Advies is dan ook om meerdere receptenbrieven digitaal aan te maken, zodat deze snel aangepast kunnen worden. Het uitgeschreven recept wordt vervolgens in het digitale dossier van de patiënt opgeslagen.
  • Allergische reactie op toegediende of voorgeschreven medicatie
  • Bevindingen van het uitgevoerde extra- en intraorale (basis-) onderzoek
  • Röntgenologisch onderzoek: tenminste de diagnose en in principe de indicatie en de bevindingen
    Zowel de indicatie tot de röntgenopname (rechtvaardiging) en de uitkomst van de interpretatie van die opname moeten in principe worden vermeld in het patiëntendossier. Bij solo- of bitewing foto’s is het niet altijd noodzakelijk om de bevindingen in het patiëntendossier vast te leggen. Vaak is hier sprake van het maken van een opname in directe samenhang met de behandeling (opsporen pijnklachten, lengtebepalingen). Dat zelfde geldt voor foto’s die met een bepaalde individuele frequentie gemaakt worden bijvoorbeeld ten behoeve van cariësonderzoek. Wanneer sprake is van waarnemingen die bij toeval op de opname zichtbaar zijn, is het vastleggen van bevindingen in het patiëntendossier wel aangewezen.
  • DPSI-score
    Parodontale screening (en het bepalen van de DPSI-score) vindt plaats bij elke periodieke controle.
  • Informed consent (op adequate informatievoorziening gebaseerde toestemming)
    De toestemming van de patiënt voor een behandeling is geketend aan de informatievoorziening hierover. Het is een wettelijke plicht om toestemming te vragen in combinatie met het verstrekken van relevante informatie. Zo zijn informatie en toestemming aan elkaar geketend. De toestemming kan expliciet, impliciet of verondersteld zijn. Bij een impliciete of veronderstelde toestemming dient hiervan een notitie te worden gemaakt in het patiëntendossier.
  • Vastleggen dat toestemming is verleend de behandeling te delegeren
    De patiënt dient toestemming te geven indien een behandeling wordt gedelegeerd. Maak ook hiervan een notitie in het patiëntendossier.
  • Gegevens in het kader van horizontale en verticale verwijzing
    Neem bijvoorbeeld verwijsbrieven en terugrapportages altijd op in het patiëntendossier.
  • Gebruikte anesthesie (bijvoorbeeld Ultracaïne, Septanest of Citanest)
    De tandarts kan ook in een protocol vastleggen welke anesthesie standaard gebruikt wordt. In dat geval hoeven alleen afwijkingen van het protocol in het dossier te worden vermeld.
  • Verklaringen van de patiënt over in het dossier opgenomen stukken
  • Complicaties bij behandelingen, zoals afgebroken vijl of perforatie
  • Onbedoelde effecten van verrichtingen (zoals mislukte verrichtingen)

Gewenste onderdelen:

  • Beoogd zorgdoel / zorgrichting en eventuele aanpassing daarvan met de reden
  • Persoonlijke risico’s (medisch en tandheelkundig, zoals cariësrisico, parodontale risico, slijtagerisico, etc.)
  • De vastgestelde controletermijnen naar aanleiding van de risicoanalyses en het zorgdoel
  • De te verrichten diagnostiek (soort / planning) om schadelijke processen op te sporen en/of te monitoren (bijvoorbeeld intervalfoto’s, interval bloedingsindex, speekseltest)
  • Stand van zaken omtrent het behandelplan

Door:
Sjoerd Kuiken adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van wet- en regelgeving, kwaliteitsystemen en financieel gezonde praktijkvoering.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Ondernemen, Patiëntendossier, Wet- en regelgeving

Wanneer is een keurmerk geaccrediteerd?

Om de buitenwereld te laten zien dat u hard werkt om uw patiënttevredenheid te verbeteren, kunt u een keurmerk voeren. Welke certificerende instellingen zijn er?

Indien u een kwaliteitsmanagementsysteem hebt geïmplementeerd waarmee u voortdurend werkt aan kwaliteitsverbetering, bent u daar trots op. Om de buitenwereld te laten zien dat u hard werkt om uw patiënttevredenheid te verbeteren, kunt u dit doen door het voeren van een keurmerk.

Waarde
Een keurmerk heeft waarde als dit verstrekt wordt door een externe en daarmee objectieve partij, een zogenaamde certificerende instelling. Een keurmerk dat een tandartspraktijk bijvoorbeeld zelf maakt en zichzelf toebedeelt, is als een slager die zijn eigen vlees keurt. Op die manier wordt het vlees natuurlijk altijd goedgekeurd!

Certificerende instelling
Om ware objectiviteit te waarborgen, krijgt een certificerende instelling toestemming om op basis van een bepaald normenschema een externe audit uit te voeren. De toestemming wordt verleend door de stichting Raad voor Accreditatie (RvA). Zo zijn de certificerende instellingen Tüv, Kiwa en Lloyd’s Register geaccrediteerd om te toetsen op basis van de HKZ-normen voor tandartsenpraktijken. Indien één van deze certificerende instellingen de externe audits uitvoeren, mag een tandarts het officiële HKZ-keurmerk voeren, de beschermde en geregistreerde logo’s staan op de website van HKZ.

ISO 9001
De ISO 9001 normen – waaraan u ook voldoet indien u beschikt over het HKZ-certificaat – mogen door een veel groter aantal certificerende instellingen getoetst worden. Dit geldt ook voor de EN 15224, de ISO 9001 normen voor de zorg. Deze normen zijn nog relatief nieuw en daarom zijn er nog geen certificerende instellingen hiervoor geaccrediteerd. Enkele certificerende instellingen hebben echter al wel de vraag ter accreditatie ingediend bij de RvA.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

VGT start portal Stralingsbescherming

De Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche (VGT) start met een portal Stralingsbescherming voor ondersteuning van praktijken bij de implementatie van de nieuwe wetgeving in het kader van het Besluit Stralingsbescherming.

RI&E en beoordeling
Deze portal zal worden uitgebreid met alle aspecten die in de wetswijziging aan de orde komen, inclusief een op maat gemaakte RI&E en een beoordeling hiervan door een wettelijk geregistreerde coördinerend deskundige niveau 2. Op deze wijze kan de VGT iedere individuele praktijk snel en tegen lage kosten op het vereiste wettelijke niveau brengen. Ook krijgen praktijkhouders veel beter toegang tot alle vereiste gegevens en kunnen toekomstige wijzigingen in de praktijksituatie veel sneller en beter worden doorgevoerd.

Fase I
De eerste fase van deze portal (de praktijk-, persoons- en toestelgegevens) is al opgeleverd. Deelnemers aan het huidige VGT KEW-systeem (de bekende gele map) hebben inmiddels vrijwel allemaal hun emailadres kenbaar gemaakt, nodig voor de inlogprocedure in het systeem.

Andere portals
Op termijn zal de VGT meer relevante gegevens in portals gaan onderbrengen en aanbieden. Zo staat voor het tweede kwartaal van 2014 een portal voor producten met gevaarlijke stoffen op stapel, waarin onder meer de gegevens van veiligheidsinformatiebladen omgezet worden in een hanteerbaar register met ook weer een individuele risicobeoordeling per praktijk.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Kwaliteitsjaarverslag vóór 1 juni indienen

Als in een tandartspraktijk 2 of meer tandartsen een patiëntenbestand delen, wordt de praktijk beschouwd als zorginstelling en is deze praktijk verplicht tot het maken van een kwaliteitsjaarverslag.

Het jaarverslag van 2013 dient voor 1 juni 2014 verstuurd te worden naar de Inspectie, het ministerie van het VWS en een regionale patiëntenfederatie. Indien u dit verslag stuurt, vergeet u dan geen ontvangstbevestiging te vragen als bewijs van aanlevering. Indien u reeds de directiebeoordeling of het managementreview heeft verricht, bevat dit ook input (beleidsplannen bijvoorbeeld) voor het kwaliteitsjaarverslag.

Door:
Petra van der Zwan van Invert Innovatie Management

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Advies voor oprichting Kennisinstituut Mondzorg aangeboden

Een zogenoemde kwartiermakersgroep heeft op 10 februari een advies over de oprichting van het Kennisinstituut Mondzorg (KiMo) aangeboden aan de besturen van de wetenschappelijke verenigingen, beroepsorganisaties en opleidingen binnen de mondzorg. Het advies zou moeten leiden tot de oprichting van een onafhankelijke organisatie voor klinische richtlijnen, meldt de website van KiMo.

Begin 2013 zijn twee werkgroepen gestart met het opstellen van een advies voor een structuur, financiering en werkwijze voor een richtlijninstituut voor de mondzorg. In de werkgroepen zaten vertegenwoordigers van de organisaties en opleidingen in de mondzorg, die ook allemaal werkzaam zijn in de praktijk.

In maart zal een besluit worden genomen over de oprichting en de inrichting van het kennisinstituut.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Test uw kennis over wet- en regelgeving in de zorgplicht

De wetten en richtlijnen voor veiligheid, infectiepreventie, arbo en milieu worden regelmatig aangescherpt. Bent u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen?

Als werkgever in de mondzorg heeft u een zorgplicht naar uw personeel, uw patiënten en het milieu. Deze zorgplicht wordt omschreven in diverse wet- en regelgeving.

Deze vragenlijst staat niet meer open

 

 

 

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Scholing

De verschillen tussen ISO 9001 en HKZ

Veel mondzorgprofessionals zien de bomen niet meer door het certificeringsbos. Een korte uitleg van de verschillen.

Als u werkt met een kwaliteitsmanagementsysteem, kunt u dat doen op basis van meerdere soorten normen: normenschema’s. De normenschema’s die voor u als tandartspraktijk relevant en waardevol kunnen zijn, zijn de HKZ en ISO normen.

ISO 9001 normen
De ISO 9001 normen zijn de internationale normen voor kwaliteitsmanagement en zijn zo algemeen dat ze voor veel sectoren bruikbaar zijn. Er zijn ook recentelijk ISO 9001 normen ontwikkeld voor de zorgsector: de EN 15224 normen. Deze zijn voor alle subsectoren in de zorgsector geschikt en ook heel globaal opgesteld.

HKZ normen
De HKZ normen zijn sectorspecifiek. In de HKZ normen zijn zowel de algemene ISO 9001 normen opgenomen als normen die voor de desbetreffende sector belangrijk zijn zoals bepaalde wet- en regelgeving. Zo staan er in de HKZ normen (ook wel het certificatieschema genoemd) voor tandartsenpraktijken normen die bepalen welke informatie een patiënt dient te krijgen bij inschrijving. In de ISO 9001 normen staan deze normen niet, want normen voor het inschrijfproces zijn niet voor iedere bedrijfstak relevant.

Door een uitgebreider normenschema beschikt u na HKZ-certificering over zowel een ISO 9001 certificaat als een HKZ-certificaat en niet andersom. Indien u uw praktijkwerkboek op basis van sectorspecifieke HKZ normen opstelt, voldoet u aan alle eisen die voor u relevant zijn, ook bijvoorbeeld de belangrijke WIP-richtlijnen. Indien u het boek uitbreidt met behandelprotocollen, heeft u een boek dat staat als een huis en waarin alle informatie is opgenomen die voor uw praktijkvoering zo belangrijk is.

Let op, de certificaten dienen wel erkend te zijn door een geaccrediteerde instelling. Er zijn 3 certificerende instellingen die geaccrediteerd zijn om op basis van het normenschema voor tandartsenpraktijken externe audits uit te voeren. Dit zijn Lloyd’s Register, Kiwa en Tüv.


Door:
Petra van der Zwan van Invert Innovatie Management

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

NEN ontwikkelt concept voor normen tandheelkunde

Het NEN (Nederlands Normalisatie-instituut) heeft een concept standaard ontwikkeld met tandheelkundige diagnostische termen en definities. Tot en met 1 maart kunnen mondzorgprofessionals het ontwerp inzien en commentaar hierop geven.
Bekijk de concept standaard

De concept standaard is ontwikkeld om duidelijkheid te krijgen in de diagnostische termen en codes. Hiermee kan wetenschappelijk onderzoek in databases op een zelfde manier worden verwerkt en wordt communicatie met patiënten en andere mondzorgprofessionals vergemakkelijkt.

Bron:
NEN

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

12 tandartspraktijken met HKZ-certificaat

Er zijn nu 12 tandartspraktijken in Nederland die het HKZ-certificaat mogen voeren. Het laatste certificaat is in oktober uitgereikt aan tandartspraktijk Helpman In Groningen.

Samenwerkingsverbanden
Naast het feit dat het aantal HKZ-gecertificeerde tandartsenpraktijken toeneemt, stijgt ook het aantal certificaten Ketenkwaliteit-Multidisciplinaire Eerstelijnssamenwerkingsverbanden. Dit zijn de gezondheidscentra met meerdere zorgverleners die met elkaar samenwerken en dit ook contractueel vastgelegd hebben.

Wie heeft certificaat?
Met het ontwikkelen van het normenschema voor de ketenzorg stimuleert HKZ deze samenwerkingsverbanden waarbij de patiënt centraal staat. Er zijn ook gecertificeerde centra waarbij een tandartspraktijk deel uitmaakt van het samenwerkingsverband. Op de website van HKZ  kunt u zien welke monodisciplinaire tandartsenpraktijken gecertificeerd zijn en tevens de gezondheidscentra waar een tandartsenpraktijk deel uitmaakt van het ketenzorgaanbod.

Door:
Petra van der Zwan van Invert Innovatie Management

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

CVZ wordt Zorginstituut Nederland

Het CVZ wordt vanaf 1 april 2014 Zorginstituut Nederland. Op dinsdag 10 december jl. heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel Wijziging Wet cliëntenrechten zorg. Deze wet formaliseert de situatie waarin een aantal bestaande taken en verantwoordelijkheden op het gebied van goede zorg efficiënter dan nu vorm gegeven kunnen worden. Daarmee wordt het makkelijker om te werken aan een permanente verbetering van de cliëntgerichtheid, kwaliteit, veiligheid en doelmatigheid van zorg. Het voorstel werd op 5 februari 2013 al aangenomen door de Tweede Kamer.

Bundeling van taken
Om zo efficiënt mogelijk te kunnen te werken, worden de taken op het gebied van kwaliteit van zorg gebundeld en ondergebracht in één, onafhankelijk van de minister opererende organisatie: Zorginstituut Nederland. Dit wordt geen extra instituut in de gezondheidszorg. Er is voor gekozen om aan te sluiten bij het CVZ, een bestaand zelfstandig bestuursorgaan dat nu al een groot deel van de beoogde taken van Zorginstituut Nederland uitvoert.

Nieuwe naam, deels nieuwe taken
Zorginstituut Nederland bouwt de twee nieuwe taken van het CVZ verder uit. Het Kwaliteitsinstituut stimuleert de permanente verbetering van kwaliteit van zorg. En Zorginstituut Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen bevordert de vernieuwing en verbetering van beroepen en opleidingen in de zorg.

Daarnaast blijft Zorginstituut Nederland ook de bestaande taken van het CVZ uitvoeren. De advisering over het basispakket van verzekerde zorg vindt voortaan plaats onder de naam Zorginstituut Pakket. De uitvoering van de burgerregelingen in het kader van de Zorgverzekeringswet (voor bijvoorbeeld wanbetalers en onverzekerden) en van de risicoverevening gebeurt voortaan onder de naam Zorginstituut Verzekering.

Met de uitvoering van deze taken levert Zorginstituut Nederland een belangrijk aandeel in het op peil houden van de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de Nederlandse gezondheidszorg. We doen dit onder het motto “Van goede zorg verzekerd”.

Bron:
CVZ

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Ruimte voor oprichting Kwaliteitsinstituut

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Wijziging Wet Cliëntenrechten zorg aangenomen. Hiermee is ruimte gekomen voor oprichting van het Kwaliteitsinstituut. Dit instituut wil patiënten beter informeren over de kwaliteit van de zorg en zorgverzekeraars meer op kwaliteit dan prijs laten inkopen.

Kwaliteitsbibliotheek
Het kwaliteitsinstituut gaat ervoor zorgen dat zorgverleners en zorgverzekeraars samen kwaliteitsstandaarden en meetinstrumenten opstellen, meldt de NMT. Voor standaardisatie van de meetinstrumenten en eenduidig taalgebruik is een kwaliteitsbibliotheek opgericht met richtlijnen en standaarden. Hiermee wil minister Schippers voorkomen dat zorgprofessionals meer administratieve lasten krijgen door oprichting van het Kwaliteitsinstituut.

Kamer Mondzorg
De Kamer Mondzorg van de NMT werkt al aan het gezamenlijk ontwikkelen van richtlijnen en het verbeteren van de kwaliteitsinformatie. Dit project wordt vervolgd met de oprichting van KiMo: een kennisinstituut voor de mondzorg.

Bron:
Eerste Kamer
NMT

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
big-register

Schippers stuurt evaluatie Wet BIG naar de Kamer

De evaluatie van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) is door minister Edith Schippers aan de Tweede Kamer aangeboden. Deze tweede evaluatie van de Wet BIG richt zich op de vraag of de wet nog altijd haar doel bereikt namelijk; het bevorderen en bewaken van de kwaliteit van de beroepsuitoefening en het beschermen van de patiënt tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen in de gezondheidszorg. En het gaat in op de vraag of de wet nog voldoende toekomstbestendig is in de huidige vorm.

In de evaluatie komen de thema’s registratie en titelbescherming, opleidingseisen en deskundigheidsgebieden, voorbehouden handelingen, tuchtrecht en strafrecht aan de orde, en wordt besproken hoe de wet op die onderdelen functioneert en in hoeverre dat bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen van de Wet BIG.

De evaluatie heeft plaatsgevonden onder verantwoordelijkheid van ZonMw. Minister Schippers komt binnen drie maanden met een inhoudelijke reactie op het rapport.

Bron:
Rijksoverheid.nl

 

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
Excellent choice

Het profiel van de Excellente Paramedicus

Welke eigenschappen, kenmerken en gedragingen heeft een excellente paramedicus? Logopedist Inge Wijkamp van de Hanzehogeschool Groningen onderzocht dit met een team en stelde een profiel op. De resultaten van dit onderzoek zijn gepubliceerd in een wetenschappelijk artikel dat via Open Acces beschikbaar is.

Goede paramedicus
Het profiel geeft die eigenschappen, kenmerken en gedragingen weer die typerend zijn voor een excellente professional
in het paramedisch vakgebied en hem onderscheiden van een goede beroepsbeoefenaar.

Een goede paramedicus beheerst zijn vak. Hij beschikt over een brede basis aan vakkennis, toont aantoonbaar kwaliteit in het professioneel handelen, heeft ervaring en staat voor zijn vak. Vaardigheden zoals communiceren met de patiënt/cliënt, rekening houden met de hulpvraag en waarden van de patiënt/cliënt, het bijhouden van ontwikkelingen binnen het vakgebied en samen willen en kunnen werken met collega’s worden als basisvaardigheden verondersteld.

Excellente paramedicus
Voor een ‘Excellente Paramedicus’ zijn onderstaande domeinen en aspecten een aanvulling op dit basisprofiel en zijn
essentieel om de toevoeging ‘excellent’ te verkrijgen.

Bekijk het profiel van de Excellente paramedicus


Download brochure 01022013-profiel-van-de-excellente-paramedicus.pdf
Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Pilot nieuw Mondzorgregister uit onvrede NVT met huidig KRT

De Nederlandse Vereniging van Tandartsen (NVT) heeft een pilot project gestart voor oprichting van een nieuw register waarin de gevolgde bij- en nascholing van mondzorgprofessionals wordt opgenomen, het Mondzorgregister. De pilot is opgezet uit onvrede van de NVT met de werkwijze van het KRT.

Onvrede
De NVT geeft in haar nieuwsbriefbijlage van september aan dat zij belang hecht aan het aanscherpen van de huidige KRT-inschrijvingsnormen en het verplicht stellen van het volgen van geaccrediteerde cursussen van ‘Q-Keurmerk® kwaliteit’. Volgens de NVT heeft het KRT de norm voor het volgen van geaccrediteerde cursussen (minimaal 50% van de te volgen bij- en nascholing)losgelaten, tegen het NVT advies in.

Bevoegdheden
Ook heeft de NVT bezwaar tegen de bevoegdheden van het KRT, zoals ‘het opstellen van criteria voor erkennen van de bij- en nascholing , het zelf erkennen hiervan, het opstellen van eisen waaraan accreditatie organen moeten voldoen, het zelf erkennen van die accreditatie organen, het voorstellen van de normen voor inschrijving in het register, het bepalen van de punten voor erkende – én voor geaccrediteerde cursussen’.

Overleg
De NVT vindt dat een register alleen als ‘administratiekantoor’ moet fungeren. De onvrede van de NVT over de KRT werkwijze heeft ertoe geleid dat de NVT per januari dit jaar haar bestuurder uit het KRT bestuur heeft teruggetrokken. Volgens het NVT heeft het KRT in augustus besloten om geen Q-Keurmerk geaccrediteerde cursussen op te nemen als geaccrediteerde cursussen in haar register.
In juli zijn vertegenwoordigers van de NVT en NMT gesprekken gestart met de betrokken organisaties voor het opzetten van een nieuw systeem. De NVT is voorstand van het ‘KNMG model’, waarbij registratie volledig losgekoppeld is van organisaties die normen vaststellen. De NVT heeft nu zelf een pilot gestart: Mondzorgregister. In dit register worden momenteel alleen Q-Keurmerk geaccrediteerde cursussen opgenomen.

Reactie NVM: ‘Niet volwaardig’
Het bestuur van de NVM vindt het nieuwe register niet volwaardig en schrijft op haar website: ‘Het nieuwe register registreert vooralsnog alleen Q-Keurmerk geaccrediteerde cursussen en geen andere activiteiten. Er is dus geen sprake van een volwaardig competentie-gericht kwaliteitsregister. Juist nu het op mondzorgkundig vlak onrustig genoeg is in Nederland, draagt dit soort initiatieven niet bij aan de benodigde rust.’

Reactie NMT: ‘Toegevoegde waarde onduidelijk’
De NMT vindt de toegevoegde waarde van het register onduidelijk. ‘Immers in het KRT kan ook de deelname aan Q-geaccrediteerde cursussen worden geregistreerd evenals de deelname aan door andere instanties geaccrediteerde deskundigheidsbevordering. Vervolgens concludeert de NMT dat in 2007 de NMT en de NVT gezamenlijk het KRT hebben opgericht en de bevoegdheden van het KRT hebben bepaald. Het huidige NVT-bestuur neemt daar nu afstand van’, meldt de NMT op haar website.

Reactie KRT: ‘De NVT doet hetzelfde wat ze het KRT verwijt’
dental INFO vroeg het KRT om een reactie. ‘Het KRT ziet het NVT-register niet als concurrent . Een register dat alleen de deelname aan Q cursussen registreert, geen verdere eisen stelt aan de leden en kennelijk bedoeld is om extra puntjes te waarborgen is niet vergelijkbaar met het KRT. KRT registreert niet alleen scholing met en zonder keurmerk, maar ook alle andere deskundigheids-bevorderende activiteiten van tandartsen. Bovendien stelt het KRT eisen aan accrediterende organisaties, om te waarborgen dat de kwaliteit van de inhoud van de BNS vooraf wordt getoetst, iets wat niet gebeurt bij de Q cursussen die in het NVT register worden opgenomen. Het is merkwaardig dat de NVT eigen criteria opstelt voor haar eigen accrediterende orgaan ( Q ) en dat vervolgens ook zelf gaat registeren: nu doet de NVT hetzelfde wat ze het KRT al jaren verwijt. Een 2e register houdt elkaar scherp, niets mis mee dus’, zegt KRT-voorzitter Nelleke Menzel – de Groot.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Praktijkhygiëne en stralingsbescherming: grote gevolgen bij niet aanpassen kleine mankementen

‘High trust, high penalty’ is in relatie met de IGZ-controles een veelgehoorde kreet in de tandheelkundige branche. Kleine mankementen behoeven kleine aanpassingen. Als deze aanpassingen echter niet gedaan worden, kan dat grote gevolgen hebben.

Verslag van de lezing van Ed Kolsteeg, secretaris en bestuurslid van de VGT (Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche), tijdens het ANT congres Wet- en regelgeving en kwaliteit in de tandartspraktijk.

Richtlijnen, besluiten en wetten
Op verschillende niveaus zijn er regels waar men zich aan dient te houden. In eerste instantie bestaan er richtlijnen, ontwikkeld door de beroepsgroep en goedgekeurd door de Werkgroep Infectie Preventie (WIP). Hierbij geldt: pas toe of leg uit. Afwijken mag, mits goed onderbouwd waarom een afwijking wenselijk is. Daarnaast zijn er besluiten, die een meer dwingend karakter hebben. Tot slot de meest dwingende regelgeving: de wetten, waaraan iedereen gebonden is en die iedereen geacht wordt te kennen.

Tekortkomingen
Er zijn een aantal belangrijke, veelvoorkomende tekortkomingen op het gebied van praktijkhygiëne en stralingshygiëne, zo blijkt uit de openbare onderzoeksrapporten van de IGZ. De praktijkhygiëne is in het geding indien er bijvoorbeeld onvoldoende hoekstukken in de praktijk zijn, er geen thermodesinfector aanwezig is, er kranen en pompjes met handbediening zijn, desinfecterende middelen verkeerd gebruikt worden of indien er producten over de expiratiedatum zijn. Er kunnen vraagtekens gezet worden bij de stralingshygiëne indien het KEW-dossier ontbreekt of incompleet is, het deskundigheidsbewijs ontbreekt of degene met het deskundigheidsbewijs niet aanwezig is of indien er geen onderhoudsgegevens zijn van de röntgentoestellen. Over het algemeen ontbreken goede werkprotocollen in bovenstaande situaties, zodat er niet goed over zaken is nagedacht of het totaal van handelingen niet goed op elkaar aansluit. Zodra door meerdere tekortkomingen de volksgezondheid in gevaar komt, kan de IGZ een praktijk zelfs sluiten.

Richtlijn Praktijkhygiëne
De Richtlijn Praktijkhygiëne ziet toe op een verantwoorde uitvoering van hygiënische maatregelen in de tandartspraktijk. In deze richtlijn worden de persoonlijke hygiëne van de tandarts en medewerkers in de praktijk en de risico’s die worden gelopen tengevolge van door bloed of speeksel overdraagbare en andere besmettelijke ziekten besproken. Veel aandacht wordt besteed aan de reiniging, sterilisatie en desinfectie van het tandheelkundig instrumentarium en apparatuur om infecties bij patiënten te voorkomen. Ook het reinigen en de eventuele desinfectie van de werkruimte wordt behandeld.

Besluit Stralingsbescherming
Het Besluit Stralingsbescherming, gebaseerd op de Kernenergiewet, draagt zorg voor een juiste stralingshygiëne door middel van het op juiste wijze gebruiken van röntgentoestellen in de tandheelkundige sector. Kernpunt van de regelgeving is dat op iedere locatie waar röntgenapparatuur in gebruik is, de verantwoordelijke persoon (meestal de tandarts) verplicht is een inventarisatie van de risico’s in de vorm van een risicoanalyse uit te voeren.

De tandarts is verplicht om het ALARA-principe (As Low As Reasonably Achievable) toe te passen waar dat mogelijk is. Uit de risicoanalyse in de vorm van een meetrapport komt naar voren of er wel of geen aanvullende beschermende maatregelen genomen moeten worden en deze risicoanalyse moet schriftelijk worden vastgelegd in een KEW-dossier (Kernenergiewetdossier). In dit dossier moeten ook zaken als onderhoud, personele instructies, waarschuwingssignalering etc. schriftelijk worden vastgelegd en actueel gehouden worden.

Kwaliteitszorg
Kwaliteitszorg bestaat uit een aantal stappen. Het is belangrijk om te zeggen wat je doet en dit vervolgens controleerbaar te maken. Dit kan door middel van een protocol. Daarna is het belangrijk om te doen wat je zegt, zoals dit staat omschreven in het protocol. Ook dit moet te controleren en zo nodig aan te passen zijn. Omdat protocollen aan verandering onderhevig zijn, zal dit stappenplan ook een continu proces blijven. Protocollen zorgen voor aantoonbaar handelen, een makkelijke toetsing en zijn een goede reminder voor werknemers. Met inachtneming van de voorschriften is zelf te bepalen wat de inhoud en omvang van een protocol wordt.

Wet- en regelgeving
De wet- en regelgeving blijft veranderen en praktijken blijven hier dan ook mee te maken houden. Protocollen dragen bij aan kwaliteitszorg. Een verzorgde praktijk geeft rust en kwaliteitszorg levert altijd geld op!

Ed Kolsteeg is secretaris en bestuurslid van de VGT (Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche)

Verslag door Vera Markus voor dental INFO van het ANT-congres Wet- en regelgeving en kwaliteit in de tandartspraktijk

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Praktijkhygiëne, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

NMT vraagt commentaar op herziene Richtlijn Tandheelkundige Radiologie

De herziene richtlijn geeft aanbevelingen over het gebruik van röntgenstraling voor het afbeelden van structuren in het hoofd-halsgebied en het interpreteren van deze beelden voor een tandheelkundige klinische vraagstelling. De NMT nodigt mondzorgprofessionals uit commentaar op deze herziene versie te geven.

Bekijk de herziene richtlijn

Geef uw commentaar online door aan de NMT

In deze herziene richtlijn is aandacht besteed aan de thema’s bevoegdheid, deskundigheidseisen en opdracht geven voor het maken van röntgenopnamen aan andere zorgverleners. Gezien de veranderingen in de beschikbaarheid van apparatuur is er een ConeBeam-paragraaf toegevoegd. Om de goede werking van de röntgenapparatuur te borgen wordt er in de richtlijn tevens ingegaan op het technisch onderhoud aan röntgen- (en gerelateerde) apparatuur en de keuring van röntgenapparatuur.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Te weinig praktijkervaring student tandheelkunde

De studie tandheelkunde heeft een tekort aan docenten door de verlenging van de opleiding met een jaar. Dit meldt UK. Studenten vrezen dat ze nu te weinig praktijkervaring kunnen opdoen.

‘Een master tandheelkunde duurt nu drie jaar, voorheen was dit twee. Er zijn echter geen nieuwe docenten bijgekomen, maar onlangs juist twee weggegaan’, vertelt Marianne van Leeuwen, coördinator onderwijs van de Onderzoeks- en Onderwijsraad van het UMCG aan UK.  Volgens Van Leeuwen maken studenten zich zorgen dat ze te weinig patiënten kunnen behandelen.

De lonen voor tandartsen in een kliniek liggen waarschijnlijk hoger dan die voor begeleidende tandartsen bij de opleiding. Gerrit Jan Deenen, curriculmmanger tandheelkunde, denkt dat dit een belemmering vormt bij de werving van begeleidende tandartsen.

Bron:
UK

Jan 2013

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit