Meer care, minder cure
Willen we mondziekten terugdringen, dan moeten we aan preventie doen. Wat meer care, en minder cure.
Mondziekten, zoals tandbederf en botafbraak hebben veel te maken met leefstijl. Ze kunnen niet worden uitgebannen, maar zeker wel verminderd door gezonder te leven. In de dagelijkse praktijk wordt echter nog steeds veel aan curatie gedaan en een stuk minder aan preventie.
Wat moet er anders?
Dit zou omgedraaid moeten zijn, stelt ACTA-docent H.P. Wiegman in zijn presentatie De zorgverlener als procesbegeleider en personal coach. We doen niet genoeg en niet goed genoeg aan preventie, maar wellicht maken de nieuwe codes een verschil.
Hoe vaker men naar de tandarts gaat, hoe meer er wordt gevuld. Misschien geven we te veel (demotiverende?) instructies en motiveren we te weinig. Of moet er meer aan vroegdiagnostiek gedaan worden, risico-inschatting en aan individuele ondersteuning? Maar gaan mensen überhaupt wel naar de tandarts om hun gedrag te (laten) veranderen?
PMO
Uit onderzoek blijkt dat het helpt om te motiveren en te ondersteunen op basis van vroegdiagnostiek en risico-inschatting. Maar patiënten komen om hun gebit te laten repareren of schoonmaken, niet om een instructie te krijgen en een gesprek te hebben.
We kampen met een imagoprobleem, zegt Wiegman. Het beeld dat de patiënt van ons heeft, moet worden omgebogen.
Ook het perspectief van waaruit we het periodieke mondonderzoek doen, moet veranderen. We moeten niet gaan zoeken wat we moeten repareren, maar we moeten mondziekten in een vroeg stadium opsporen. Op een zodanige wijze dat slechts minimale preventieve en/of zo min mogelijk curatieve interventies nodig zijn om verdere progressie te voorkomen. Pas dan valt de controle echt onder care.
Een PMO vanuit een preventief perspectief ziet er beknopt als volgt uit:
- Onderzoek, diagnostiek en in kaart brengen van (risico op) mondziekten
- Communicatie, terugkoppeling en voorlichting daarover
- Vastleggen van relevante bevindingen
- Bepalen van de individuele termijn van het vervolgonderzoek
Heel wat anders dus dan de manier waarop de code A111 (periodieke controle) staat omschreven. Wiegman: “Die prestatiebeschrijving past beter bij het opstellen van een schaderapport, om met Cor van Loveren te spreken.”
Zorgdoel
Wiegman schetst de benodigde stappen van minder cure naar meer care.
Er zal een zorgplan moeten worden opgesteld. Stel diagnoses en spreek een doel af met de patiënt. Hou in de gaten of je op koers ligt. Het zorgdoel is hierbij iets anders dan de wens van de patiënt. De wens mag dan irreëel, maar het doel moet realistisch zijn.
Bij het halen van het zorgdoel is preventie heel belangrijk en dus het veranderen van gedrag/leefstijl. Om dit te bewerkstelligen zal er gebruik gemaakt moeten worden van Motivational Interviewing.
Per keer moet worden bekeken of de processen (zoals die van cariës en parodontitis) onder controle zijn en of het risicoprofiel hetzelfde is gebleven. Iemand die bijvoorbeeld zwanger is of in scheiding ligt, krijgt een ander risicoprofiel. Bekijk ook of de taakverdelingen nog juist zijn. Het bovenstaande valt allemaal onder care. De laatste vraag die de mondzorger zich moet stellen, is of er herstel nodig is. Want dit valt onder cure.
Door: Lieneke Steverink-Jorna
Bron:
Cursus Preventie; onderkennen en ondervangen van risico, ACTA- nascholingsprogramma Quality Practice, 2012
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!