Nieuwe tanden uit stamcellen alligator

Nieuwe tanden uit stamcellen alligator

Mensen vernieuwen hun gebit maar één keer in hun leven. Voor alligatoren is dat wel anders. Als zij een versleten tand hebben, groeit er gewoon een nieuw exemplaar in hun mond. Elke tand van de alligator kan zo wel vijftig keer vervangen worden.

Onderzoekers van de Keck School of Medicine in Californië hebben nu ontdekt hoe de cellulaire en moleculaire mechanismen werken bij deze wisseling van de tanden van alligators. De onderzoeker Cheng-Ming Chuong zegt: ‘We zoeken stamcellen die gebruikt kunnen worden om de groei van nieuwe tanden bij volwassen te stimuleren’. ‘Om dit te doen moeten we eerst begrijpen hoe tanden van dieren vernieuwd worden en waarom mensen na het melkgebit geen tanden meer vernieuwen.’
 
Bekijk het onderzoek 

Drie delen
De wetenschappers bestudeerden de tanden van de alligator. Zij ontdekten dat deze uit drie delen bestaan: een functionele tand (f), een vervangende tand (r) en de dentale lamina, weefsel voor ontwikkeling van een nieuwe tand.


Afbeelding: Keck School of Medicine

De delen zijn zo gestructureerd dat er een geleidelijke overgang is tussen het afstoten van een oude tand, de groei van een nieuwe tand en het gereed zetten van een reserve tand. De dentale lamina lijkt stamcellen te bevatten die zich ontwikkelen tot nieuwe reserve tanden. 

‘In de toekomst hopen we deze cellen te kunnen isoleren en te kunnen vaststellen of we deze kunnen gebruiken om nieuwe tanden te maken in een laboratorium’, zeg onderzoeker Randall B. Widelitz.

Bron:
Keck School of Medicine

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Beroepsgroep opgeroepen meer individuele preventie toe te passen

De mondgezondheid verbeterde niet tussen 1990 en 2005. Zorgelijk vond het Ivoren Kruis. Er waren blijkbaar andere preventiemethoden nodig om verbeteringen in de mondgezondheid te realiseren. De Non-Operative Caries Treatment and Prevention (NOCTP)-methode beschreven in het proefschrift ‘Optimaliseren van mondgezondheid; op weg naar een geïndividualiseerde, (kosten)effectieve mondzorg’ van Erik Vermaire, laat een op het individu gerichte preventieve methode zien die een enorme gezondheidswinst boekte: 70% minder caviteiten bij kinderen in de onderzoeksgroep. Deze enorme gezondheidswinst is voor het Ivoren Kruis reden geweest om de totstandkoming van dit proefschrift te ondersteunen.

Speciale Uitgave
Het bevorderen van preventie is de ultieme taak van het Ivoren Kruis. Daarom brengt de vereniging de kennis uit het proefschrift en een interpretatie daarvan ook uit in een makkelijk toegankelijke speciale uitgave Gemotiveerde patiënten met gezonde monden voor het hele dentale team. De eerste exemplaren van het magazine werden bij de promotieplechtigheid van Vermaire aan de gasten uitgereikt op vrijdag 24 mei 2013. Die dag gingen nog eens ruim 6.000 exemplaren op de post naar de alle leden en relaties van het Ivoren Kruis.

Aandacht voor haalbare gezondheidswinst
Behalve het dentale team, zullen ook beleidsmakers, verzekeraars, pers en overheid over de enorme haalbare gezondheidswinst worden geïnformeerd. De uitgave beschrijft de NOCTP-methode (dit is de officiële naam van de Nexø-methode), geeft een samenvatting van het proefschrift ‘op weg naar een geïndividualiseerde, (kosten)effectieve mondzorg’, licht toe hoe het Nexø-model ontstond, geeft aan dat NOCTP fijn is om mee te werken, laat zien dat adviezen van het Ivoren Kruis leidraad zijn voor NOCTP, gaat in op de effectiviteit en doelmatigheid van NOCTP en de winst: gemotiveerde patiënten met gezonde monden. Met de uitgave van deze publicatie hoopt het Ivoren Kruis mondzorgverleners te motiveren de NOCTP-methode serieus te overwegen in de dagelijkse praktijkvoering en de beroepsgroep op te roepen meer individuele preventie toe te passen.

Nieuw vergoedingensysteem nodig
In feite zijn de prikkels voor tandartsen binnen de huidige beloningssystematiek niet primair gericht op het gezond houden van de tanden, maar op het uitvoeren van verrichtingen. Dat lijkt niet optimaal, en kan ook anders. Bijvoorbeeld door te experimenteren met zogenaamde pay for performance (PFP)-arrangementen. In PFP-systemen wordt de beloning van aanbieders van zorg gekoppeld aan de kwaliteit van de geleverde zorg. Een nieuw vergoedingensysteem zal nodig zijn om mondzorgverleners te stimuleren meer individuele preventie toe te passen.

Individualiseren op basis van risico-inschatting
Het doel van de NOCTP-strategie is het zoveel mogelijk voorkomen van caviteiten bij kinderen door een individuele benadering van het kind die gericht is op zelfzorg. Het tijdsinterval van de bezoeken aan de mondzorgpraktijk is gebaseerd op een cariësrisico-analyse. Factoren die in de cariësrisico-analyse worden meegenomen zijn de aanwezige cariësactiviteit, de ingeschatte medewerking van de ouders en het kind en de aanwezigheid van doorbrekende blijvende molaren. Ook de risico-indeling zoals beschreven in het Advies Cariëspreventie van het Ivoren Kruis kan hier heel goed voor worden gebruikt.

Kijk met kinderbril
Mondzorgverleners worden uitgedaagd vooral eens met de bril van het kind te kijken. Een kind hoeft met NOCTP minder behandelingen te ondergaan, hoeft niet met die vieze fluoride in de mond te zitten en krijgt minder caviteiten. Ook heeft het kind meer kennis over mondgezondheid, verbetert de mondhygiëne, en ervaren ouders minder last bij het uitoefenen van de dagelijkse gebitsverzorging. De mondzorgverlener wordt de begeleider van het kind, zijn coach. Het is van het grootste belang dat kinderen en hun ouders leren hun gebit op de juiste manier te poetsen. Dit is niet altijd een eenvoudige klus en vraagt om een systematische aanpak. Een succesvolle systematische aanpak, gebaseerd op het Nexø-model, is beschreven in het proefschrift van Erik Vermaire.

Bron:
Ivoren Kruis

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Op weg naar een geïndividualiseerde, (kosten)effectieve mondzorg

Cariës is al zo oud als de mens zelf. Zelfs de voorouders van de mens, de Neanderthaler en de Australopithecus hadden er al last van zo’n 1 tot 10 miljoen jaar geleden. Toch is het van belang om het hebben van caviteiten als onnodig te blijven zien, omdat het bij veel personen vervelende gevolgen zoals ontsteking, functieverlies en pijn kan veroorzaken. Ook in Nederland komen caviteiten nog regelmatig voor. Om een voorbeeld te geven: 56% van de vijfjarige kinderen had in 2005 een melkgebit met één of meerdere caviteiten. In dat zelfde jaar lag het percentage van 17-jarige kinderen met caviteiten in het blijvende gebit op 71%. Er is dus blijkbaar nog ruimte voor verbetering. De meest effectieve manier om caviteiten te voorkomen is het twee keer per dag twee minuten tandenpoetsen met fluoridetandpasta. Daarbij gaan veel kinderen twee keer per jaar naar de tandarts of mondhygiënist voor een
periodiek mondonderzoek en krijgt een deel van hen een zogenoemde ‘fluoridebehandeling’. Ook worden regelmatig de diepe fissuren in de kauwvlakken van de nieuw-doorgebroken elementen geseald.

Individualisering en stimulering zelfzorg brengt verbetering
Waar zou het gebruikelijke regime kunnen worden aangepast? Onderzoek laat zien dat preventieve voorlichting meer effect heeft als meer verantwoordelijkheid bij de patiënt wordt gelegd. Het stimuleren van zelfzorg is al eerder in het stadje Nexø op het eiland Bornholm in Denemarken succesvol gebleken. Dit onderzoek wordt vaak bekritiseerd omdat effecten in een zo’n kleine gemeenschap niet vertaalbaar zouden zijn naar de Nederlandse situatie.

Daarom is het nodig om het effect van het systeem ook in Nederland te onderzoeken. De essentie van het Nexø-model In het Nexø-model wordt de standaard periode van zes maanden tussen twee periodieke controles losgelaten. Hiervoor in de plaats wordt de periode individueel bepaald aan de hand van een risico-inschatting. Deze risicoinschatting is gebaseerd op het niveau van zelfzorg dat de ouder bij het kind weet te bewerkstelligen (de mondhygiëne), de doorbraakfase van blijvende gebitselementen, de cariësontwikkeling en de cariësprogressie in het gebit in het algemeen en in de blijvende molaren in het bijzonder. De officiële naam van de Nexø-methode is Non-Operative Caries Treatment and Prevention (NOCTP). Zie figuur 1.

NOCTP-strategie: 70% minder caviteiten
Het onderzoek in mijn proefschrift beschrijft het effect van verschillende cariëspreventieve maatregelen. Het werd uitgevoerd in één praktijk van het Centrum voor Tandzorg in
‘s-Hertogenbosch. In totaal werden 230 zesjarige kinderen willekeurig aan een van de drie onderzoeksgroepen toegewezen. Eén groep volgde de zogenoemde NOCTP-behandeling. Hierbij kan de mondzorgverlener een stappenplan gebruiken, zie pagina 22. De interventie was  ‘zoals eerder gezegd’ gericht op het verhogen van het niveau van zelfzorg. Naarmate het niveau van zelfzorg hoger werd, nam het aantal punten bij de risicobepaling (zie figuur 1, stap 3) af en werd het ’terugkom-interval’ groter. Als er ondanks een goede mondhygiëne toch sprake was van cariësontwikkeling, werd lokaal fluoride aangebracht. Als dit niet afdoende was, werd er gebruikgemaakt van kunstharsfissuurlak. Indien cariës het dentine had bereikt, volgde een cariësbehandeling. Een tweede groep volgde een programma waarbij elke drie maanden professionele fluoridebehandelingen werden gegeven. Deze groep wordt verder IPFA (Intensified Professional Fluoride Application) genoemd. De derde groep was een controlegroep en deze verschilde met de IPFA-groep alleen in de frequentie van de te geven fluoride-applicaties. In de controlegroep was dit twee keer per jaar, in de IPFA groep vier keer. Verder kwamen de kinderen in deze twee

Bekijk vergrote afbeelding

groepen twee keer per jaar voor periodieke controle en werden de kauwvlakken van de blijvende elementen geseald. Ook in deze twee groepen werden caviteiten gerestaureerd als ze in het dentine zaten. Op een leeftijd van 9 jaar (+/- 3 maanden) werden de kinderen opnieuw door de onderzoekers bekeken. Er waren nog 179 kinderen in de onderzoeksgroepen overgebleven. In de NOCTP-groep hadden de kinderen gemiddeld 0,15 caviteiten in hun blijvende molaren, in de IPFA-groep ongeveer het dubbele (0,32) en in de controlegroep ongeveer het drievoudige (0,47). De resultaten van dit onderzoek geven aan dat de NOCTP-strategie bijna 70% minder caviteiten geeft, in vergelijking met de controlegroep. In de NOCTP-groep werden over drie jaar per kind slechts 0,7 fluorideapplicaties uitgevoerd. In de IPFA-groep was dit circa 12 en in de controlegroep circa 6. Het aantal sealants per kind was 1,26 in de NOCTP-groep, 3,0 in de IPFA-groep en 3,7 in de controlegroep. Het gemiddeld aantal vullingen per kind was 0,15 in de NOCTP-groep, 0,34 in de IPFA-groep en 0,39 in de controlegroep.

Kosteneffectiviteit
Om een uitspraak te kunnen doen over de kosteneffectiviteit van de twee experimentele groepen vergeleken met de controlegroep werd met deze uitkomsten verder gerekend. Want behalve de klinische prestatie is zeker ook van belang dat de extra tijd, geld en moeite die patiënten steken in het uitvoeren van deze methode niet buitenproportioneel is in vergelijking met de opbrengsten. Bij ieder bezoek aan de praktijk werd van elk deelnemend kind geregistreerd hoe lang deze bij de mondzorgverlener in de kamer was, hoe lang deze onderweg was om bij de praktijk te komen, door wie deze werd begeleid en hoe men naar de praktijk was gekomen.
Het bleek dat de gemiddelde behandeltijd in de NOCTP-groep in de drie jaar iets korter was dan in de controlegroep. De gemiddelde behandeltijd in de IPFA-groep was juist anderhalf keer zo lang. Ten behoeve van het experiment werd in de NOCTP-groep een groter deel van de behandeling door de tandarts uitgevoerd. Hierdoor werd deze behandeling wel iets duurder. Een zogenoemde ‘incrementele kosteneffectiviteitsratio (IKER) werd berekend van elke strategie.

Kort gezegd: wat heeft het volgen van de methode gekost om één extra caviteit te hebben voorkomen. Het bleek dat de IKER voor de NOCTP lag op 111 en voor IPFA op 977. Opgemerkt dient te worden dat de meeste kosten in de NOCTP-groep met name werden gemaakt in het eerste jaar. In het derde jaar bleek geen verschil in benodigde investeringen in tijd, geld en moeite. Als de NOCTPbehandeling door een mondhygiënist, eventueel met een preventie-assistent wordt uitgevoerd, wordt de IKER van de NOCTP-behandeling lager. Op basis van dit onderzoek kan worden gesteld dat het volgen van een NOCTP-strategie te prefereren valt boven het volgen van een IPFA-strategie. Om de definitieve waarde van deze strategieën te bepalen is verder onderzoek naar de levenslange kosten van 1 DMFT noodzakelijk. Op basis van de huidige kosten mag worden verondersteld dat deze vele malen hoger zullen zijn dan de nu gevonden 111 van het volgen van de NOCTP-strategie.

Zijn ouders bereid te investeren in een goede gebitsgezondheid van hun kind? Omdat de NOCTP-strategie nadrukkelijk
gebruikmaakt van de actieve medewerking van ouders werd een analyse gemaakt van de bereidheid van ouders te investeren in een goede gebitsgezondheid van hun kind. Deze bereidheid tot investeren (of willingness to invest) werd uitgedrukt in geld en tijd. Deze uitkomsten zijn weer gerelateerd aan gegevens die werden verzameld met behulp van de door de ouders ingevulde vragenlijsten op het gebied van hun kennis, opleiding, gedrag. Ondanks het feit dat ouders over het algemeen zeker bereid waren in het gebit van hun kind te investeren, gaf toch een niet verwaarloosbaar deel van bijna 12% aan nauwelijks tot geen geld, tijd en moeite te willen steken in een goede gebitsgezondheid van hun kind. De kinderen van deze ouders lijken een verhoogd risico te hebben om gebitsziektes te ontwikkelen, omdat in deze groep ook minder gunstige mondhygiëne- en dieetgewoontes werden gerapporteerd. Wellicht is het noodzakelijk om voor deze groep een ander cariës-preventief programma te hanteren dat de ouders omzeilt, bijvoorbeeld door interventies op scholen of in buurten uit te voeren.

Attitude mede bepalend voor gedrag
Gedrag van mensen (en dus ook van ouders) wordt voor een groot deel bepaald door de attitude (hoe over iets of iemand wordt gedacht) die een persoon heeft. Het proefschrift geeft duidelijkheid over de vraag of er verschillen in attitudes onder ouders bestaan. Hiervoor is Q-methodologie als onderzoeksmethode gebruikt, waarbij proefpersonen op basis van stellingen over het onderzoeksgebied aangeven in hoeverre zij het eens zijn met de bewuste stelling. Op basis van een vooronderzoek werden 37 stellingen geselecteerd. In het onderzoek werd een vijftal onderscheidende attitudes gevonden.

Attidude 1
Bewust en verantwoordelijk
Deze ouder weet dat hij verantwoordelijk is voor het gebit van hun kind en handelt daar ook naar.

Attidude 2
Bagatelliserend en fatalistisch
Deze ouder is van mening dat het niet zo heel erg is om een gaatje te krijgen. Er zit volgens hen ook
een grote erfelijke component in het krijgen van gaatjes.

Attidude 3
Uiterlijk georiënteerd en open voor suggesties
Deze ouder hecht veel waarde aan een goede esthetiek; het gebit is een soort visitekaartje. Als een mondzorgprofessional aanwijzingen geeft wordt daar goed naar geluisterd.

Attidude 4
Bewust maar druk
Deze ouder is bewust van de nut en noodzaak van mondhygiëne maar geeft ook aan dat men in het gezin vaak te druk is om dit dagelijks goed vol te houden.

Attidude 5
Bewust maar bezorgd
Deze ouder is vooral bang dat alle moeite die er wel ingestopt wordt wellicht niet altijd het juiste effect zal sorteren. Het zichtbaar maken van de attitudes van de ouders kan de tandheelkundig professional helpen bij het individualiseren van de preventieve
zorg. Verder onderzoek is hiervoor vereist.

Nieuw product: op maat gemaakte cariëspreventie
Ondanks het feit dat er geen grote investeringen noodzakelijk zijn om de NOCTP-strategie toe te passen, vraagt het wel de nodige aanpassingen in denken van zowel de mondzorgverlener als van de kinderen en ouders. De routinematige aanpak die al enkele decennia wordt gevolgd, geeft namelijk een gevoel van veiligheid. Toch is gebleken uit de stijgende kosten, maar nog steeds te hoge cariësprevalentiecijfers, dat een grote stap in cariëspreventie moet worden gezet. Het onderzoek uit mijn proefschrift wijst voor de meest logische stap in de richting van NOCTP. De tandarts en mondhygiënist kunnen de invoering van een NOCTP-strategie in hun praktijk in feite beschouwen als een nieuw product dat kan worden ‘verkocht’ aan hun patiënt: op maat gemaakte cariëspreventie. NOCTP zou bovendien bevorderd kunnen worden door het resultaat ervan te honoreren. Het vergoedingensysteem voor de tandarts en mondhygiënist dient mee te evolueren van een tarief per verrichting naar een meer gezondheids outcome-based vergoedingenstructuur, bijvoorbeeld Pay for Performance (P4P), waarbij de behandelaar wordt afgerekend op van tevoren met de verzekeraar of overheid gemaakte afspraken in de te behalen gezondheidswinst.

Bron:
Erik Vermaire
Ivoren Kruis


Download brochure tabel-vergroot.pdf
Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Onderzoek, Thema A-Z
app-hartstichting

Reanimatie App meer dan 100.000 keer gedownload

De Reanimatie App van de Hartstichting blijkt een groot succes: inmiddels is hij meer dan 100.000 keer gedownload. De gebruikers ervan zijn enthousiast.

De Reanimatie App helpt om de kennis van het reanimeren op te frissen en biedt ook audio-ondersteuning bij het verlenen van hulp tijdens een hartstilstand. De Reanimatie App is gratis en is bedoeld voor mensen die een reanimatiecursus gevolgd hebben. De Reanimatie App is te verkrijgen voor iPhones en smartphones die draaien op Android.

Feiten en cijfers
De Reanimatie App is bijna 60.000 keer gedownload via de App Store (Apple) en kreeg een waardering van een 4,9 uit 5. De app is bijna 50.000 keer gedownload via de Play Store (Android). Hij werd door deze gebruikers gewaardeerd met een 4,7 uit 5.

Bron:
Hartstichting

Lees meer over: E-health, Kennis

Cursusdag DentalFit voor vrouwen in de tandheelkunde

Grip op gezond en klachtenvrij werken. Kiest u voor fit werken? Deze inspirerende cursusdag voor vrouwen in de tandheelkunde besteedt vanuit verschillende invalshoeken uitgebreid aandacht aan het voorkomen en oplossen van werkgerelateerde klachten.

Cursusdag DentalFit voor vrouwen in de tandheelkunde
Elke dag ondervinden we fysieke, mentale en sociale belasting in werk en privé. Wanneer de totale belasting te hoog wordt, kan dat leiden tot fysieke en mentale klachten. In de tandheelkundige beroepsgroepen zien we dat vooral vrouwen hier veel mee te maken hebben. Naast aanpassingen in ergonomie en leren omgaan met stressoren, kan gezond bewegen helpen om de balans tussen belasting en belastbaarheid te bewaren of te herstellen.

Lees meer

 

Lees meer over: Kennis, Scholing

Aflikken fopspeen: cariësrisico of impuls immuumsysteem?

Het aflikken van de fopspeen van een baby door een ouder wordt als risicofactor voor cariës gezien. Maar nieuw Zweeds onderzoek laat zien dat contact met speeksel van de ouders het risico op andere aandoeningen als allergiën, eczeem en astma vermindert en het imuumsysteem van de baby stimuleert. Dit onderzoek werd gepubliceerd in de Journal of Pediatrics, meldt the New York Times.

Minder gevoelig
De onderzoekers toonden aan dat babies waarvan de ouders hun fopspeen aflikten minder gevoelig voor eczeem en allergiën waren. Als verklaring hiervoor gaven zij aan dat kinderen bacteriën van hun ouders in de mond krijgen als ouders hun speen aflikken waardoor het immuumsysteem wordt gestimuleerd. Hierdoor leert het immuumsysteem met deze bacteriën om te gaan en geen overdreven reactie te geven in de vorm van een allergie.

Schadelijke bacteriën?
De onderzoekers vroeg zich af of ouders op deze manier ook schadelijke bacteriën overbrengen op hun kinderen.

De bacterie die cariës veroorzaakt, Streptococcus mutans, is zeer besmettelijk. Onderzoek laat zien dat kinderen al op jonge leeftijd besmet kunnen raken met deze bacterie via hun moeder. Tandartsen raden ouders daarom af de fopspeen van hun baby met hun eigen mond schoon te maken.

Dr. Joel Berg van de American Academy of Pediatric Dentistry relativeert deze aanname. Hij denkt dat ouders bij de omgang met hun kind sowieso bacteriën overbrengen, bijvoorbeeld bij het kussen en samen gebruiken van bestek. Het cariësrisico wordt volgens hem dus niet groter bij het aflikken van de fopspeen of het checken van de temperatuur van het eten met de lippen.

Bron:
New York Times

Lees meer over: Carrière, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Ouders leren kinderen te poetsen effectiever dan professioneel ingrijpen

Ouders leren om bij hun kinderen goed de tanden te poetsen is effectiever en op de lange termijn waarschijnlijk goedkoper dan cariëspreventie door professioneel ingrijpen. Dit stelt Erik Vermaire van het ACTA in zijn promotieonderzoek, meldt de Universiteit van Amsterdam.

Standaardmethode
Bij de standaardmethode voor cariëspreventie – bestaande uit een tweejaarlijkse periodieke controle, vaak vergezeld van een fluoridebehandeling en routinematig preventief sealen – aangevuld met twee extra fluoridebehandelingen per jaar, krijgt 1 op de 3 kinderen een gaatje. Als uitsluitend de standaardmethode wordt toegepast is dat 1 op de 2.

In zijn onderzoek laat Vermaire laat zien dat bij toepassing van de zogeheten Non-Operative Caries Treatment and Prevention-methode (NOCTP) ongeveer 1 op de 6 kinderen in drie jaar tijd een gaatje ontwikkelt in het blijvende gebit. De NOCTP-methode blijkt drie keer zo effectief te zijn in het voorkomen van gaatjes dan de standaardmethode.

NOCTP-methode
Bij de NOCTP-methode ligt de nadruk op het stimuleren van het tandenpoetsen door de ouders en is de tweejaarlijkse periodieke controle vervangen door een individueel bepaalde frequentie aan de hand van risicocriteria. Daarnaast krijgen de kinderen alleen een fluoridebehandeling of sealing als het cariësproces niet gestopt kan worden met goed tandenpoetsen.

Kostenbesparing op lange termijn
Vermaire onderzocht zo’n 180 zesjarige kinderen gedurende drie jaar. De totale gemiddelde kosten per kind voor cariëspreventie in de controlegroep waarbij de standaardmethode werd toegepast, zijn € 154,-. Bij de NOCTP-methode zijn de aanvullende kosten van het voorkomen van een extra gaatje zo’n € 108,-.

‘De NOCTP-methode brengt dus in eerste instantie hogere kosten met zich mee dan de reguliere behandeling, maar het is zeer waarschijnlijk dat het op de lange termijn juist kostenbesparend is. De verwachte levenslange kosten die een gevulde kies met zich meebrengt, liggen namelijk aanzienlijk hoger’, zegt Vermaire toe.

Aanpassing in het denken
Toepassing van de NOCTP-methode vraagt om de nodige aanpassingen in het denken van zowel de tandarts en mondhygiënist als van de ouder. Vermaire keek daarom ook naar de bereidheid van ouders om te investeren in een goede gebitsgezondheid van hun kind. Veel ouders zijn bereid te investeren in het gebit van hun kind. Toch gaf bijna 12% van de ondervraagde ouders aan nauwelijks geld, tijd en moeite te willen steken in een goede gebitsgezondheid van hun kind.

‘Om NOCTP met succes te kunnen toepassen is het essentieel de mind set van ouders aan te pakken’, aldus Vermaire. ‘De routinematige aanpak die al enkele decennia gevolgd wordt, biedt ouders en mondzorgprofessionals weliswaar een vorm van veiligheid, maar als ouders zich er van bewust worden dat zij zelf voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor de mondgezondheid van hun kind, valt een grote winst te behalen’, zegt Vermaire in het bericht van de Universiteit van Amsterdam.

Promotie
Dhr. J.H. Vermaire: Optimizing Oral Health; towards an effective and cost-effective dental care

Promotoren: dhr. prof. dr. C. van Loveren en dhr. prof. dr. W.B.F. Brouwer (EUR)
Co-promotoren: dhr. prof. dr. J. Hoogstraten en dhr. dr. J.H.G. Poorterman

Tijd en locatie
Vrijdag 24 mei 13:00 uur
Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.

Bron:
Universiteit van Amsterdam

Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Onderzoek, Thema A-Z

Britse campagne zet tandvleesaandoeningen centraal

De Britse vereniging van parodontologie (BSP) startte onlangs  met een campagne waarin bekendheid wordt gegeven aan de gevaren van tandvleesaandoeningen, meldt Dentistry.

Nieuwe onderzoeken op het gebied van parodontologie laten een verband zien tussen gezond tandvlees en een algehele gezondheid en tonen een link tussen tandvleesaandoeningen en diabetes, hartziekten en zwangerschapscomplicaties.

Campagne
Acht van de tien volwassenen boven de 35 jaar hebben volgens de BSP een vorm van tandvleesontsteking. Via hun campagne laten zij consumenten zien hoe tandvleesaandoeningen problemen kunnen geven met spraak, het vermogen om te eten, slechte adem en zelfs tot verlies van tanden kunnen leiden.

Opdracht
In de komende twee jaar krijgen tandartsen de opdracht om te laten zien dat zij bij elke patiënt de gezondheid van het tandvlees checken en verbeteringen realiseren waar nodig. De BSP zal de komende maanden veel voorlichtingsactiviteiten starten richting consumenten en tandartsen over het belang van een gezonde mond.

De campagne is een initiatief van de World Health Organization. Deze organisatie is ervan overtuigd dat een gezonde mond een goede indicatie is van iemands algehele gezondheid.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z

Wat maakt een tandartsbezoek goed en wat juist niet?

Gedragsonderzoek laat zien dat meer dan 50% van de patiënten die klagen, of zelfs een rechtszaak aanspannen, dit doen omdat zij hun mondzorgprofessional, of collega’s hiervan, persoonlijk niet prettig vinden. Dit meldt Dentistry over het onderzoek van Mangels.

Vreemd? Zeker niet. Patiënten kunnen de kwaliteit van het plaatsen van een kroon of een extractie immers niet inschatten en moeten op hun eigen gevoel vertrouwen bij de beoordeling van hun mondzorgprofessional.

Pijlers
De belangrijkste pijlers waarop een patiënt een praktijk beoordeeld zijn volgens onderzoek van het Britse Department of Health:

  • Tijd
    Als de tandarts gehaast is, krijgt de patiënt het gevoel dat de behandeling overhaast wordt gedaan. Ook slordigheden en inflexibiliteit bij het maken van afspraken, waardoor de patiënt de afspraak niet goed in zijn werkdag kan plannen, geven een negatieve prikkel.
  • Communicatie
    Gebrek aan communicatie over behandelmogelijkheden. De patiënt is dan vaak meteen op z’n hoede en krijgt minder vertrouwen in de mondzorgprofessional.
  • Ontbreken van ‘soft values’
    Voorbeelden:
    De beleving dat de wachtkamer altijd overvol is. Of erg gehorig, waardoor je het boren hoort.
  • Tarieven
    Duidelijke patiënteninformatie over de kosten van de behandeling.

Hoe houdt u uw patiënt tevreden?
Er zijn vijf elementen die meespelen bij de beoordeling van een mondzorgprofessional door zijn patiënt.

  • Tijd
    De meeste patiënten zijn tevreden als er al enkele minuten naar hen geluisterd wordt.
  • Bejegening aan de stoel
    Patiënten willen ‘prettig’ aangesproken en op hun gemak gesteld worden.
  • Mogelijkheden
    Patiënten waarderen het als de voor- en nadelen van de behandelmogelijkheden goed besproken worden, inclusief de kosten. Ze willen betrokken worden bij de keuze van de juiste behandeling en niet het gevoel krijgen dat de tandarts alleen beslist.
  • Goede service
    Herinnering aan afspraken en gemakkelijk een nieuwe afspraak kunnen maken, worden erg gewaardeerd door patiënten. Ook vriendelijke en relaxte praktijkmedewerkers, een schone receptie en het gevoel ‘op je gemak’ te zijn in de praktijk spelen een grote rol bij de patiëntwaardering. Maar ook het gebruik van de voornaam van de patiënt, het hebben van moderne apparatuur en voorlichtingsmaterialen is van belang.
  • Tarieven
    Goede uitleg over de verschillende kosten van de behandeling is belangrijk voor krijgen van een goede beoordeling van uw patiënt.

Mei 2013

Lees meer over: Communicatie, Communicatie patiënt, Kennis, Ondernemen

Hoe werkt de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector?

Patiënten worden steeds mondiger en zorgen voor een flinke toename van het aantal klachten. Een update over de wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector en het belang van een goed patiëntendossier.

Patiënten worden steeds mondiger. Gabrielle Swinkels, jurist en voorzitter van de klachtencommissie van de ANT, geeft aan dat er de laatste jaren een flinke toename van het aantal klachten zichtbaar is en dat de verwachting is dat dit zal aanhouden, zeker als patiënten meer zelf moeten gaan betalen; de ANT klachtencommissie ziet vaak een duidelijke relatie tussen niet (meer) door een verzekering gedekte kosten en een klacht van de patiënt.

Instanties voor klachten
Voor een patiënt zijn er verschillende instanties om een klacht bij neer te leggen, namelijk de tuchtrechter, de civiele rechter of een onafhankelijke klachtencommissie.

De tuchtrechter ziet vooral toe op de kwaliteitsbewaking van de beroepsgroep, de handhaving van de professionele normen. Als een klacht gegrond is kan een waarschuwing worden gegeven of een maatregel worden opgelegd. De civiele rechter is er meer voor persoonlijke genoegdoening van de patiënt en kan een schadevergoeding toekennen.

De klachtencommissie is er voor persoonlijke genoegdoening én kwaliteitsbewaking door de beroepsgroep. Zij oordeel in de vorm van een advies, maar moet in ernstige gevallen een melding doen bij IGZ. De klachtencommissie is vooral bedoeld voor kleinere klachten, waarbij een cliënt ontevreden is of onrustgevoelens heeft.

Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector
De Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) stelt een laagdrempelige klachtenregeling verplicht voor alle zorgaanbieders. De IGZ houdt toezicht op de naleving, maar het werkveld vult de regeling zelf nader in. Bij een solo-praktijk volstaat een individuele klachtenregeling, een instelling zorgt voor een klachtenregeling voor de gehele organisatie. De regeling dient aan patiënten kenbaar te zijn.

Voorwaarden klachtenregeling
Een klachtencommissie bestaat uit ten minste 3 leden, waaronder een onafhankelijke voorzitter, om een evenwichtig en onpartijdig oordeel te kunnen vellen. Er wordt een reglement opgesteld. Een aangeklaagde tandarts neemt geen zitting in de commissie en een verzoek tot wraking van een commissielid is altijd mogelijk.

Klachtenprocedure
Voor een klachtenprocedure is een klacht iedere uiting van ongenoegen. Indien mogelijk zal er nog een poging tot bemiddeling worden gedaan. Er geldt het beginsel van hoor en wederhoor; partijen moeten op een gelijke manier worden gehoord. Zij mogen zich ook (juridisch) laten bijstaan. Instellen van beroep is vaak niet mogelijk. De uitspraak van de klachtencommissie is een niet-bindend advies. Wel is de zorgaanbieder verplicht om te laten weten wat er met de uitspraak gebeurt. Er wordt geen uitspraak gedaan over een schadevergoeding, maar de uitspraak kan wel gelden als deskundigenoordeel bij een civiele procedure.

Wie eist, bewijst
De hoofdregel in een klachtprocedure is ‘Wie eist, bewijst’. Omdat er een ongelijkheid tussen de partijen bestaat, krijgt de tandarts een stelplicht: hij moet aan de patiënt gegevens overleggen om te kunnen bewijzen. Mede hierom is het patiëntendossier van groot belang. De dossierplicht is vastgelegd in artikel 454 van de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO).

Het dossier dient voor de waarborging van de kwaliteit en continuïteit van de zorgverlening, de verantwoording en toetsbaarheid, maar ook ter informatie voor een eventuele opvolgend behandelaar. De NMT heeft een praktijkrichtlijn Patiëntendossier opgesteld, ter invulling van de wettelijke plicht. Deze richtlijn is bindend, maar er mag gemotiveerd van afgeweken worden.

Bekijk de NMT-kennisclip over het patiëntendossier.

Inhoud patiëntendossier
Een patiëntendossier bevat in ieder geval basisgegevens als persoonsgegevens en BSN, een medische anamnese, een tandheelkundige historie en anamnese, een status praesens en röntgenfoto’s. Daarnaast bevat het dossier een verslaglegging van ieder patiëntencontact, waaronder de klacht of hulpvraag, het onderzoek, de diagnose, de indicatiestelling, het behandelplan en de informed consent, adviezen, verrichtingen of verwijzingen, maar zo mogelijk ook afgezegde of niet-nagekomen afspraken. Het dossier is goed leesbaar en wordt tenminste 15 jaar bewaard. De patiënt heeft recht op inzage en een kopie. Röntgenfoto’s zijn, anders dan veelal gedacht, geen eigendom van de patiënt maar zijn onderdeel van het dossier. Bij het beëindigen van de behandelrelatie is het goed gebruik om het patiëntendossier (inclusief de bewaarplicht) over te dragen aan de opvolgend tandarts als de patiënt daar zijn toestemming voor geeft.

Indien er geen dossier is, is de argumentatie van de tandarts niet te toetsen. De klachtencommissie zal de stellingen van de klager dan eerder aannemen. Een klachtprocedure is (emotioneel) belastend, voorkomen is beter dan genezen. Zorg voor een goede communicatie over de behandeling, reageer direct persoonlijk op een klacht en wees coulant!

Mr Gabrielle Swinkels is voorzitter van de klachtencommissie van de ANT.

Verslag door Vera Markus voor dental INFO van het ANT-congres Wet- en regelgeving en kwaliteit in de tandartspraktijk

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Klachten, Patiëntendossier, Thema A-Z

Kunnen tandpasta’s tandhalsgevoeligheid bestrijden?

Blootliggende tandhalzen en open tubuli kunnen leiden tot tandhalsgevoeligheid. Er zijn verschillende mechanismen waarmee tandpasta’s tandhalsgevoeligheid bestrijden. Welke zijn dit en zijn ze effectief?

Blootliggende tandhalzen en open tubuli kunnen leiden tot tandhalsgevoeligheid. Een oplossing voor dit probleem is het afdekken van de tubuli door gebruik van een speciale tandpasta. Er zijn verschillende mechanismen waarmee tandpasta’s tandhalsgevoeligheid bestrijden. Welke zijn dit en zijn ze effectief? Een verslag van de lezing van prof. dr. Cor van Loveren van ACTA tijdens het Ivoren Kruis congres.

Wat is tandhalsgevoeligheid precies en hoe ontstaat het?
‘In de literatuur is eigenlijk opvallend weinig bekend over tandhalsgevoeligheid’, begon prof. dr. Cor van Loveren z’n lezing tijdens het Ivoren Kruis congres. ‘De literatuur gaat vooral over hoe tandhalsgevoeligheid verholpen kan worden met een tandpasta.’ Voorwaarden voor tandhalsgevoeligheid zijn blootliggende tandhalzen en open tubuli. Blootliggende tandhalzen zijn het gevolg van recessie van de gingiva. Het voorkomen van recessie is dus van belang. Er is sprake van tandhalsgevoeligheid als het probleem niet aan andere pathologieën kan worden toegeschreven. Een patiënt kan echter niet zelf beoordelen of hij tandhalsgevoeligheid heeft.

Bij wie en waar?
Tandhalsgevoeligheid komt voor bij 15% van de volwassen, in de leeftijdscategorie tussen de 15 en 70 jaar met een piek in de categorie 20 – 40 jarigen. Vrouwen hebben er vaker last van. De meest voorkomende plek van tandhalsgevoeligheid is buccaal en cervicaal. Niet iedereen heeft bij recessie last van gevoelige tandhalzen. De vraag waarom de ene persoon deze wel heeft en de andere niet is lastig te beantwoorden. Voedings- en poetsgewoonten kunnen hierbij een rol spelen.
Van Loveren toonde een grafiek van onderzoeksgegevens waaruit bleek dat tandhalsgevoeligheid het meest voorkomt op plaatsen waar mensen met de meeste kracht poetsen. Logischerwijs is juist op deze plekken de hoeveelheid tandplak minder.

Stimuli
De belangrijkste prikkel voor tandhalsgevoeligheid is kou (80%), gevolgd door luchtstroom (23%), aanraking (21%), hitte (13%) en dieetzuren (7%).

Hoe ontstaat het?
Brännstrom (1960) onderzocht de tandhalsgevoeligheid en kwam tot de hydrodynamische theorie. Deze theorie gaat ervan uit de pijn veroorzaakt wordt door de vloeistofstroom in de tubuli. Richting pulpa neemt het aantal tubuli toe en worden de tubuli breder. Hoe meer slijtage er is, hoe meer grote tubuli er dus open zijn wat weer meer gevoeligheid kan geven. Omdat slijtage en open tubuli een voorwaarde zijn, spelen erosieve processen een belangrijke rol bij tandhalsgevoeligheid. De manier van tandenpoetsen, in combinatie met de gebruikte tandpasta, kan de effecten van de erosieve processen bevorderen. Als er slijtage aan de wortel te zien is of als er sprake is van tandhalsgevoeligheid, is het belangrijk om een voedingsanamnese af te nemen bij de patiënt over het zuurgebruik.

Ideale tandpasta
De ideale tandpasta tegen tandhalsgevoeligheid is:

  • Niet irriterend (voor de tandzenuw)
  • Pijnloos bij aanbrengen
  • Makkelijk aan te brengen
  • Snel effectief
  • Langdurig effectief
  • Onder alle omstandigheden effectief
  • Geeft geen verkleuring

Abrasiviteit
De norm RDA-waarde (abrasiviteit) voor een tandpasta bedraagt 200: Als een tandpasta een RDA-waarde onder de 200 heeft, is er geen gevaar voor slijtage van de gebitselementen.

Het is niet zo eenduidig aan te geven welke rol de hardheid van de tandenborstel speelt. Een zachte tandenborstel neemt meer tandpasta mee over het vlak dan een harde tandenborstel wat een meer slijpende werking geeft. Zo kan de afsluiting van de tubuli weer teniet worden gedaan.

Groepen
Tandpasta’s tegen tandhalsgevoeligheid kunnen qua werking worden ingedeeld in twee groepen:

1. Occuldants
Deze type tandpasta’s verstoppen de tubuli, waardoor de gevoeligheid vermindert.
In deze categorie worden de volgende ingrediënten gebruikt:

  • Formaldehyde
  • Strontium-zouten
  • SnF2
  • Ca-dragers (Novamin, Arginine Ca-Carbonaat, CCP-ACP)

2. Geleidingsblokkers
Tandpasta’s in deze groep onderbreken de zenuwgeleiding waardoor de pijn vermindert. Gebruikte ingrediënten in deze categorie:

  • Kaliumchloride
  • Kaliumnitraat

Werking van tandpasta’s tegen tandhalsgevoeligheid
Tandpasta`s uit de eerste groep brengen een stop aan in de tubuli. Dit kan heel snel gebeuren bijvoorbeeld al na een eenmalige applicatie. Hoelang de stop blijft zitten hangt af van de oplosbaarheid van de stop en van factoren als het voedingspatroon en poetsgewoonten van de patiënt. Tandpasta’s tegen gevoelige tandhalzen uit de tweede groep brengen een overmaat kalium aan in de tubuli waardoor de pijngeleiding geblokkeerd wordt. Hier zijn een aantal poetsbeurten (dus dagen) voor nodig. Als je met de tandpasta’s stopt, zal het kalium weer uit de tubuli verdwijnen en is er geen werking meer.

Strontiumchloride is niet compatibel met fluoride. Tandpasta’s waarvan de werking op deze stof gebaseerd zijn, zijn beter niet aan te raden.

‘Patiënt moet uiteindelijk tevreden zijn’
Van Loveren analyseerde de 30 soorten tandpasta’s tegen gevoelige tandhalzen die verkrijgbaar zijn in Nederland. Hieruit bleek dat kalium-nitraat het meest gebruikte ingrediënt is. Alle geanalyseerde huismerk-tandpasta’s bevatten dit ingrediënt. Een Cochrane review over kalium gaf aan dat dit ingrediënt verbetering geeft als een mondzorgprofessional tandhalsgevoeligheid opwekt met een luchtspuit of sonde. Een rapport met bevindingen van patiënten over deze stof liet deze werking niet zo duidelijk zien. Van Loveren gaf daarom aan: ‘De patiënt moet tevreden zijn, anders is hij er niet veel mee opgeschoten. Elke behandeling is een experiment. Controleer het, je weet vooraf niet hoe het afloopt. Werkt een bepaalde variant tandpasta niet, adviseer een patiënt dan een andere type te gebruiken.‘

Prof. dr. Cor van Loveren studeerde tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit Utrecht van 1970-1976. In 1977 werd hij docent op de afdeling Sociale en Preventieve Tandheelkunde in Utrecht, belast met het onderwijs in de klinische preventie. Vervolgens verhuisde hij naar ACTA, waar hij sindsdien werkt bij de afdeling Cariologie Endodontie Pedodontologie. Hij geeft onderwijs en doet onderzoek op het gebied van de preventieve tandheelkunde en publiceert regelmatig in zowel nationale als internationale tijdschriften. In 1978 werd hij lid van het Adviescollege van het Ivoren Kruis en leidt dit college sinds 2000 als voorzitter. In november 2005 is hij benoemd tot bijzonder hoogleraar Preventieve Tandheelkunde aan de Universiteit van Amsterdam vanwege het Ivoren Kruis. Van 2009 tot 2011 was hij voorzitter van ORCA, de Europese organisatie voor cariësonderzoek. 

Verslag door Anita de Klerk voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Cor van Loveren tijdens het Ivoren Kruis congres.



Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z

Britse studenten oefenen boren met nieuw 3D-programma

Tandheelkunde studenten van de universiteit Leeds Dental Institute oefenen sinds kort met een nieuwe 3D-simulatie techniek waarmee zij kunnen boren bij virtuele patiënten, meldt Dentistry.

De techologie moet voor studenten de stap overbruggen tussen het de theorie en het moment van behandelen van echte patiënten.
De virtuele mond heeft een vibrerende technologie die vergelijkbaar is met simulatoren voor pilotentrainingen en vibrerende hand controllers van computer games.

Bij het boren van de tanden geeft de virtuele mond feedback aan de studenten waardoor zij het verschil voelen tussen boren in gezond glazuur en op plaatsen met tandbederf. De weerstand leert studenten hoeveel druk zij kunnen toepassen bij het boren.

De universiteit van Leeds heeft voldoende ‘virtuele monden’ aangeschaft om elke student regelmatig te laten oefenen.






He said: ‘Up until now, students have practiced using a phantom head. You need these to help you get to grips with what it’s like to have a real patient in front of you. But it’s still a big step to then drill into someone’s teeth for the first time. Dentistry is all about skill, dexterity and most importantly, practice. So having a virtual mouth to test and perfect your skills on, time and time again, means our students are going to be very well practiced before they treat a patient.’

The virtual environment also allows dental students to play back what they’ve done, examine their technique, analyse how successful they were and identify areas for improvement.

It also prepares students for a wider range of dental procedures, building up more complex cases than a phantom head can offer, such as tackling decay on a single tooth through to opening teeth for root canal treatment.

He added: ‘The students who have trialled the virtual mouths have already appreciated the very realistic experience it offers, even down to working with a tongue that reacts to your touch. This technology presents a huge step forward in the way dentistry students will master their training.’

Lees meer over: Kennis, Restaureren, Scholing, Thema A-Z

In september weer start applicatiejaar Tandheelkunde voor mondhygiënisten

ACTA start medio september weer het applicatiejaar Tandheelkunde voor studenten met een bachelordiploma Mondzorgkunde. Tot en met 1 juni 2013 is aanmelding mogelijk.

 

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
klikgebit-schema-90

Genoeg houvast in bovenkaak voor klikgebit op 4 implantaten

Voor een kunstgebit op implantaten in de bovenkaak is het voldoende om vier implantaten in te brengen, in plaats van de gebruikelijke zes. Deze conclusie trekt UMCG-tandarts en implantoloog Wim Slot, meldt het UMCG.

Promotieonderzoek
Een klikgebit op vier implantaten is volgens Slot goedkoper, vergt een kortere behandeltijd en de nabezwaren voor de patiënt zijn veelal geringer. Slot promoveerde op 22 april aan de Rijksuniversiteit Groningen.

“De keuze voor zes implantaten is indertijd op pragmatische gronden gemaakt. We hebben nu wetenschappelijk onderbouwd dat een klikgebit op 4 implantaten net zo goed is,” licht Slot toe.

Voordelen
Slot stelde vast dat er medisch gezien voordelen zijn om vier implantaten te plaatsen. Er hoeft minder ver in de mond geopereerd te worden, er is iets meer ruimte tussen de implantaten en de kans dat een implantaat niet goed hecht in de bovenkaak is heel klein. “Een veel gebruikt argument voor zes implantaten is de kans dat er eentje verloren gaat. Als je maar vier implantaten hebt, dan is verlies van een implantaat niet wenselijk,” aldus Slot. Hij stelt echter dat dit maar zo zelden voorkomt, dat het argument nauwelijks weegt ten opzichte van de voordelen van de minder zware ingreep bij vier implantaten.

Prothese
De kaakchirurg is verantwoordelijk voor de plaatsing van de implantaten, en de tandarts maakt in samenwerking met de tandtechnicus de prothese. Volgens Slot is het maken van een klikgebit voor zes implantaten lastiger dan eentje voor vier. Hij vindt dat er weinig overleg is tussen beide beroepsgroepen waardoor er weinig gezocht is naar verbeterde procedures. In het UMCG worden inmiddels bij alle patiënten vier implantaten ingebracht in plaats van zes. Slot verwacht dat meer ziekenhuizen hun beleid zullen veranderen.

Wim Slot (Coevorden, 1960) is als tandarts/implantoloog werkzaam bij het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde (CTM) van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Hij voerde zijn onderzoek uit bij het Kolff Instituut in het kader van de onderzoekslijn Maintaining Oral Health and Oral Function. Slot promoveert bij prof.dr. H.J.A. Meijer, prof.dr. G.M. Raghoebar en prof.dr. A. Vissink. De titel van zijn proefschrift is “Implant-supported maxillary overdentures.”

Bron:
UMCG

Lees meer over: Implantologie, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Slijpt u uw instrumenten nog zelf? Vul de vragenlijst in

Oproep deelname onderzoek Hogeschool Zeeland

Een veel gehoord probleem binnen de tandheelkunde is het zelf moeten slijpen van tandheelkundige instrumenten als curettes en scalers. Het slijpen van deze instrumenten kost een praktijk veel tijd en dus geld. Ook wordt dit werk door het slijpend personeel vaak als saai en vervelend beoordeeld. De Hogeschool Zeeland onderzoekt nu de behoeftes van tandartspraktijken voor het uitbesteden van slijpwerk.

Via deze oproep vragen wij u mee te werken aan dit onderzoek zodat samen met u een passende oplossing voor dit probleem kan worden ontwikkeld. De resultaten van dit onderzoek dragen bij aan een:
 
– algehele tijd- en kostenbesparing binnen de tandheelkunde
– verhoogd gebruiksgemak van uw instrumenten
– verhoogd werkplezier van uw personeel

De resultaten worden na afronding van het onderzoek openbaar gemaakt en direct met de respondenten gedeeld.

Kans op keramisch koksmes
Ook maken alle deelnemers kans op een Japans Dragonknife keramisch koksmes t.w.v. €199.

Deelnemen
Bent u tandarts of mondhygiënist(e) en wilt u aan dit onderzoek deelnemen? De enquête is online via deze link geheel anoniem en binnen 9 minuten in te vullen. Ook wanneer u uw instrumenten niet slijpt wordt uw medewerking zeer op prijs gesteld.

Vragen
Voor eventuele vragen over dit onderzoek kan u contact opnemen met Robbert Meeuwse tel: 06-52339295 of via e-mail

Bij voorbaat dank voor uw deelname.

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Minder klachten droge mond door gerichtere bestraling

Minder klachten droge mond door gerichtere bestraling

Onderzoekers van het UMC Utrecht slagen er steeds meer in speekselklieren te behouden bij patiënten met mond-keelkanker waardoor ernstige klachten van droge mond worden voorkomen. Dit een is veelvoorkomende bijwerking van de behandeling, meldt Nieuwsbank.

Onderzoek
Bij 102 patiënten met mond-keelkanker pasten de onderzoekers van het UMC Utrecht een nieuwe bestralingstechniek toe waarmee omliggend weefsel minder stralingsschade ondervindt dan bij gewone radiotherapie. Naast oorspeekselklieren hoopten ze de onderkaakspeekselklieren te sparen. Schade aan de onderkaakspeekselklieren veroorzaakt droge mondklachten die gepaard gaan met pijn, zweertjes, ontstekingen, kauw- en slikproblemen.

Resultaat
Uit de analyses bleek dat de functie van de onderkaakspeekselklieren bij patiënten met kleine keeltumoren kunnen worden behouden, waardoor er minder droge mondklachten zijn dan bij mensen waarvan de onderkaakspeekselklier een hoger bestralingsdosis kreeg.

Deze studie maakt deel uit van het promotieonderzoek van dr. Tim Dijkema, die op 28 maart promoveerde aan de Universiteit Utrecht (Promotor: Prof. dr. M. van Vulpen). Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door een subsidie van KWF Kankerbestrijding. Dr. Terhaard presenteerde de resultaten op 20 april tijdens het 2de Forum van de Europese Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (ESTRO) in Geneve (Zwitserland).

Referenties:
Terhaard CHJ, Dijkema T, Braam P, Roesink JM, Raaijmakers CPJ. Sparing the contralateral submandibular gland in oropharyngeal cancer patients; dose-response analysis. Presented at the 2nd Forum of the European Society for Radiotherapy and Oncology, Geneva (Switzerland), April 20-23, 2013.

Bron:
Nieuwsbank

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Kroegenbridgetocht voor goede doel: tandheelkundige hulp aan Kenia

Op zaterdag 13 april kwamen 120 bridgers naar Wassenaar waar zij speelden voor het goede doel: tandheelkundige hulp aan Kenia.

Enkele horecagelegenheden, de bibliotheek en het Regthuys hadden hun locatie beschikbaar gesteld voor het spel van de bridgers.
De verkoop van lootjes, het inschrijfgeld en donaties brachten ruim 3.000 euro op. Dit geld wordt besteed aan tandheelkundige hulp in Kenia door de stichting Dutch Dental Care Deze stichting is opgericht om in ontwikkelingslanden belangeloos met eenvoudige middelen curatieve, preventieve tandheelkundige hulp en educatie te verlenen in de ruimste zin van het woord.

Projecten
Dutch Dental Care zendt jaarlijks zes teams bestaande uit tandartsen, kaakchirurg, assistentes, mondhygiënisten en ondersteuning naar Kenia om op scholen tandheelkundige zorg te verlenen. De deelnemers betalen hun eigen reis en verblijf. De twee door DDC opgezette klinieken waar patiënten zich tegen een geringe vergoeding kunnen laten behandelen wordt door Keniaanse mensen gerund. DDC steunt hen bij de aanschaf en onderhoud van materialen en apparatuur maar is daarbij afhankelijk van giften en donaties.

Bron:
Wassenaarders.nl

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Positieve reacties Dag van de Mondhygiënist

Op zaterdag 20 april organiseerde de NVM de eerste Dag van de Mondhygiënist. Het publiek werd uitgenodigd om een kijkje te nemen in een mondzorgpraktijk. Zo’n 250 praktijken door het hele land stelden hun deuren open, is op te maken uit de lijst van deelnemers op de NVM-website.

Opening door look-alike Prinses Maxima
Als symbolische start opende look-alike Prinses Maxima de open dag onder politiebegeleiding en knipte zij om 12.30 uur een lintje door in het centrum van Alkmaar.




In de ‘Poetsbus’, een voormalige Amerikaanse schoolbus, konden mensen plaatsnemen in de behandelstoel voor een mondzorgadvies.

Een greep uit de Twitter reacties

@demondhygienist – Mondhygiënepraktijk Agnes Sluijter

Erg leuke dag #dvdm gehad. Mensen kwamen gericht met vragen. We hebben ons goed op de kaart gezet.



@dvankauuwen – Mondzorg Sittard
Twitterde eerst ‘@NVMmondzorg Onze praktijk mocht gisteren….. niemand(!) verwelkomen! Lieve vrienden, buren&familie zorgden voor een gezellige dag #dvdm’. Uiteindelijk bleek haar praktijk wel de krant gehaald te hebben en twitterde zij ‘@NVMmondzorg We hebben in elk geval wél de krant gehaald ;-)’.



@Jessicabeumer – Jessica van Lingen – Mondhygiënepraktijk Almelo
8 mensen begroet in onze Mondhygiene Praktijk, enthousiast, kritisch en vol vragen. You go hedendaagse zorgconsument! #compliment #dvdm

@ZorgBoxmeer – Zorg Boxmeer
Opendag Mondhygienistenpraktijk #Boxmeer #dvdm vandaag tot 13uur! kiesvoorjegebit.nl



@TandartsRooker – Tandarts Rooker
De mondhygienistendag was een groot succes! Veel enthousiaste en geïnteresseerde mensen in de stoel gehad. Volgend jaar weer!

@wschulein – Wendelien Schülein
Geslaagde dag @ParoUtrecht gehad, nu eindelijk weekend! #dvdm

@mondpluszorg – Mondhygiënistenpraktijk Culemborg
NVM bedankt voor het initiatief voor de #dvm en ook bedanken we de bezoekers en de ruim 20 mensen die ook hun mond open durfden te doen.

@PraktijkNijland – Mondhygiëniste Praktijk Samanth Nijland
Zeer geslaagde eerste Dag van de Mondhygiënist! Leuke en enthousiaste mensen over de vloer gehad. Wat mij betreft volgend jaar weer! #DvdM

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
Tandenpoetsweek

Noordelijke Tandenpoetsweek: poetsles op basisscholen

Van 8 t/m 12 april werd voor de derde keer de Noordelijke Tandenpoetsweek gehouden. Derdejaars studenten mondzorgkunde van de Hanzehogeschool gaven voorlichtingslessen over mondgezondheid op basisscholen.

De week werd georganiseerd door GGD Fryslân en GGD Drenthe in samenwerking met de opleiding mondzorgkunde van de Hanzehogeschool in Groningen. Voor de lessen werden de materialen en poetspakketten van het project Hou je mond gezond! gebruikt.

Meer dan 100 groepen kregen een les. Hierbij werd aandacht besteed aan voeding en gebitsverzorging. Aan het eind van de les kregen de kinderen een poetsinstructie en een tandenborstel. Voor de ouders werd ook informatie meegegeven.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Video

IT-poster over het effect van softpicks

De IT-mondhygiënistengroep Amersfoort III (Keistad) maakte een poster over het effect van softpicks (rubberen interdentale borstels) op de klinische parameters bij patiënten met gingivitis, in vergelijking met andere interdentale hulpmiddelen. Bekijk de poster.

Conclusie
De IT-groep concludeert dat er op dit moment slechts één klinische studie is die de effectiviteit van rubberen interdentale borstels op de klinische parameters van gingivitis onderzocht. Dit onderzoek laat zien dat het effect van Softpicks op de plaque-, bloeding-, en gingivitis index vergelijkbaar is met Glide Floss, Go-betweens en Flossers.

Discussie
Volgens de IT-groep Amersfoort III is er discussie over de volgende punten:

  • Er is onvoldoende wetenschappelijk bewijs om de vraagstelling te beantwoorden.
  • In Yost et al 2006 blijkt het effect van Softpicks vergelijkbaar met floss. De literatuur beschrijft dat floss onvoldoende effect heeft op plaqueverwijdering en reductie van gingivitis6.
  • Men zal altijd de grootte van de interdentale ruimte mee moeten wegen in de keuze van een interdentaal hulpmiddel.
  • Er is meer onderzoek nodig naar het gebruik van de rubberen interdentale borstels. Het bewijs is niet sterk genoeg om een
    Evidence Based advies te geven.

Bekijk een vergrote versie van de poster

Door:
De poster werd opgezet door de IT-Groep Amersfoort III (Keistad), bestaande uit Venhar Akcan, Zina Alhamrany, Babette Bax, Gerda Blok, Karlijn Borg, Emine Demir, Karien Dijkhuis, Nienke Hennequin, Marlène Richardson. Lilian Dijkhuis deed de vormgeving van de poster.


Download brochure softpicks-poster-a4-nieuw-1.pdf
Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z