De geïmpacteerde, klachtenvrije derde molaar in de onderkaak, klinische praktijkrichtlijn

Inhoud
De derde molaar in de onderkaak breekt, onder normale omstandigheden, op 17 à 21-jarige leeftijd door. Bij doorbraak zijn de wortels van deze gebitselementen tot op een lengte van een-tweede tot een-derde van de uiteindelijke wortellengte afgevormd.

Er zijn echter nogal wat oorzaken waardoor de derde molaren in de onderkaak niet of niet volledig tot op occlusaal niveau doorbreken, maar waarbij de wortels, te beoordelen op een röntgenfoto, geheel zijn afgevormd. In de klinische tandheelkunde wordt dan gesproken van impactie of retentie. Hoewel in de literatuur verschillen tussen de termen ‘impactie’ en ‘retentie’ beschreven zijn worden zij in deze richtlijn als synoniemen beschouwd.

Geïmpacteerde derde molaren in de onderkaak kunnen bij de periodieke gebitscontrole van (jonge) volwassenen klachtenvrij worden aangetroffen. Om te voorkomen dat een geïmpacteerde, klachtenvrije derde ondermolaar alsnog klachten gaat veroorzaken kunnen deze preventief worden verwijderd. Het verwijderen van derde molaren verloopt niet altijd zonder nabezwaren. Nadelen zoals de mogelijkheid van angstbeleving en de kansen op pijn tijdens de behandeling, napijn, alveolitis, beschadiging van zenuw- en bloedvatweefsel en beschadiging van een belendende tweede molaar of het daarbij behorende parodontium kunnen optreden. De voordelen van een preventieve verwijdering moeten tegen de nadelen van de verwijdering worden afgewogen. De genezing blijkt na verwijdering van een derde molaar in de onderkaak beter te verlopen bij de patiëntengroep tot een leeftijd van 25-30 jaar

. In deze richtlijn wordt voor de adviezen derhalve onderscheid gemaakt tussen twee patiëntengroepen: een eerste groep met een leeftijd jonger dan 25-30 jaar, en een tweede groep ouder dan 25-30 jaar.


Download brochure umc-st-radboud-kpr-m3.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Taakdelegatie in de mondzorg: wie mag wat doen?

Taakdelegatie in de mondzorg wordt door veel tandartsen als lastig ervaren. Tijmen Hiep, tandarts en jurist gezondheidsrecht, heeft er uitgebreid onderzoek naar verricht en geeft een toelichting.

Verslag van de lezing van Tijmen Hiep gegevens tijdens het ANT congres Wet- en regelgeving en kwaliteit in de tandartspraktijk.

De Wet op Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) heeft vastgelegd op welke manier personen tot handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg bevoegd zijn. De kwaliteit van de zorg wordt bewaakt door algemene regels over de kwaliteit van alle zorgverleners en aparte regelingen voor bepaalde risicovolle handelingen, de zogenaamde voorbehouden handelingen.

Voorbehouden handelingen
Bepaalde handelingen zijn door de wetgever aangewezen als voorbehouden handeling omdat deze veel gevaar voor de patiënt zouden opleveren als deze door een ongekwalificeerd persoon zouden worden uitgevoerd. Dit wil niet zeggen dat niet-voorbehouden handelingen niet pertinent ongevaarlijk zijn. Ook bij niet-voorbehouden handelingen is bekwaamheid vereist. Tandheelkundige voorbehouden handelingen zijn:

  • het uitvoeren van ‘heelkundige handelingen’
  • het geven van injecties
  • het onder narcose brengen
  • het maken van röntgenopname
  • het voorschrijven van UR-medicatie

Een heelkundige handeling is een handeling op het gebied van de geneeskunst, waarbij de samenhang van weefselen wordt verstoord, die zich niet direct herstellen.

Zelfstandig bevoegd
Er is een zware beroepenregeling op grond van artikel 3 Wet BIG, waarbij een beschermde beroepstitel geldt, er een beroep gedaan kan worden op het publieke tuchtrecht en de hulpverlener onder het publieke tuchtrecht valt. Het betreft zelfstandig bevoegd hulpverleners, die geheel zelfstandig indicatie voor voorbehouden handelingen kunnen stellen en, mits zij bekwaam zijn, deze handelingen ook geheel zelfstandig kunnen uitvoeren. De tandarts en de kaakchirurg zijn zelfstandig bevoegd.

Functioneel zelfstandig bevoegd
Er is ook een lichte beroepenregeling op grond van artikel 34 Wet BIG, waarbij een beschermde opleidingstitel geldt. Deze functioneel zelfstandige hulpverlener mag specifiek voorbehouden handelingen op basis van opdrachtverstrekking geheel zelfstandig uitvoeren. Er mogen geen indicaties voor voorbehouden handelingen gegeven worden, dit is voorbehouden aan de zelfstandig bevoegde hulpverlener. Deze groep valt niet onder het publiek tuchtrecht. De mondhygiënist is functioneel zelfstandig bevoegd en heeft zelfstandige uitvoeringsbevoegdheid voor bijvoorbeeld lokaalanesthesie.

Niet zelfstandig bevoegd
Alle hulpverleners die niet zelfstandig bevoegd of functioneel zelfstandig bevoegd zijn. Zij zijn niet bevoegd tot het stellen van indicatie voor voorbehouden handelingen en niet bevoegd tot het zelfstandig uitvoeren van deze voorbehouden handelingen. De tandartsassistente, preventie-assistente en de student tandheelkunde zijn niet-zelfstandig bevoegd.

Voorwaarden taakdelegatie
De Wet BIG staat toe dat voorbehouden handelingen worden uitgevoerd door niet-zelfstandig bevoegden, mits voldaan is aan de gestelde voorwaarden. De zelfstandig bevoegde hulpverlener is dan de opdrachtgever en de niet-zelfstandig bevoegde hulpverlener is de opdrachtnemer. Voor deze taakdelegatie gelden de volgende voorwaarden:

  • Vereiste van opdracht: Er is mondeling of schriftelijk opdracht gegeven door een zelfstandig bevoegde hulpverlener die indicatie heeft gesteld en ook deskundig is om indicatie te stellen. Een schriftelijke opdracht heeft de voorkeur, omdat dit te bewijzen is. De opdrachtnemer moet binnen de grenzen van de opdracht blijven.
  • Vereiste van aanwijzing: Er worden aanwijzingen gegeven voor de wijze waarop de handeling moet worden uitgevoerd. Ook worden er algemene aandachtspunten voor observatie na handeling en instructies voor handelen bij bepaalde verschijnselen gegeven. Algemene aanwijzingen en instructies vastleggen in een protocol is toegestaan, indien deze up to date gehouden wordt en er evaluatie plaatsvindt. De noodzaak van en het moment dat een aanwijzing gegeven moet worden, is afhankelijk van de aard van de handeling en de complexiteit van de situatie.
  • Vereiste van toezicht en tussenkomst: De fysieke aanwezigheid in het pand is verplicht. Daarnaast is het toezicht afhankelijk van de ervaring van de opdrachtnemer. Tussenkomst moet gepleegd worden als ingrijpen redelijkerwijs noodzakelijk is of wanneer de professionele standaard of een spoedeisende situatie dit vereist.
  • Vereiste van bekwaamheid: Bekwaamheid kan blijken uit gerichte scholing en praktijkervaring en is afhankelijk van de concrete werksituatie en de frequentie van uitvoering. Bekwaamheid betekent naast het technisch juist uitvoeren van een handeling ook de kennis hebben over het doel, de gevolgen en de mogelijke complicaties. De bekwaamheid van een opdrachtnemer dient gecontroleerd te worden door de opdrachtgever, maar de opdrachtnemer moet zichzelf ook bekwaam achten. Diploma’s of certificaten moeten geverifieerd worden of moeten bij een interne opleiding door derden uit het opleidingscircuit getoetst worden.

Taakdelegatie is niet niks, er komt veel bij kijken. De conclusie is dan ook: als u het doet, doet u het dan goed. Handel altijd in het belang van de patiënt!

Tijmen Hiep is tandarts-algemeen practicus sinds 2007 en sinds 2011 jurist op het gebied van het gezondheidsrecht waarbij zijn afstudeerscriptie in het teken stond van taakdelegatie en voorbehouden handelingen in de tandheelkunde. Daarnaast is er een publicatie van zijn hand over dit onderwerp verschenen in het boek ‘Het tandheelkundig jaar 2013’ waarin een vergelijking van de wetgeving over deze onderwerpen tussen Nederland en België is gemaakt. Bekijk dit artikel via de LinkedIN pagina van Tijmen Hiep.

Verslag door Vera Markus voor dental INFO van het ANT-congres Wet- en regelgeving en kwaliteit in de tandartspraktijk.



Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z

Richtlijn Orale Mucositis bij Patiënten met Kanker

Deze doelstelling sluit aan bij project van het Landelijk Expertisecentrum voor Verpleging & Verzorging (LEVV), UMC St. Radboud, het Nivel de Vereniging van Integrale Kankercentra (VIKC) dat als doel heeft een landelijke evidence based richtlijn te ontwikkelen om de kwaliteit van de verpleegkundige zorg aan
patiënten met kanker te verhogen.

De richtlijn beschrijft de zorgverlening door verpleegkundigen aan patiënten die worden behandeld met chemotherapie of radiotherapie in het hoofd-halsgebied. Orale mucositis komt erg veel voor bij deze patiënten en vermindert de kwaliteit van leven aanzienlijk. Het leidt tot vertraging van de behandeling en het vergroot de kans op infecties. Verpleegkundigen spelen een belangrijke rol bij het scoren van orale mucositis en het geven van voorlichting aan de patiënt. Samenwerking met andere disciplines, zoals tandheelkundig professionals en radiotherapeuten is van groot belang voor adequaat management van orale mucositis.


Download brochure richtlijnoralemucositisnov2007.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Praktijkrichtlijn Second Opinion

In deze praktijkrichtlijn wordt ingegaan op de definitie en de doelstelling van een second opinion en de hierbij te volgen werkwijze. Nadrukkelijk komen de posities van zowel de aanvrager (patiënt of collega-tandarts) als de second opiniongever aan de orde. Aangezien second opinion niet is bedoeld als middel om een klacht te uiten wordt in deze praktijkrichtlijn geen aandacht besteed aan het geven van een oordeel over een reeds uitgevoerde behandeling, noch aan eventuele bemiddeling tussen eerste meninggever en de patiënt door de second opiniongever.


Download brochure praktijkrichtlijn-second-opinion-2004.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Praktijkrichtlijn Tandletsel

Bij verdenking op cerebrale schade of ander letsel dat medisch ingrijpen nodig maakt, wordt de tandheelkundige behandeling tot een minimum beperkt en wordt voor een adequate verwijzing zorggedragen. Bij een acute bloeding of urgente replantatie is een snel tandheelkundig ingrijpen noodzakelijk. In dat geval kan de tandarts in eerste instantie de anamnese tot het hoogstnoodzakelijke beperken. Na behandeling kan een verdere anamnese worden afgenomen.


Download brochure nmt-201010-prl-tandletsel.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Richtlijn voor de (na)zorg bij patiënten met implantaten

Doordat er tegenwoordig meer implantaten geplaatst worden, zal de vraag naar de zorg op dit gebied ook groter worden. De mondhygiënist komt zeker in aanraking met patiënten die al implantaten hebben, implantaten gaan krijgen of hierover informatie wensen. Ook zal de mondhygiënist een belangrijkere rol gaan spelen in de nazorg van implantaatpatiënten.

Als een implantaat met de daarop volgende prothetische voorziening geplaatst is, is het belangrijk dat er een strikt controleregime wordt ingesteld(Balshi,1986; Friedman,1991). De patiënt zal periodiek terug moeten komen voor controle van de peri-implantaire weefsels en van de suprastructuur. Er is echter geen eenduidigheid met betrekking tot de frequentie van deze controle en wat er precies gedaan moet worden tijdens zo’n controle. Ook voor het geven van de mondhygiëne instructie bij implantaatpatiënten is geen duidelijke richtlijn.

In de literatuur is weinig informatie bekend over het voorkomen van periimplantitis. In een systematische review over complicaties bij implantaten, in studies van minstens 5 jaar, varieerde het voorkomen van peri-implantitis van 0% tot 14,4% (Berglundh et al.,2002). Het is heel goed mogelijk dat het voorkomen ervan is gerelateerd aan het aantal jaren dat een implantaat aanwezig is in de mond. Ook is er recent bewijs dat het voorkomen van peri-implantitis hoger kan zijn bij patiënten waarbij implantaten geplaatst zijn ter vervanging van elementen die door chronische parodontitis verloren zijn gegaan(Karoussis et al.,2003).

Daarom is het belangrijk dat er regelmatig controles worden uitgevoerd en dat de instructie voor de patiënt waar nodig wordt aangescherpt. Met deze achtergrond is er behoefte aan een richtlijn betreffende de nazorg van implantaten. Binnen de opleiding mondzorgkunde is hiervoor geen richtlijn beschikbaar.


Download brochure inf-richtlijnontwikkeling.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Preventie bacteriële endocarditis

Endocarditis-profylaxe is een incidentele preventieve maatregel die wordt genomen bij patiënten die als gevolg van een aangeboren of verworven afwijking van het hart een verhoogde kans op endocarditis hebben na een diagnostische of therapeutische ingreep waarbij een bacteriëmie kan ontstaan. Het risico op endocarditis hangt af van de cardiale afwijking, de aard van de ingreep en het micro-organisme dat daarmee samenhangend in de circulatie komt. De profylaxe moet zoveel mogelijk zijn gericht op het micro-organisme dat naar verwachting in de bloedbaan zal komen. Het doel van dit advies is u te informeren over het soort patiënten dat een verhoogd risico op endocarditis heeft, over ingrepen waarbij profylaxe is geïndiceerd en de antibiotica die daarbij worden geadviseerd.


Download brochure rp54-web-2.pdf
Lees meer over: Adviezen, Kennis

Richtlijn Mondholte- en Orofarynxcarcinoom

Carcinomen van de mondholte en orofarynx worden in Nederland relatief weinig gediagnosticeerd:
gemiddeld bij 800 patiënten per jaar. In de afgelopen tien jaar is een jaarlijkse stijging van het aantal patiënten van ongeveer 4% waargenomen. Ondanks voorlichting over vroegtijdige ontdekking, worden carcinomen van mondholte en orofarynx in het merendeel van de gevallen pas in een laat stadium behandeld.

De zorg voor patiënten met deze tumoren is in voortdurende ontwikkeling. Op initiatief van de Nederlandse Werkgroep Hoofd-Hals Tumoren (NWHHT) is in samenwerking met het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO een richtlijn ontwikkeld voor de diagnostiek, behandeling, nazorg en follow-up van patiënten met een mondholte- of orofarynxcarcinoom. In deze multidisciplinaire, ‘evidence-based’ richtlijn is tevens rekening gehouden met aspecten van kosteneffectiviteit en zijn indicatoren vastgesteld die het mogelijk maken de mate van implementatie van de richtlijn te meten. De ontwikkeling van de richtlijn is mede
gesteund door het programma ‘Ontwikkelen en implementeren van medisch specialistische richtlijnen’ van de Orde van Medisch Specialisten.


Download brochure rlmondholte2004.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Diagnostiek en behandeling van het obstructieveslaapapneusyndroom bij volwassenen

Het obstructieveslaapapneusyndroom (OSAS) wordt gekenmerkt door een herhaald optreden van episoden van hogere luchtwegobstructie tijdens de slaap, gewoonlijk geassocieerd met zuurstofsaturatiedaling in het bloed. Tijdens de slaap collabeert de absoluut of relatief te nauwe en/of te slappe farynx waardoor onderbreking van de luchtstroom (apneu) optreedt. Hervatting van de ademhaling is pas weer mogelijk na een ontwaakreactie (arousal) en daarbij optredend herstel van de luchtwegdoorgankelijkheid. Slaapapneu gaat doorgaans gepaard met heftig snurken en forse bewegingsonrust. De prevalentie van OSAS in Nederland bedraagt ca 40.000 mannen en ca 10.000 vrouwen.

De gevolgen van OSAS zijn met name hypersomnolentie overdag en afname van mentale vermogens leidend tot problemen met betrekking tot beroepsuitoefening en sociale participatie, verminderde kwaliteit van leven, vergrote kans op ongevallen en hinder voor de partner. Daarnaast is OSAS een risicofactor voor hypertensie en cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit.

Door goede en tijdige diagnostiek en adequate behandeling van OSAS kan er een aanzienlijke gezondheidswinst geboekt worden. OSAS betreft veelal mannen, in de tweede helft van de beroepsleeftijd, wat neerkomt op een categorie van de bevolking met gemiddeld de grootste bijdrage aan het BNP. Goede behandeling zal leiden tot minder uitval van deelname aan het arbeidsproces, verminderde zorgvraag door comorbiditeit en verminderd risico op verkeersongevallen.
Sinds de totstandkoming van de huidige consensusrichtlijn ‘Diagnostiek en behandeling van obstructief slaapapneusyndroom bij volwassenen’ uit 2001 is er veel veranderd op het gebied van diagnostiek en behandeling van OSAS.

In 2004 heeft TNO Preventie en Gezondheid in samenwerking met het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO een evaluatie uitgevoerd van het gebruik van CPAP-apparatuur in de thuissituatie.

Daarnaast heeft de Apneu Vereniging in 2005 een enquête uitgezet onder haar leden, waarin gevraagd werd naar processen rond diagnostiek en behandeling. Uit de evaluatie en de enquête kwamen de volgende knelpunten naar voren:

  • Diagnostiek in eerste en tweede lijn (onderdiagnostiek, tijdige diagnostiek, welke diagnostiek).
  • In de richtlijn uit 2001 wordt slechts in beperkte mate aandacht besteed aan de organisatie van zorg. De behandeling OSAS gebeurt soms mono- en soms multidisciplinair en er ontbreken duidelijke afspraken over taken en verantwoordelijkheden tussen de verschillende disciplines, wat leidt tot slechte onderlinge afstemming.
  • Omdat de noodzaak, frequentie en duur van de follow-up onduidelijk is, is de follow-up van OSAS vaak onvoldoende.
  • Indicatiestelling CPAP in relatie tot alternatieve behandelwijzen.

Bovengenoemde overwegingen waren voor de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose aanleiding een multidisciplinaire, ‘evidence-based’ richtlijn te ontwikkelen voor diagnostiek en behandeling van het obstructieveslaapapneusyndroom bij volwassenen. Het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO verleende hierbij methodologische expertise.


Download brochure richtlijn-osas-definitief-09-02-2009.pdf
Lees meer over: Kennis

Help jongeren bij stoppen met roken

Jongeren hebben meer informatie nodig over de voordelen van het stoppen met roken. Drie van de vijf jongeren (60%) tussen de 18-29 jaar neemt geen initiatief om te stoppen. Slechts één op de vier (25%) onderneemt wel een poging hiertoe en maar 14% lukt het om meer dan 30 dagen niet te roken. Dit blijkt uit onderzoek van the American Journal of Public Health, meldt Dentistry.

Een groot percentage van de mensen die roken, krijgt vroeg of laat een tabaksgerelateerde ziekte en mondkanker is een van de vormen hiervan. De Britse Dental Health Foundation roept mondzorgprofessionals op om jong volwassenen te wijzen op de gevaren van roken. “Veel mensen weten dat roken aanslag op de tanden kan geven, maar velen weten niet dat roken kan leiden tot tandvleesontsteking, verlies van tanden en zelfs mondkanker”, zegt Dr Carter, voorzitter van de Britse Health Foundation.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Close-up of model teeth

Onze voorouders hadden beter gebit

Nieuw onderzoek laat zien dat onze voorouders een beter gebit hadden dan wij. Het aantal verschillende mondbacteriën is sterk verminderd waardoor onze mond vaker met ziektes te maken heeft, schrijft Scientias.

Onderzoek
Onderzoekers van de universiteit van Adelaide in Australië onderzochten bacteriën op tanden van mensen die vandaag leven, in de prehistorie leefden, tijdens de Bronstijd en in de Middeleeuwen. Hiervoor bekeken zij het DNA in verkalkte bacteriën op de tanden van menselijke resten die wel tot 7500 jaar oud waren.

Minder divers
Zij constateerden dat de mondbacteriën flink veranderden toen de mensen zich richtten op de landbouw en de periode van jagers en verzamelaars eindigde. Na de industriële revolutie veranderden de bacteriën in de mond weer. Orale bacteriën in moderne mensen zijn opvallend minder divers dan in historische populaties en we denken dat dit bijdraagt aan chronische orale en andere ziekten in het leven van mensen die na de Industriële revolutie zijn geboren, schrijft de website.

Het volledige onderzoek kunt u lezen in het blad Nature Genetics.

Bron:
Scientias

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Tandartsbusje uit Westland naar Afrika

Zes auto’s met Westlandse vrijwilligers vertrokken op 16 februari naar Gambia met materialen voor het starten van een tandartspraktijk. Eén van de auto’s is omgebouwd tot tandartspraktijk die in Gambia zal worden bemand door een Nederlandse tandarts. De tandarts gaat gebitsbehandelingen doen en zal poetslessen aan kinderen en hun ouders geven. Ook zal de tandarts Gambiaanse studenten tandheelkunde les geven zodat zij hun landgenoten kunnen helpen.

De mondzorg in Gambia is slecht georganiseerd. ‘Er is misschien één tandarts voor een gebied zo groot als Zuid-Holland’, zegt de Westlandse tandarts Arjan Starrenburg, één van de deelnemers aan de actie. ‘Dus de kennis over goede tandzorg is er belabberd. Wanneer kinderen kiespijn hebben krijgen ze bij wijze van spreken een snoepje.’

Het project is een initiatief van Stichting Westland4Gambia, die regelmatig projecten organiseert om de Gambiaanse bevolking te helpen.

Bron:
Omroep West

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

NMT vraagt commentaar op herziene Richtlijn Tandheelkundige Radiologie

De herziene richtlijn geeft aanbevelingen over het gebruik van röntgenstraling voor het afbeelden van structuren in het hoofd-halsgebied en het interpreteren van deze beelden voor een tandheelkundige klinische vraagstelling. De NMT nodigt mondzorgprofessionals uit commentaar op deze herziene versie te geven.

Bekijk de herziene richtlijn

Geef uw commentaar online door aan de NMT

In deze herziene richtlijn is aandacht besteed aan de thema’s bevoegdheid, deskundigheidseisen en opdracht geven voor het maken van röntgenopnamen aan andere zorgverleners. Gezien de veranderingen in de beschikbaarheid van apparatuur is er een ConeBeam-paragraaf toegevoegd. Om de goede werking van de röntgenapparatuur te borgen wordt er in de richtlijn tevens ingegaan op het technisch onderhoud aan röntgen- (en gerelateerde) apparatuur en de keuring van röntgenapparatuur.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

App GezondeMond nu ook voor Android en tablets

Wie graag een gezonde mond heeft en houdt, downloadt nu gratis de app GezondeMond van het Ivoren Kruis. De app is een handig hulpmiddel bij de dagelijkse mondhygiëne. De app is nu ook beschikbaar voor Android en tablets en verkrijgbaar via Google Play. De app was al sinds eind 2012 verkrijgbaar voor iPhone en iPad in de App Store van iTunes. De applicatie toont praktische instructies voor elektrisch en handmatig tandenpoetsen, het reinigen tussen de tanden en kiezen en het gebruik van mondspoelmiddelen. Bovendien geeft de app de juiste voedingsadviezen om de mond gezond te houden. Een handige poetstimer helpt gebruikers twee minuten en dus lang genoeg te poetsen.

App GezondeMond gratis voor iedereen
Iedereen kan de app gratis downloaden via Google Play en de App Store. Geïnteresseerden zoeken naar GezondeMond. Een cliënt die zijn tandarts of mondhygiënist heeft bezocht, krijgt een persoonlijke adviescode mee met de methoden die het meest geschikt zijn om zijn of haar mond en gebit gezond te houden of gezond te maken. Een advies op maat dus voor een optimale mondhygiëne, afgestemd op de situatie in de mond van de cliënt. Een cliënt krijgt het advies mee op een advieskaartje. Hierop staan de voor hem geschikte methoden aangegeven met een code. Die adviescode zet de app-gebruiker in de app. Een persoonlijk advies op maat verschijnt. Wie die code niet krijgt, vraagt erom bij een bezoek aan zijn mondzorgverlener. Standaard is de algemene code E2V1 ingevuld. Wie die gebruikt krijgt tips voor een gezonde mond die voor iedereen relevant zijn.

App geeft persoonlijk advies
Wie niet alleen een persoonlijk advies wil maar de app nóg persoonlijker wil maken, uploadt een passende foto en geeft herinneringsmomenten aan. Zo kan hij herinneringen instellen voor zijn favoriete poetsmomenten en aangeven wanneer een volgende tandartsbezoek is gepland. De app plaatst de afspraak met de mondzorgverlener trouwens direct in de eigen agenda.

Heldere instructie met duidelijke plaatjes
App-gebruikers die hun persoonlijke advies bekijken, ontdekken heldere instructies met duidelijke plaatjes en korte teksten.

  • Elektrisch en handmatig tandenpoetsen: wat is de beste borstel, hoe plaats je de borstel op de tanden, kiezen en tandvlees, hoe poets je goed en gemakkelijk in de beste volgorde?
  • Stoken: het gebruik van de juiste tandenstokers, welke, hoe gebruik je ze?
  • Flossen: de zorgvuldige manier om de ruimten tussen tanden/kiezen en tandvlees te reinigen.
  • Ragen: welke maat ragers gebruik je hoe en waar?
  • Voedingsadvies: hoe voorkom je gaatjes en tanderosie?
  • Tongreinigen: hoe doe je dat?
  • Mondspoelen: welk mondspoelmiddel moet ik kiezen?

Nog meer weten?
Wie nog uitvoeriger wil weten waarom en hoe je voor een goede mondgezondheid kunt zorgen, kan deze met een link direct in de mobiele website van het Ivoren Kruis bekijken. Daar staat informatie over zo’n veertig verschillende mondgezondheidsonderwerpen. Alle adviezen komen voort uit wetenschappelijk (evidence based) onderzoek. Ze sluiten aan bij het Advies Cariëspreventie van het Ivoren Kruis (2011). Dit advies is aanbevolen door de Gezondheidsraad voor toepassing in de klinische richtlijnen voor mondzorg.

Lees meer over: E-health, Kennis

Consumentenaktie met CD poetsliedjes van Dirk Scheele

Tandenpoetsen met kinderen is niet altijd even makkelijk. De NMT heeft een CD uitgebracht met liedjes van Dirk Scheele. Dat maakt het makkelijker om 2 minuten poetsen vol te maken. Bekijk de video over deze CD

Op Allesoverhetgebit.nl kunnen consumenten deze CD met poetsliedjes gratis aanvragen. In ruil voor de CD vullen zij een formulier in waarop zij aangeven wat hun ervaring is met tandenpoetsen met kinderen. Wat zijn bijvoorbeeld de leukste en wat de minst leuke ervaringen? Ook kunnen zij tips voor andere ouders aangeven.

Deze actie duurt zo lang de voorraad strekt. Inzendingen kunnen geanonimiseerd gebruikt worden voor PR-doeleinden.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Steeds meer mensen gaan naar de mondhygiënist

Uit onderzoek van NVM blijkt dat steeds meer mensen de mondhygiënist bezoeken. Cijfers zijn afkomstig van onderzoek dat de NVM uitvoerde tijdens de Nationale Gezondheidsbeurs, 25 t/m 27 januari in Jaarbeurs Utrecht. Meer dan de helft van de beursbezoekers die plaatsnamen in de behandelstoel om de conditie van hun tandvlees te laten checken, bezoekt zelf ook een mondhygiënist. In vergelijking met het onderzoek dat in 2010 op deze beurs werd uitgevoerd is er een mooie stijging te zien, want destijds bezocht nog maar een derde van de deelnemers aan het onderzoek een mondhygiënist.

‘Dit is een goede ontwikkeling,’ aldus Corrie Jongbloed, voorzitter van de NVM, ‘een gezonde en schone mond is erg belangrijk. Er is namelijk een belangrijke relatie tussen de algemene gezondheid en de conditie van het tandvlees. We weten uit wetenschappelijk onderzoek dat er een relatie bestaat tussen ontstoken tandvlees en hart- en vaatziekten, vroeggeboortes of complicaties bij diabetes. Een gezonde mond is dus ontzettend belangrijk.’



Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z

Nieuwe functionele coating voorkomt bacteriële biofilmvorming

Een bioactieve coating met een DNA-afbrekend enzym is zeer effectief in het voorkomen van bacteriële aanhechting en gaat vorming van biofilms tegen. Bastiaan Krom (Preventieve Tandheelkunde ACTA) heeft samen met het UMCG een dergelijke coating ontwikkeld, meldt ACTA.

Coating
Biofilms zijn kolonies van micro-organismen die aan een oppervlak vastzitten waarin de micro-organismen goed beschermd zijn. Biofilms komen veel voor in de natuur en in en op het menselijk lichaam, denk bijvoorbeeld aan tandplak. Biofilms op implantaten zijn een groot probleem en moeten bestreden worden. Dit is alleen erg moeilijk, omdat de micro-organismen in een biofilm ongevoelig zijn voor traditionele antibiotica. Samen met het UMCG in Groningen heeft Bastiaan Krom (Preventieve Tandheelkunde ACTA) een coating ontwikkeld die biofilms van Gram-positive en Gram-negatieve pathogene bacteriën voorkomt.

Enzym
In een onlangs verschenen publicatie wordt een procedure beschreven om het oppervlak van een biomateriaal te voorzien van een DNA-afbrekend enzym. Het enzym in de coating blijft actief en voorkomt bacteriële aanhechting en vorming van biofilms, maar is niet giftig voor menselijke cellen. Deze coating is een eerste stap in het effectief voorkomen van implantaatgerelateerde infecties.

Bron:
ACTA

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Patiënt wil dat tandarts servet vastzet tijdens behandeling

Zeventig procent van de Nederlanders vindt het belangrijk dat het servet dat gebruikt wordt tijdens de behandeling bij de tandarts op zijn plaats blijft zitten, terwijl bijna de helft (44%) van de tandartsen het behandelingsservet niet vastzet. Zo blijkt uit onderzoek uitgevoerd door Peil.nl onder ruim 1200 consumenten in opdracht van DUX Dental.

Voorkeur servethouder eenmalig gebruik
Uit het onderzoek blijkt verder dat, met het oog op hygiëne, de helft (49%) van de Nederlanders hun voorkeur geeft aan een eenmalig te gebruiken servethouder voor het vastzetten van het behandelingsservet, tegenover slechts een kwart (24%) van de Nederlanders die aangeeft te kiezen voor herbruikbare middelen zoals metalen of kunststof kettingen en klemmen.

Mevrouw W. Morsen, Deskundige Infectiepreventie bij het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) zegt daarover: “Naast het respecteren van de wens van de patiënt om het behandelingsservet vast te zetten is het ook ten zeerste aan te raden vanuit hygiënisch perspectief, kleding kan namelijk zowel zichtbaar als onzichtbaar vervuild raken met bloed en spetters of door de
nevel uit de instrumenten wanneer het servet verschuift. Ook kan kleding beschadigd raken door gebruikte chemische producten.”

Herbruikbare klemmen en kettingen onhygiënisch
Wanneer het behandelingsservet wel vast wordt gezet wordt er vaker voor herbruikbare middelen, zoals metalen of kunststof kettingen of klemmen (samen 13%), gekozen dan voor een eenmalig te gebruiken servethouder (11%), zo blijkt ook uit het onderzoek uitgevoerd door Peil.nl. In die gevallen verwacht 70% van de Nederlanders dat hun tandarts voor iedere patiënt een schone ketting of
schone klemmen gebruikt. Echter, uit ander recent (januari 2012) onderzoek van de Duitse Universiteit van Witten/Herdecke is gebleken dat metalen of kunststof servethouders in 70% van de gevallen na reiniging met desinfecterend materiaal nog steeds vervuild zijn met bacteriën. De voorwerpen in de behandelkamer van de tandarts worden aan de ene kant vervuild door direct
contact en aan de andere kant via aerosolen. Besmetting via direct contact kan daarbij plaatsvinden via het behandelingsteam, de patiënt of de voorwerpen.

“Steeds vaker merken wij dat de patiënt het belangrijk vindt dat de tandartsenbehandeling hygiënisch wordt uitgevoerd. Tegenwoordig bestaan er dan ook steeds meer disposables voor gebruik in de tandartsenpraktijk die in de meeste gevallen van gerecycled materiaal worden gemaakt. Door te kiezen voor disposables van gerecycled materiaal kan een hygiënischer behandeling plaatsvinden en wordt er tegemoet gekomen aan de wens van de patiënt, zonder daarbij extra het milieu te belasten,” aldus Tandarts Mevrouw Drs. S. Veen‐van Houweninge van Tandartspraktijk De Poort te Houten.

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Klantgerichtheid in de zorgsector onder de maat

Nederlanders beoordeelden de zorg in 2012 positiever dan voorgaande jaren. Aandachtspunten binnen de zorg blijven de gastvrijheid, persoonlijkheid en betaalbaarheid. Slechts een derde van de Nederlanders is van mening dat binnen de zorg de patiënt echt centraal staat. De helft van de Nederlanders voelt zich nog steeds vaak een ‘product’ wanneer ze gebruik maken van de zorg en mist men iemand die echt met hun meedenkt. Dit blijkt uit het Newcom rapport Gezondheidszorgmonitor 2012.

Positief over zorgverleners
Net als voorgaande jaren worden de zorgprofessionals allemaal positief beoordeeld, variërend van een 7,1 tot een 7,7. Over de instellingen zelf zijn de Nederlanders kritischer. Ziekenhuizen worden het meest positief beoordeeld met een 6,9, gevolgd door instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking (6,7), thuiszorginstellingen (6,5) en verzorg- en verpleeghuizen (6,3). Dit is vergelijkbaar met het beeld van voorgaande jaren. Zorgverzekeraars blijven – net als voorgaande jaren – laag scoren in de optiek van de Nederlanders. Gemiddeld worden zij met een 5,6 beoordeeld. Voor alle instellingen geldt dat het algemene beeld negatiever is dan wanneer specifiek gevaagd wordt naar een rapportcijfer van bijvoorbeeld het eigen ziekenhuis of de eigen zorgverzekeraar.

Kosten van de zorg
Een derde van de Nederlanders geeft aan moeite te hebben om de jaarlijkse kosten van de Gezondheidszorg op te brengen. De kosten in de zorg en het hoge eigen risico zijn redenen om zorg uit te stellen. In totaal geeft 22 procent van de Nederlanders aan in het afgelopen jaar zorg te hebben uitgesteld door het hogere eigen risico. Slechts één op de vijf Nederlanders vindt de hoogte van het eigen risico van 350 euro in 2013 nog acceptabel. Een kwart van de Nederlanders verwacht door het hogere eigen risico volgend jaar zorg te moeten uitstellen.

Over het onderzoek
Newcom Research & Consultancy heeft in november 2012 de Gezondheidszorgmonitor uitgevoerd onder 1150 Nederlanders. Dit is de zesde studie van de Gezondheidszorgmonitor. Sinds 2006 wordt deze jaarlijks uitgevoerd om trends en ontwikkelingen in de Gezondheidszorg te kunnen monitoren. Binnen het onderzoek staan onderwerpen centraal als de algemene waardering en imago van de zorg en specifieke zorgpartijen, financiering, fusies/samenwerking, marktwerking en professionalisering. Het onderzoek is online afgenomen onder leden van het onderzoekspanel MijnOpinie.nl. De onderzoeksgroep vormt een representatieve afspiegeling van de Nederlandse bevolking.

Bron:
Newcomresearch.nl

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Behandelopties

Welke behandelopties zijn er als uw patiënt elementen mist?

Welke behandelopties zijn er als uw patiënt elementen mist door bijvoorbeeld agenesie of trauma? Verslag van de lezing van Prof.dr. Yijin Ren en drs. Hoogeveen tijdens de klinische avond in het UMC Groningen.

Prof. dr. Y. Ren benadrukte dat natuurlijk ogende prothetische tandheelkunde erg afhankelijk is van de positie van de elementen. Orthodontie speelt dus een grote rol.

Het missen van elementen kan verschillende redenen hebben, zoals agenesie of verlies als gevolg van trauma. Afhankelijk van een aantal factoren kan er voor verschillende behandelopties gekozen worden. Hieronder wordt dit per element toegelicht.

Behandelopties

Indien er elementen ontbreken, zijn er verschillende behandelopties:

  • Autotransplantatie (hier wordt nu niet op in gegaan)
  • Het open houden of openen van de ruimte t.b.v. prothetische voorzieningen (vast dan wel uitneembaar)
  • Implantologie; er moet aandacht worden besteed aan parallelliteit van de radices
  • Orthodontisch sluiten van de ruimte

1. Afwezigheid centrale incisief

Ruimte open houden
Indien er wordt gekozen voor een implantaat moet de benodigde ruimte worden gecreëerd dan wel open worden gehouden tot de groei volledig voltooid is, vaak middels vaste apparatuur. Tijdelijk kan er een dummy geplaatst worden om de esthetiek te waarborgen.

Ruimte sluiten
Bij het sluiten van de ruimte (substitutie door laterale incisief) dient gecompenseerd te worden voor verschillen in de hoogte van de gingivalijn, omdat gebrek aan symmetrie esthetisch erg storend is. Om dit probleem op te lossen kan het volgende worden gedaan:

  • Intruderen van de laterale incisief die de ontbrekende centrale incisief vervangt en diastemen overlaten aan weerszijden ten behoeve van facing/restauratie (element wordt incisaal eveneens verlengd)
  • Eventueel (bij ruimtegebrek) extractie laterale incisief aan de contralaterale zijde i.v.m. symmetrie
  • Extruderen van de cuspidaten (die de laterale incisief moeten vervangen) i.v.m. gingivacontour; incisaal beslijpen/afvlakken en indien nodig bleken;
  • Intruderen van de 1e premolaren (die de plaats van de cuspidaat innemen) en incisaal opbouwen

Op deze manier kan een esthetisch fraaie gingiva-lijn en de illusie van een “normale” anatomie worden bewerkstelligd.

2. Afwezigheid laterale incisief

Het gezichtsprofiel moet meegenomen worden bij het maken van de behandelkeuze.

Ruimte open houden
Er moet rekening gehouden worden met de hoeveelheid ruimte die benodigd is voor optimale vervaardiging van een implaantaat gedragen kroon of andere prothetische voorziening. Wanneer de cuspidaat is doorgebroken op de positie van de laterale incisief kan deze orthodontisch worden gedistaliseerd naar zijn normale positie. Hierdoor wordt duurzaam bot en een gunstige “implant site” t.p.v. de laterale incisief gecreëerd. Als er een laterale incisief agenetisch is ten gevolge van schisis, dan is het juist verstandig om de elementen te verplaatsen naar de schisiszijde zodat er op de plaats van de premolaar ruimte ontstaat. Het voordeel hiervan is dat er geen bot augmentatie nodig is.

Ruimte sluiten
Hiervoor zijn verschillende opties (afhankelijk van de uitgangssituatie):

  1. Unilateraal missende laterale incisief
    – Extractie van contralaterale laterale incisief
    – Cuspidaten verplaatsen naar de plaats van de laterale incisieven
    – Afbehandelen in Klasse II molaarrelatie
  2. Unilateraal, in geval van crowding
    – Extractie drie premolaren
    – Cuspidaat verplaatsen naar plaats van missende laterale incisief, extruderen en incisaal beslijpen/bleken indien nodig
    – Premolaar verplaatsen naar plaats van cuspidaat (met correctie van gingiva-lijn, incisaal opbouwen)
    – Afbehandelen in Klasse I molaarrelatie
  3. Bilaterale missende laterale incisief, in geval van crowding
    – Extractie 2 premolaren onderkaak
    – Cuspidaten verplaatsen naar plaats van missende laterale incisieven en reshapen
    – Premolaren verplaatsen naar plaats van cuspidaten en reshapen
    – Afbehandelen in Klasse I molaarrelatie

3. Afwezigheid premolaren

Hier kan ook gekozen worden om de ruimte open te houden of te sluiten. Ruimte sluiten: geschikt bij ruimtegebrek of protrusie van incisieven/”vol” profiel; indien de ruimte wordt gesloten, moet er op worden gelet dat dit het profiel niet ongunstig beïnvloedt. Het stapsgewijs sluiten middels distaal beslijpen v/d melkmolaar, gevolgd door een hemisectie en daarna pas extraheren van de mesiale radix voorkomt ernstige resorptie v/d processus en problemen tijdens het sluiten.

Ruimte openhouden: Bij agenesie van een premolaar en afwezigheid van ruimtegebrek, kan de melkmolaar in eerste instantie in situ worden gelaten. De periode tot een eventuele implantologische behandeling kan zo worden overbrugd zonder alveolair botverlies. Bij milde infrapositie dient het element occlusaal opgebouwd te worden om uitgroei van antagonist en buurelementen te voorkomen. Indien het element ankylotisch blijkt en er nog veel verticale ontwikkeling van de processus alveolaris is te verwachten, kan er beter worden geëxtraheerd. Het is dan belangrijk dat de ruimte open gehouden wordt voor eventueel een implantaat op latere leeftijd. Vaak vindt er bij (vroegtijdige) extractie wel botverlies plaats waardoor later vaak botaugmentatie nodig is. Een ander alternatief is om de aanwezige premolaar in de ruimte van het agenetische buurelement te reguleren. Het bot wat op de oorspronkelijke plek achterblijft is van voldoende breedte en niet erg vatbaar voor resorptie, waardoor een gunstige implant site kan worden verkregen zonder botaugmentatie.

4. Afwezigheid molaren

Indien er een molaar mist is het soms verstandig om niet de ruimte van de volledige molaarbreedte te behouden. Een premolaarbreedte is namelijk makkelijker in verband met de breedte van het implantaat. Bovendien kan eventuele verplaatsing van de premolaar naar distaal plaatsvinden, zodat er geen bot augmentatie nodig is.

5. Oligodontie
Bij een oligodontie patiënt is sprake van 6 of meer agenetische elementen (met uitzondering van de derde molaren). Een goede samenwerking tussen prothetische tandarts en orthodontist is dus van belang.

Een aantal punten om rekening mee te houden tijdens een (orthodontische) behandeling, zijn:

  • Houd rekening met de wensen van de patiënt
  • Zorg voor goede communicatie, zowel voor als tijdens de behandeling
  • Geef de mogelijkheden (en beperkingen) duidelijk aan
  • Zorg voor goed verloop/planning van de behandelingen
  • Zorg voor goede samenwerking met de tandarts die de prothetiek uitvoert
  • Informeer de patiënt over de behandelopties en de behandelkeuze

Casuïstiek over pre-orthodontische orthodontie
Na de pauze sprak drs. E. Hoogeveen. De eerste casus betrof een patiënt met een gemutileerde dentitie, grote diastemen in de zijdelingse delen en naar mesiaal gekipte molaren. Het gekozen behandelingstraject was gericht op het oprichten van de molaren ten behoeve van prothetiek (brugwerk).

Het oprichten van molaren
Molaren kunnen worden opgericht op de volgende manieren:

  • Met behulp van (partieel) vaste apparatuur; indien gewenst kan de bracketpositie zodanig worden gekozen dat er geen onderlinge standsveranderingen zullen optreden in het “verankeringsblok”. Reactiekrachten op het hele segment blijven echter wel gelden.
  • Skeletale verankering (miniscrews).
  • Distaal van molaar. Voordeel: simpele biomechanica, nadeel: weinig controle.
  • Miniscrew mesiaal van molaar, ter ondersteuning van het verankeringsblok.
  • Bij implantaatgedragen prothetiek: gebruik maken van het uiteindelijke implantaat, waarbij de bracket op het implantaat geplaatst wordt. Nadeel: voldoende bot en ruimte in de tandboog zijn vereisten.

Implant-site development/orthodontic extraction:
Verder werd er besproken hoe een element dat als verloren wordt beschouwd kan worden benut voor het creëren van een gunstige ‘implant-site’. Door het element stapsgewijs te extruderen (maximaal 1 mm per maand) kan het botniveau naar coronaal worden verplaatst. Incisaal en palatinaal wordt het element beslepen om ruimte te bieden aan de extrusie. De circulaire gingivavezels dienen tijdens het actieve extrusieproces niet te worden gekliefd. Na de retentiefase wordt het element atraumatisch verwijderd en wordt er gelijk geïmplanteerd. Daarentegen, wanneer de behandeling gericht is op behoud en restauratie van een diep afgebroken element, worden de circulaire gingivavezels juist bij iedere activatie gekliefd, met klinische kroonverlenging/toegenomen ferrule als doel.

Bron: Verslag door Marieke Filius voor dental INFO van de Klinische avond van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde (CTM) van het UMC Groningen, in samenwerking met de Stichting PAOT Noord Nederland. Spreker Prof.dr. Yijin Ren

Prof. dr.Yijin Ren voltooide haar orthodontie specialisatie in 1996 (MSc, Beijing), en promoveerde in 2003 (Nijmegen). Sinds 2003 werkt ze full-time bij de afdeling Orthodontie van het Universitair Medisch Centrum in Groningen. Ze werd benoemd tot hoogleraar in 2007 en als hoofd van de afdeling Orthodontie in 2008. Drs.E.J. Hoogeveen voltooide in 2007 de studie tandheelkunde in Groningen en werkte gedurende 2 jaar als algemeen practicus in diverse tandartspraktijken. In 2009 startte hij met de opleiding Orthodontie van het UMC Groningen.

Jan 2013

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Orthodontie, Thema A-Z