Ontwikkeling vernieuwde Richtlijn Mondzorg voor alle cliënten langdurige zorg
Ongeveer 300.000 kwetsbare thuiswonende ouderen kampen met mondzorg gerelateerde klachten. Ook cliënten in verpleeghuizen of zorgvragers met een verstandelijke beperking worstelen met dit probleem. De huidige Richtlijn mondzorg voor zorgafhankelijke cliënten in het verpleeghuis uit 2007 wordt nu herzien door SKILZ en geschikt gemaakt voor alle cliënten die langdurige zorg ontvangen.
Achtergrond en aanleiding
Wie een gezonde mond heeft, kan goed eten, ziet er verzorgd uit en heeft minder last van een slechte adem. Ongeveer 300.000 kwetsbare thuiswonende ouderen kampen met mondzorg gerelateerde klachten zoals een droge mond, pijnklachten, problemen met kauwen, gaatjes, afgebroken tanden of kiezen, tandvleesproblemen of een slecht zittend kunstgebit.¹ Ook cliënten in verpleeghuizen of zorgvragers met een verstandelijke beperking worstelen met dit probleem. Zij zijn vaak niet in staat hun mond zelf te verzorgen en kunnen niet altijd helder communiceren over hun pijn of ongemak. Daarom is het extra belangrijk om bewust te zijn van deze signalen en hoe deze te interpreteren. De impact van slechte mondgezondheid op de kwaliteit van leven van deze cliënten is daarnaast groot en is een aanzienlijk gezondheidsrisico. Zo blijkt uit onderzoek dat een slechte mondgezondheid de kans op een longontsteking en op hart- en vaatziekten vergroot. Ook kan de suikerspiegel ontregelt raken bij mensen met diabetes mellitus en hebben mensen met mondaandoeningen vaker te maken met ondervoeding.²
Zorgprofessionals zijn op zoek naar handvatten hoe te handelen als de mondzorg bij cliënten in de langdurige zorg verslechtert of zelfs wordt geweigerd. Dit kan mede veroorzaakt worden door medicatiegebruik, systemische aandoeningen of als gevolg van zorgafhankelijkheid door (chronische) aandoeningen zoals Parkinson, een beroerte of dementie. Ook is er behoefte om de dagelijkse mondverzorging goed in te bedden in de processen, als structurele zorgactiviteit. En er spelen vraagstukken rondom preventie; hoe kan vroegtijdig worden ingespeeld op mogelijke oorzaken om zo verslechtering van de mondgezondheid te voorkomen.
Richtlijn
In 2007 heeft Verenso de “Richtlijn voor mondzorg voor zorgafhankelijke cliënten in het verpleeghuis”, kortom de Richtlijn Mondzorg gepubliceerd. Deze Verenso richtlijn is dankzij o.a. een subsidie van ZonMW, één van de weinige richtlijnen die zowel in Nederland als in België (Vlaanderen) in 2009 en 2010 is onderzocht op zijn effectiviteit. Na implementatie van de Richtlijn Mondzorg bleek de mondhygiëne met ruim 30% verbetert te kunnen worden. Naar aanleiding van verschillende publicaties en naar aanleiding van Kamervragen, heeft de destijdse staatsecretaris van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) in het Kabinet Rutte I, Marlies Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (CDA), in 2011 de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) opdracht gegeven om na te gaan in hoeverre verpleeghuizen zich hielden aan de Richtlijn Mondzorg. Uit een inspectierapport uit 2014 bleek dat de mondzorg in verpleeghuizen niet aan de richtlijn Mondzorg voldeed. Negen zorginstellingen sloegen destijd de handen ineen en begonnen met Actiz en het ministerie van VWS een verbeterprogramma. Het doel hiervan was ervoor te zorgen dat de mondzorg in deze instellingen op orde werd gebracht. In 2016 sloten nog eens zes zorginstellingen aan. Eind 2016 keek de inspectie of de eerste negen zorginstellingen aan de Richtlijn Mondzorg voldeden. In 2017 bracht de inspectie bezoeken aan de andere zes zorginstellingen. In 2018 stelde de IGJ in een rapport vast dat de inzet van een verbeterprogramma zorgt voor betere mondzorg voor kwetsbare ouderen in verpleeghuizen en dat toezicht hierin een ondersteunende rol kan hebben.
De inspectie zag dat de mondzorg bij de bezochte instellingen overwegend goed was. De mondzorg was persoonsgericht; medewerkers kenden de wensen en behoeften van de cliënten en gaven hen zo veel mogelijk eigen regie. De meeste van deze instellingen maakten gebruik van een coördinerend zorgverlener of iemand die mondzorg als aandachtsveld heeft. Deze zorgde voor directe aansturing op de werkvloer. Tevens keek de IGJ naar de multidisciplinaire samenwerking rondom mondzorg in de verpleeghuiszorg zoals in de Richtlijn Mondzorg staat beschreven. Hieruit bleek dat de tandarts, mondhygiënist of preventieassistent direct betrokken waren bij de mondzorg en dat zij een coachende rol speelden voor zorgverleners die de dagelijkse mondverzorging uitvoeren. Tandartsen en mondhygiënisten hadden in bijna alle zorginstellingen toegang tot het (elektronisch) cliëntdossier en rapporteerden daarin hun bevindingen. Er is dus na het verschijnen van de Richtlijn Mondzorg het nodige ten positieve veranderd.
Waarom nieuwe richtlijn?
Anno 2023 blijkt na een korte inventarisatie onder Specialisten Ouderengeneeskunde en Specialisten Ouderengeneeskunde in opleiding dat zij matig of niet bekend zijn met deze richtlijn en dat de implementatie en uitvoering van deze richtlijn in de dagelijkse praktijk in sommige zorginstellingen nog steeds te wensen over laat. Mogelijk komt dat omdat de Richtlijn Mondzorg inmiddels verouderd is. Sinds het verschijnen van de Richtlijn Mondzorg in 2007 is in de wetenschappelijke literatuur meer bewijs gevonden over de relatie tussen de mondgezondheid en de algemene gezondheid. Daarnaast wordt in deze richtlijn nog gesproken over de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ), die inmiddels vele jaren is gewijzigd in de Wet Langdurige Zorg (WLZ). En hoewel destijds het ook de bedoeling was dat de Richtlijn Mondzorg ook geschikt zou moeten zijn voor cliënten met een verstandelijke beperking die verblijven in zorginstellingen, is nooit onderzocht in hoeverre deze richtlijn ook daadwerkelijk in deze setting is geimplementeerd en of diebruikbaar en effectief is. En last-but-not-least, moeten kwetsbare, zorgafhankelijke ouderen als het gevolg van overheidsbeleid, langer thuis wonen. Meerdere onderzoeken hebben aangetoond dat de mondgezondheid van deze groep, voordat zij worden opgenomen in een zorginstelling veelal al ernstig is verslechterd. Voor deze doelgroep is (nog) geen specifieke richtlijn mondzorg beschikbaar, terwijl dit wel erg nodig blijkt te zijn.
Nieuwe richtlijn medio 2023
Hoog tijd dus dat de Richtlijn Mondzorg wordt herzien en geschikt gemaakt wordt voor een bredere doelgroep. Hoewel het gebruikelijk is dat iedere vijf jaar een richtlijn wordt herzien, heeft het ruim 15 jaar geduurd voordat het initiatief kwam vanuit de beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) om deze Richtlijn Mondzorg te herzien en geschikt te maken voor alle cliënten die langdurige zorg ontvangen. Hierbij wordt de Richtlijn Mondzorg uit 2007 als uitgangspunt genomen. De ontwikkeling van de vernieuwde Richtlijn Mondzorg wordt dus niet gedaan door Verenso, maar door de Stichting KwaliteitsImpuls Langdurige Zorg (SKILZ). Verenso, V&VN en NVAVG zijn de initiatiefnemers van het in 2018 opgerichte SKILZ. Het doel van SKILZ is om samen met cliënten, naasten en zorgverleners de kwaliteit van de langdurige zorg te verbeteren. SKILZ doet dit door het ontwikkelen van multidisciplinaire kwaliteitsinstrumenten zoals richtlijnen, handreikingen en zorgstandaarden.
In het najaar van 2021 is SKILZ onder leiding van procesbegeleider Bernadette van Glansbeek – Schutijser begonnen met het samenstellen van een werkgroep en een klankbordgroep. De werkgroep heeft een voorzitter en vicevoorzitter. De voorzitter is Drs. Irma de Hoop, verpleegkundig specialist GGZ & AGZ, namens V&VN. De vicevoorzitter is Dr. Gert-Jan van der Putten, specialist ouderengeneeskunde, namens Verenso. De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers (experts) van primair betrokken beroepsverenigingen en vertegenwoordigers van cliënten. De klankbordgroep is samengesteld uit secundaire (keten)partners en beroepsgroepen die indirect betrokken worden bij de uitwerking van de richtlijn. Ook participeren in de klankbordgroep cliëntvertegenwoordigers en mantelzorgers. Na het verschijnen van de vernieuwde Richtlijn Mondzorg medio 2023 komt de oude Verenso Richtlijn Mondzorg uit 2007 te vervallen.
Door:
Dr. Gert-Jan van der Putten, Specialist Ouderengeneeskunde en vice-voorzitter van de SKILZ richtlijn
Dr. Bernadette van Glansbeek – Schutijser, procesbegeleider SKILZ
¹Pomp, M. (2017) Oorzaken en gevolgen van het mijden van mondzorg door kwetsbare ouderen & een voorstel voor een beleidsexperiment.
²Hoeksema, A. (2016). Oral health in frail elderly. Rijksuniversiteit Groningen.