Kaakchirurgen strijken vijf ton op voor gebruik röntgenapparatuur

Vier kaakchirurgen van het Eindhovense Catharine Ziekenhuis ontvingen meer dan een half miljoen euro als vergoeding voor gebruik van röntgenapparatuur terwijl deze in het bezit was van het ziekenhuis. Dit meldt Medisch Contact aan de hand van informatie uit een vonnis van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg, een arbitragerechtbank voor conflicten tussen zorginstellingen en artsen.

Eigendom
De kaakchirurgen gebruikten eerder hun eigen apparatuur en ontvingen hiervoor een vergoeding voor aanschaf en onderhoud. Toen zij vijf jaar geleden de apparatuur wilden vervangen hield het Catharine Ziekenhuis de nieuwe apparatuur in eigendom vanwege haar aansprakelijkheid bij ongelukken door gebrekkig onderhoud. Het ziekenhuis kocht de nieuwe röntgenapparatuur maar ging ermee accoord dat de kaakchirurgen de vergoeding voor de apparatuur bleven ontvangen. De vergoeding bedroeg 540.000 tot 600.000 euro voor vier jaar terwijl het ziekenhuis het exploitatietekort betaalde.

Uitspraak
Bestuursvoorzitter Piet Batenburg, aangetreden na de gemaakte afspraak, maakte in januari een eind aan deze afspraak waarop de kaakchirurgen naar het Scheidsgerecht stapten. Het gerecht stelde het ziekenhuis in het gelijk.

Volgens de arbitragerechtbank speelt daarbij een rol dat de voor het ziekenhuis nadelige afspraak moeilijk uit te leggen is, zowel binnen als buiten de organisatie.

Bron:
Medisch Contact

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Meer rendement: 3 S’en model voor verhogen efficiëntie

Veel praktijken worden de laatste jaren geconfronteerd met een winstdaling. Met meer efficiëntie in uw praktijk vergroot u uw winst. Bekijk de kansen van het 3 S’en model: Simplificeer, Standaardiseer en Specialiseer.

Veel praktijken worden de laatste jaren geconfronteerd met een winstdaling: het verschil tussen het tarief en de kosten wordt kleiner. Het verhogen van de productie is een voor de hand liggende manier om deze tendens te doorbreken. Meestal ziet het tandheelkundige team hier geen mogelijkheden voor omdat er al zo hard gewerkt wordt. Er wordt echter niet altijd efficiënt gewerkt en na analyse van het interne proces blijkt er in de praktijk veelal toch meer winst te behalen.

Efficiëntie

De stappen van het 3 S’en model bieden een eenvoudig handvat om zelf een efficiëntie slag te maken:

  1. Simplificeer
    “Als één stap voldoet, doe er dan geen twee”:

    Kijk kritisch naar de handeling in en rondom het behandelproces. Elke uitgevoerde handeling die niet bijdraagt aan het eindresultaat is overbodig en kan achterwege worden gelaten. Ook kleine en korte handelingen moeten eruit gehaald worden. Een handeling van 5 seconden lijkt niets uit te maken. Echter, tien van dergelijke handelingen op dagbasis kosten op jaarbasis toch al snel heel veel tijd. Tijd is geld en dus moet je hier kritisch op zijn.

  2. Standaardiseer
    “Doe het steeds op dezelfde wijze”:

    Door een handeling eenmaal uit te schrijven en vervolgens altijd op die manier uit te voeren, is de kans op een goed resultaat veel groter. Dit creëert duidelijkheid, wat vooral binnen een team belangrijk is. Denk bijvoorbeeld aan de klaarzet voor een endo behandeling, waarbij het dus ook niet gewenst is dat tandartsen verschillende endo trays hebben. Doe alles (praktijkbreed) op dezelfde wijze.

  3. Specialiseer
    “Doe de helft twee keer zo vaak”:

    Door te specialiseren op (be)handelingen wordt de kans op succes groter en tevens de kans op ‘failure’ kleiner. Het overdoen van een (be)handeling is een enorme verliespost (in tijd), dat vermeden moet worden. Ga maar eens na hoeveel tijd het kost als 20% van alle afdrukken twee keer gedaan moeten worden? ‘The first time right’ is heel belangrijk.

Succesvol veranderen
De grootste weerstand tot het succesvol doorvoeren van efficiëntie verbeteringen komt van de zucht naar het vertrouwde met de vaste routines als ook de angst dat veranderingen niet worden geaccepteerd door de patiënt. Hoe meer het team in staat is om buiten de vaste patronen te denken en te handelen – ‘out-of-the-box ’ te denken -, hoe grotere voordelen behaald kunnen worden. Daarnaast moet het team zich ook niet weerhouden voelen om verbeteringen door te voeren uit angst voor de patiënt. De patiënt heeft namelijk zijn of haar intrinsieke vertrouwen aan de tandarts geschonken. En dat vertrouwen zal niet beschadigd worden door aanpassingen in het proces, zolang de patiënt maar niet voor onverwachte gebeurtenissen komt te staan.

Door:
Sjoerd Kuiken

Lees meer over: Communicatie, Financieel, Ondernemen

Uitstraling: Kom ik over zoals ik wil?

U bent de tandarts eigenaar van de praktijk en dus de leidinggevende, maar zien uw medewerkers u niet als zodanig? Voelen mensen zich aangevallen, terwijl u het niet zo bedoelt? Misschien klopt uw uitstraling niet bij wat u voelt of wilt bereiken.

Persoonlijke uitstraling heeft alles te maken met hoe uw buitenkant overkomt op anderen. Dit is een combinatie van factoren. Denk hierbij aan lichaamstaal, stemgebruik en transparantie. Kortom passen de gedragingen bij de boodschap die u wilt overbrengen of bij uw gevoel?

U kunt uw uitstraling of hoe u overkomt aanpassen als u zich hier bewust van bent. Dit betekent niet dat u uw innerlijk of authenticiteit moet aanpassen.

Factoren van uitstraling
Er zijn verschillende factoren die gezamenlijk uw uitstraling bepalen. Als u weet wat deze factoren zijn en hoe deze effect hebben op uw omgeving, kunt u gaan spelen met de verhouding waarin ze zichtbaar zijn.

  • Houding: Hoe zit u erbij? Er is een wereld van verschil tussen voorover leunen en achterover leunen in een gesprek
  • Gebaren: Gebruikt u uw handen als u iets vertelt? Uw verhaal kan een stuk krachtiger overkomen als u deze bijzet met gebaren
  • Mimiek: Wat zegt uw gezicht? Als u glimlacht naar de medewerker wanneer u boos bent, dan komt uw boosheid niet over bij deze medewerker.
  • Verpakking: Heeft u een vies en oud schort aan tijdens het behandelen of een schone en frisse polo? Hoe denkt u dat dit verschil overkomt bij uw patiënt en klopt dit met uw ambitie als tandarts of mondhygiënist?
  • Stem: Praat duidelijk met de juiste intonatie. Als u aangeeft dat een implantologie behandeling niets is om bang voor te zijn, maar uw stem beeft en is wat zachter, dan zal de patiënt zich toch achter de oren krabben.

Werken aan overkomen
Nu u zich bewust bent van de factoren die uw uitstraling en overkomen beïnvloeden, kunt u er ook daadwerkelijk mee aan de slag.

  • Vraag aan een collega: “Wat dacht je toen je mij voor het eerst ontmoette?”
  • Vraag een collega om op te letten hoe u overkomt tijdens een werkoverleg of het bespreken van een behandelplan. Vraag na afloop feedback.
  • Kijk hoe anderen op u reageren. Is dit een logische reactie? Gebruik anderen als uw spiegel.
  • Ga na welke aspecten u moeilijk vindt. Bijvoorbeeld het maken van oogcontact, waar uw gevoel uit spreekt. Ga dit oefenen en zie wat het effect is.

Al deze aspecten kunt u overal oefenen het hoeft niet eens in de praktijk. Het gaat erom dat u veel oefent, want het leren veranderen van non- verbaal gedrag leert u gewoon door te doen.

Let wel: door het geven van alleen een stevige handdruk zorgt u er niet direct voor dat u daadwerkelijk kracht uitstraalt.

Door: Anna Berends van Loenen, www.qanz.nl
Qanz begeleidt tandartspraktijken bij het kwaliteitsmanagementproces voor HKZ /ISO9001. Daarnaast traint en ondersteunt zij tandartspraktijken op alle zaken omtrent organisatie, communicatie en praktijkmanagement.

Lees meer over: Communicatie, Management, Ondernemen

Waarschuwingssyteem voor veroordeelde artsen in EU

Artsen en verplegers die in hun thuisland zijn veroordeeld, kunnen straks niet meer in een ander EU-land aan het werk. Het Europees Parlement stemde in met een nieuw waarschuwingssyteem hiervoor, meldt NU.nl

Misstappen
Het Europees parlement wil zeven beroepen automatisch erkennen: artsen, tandartsen, apothekers, verplegers, verloskundigen, dierenartsen en architecten. De zorgprofessionals kunnen hierdoor makkelijker in een ander EU-land werken.

Misstappen van zorgprofessionals worden dan via het nieuwe systeem snel kenbaar gemaakt om te voorkomen dat veroordeelden toch in een ander EU-land aan de slag gaan. Binnen drie dagen moeten lidstaten andere EU-landen informeren over een beroepsverbod of andere juridische of disciplinaire maatregel.

Ingang
Het nieuwe waarschuwingssyteem gaat vanaf 2015 in. Tot die tijd informeren de autoriteiten van een aantal landen (onder andere Nederland, luxemburg, Engeland en Zweden, Duitsland, België en Frankrijk) elkaar meteen over genomen maatregelen tegen medische professionals.

Bron:
NU.nl

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
wet

Tuchtrechtelijke uitspraken mondzorg september 2013

Soms is de scheidslijn dun. Wat is wel en niet geoorloofd? Bekijk de uitspraken van het Centraal Tuchtcollege en de regionale Tuchtcolleges van september 2013.

Geen opinie in vakliteratuur voor uitspraak tuchtprocedure
Uitspraak 10 september 2013, Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag (YG 3232)(c2012.444)

De beklaagde tandarts heeft als adviseur opgetreden voor een rechtsbijstandsverzekeraar van een collega tandarts waartegen een tuchtprocedure was aangespannen. In de vakliteratuur heeft hij, voordat het Regionaal Tuchtcollege over deze zaak uitspraak deed, zich uitgelaten over de kwestie. De collega tandarts dient vervolgens een klacht in tegen de opiniërende tandarts/adviseur omdat hij het verloop van de tuchtrechtelijke procedure zou hebben beïnvloed.

Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt in eerste aanleg dat het handelen van de opiniërende tandarts geen betrekking heeft op enig handelen als bedoeld in artikel 47 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG), zodat klager niet ontvankelijk kan worden verklaard in zijn klacht. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt echter dat het Tuchtrecht mede dient als waarborg voor een zorgvuldige uitoefening van individuele gezondheidszorg. Het publiceren over een bij een Tuchtcollege lopende zaak door een tandarts die als adviseur rechtstreeks bij die zaak is betrokken op een zodanige wijze dat duidelijk is dat het artikel die lopende zaak betreft, schetst het risico dat het tuchtrecht door die publicatie wordt beïnvloed en daarmee de onafhankelijke tuchtrecht in het geding komt, althans de schijn kan worden gewekt dat zulks het geval is.

Conclusie
Ook als opiniërende tandarts kan men onder de hiervoor geschetste omstandigheden vallen onder de reikwijdte van artikel 47 wet BIG die bepaalt wie onderworpen is aan de tuchtrechtspraak.

Bekijk hier de uitspraak

Overnemen zonder opvragen patiëntendossier
Uitspraak 10 september 2013, Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag (YG 3237)(c2012.019)

De verwerende tandarts neemt een patiënt over van een andere tandarts en laat daarbij achterwege het dossier bij zijn voorganger op te vragen. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat het opvragen van een dossier bij een vorige tandarts niet is voorgeschreven en dus geen onderdeel uitmaakt van de professionele standaard, zodat er mag en kan worden behandeld zonder voorgaand dossier.

Het Centraal Tuchtcollege oordeelt echter dat de NMT Praktijkrichtlijn Patiëntendossier stelt, dat voor het kunnen leveren van een continue en kwalitatief goede tandheelkundige zorg een tandarts zal moeten kunnen beschikken over relevante gegevens omtrent onderzoek en behandeling van de patiënt. In het kader van de zorgvuldige overdracht impliceert dit naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege dat het in beginsel tot de professionele standaard behoort om (met toestemming van de patiënt) het patiëntendossier bij de vorige tandarts op te vragen, in het bijzonder indien de medische situatie van de patiënt daarom vraagt. Met deze overweging repareert het Centraal Tuchtcollege de overweging van het Regionaal Tuchtcollege. Daarbij moet de nuance worden gemaakt dat de overnemende tandarts nieuwe foto’s had gemaakt, welke nieuwe foto’s alle nodige informatie gaven voor een behandeling, zodat het niet opvragen van het patiëntendossier in het onderhavige geval geen tuchtrechtelijk verwijt oplevert. Daarmee werd door het Centraal Tuchtcollege de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege onder verbetering van de gronden bekrachtigd.

Conclusie
In principe dient op grond van de NMT Praktijkrichtlijn Patiëntendossier bij overname van een patiënt standaard het patiëntendossier bij de vorige tandarts te worden opgevraagd. Echter, kan dit onder omstandigheden achterwege blijven.

Bekijk hier de uitspraak

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving

Gerechtshof : 30%-regeling toegestaan door schaarste tandartsen

Een Duitse tandarts die in Nederland werkzaam is, mag gebruik maken van de 30%-regeling. Zo bepaalde het Gerechtshof in Den Bosch in een hoger beroep.

De Duitse tandarts mocht van de Belastingdienst geen gebruik maken van deze regeling waarop de tandarts naar de rechter stapte. Toen de rechter de tandarts in z’n gelijk stelde, tekende de Belastingdienst hoger beroep aan omdat er volgens hen geen tandartsentekort zou zijn, een voorwaarde voor toepassing van de 30%-regeling. Het gerechtshof heeft nu bepaald dat er wel een tekort aan tandartsen is. Doorslaggevend acht het gerechtshof dat in de afgelopen jaren in behoefte van tandartsen is voorzien door een instroom van buitenlandse tandartsen ter grootte van ongeveer de helft van het aantal benodigde tandartsen en dat deze situatie tot ongeveer 2028 onveranderd zal blijven.

30%-regeling
Werkgevers kunnen gebruik maken van de 30%-regeling voor buitenlandse werknemers die over specifieke, schaarse, deskundigheid beschikken. Hierbij krijgt de werknemer een belastingvrije vergoeding van 30% van het salaris.

Bekijk de uitspraak

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

De tandheelkunde van overmorgen

Google op ‘Toekomst Mondzorg’ en u vindt alleen maar gedoe over geld. Belangrijk, maar wat zijn de laatste technologische ontwikkelingen in de tandheelkunde? Hoe ziet een moderne praktijk er over een paar jaar uit?

Dentalaegis beschreef drie technologieën voor de praktijk van de toekomst: 3D-Printing, GelSight Scanning Material en Bioteeth.

3D-printen
3D-printen is een snel opkomende technologie. Er zouden kant- en klare beugels uit een 3D printer te voorschijn kunnen komen, zoals snurkbeugels. Of volledige protheses met prachtige en passende kleuren.

In 2012 heeft dr. Jules Poukens een volledige kaak vervangen door een 3D-geprinte onderkaak van titanium. Poukens is een cranio-maxillofaciale chirurg en hoogleraar aan de Universiteit van Hasselt in België. Poukens team is bezig met het 3D-printen van kunstbot doordrenkt met stamcellen van de patiënt. Dit materiaal herstelt niet alleen de functie , maar versnelt ook het genezingsproces van de patiënt. Poukens zegt dat 3D-printen hem in staat stelt om een reconstructieve prothese aan te passen aan de individuele patiënt.

Door 3D-printen verandert de productiestructuur van het tandtechnische laboratorium. 3D-printen maakt dat de tandtechnische laboratoria de productiviteit kunnen maximaliseren en tegelijkertijd handarbeid kunnen minimaliseren. 3D-printers kunnen 24 uur per dag, 7 dagen per week werken. Laboratoria zullen in de toekomst dus een veel grotere vraag aankunnen.

Op dit moment zijn 3D-printers nog niet klaar voor brede toepassing in de tandheelkunde. Met zirconium is al aardig goed te printen, maar er zullen nieuwe materialen moeten worden bedacht. Om goed te kunnen printen, moet er een composiet komen van tandpasta-achtige viscositeit. Daarnaast moet het materiaal sterk genoeg zijn voor permanente restauraties en dat vereist veel warmte. De machines die momenteel op de markt zijn, zijn nog niet uitgerust om op die temperatuur te kunnen printen. Ook moet een geschikte 3D-printer meerdere spuitarmen hebben om levensechte tinten op een kroon te kunnen spuiten

GelSight Scanning Material
GelSight wordt gebruikt om de oppervlakteruwheid van medische of tandheelkundige implantaten nauwkeurig te meten. GelSight zou net zoals traditionele afdrukmateriaal in aanraking komen met het oppervlak van de tanden. In tegenstelling tot het traditionele afdrukmateriaal zou de gel onmiddellijk topografische gegevens van het volledige tandoppervlak digitaal naar een computerscherm sturen. Daardoor verdwijnt de noodzaak voor patiënten om enkele minuten uithardingstijd te doorstaan.

GelSight registreert harde en zachte weefsels, ongeacht of het gaat om natte, droge, doorzichtige of glanzende oppervlakken. Dit product is dus een goede oplossing voor de problemen bij het gebruik van een mondscanner. GelSight kan op zeer gedetailleerd niveaugegevens vastleggen. Daardoor kunnen veranderingen in de mond worden opgespoord en gemonitord. Zo worden de gevolgen van bruxisme of parodontaal verlies zichtbaar. Er is momenteel geen digitale intraorale technologie op de markt met zo’n hoge resolutie.

Bioteeth: tanden uit stamcellen
Onderzoekers proberen een manier te vinden om volwassen stamcellen zich te laten gedragen als embryonale stamcellen van een tand. Wanneer dit is bereikt, kan mondweefsel geoogst worden voor de groei van menselijke tanden. Het zal een kosteneffectief alternatief worden voor implantaten.

Het kweekproces, de transplantatie en de groeiprocedure zouden ongeveer 9 tot 10 maanden in beslag nemen. De patiënt zou in de tandartspraktijk komen voor het oogstproces, waarbij de arts een kleine hoeveelheid gezond epitheel verwijdert. Vervolgens wordt het weefsel naar het laboratorium verzonden. Daar worden de cellen samengevoegd met stamcellen. In een periode van 4-6 weken groeien de cellen uit tot een oorspronkelijke tandvorm. Deze primaire biotooth (‘zaad’) zou dan terug worden gestuurd naar de tandheelkundige kliniek. Vervolgens wordt de tand in de edentate kaak geplaatst. Daar groeit de tand in vijf tot zes maanden uit om tot een volledig functionele tand . Maar dat is allemaal nog hele verre toekomstmuziek.

Bron:
Dentalaegis

Door: Lieneke Steverink-Jorna

Lees meer over: Actueel, Markttrends, Ondernemen, Thema A-Z

Goede praktijkorganisatie zorgt voor minder stress en meer omzet

Praktijkorganisatie, wat houdt het in en wanneer is een praktijk goed georganiseerd? Een verslag van de lezing van de lezing van Astrid Elzink-Tennekes tijdens de Nationale Kennisdag.

Praktijkorganisatie, wat houdt het in en wanneer is een praktijk goed georganiseerd? Bij veel praktijken is de organisatie nog niet optimaal en heerst er angst voor een onaangekondigd bezoek van de inspectie. Astrid Elzink-Tennekes bezoekt tandartsenpraktijken door het hele land en biedt een helpende hand bij de organisatie van de praktijk. Een verslag van haar lezing tijdens De Nationale Kennisdag voor assistenten.

Slechte praktijkorganisatie
Slechte praktijkorganisatie kost veel geld. Een goede organisatie is direct zichtbaar: De balie is netjes, geen rondslingerende gele briefjes. De wachtkamer is fris en opgeruimd, er liggen geen oude tijdschriften en het toilet is schoon. Heel belangrijk zijn de ontvangst en de serviceverlening. Door de crisis komen sommige patiënten minder vaak loopt de omzet terug en er zijn geen wachtlijsten meer. Gastvrijheid kan het verschil maken.

Als de praktijk niet goed georganiseerd is, wordt er in het team onderling vaak steeds minder gecommuniceerd, waardoor het teamgevoel soms ver te zoeken is. Respect en waardering voor elkaar mogen niet uit het oog verloren worden. Ze zorgen voor een prettig werkklimaat wat een positief effect heeft op de uitstraling van de praktijk naar de patiënt.

Om eens door de ogen van de patiënt te kunnen kijken, is het goed om een enquête af te nemen. Zo ontstaat er inzicht in de mening van patiënten over de verleende tandheelkundige zorg, maar ook over bijvoorbeeld de wachtkamer, balie en de ontvangst.

Wie neemt de praktijkorganisatie op zich?
Een organiserende rol kan weggelegd zijn voor de tandarts, mits deze er de mogelijkheid voor heeft én het leuk vindt om te doen. Ook kan er een praktijkmanager – intern of extern – worden aangesteld, die een coördinerende taak op zich neemt. Een dergelijke aanstelling kan soms leiden tot onrust en onzekerheid binnen het team. Goed overleg is noodzakelijk om dit te voorkomen.

Eigenschappen van een praktijkmanager
Een praktijkmanager is flexibel, heeft leidinggevende kwaliteiten en beschikt over het nodige organisatietalent.

Wat moet er georganiseerd worden?

  • Planning afsprakenboek
    Een goede planner zorgt voor omzet. Onderzocht kan worden of de ene tandarts langer nodig heeft voor eenzelfde behandeling dan de andere, en of hierop winst te behalen is. Dit mag echter nooit ten koste gaan van de patiënt of de zorgverlening. Gouden regel bij de planning: er mag nooit een stoel leeg (zonder patiënt) zijn.
  • Personeel
    Van personeelsdossiers tot inentingen, alles moet worden vastgelegd.
  • Administratie
  • Inkoop
    Er kan efficiënter worden ingekocht, indien hiervoor één persoon wordt aangesteld en er onderling overleg plaatsvindt. Hierbij geldt : hand op de knip en letten op extra kortingen en aanbiedingen.
  • Hygiëne
    Er gelden richtlijnen (link naar de wiprichtlijnen hierachter) die nauw gehanteerd moeten worden en het is belangrijk om het overzicht te bewaren.
  • Onderhoud apparatuur
    Het aanleggen van lijsten waarop wordt aangetekend wie wat doet, waar en wanneer, is erg nuttig. Afspraken kunnen meteen in de agenda verwerkt worden.
  • Scholing
    Het niveau van assistentes wordt steeds hoger. Patiënten moeten ervan op de hoogte worden gesteld dat bepaalde taken worden overgenomen door assistentes, bijvoorbeeld door een bord op te hangen in de praktijk. Ook moeten mappen met certificaten en diploma’s worden aangelegd.
  • Juridische zaken
    Patiënten worden steeds mondiger. Daarom is het van belang dat alles goed gearchiveerd wordt, bijvoorbeeld in de vorm van patiënten- en personeelsdossiers.
  • Protocollen
    Hiermee kan een praktijk bij uitstek aantonen dat er een goede organisatie wordt gevoerd. Bekijk een video over het opzetten van protocollen

Kortom: een goede praktijkorganisatie betekent minder stress en meer omzet. Zie het als een uitdaging.

Verslag door Vera Markus voor dental INFO van de lezing EHPO; Eerste Hulp bij Praktijk Organisatie door Astrid Elzink-Tennekes op de Nationale Kennisdag.

Astrid Elzink-Tennekes is van 1973 tot 1988 werkzaam geweest als tandartsassistente. In 1986 organiseerde zij de allereerste Standbydag en richtte zij tevens het bedrijf Four Handed op. Zij was in 1988 medeoprichter van het blad Standby voor tandartsassistenten en zette tevens de eerste cursussen voor deze doelgroep op. Van 1988 tot 1996 is ze werkzaam geweest als lesassistente bij de opleiding tandartsassistente ROC te Apeldoorn. Hiernaast is ze ook nog voorlichtingsmedewerker geweest bij de ‘Sterke Tandenbus’ en dental representative bij Gaba. In 2000 richtte zij Tenel Trainingen en Congressen op en geeft sindsdien vele trainingen en cursussen. In 2009 is Astrid een samenwerking aangegaan met Henry Schein Dental. Dit bedrijf heet Dental Best Practice. 

Lees meer over: Management, Ondernemen
Belasting

Belastingdienst beantwoordt vragen ook online

De Belastingdienst beantwoordt vragen over belastingen en toeslagen van particulieren voortaan ook via het Twitter account: @Belastingdienst. Ook de online hulp aan ondernemers is uitgebreid. Ondernemers kunnen de Belastingdienst vragen stellen op Twitter via @BDzakelijk.

De Belastingdienst zegt: ‘De oline hulp is niet bedoeld voor vragen waarvoor persoonlijke gegevens nodig zijn. Ons webcareteam vraagt ook niet naar vertrouwelijke gegevens, zoals uw inkomen. Ons webcareteam is online van maandag tot en met donderdag van 8.00 uur tot 20.00 uur. En op vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur. Vragen die u buiten die tijden stelt, beantwoorden we zodra we weer online zijn.’

Bron:
Belastingdienst

Lees meer over: Financieel, Ondernemen

Tien vragen die u zichzelf moet stellen als u een praktijkpartner zoekt

Wilt u samen gaan werken met een partner in uw praktijk? De keuze voor wel of geen partner is geen makkelijke beslissing, schrijft DentistryiQ.

Lees hier tien vragen die u zichzelf moet stellen voor u een partner toevoegt aan uw praktijk.

  1. Kan ik goed samenwerken met een partner?
    Misschien werkt u liever alleen.
  2. Welke gevolgen heeft de nieuwe partner voor mijn inkomsten?
    Bespreek met een financieel adviseur of uw inkomen er tijdelijk of permanent op achteruitgaat als u samen gaat werken met een partner.
  3. Ben ik bereid om mijn inkomen, patiënten en beslissingsbevoegdheid te delen? Samenwerken met een partner vraagt om een andere manier van werken.
  4. Heeft mijn praktijk genoeg patiënten?
    Uw nieuwe partner moet genoeg patiënten hebben.
  5. Loopt mijn praktijk goed?
    Neem alleen een partner aan als uw praktijk goed groeit.
  6. Is er genoeg werkruimte in mijn praktijk voor een partner?
    Misschien moet uw praktijkruimte aangepast worden voordat u met een partner gaat samenwerken.
  7. Wat vind ik belangrijk in mijn praktijk?
    Zoek een partner die uw mening deelt.
  8. Hoe ga ik om met financiën?
    Zoek een partner die dezelfde ideeën over geld heeft als u.
  9. Wat verwacht ik van een partner?
    Deel uw verwachtingen met potentiële partners. Als het tot een overeenkomst komt, verwerk uw verwachtingen daar dan in.
  10. Ben ik bereid om verder te zoeken als een kandidaat niet geschikt is?
    Verder zoeken kan u op de lange termijn veel frustratie schelen.

Bron:
DentistryiQ 

Lees meer over: Financieel, Management, Ondernemen, Personeel

Situationeel leiderschap: Flexibiliteit van de leidinggevende

Leidinggeven heeft pas effect als het aansluit op de behoefte van degene die de leiding ontvangt. Als leidinggevende kunt u de ontwikkeling van een medewerker maken of breken. Er wordt dus een mate van flexibiliteit van u verwacht als leidinggevende.

Fases van ontwikkeling
Ken Blachard heeft daar een handige matrix voor ontwikkeld. Om te weten welke leiderschapsstijl u moet toepassen, is het van belang om te weten in welke fase van ontwikkeling (O) uw medewerker zich bevindt.

  • O1
    Dit is de nieuwe medewerker die net van school komt en dus nog niet zoveel kan, maar heel erg betrokken is. Deze medewerker accepteert leiding en is gretig om te leren.
  • O2
    Hierbij is de competentie al iets gegroeid, maar nog niet zover als de medewerker zou willen. Sommige competenties boeken vooruitgang, maar andere niet, dus de medewerker is inconsistent. Dat ontmoedigt de medewerker enigszins, waardoor de betrokkenheid lager is geworden dan in O1.
  • O3
    Deze medewerker is over het algemeen zelfsturend, maar ook nog wat onzeker. Het is een capabele maar ook een voorzichtige presteerder. Deze medewerker levert een goede bijdrage aan de praktijk, maar raakt snel verveelt als de taak te simpel is. Hierdoor is de betrokkenheid nogal wisselend.;
  • O4
    Deze medewerker wordt door de rest van uw team gezien als de expert en inspireert het team. Deze medewerker is proactief en u weet altijd wat u kunt verwachten van de kwaliteit van het werk van deze medewerker. Dit zorgt ervoor dat zowel de competentie als de betrokkenheid heel hoog is.

Leidinggeven per fase
Bij de medewerkers zit dus een stijgende lijn in de ontwikkeling. Daarnaast kan de betrokkenheid nog al eens fluctueren. Dat betekent dat u uw leiderschap niet alleen moet aanpassen op het ontwikkelingsniveau van de medewerker maar ook op de mate van betrokkenheid. Iedere fase van ontwikkeling heeft dus een andere manier van leiding geven (S) nodig. Ken Blachard, adviseur op het gebied van leiderschapsontwikkeling en serviceverbetering, maakt de volgende onderverdeling:

  • S1
    Geef duidelijke doelen en tijdslijnen aan de medewerker, bepaal grenzen en beperkingen en geef duidelijk leiding. Erken daarnaast ook het enthousiasme van de medewerker.
  • S2
    Maak de actieplannen en de doelen niet meer alleen, maar betrek de medewerker daarbij. Geef ook het perspectief waarbinnen de vooruitgang is geboekt. Begeleiden is nu de hoofdtaak geworden van u als leidinggevende, maar blijf daarnaast ook aanmoedigen en help de successen en het falen van de medewerker te analyseren.
  • S3
    Maak nog steeds de actieplannen en de doelen samen, maar laat de medewerker hier het voortouw in nemen. Vraag aan de medewerker hoe u kunt helpen, biedt dus steun. Maak desgewenst de taken ook interessanter om de betrokkenheid te behouden. Erken zowel de competentie als deze betrokkenheid.
  • S4
    Aan deze medewerker kunt u heel goed taken delegeren. Geef de medewerker ook de mogelijkheid om een mentor te zijn voor anderen. Denk hier bijvoorbeeld aan stagebegeleider of inwerkcoach van een nieuwe medewerker. Blijf wel de medewerker aanmoedigen, want iedereen is op zoek naar bevestiging, dus ook een O4.

Samengevat komt dat neer op deze matrix.


©2004 Blachard International Group, the Netherlands

Oefening baart kunst
Maak inzichtelijk voor uzelf, welke medewerkers u heeft en in welke fase zij zich bevinden.
Het is lastig als leidinggevende om deze fases bij het begin te herkennen en de verschillende leidinggevende rollen te vervullen. Echter oefening baart kunst. Leer van buitenaf naar uw praktijk en uw medewerkers te kijken, alleen of samen met een derde. Hierdoor kunt u makkelijker uw manier van leidinggeven aanpassen op behoeften van uw medewerkers. Zo zal uw team als geheel beter gaan functioneren binnen uw praktijk.

Door: Anna Berends van Loenen www.qanz.nl

Qanz begeleidt tandartspraktijken bij het kwaliteitsmanagementproces voor HKZ /ISO9001. Daarnaast traint en ondersteunt zij tandartspraktijken op alle zaken omtrent organisatie, communicatie en praktijkmanagement.

Lees meer over: Communicatie, Management, Ondernemen, Personeel

Tuchtrechtelijke uitspraken mondzorg juli en augustus 2013

Soms is de scheidslijn dun. Wat is wel en niet geoorloofd? Bekijk de uitspraken van het Centraal Tuchtcollege en de regionale Tuchtcolleges van juli en augustus 2013.

Wie klaagt er?
Uitspraak 9 juli 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Amsterdam (YG3077), beslissing in de zaak onder nummer van: 2012/106T

De beklaagde tandarts is een voormalig werkneemster van klaagster (een onderneming). Klaagster is na indiening van de klacht failliet verklaard. Het klaagschrift is echter op het briefpapier van de failliete onderneming opgesteld en ondertekend door de bestuurder van de onderneming. De curator van de failliete onderneming heeft aangegeven de klacht niet voort te zetten en voor zover de (voormalige) bestuurder van de onderneming als klager kan worden aangemerkt, oordeelde het tuchtcollege hem niet ontvankelijk omdat het enkele feit dat hij bestuurder van de praktijk was, onvoldoende is om als klager te worden aangemerkt. De behandeling van de klacht wordt gestaakt en er vindt geen inhoudelijke behandeling plaats.

Bekijk hier de uitspraak.

Declareren van een spoedeisend geval
Uitspraak 9 juli 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ’s-Gravenhage (YG3079), beslissing in de zaak onder nummer van: 2011/511T

De beklaagde tandarts behandelt een patiënte aan een wortelkanaal. Hij doet dat in eerste instantie ’s ochtends, waarna hij de behandeling na het sluiten van de praktijk afmaakt. Op grond van deze gedeeltelijke behandeling, stelt de tandarts dat hij code E77 van de “Tarievenlijst tandartsen 1 januari 2010” mag noteren op zijn declaratie. Deze tarievenlijst schrijft echter voor dat deze code alleen mag worden gedeclareerd in een spoedeisend geval. Nu daarvan geen sprake was, is er onterecht gedeclareerd hetgeen als klachtwaardig wordt beschouwd. Het Tuchtcollege legt de maatregel van een waarschuwing op.

Bekijk hier de uitspraak.

Overigens stond deze code in 2010 nog beschreven als: ‘In spoedeisende gevallen …’. In de huidige tarievenlijst (1 januari 2013) is dit veranderd in: ‘Alleen in rekening te brengen in spoedeisende gevallen tijdens waarneming’. Waarschijnlijk om duidelijk te maken dat het alleen en uitsluitend om spoedeisende zaken dient te gaan.


Geen gebruik van boormal
Uitspraak 23 juli 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ’s-Gravenhage (YG3106), beslissing in de zaak onder nummer van: 2012-131

De beklaagde tandarts heeft bij het boren geen boormal gebruikt, waardoor het risico op een ongunstige boorrichting en een ongunstige plaatsing van de implantaat, zich uiteindelijk heeft verwezenlijkt. De tandarts had volgens het Tuchtcollege kunnen zoeken naar een andere plaatsing of had een nieuwe boormal kunnen gebruiken. Het achterwege laten van dit onderzoek maakt dat de behandelkeuze onjuist is geweest, hetgeen de tandarts door het college wordt aangerekend. Daarnaast verzuimde de tandarts de behandeling van een andere implantaat te controleren. Het Tuchtcollege legt de maatregel van een waarschuwing op.

Bekijk hier de uitspraak.

Kind in de houdgreep bijt in vinger
Uitspraak 23 juli 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ’s-Gravenhage (YG3107), beslissing in de zaak onder nummer van: 2012-190

Nadat de beklaagde tandarts bij een dochter van klaagster een verdoving heeft toegediend (en het kind even bij haar moeder op schoot heeft gezeten), weigert het kind weer plaats te nemen in de behandelstoel. Nadat de tandarts geruime tijd op het kind heeft ingepraat, blijft het kind weigeren om in de behandelstoel plaats te nemen en past de tandarts “dwang” toe, waarna hij het kind in de houdgreep neemt. Uiteindelijk wordt de tandarts door het kind in zijn vinger gebeten. De moeder is als ouder ontvankelijk als klaagster en de tandarts krijgt een waarschuwing van het Tuchtcollege nadat hij zijn excuses heeft aangeboden en zich heeft gerefereerd aan het oordeel van het Tuchtcollege.

Bekijk hier de uitspraak.

Trekken van verkeerde kies
Uitspraak 7 augustus 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven (YG3123), beslissing in de zaak onder nummer van: 1362

Klager verwijt de kaakchirurg dat hij een verkeerde kies heeft getrokken, dat hij weigert om een implantaat te plaatsen en dat hij ten onrechte een consult in rekening heeft gebracht. Omdat de kies door een collega van de kaakchirurg is getrokken wordt de klacht ongegrond verklaard. Daarnaast acht het college het niet onzorgvuldig om meerdere malen het rookgedrag van klager ter sprake te brengen in verband met het plaatsen van een implantaat. Uit de stukken blijkt niet dat de kaakchirurg het plaatsen van het implantaat heeft geweigerd. De klacht wordt afgewezen.

Bekijk hier de uitspraak.

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Lees meer over: Actueel, Ondernemen, Thema A-Z, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving

Tandarts behandelde 3.000 patiënten ondanks HIV-infectie

Een Schotse tandarts behandelde 10 jaar patiënten terwijl hij HIV-geïnfecteerd was. Zijn 3.000 patiënten worden nu hierover geïnformeerd en krijgen het advies zich te laten testen. Dit meldt ZWP online. De Britse regering discussieert ondertussen of HIV-besmette artsen en andere medische zorgverleners meer wettelijke vrijheden kunnen krijgen om hun beroep volledig te kunnen uitoefenen.

Gering risico

Het risico om tijdens een behandeling geïnfecteerd te worden met HIV is gering. De normale hygiënerichtlijnen voorkomen dat er contact tussen arts en patiënt is waarbij lichaamsvloeistoffen of bloed van de ene persoon op de andere worden overgedragen. Toch gelden in Groot-Brittannië nog wetten die artsen en medische zorgverleners beperken in hun werkzaamheden. Deze wetten komen nog uit de tijd dat de kennis over en behandeling van HIV beperkt was. Moderne wetenschappelijke standaarden en behandelmogelijkheden geven echter een reden om deze wet opnieuw te bekijken.

Nederland

Terwijl in Groot-Brittannië de wetgeving in relatie tot werken en HIV opnieuw bekeken wordt, zijn er in Nederland en Duitsland duidelijke richtlijnen voor mensen met HIV die werkzaam zijn in een medisch beroep. In Nederland mogen mensen met HIV in alle sectoren hun werk doen. Dit geldt dus ook voor de gezondheidszorg. Uiteraard moeten zorgverleners zich wel aan de geldende hygiënerichtlijnen houden. Ook mag een werkgever tijdens een sollicitatiegesprek geen vragen stellen over de gezondheid.

Vooroordelen

Hoewel er dus geen meldingsplicht richting werkgever of patiënt bestaat, kunnen patiënten wel bezwaar maken tegen behandeling als de HIV-infectie van een zorgverlener toch bekend is. Als bekend is dat een arts HIV heeft, is het moeilijk een nieuwe werkgever te vinden of een eigen praktijk te starten. Er heersen in de maatschappij nog altijd veel vooroordelen over de infectierisico’s.

Bronnen:
ZWP online
Positief werkt

 

 

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Tandtechnici in België mogen tandarts assisteren in praktijk

In België werd het wetsvoorstel goedgekeurd waarmee tandtechnici voortaan in de tandartspraktijk aanwezig mogen zijn voor assistentie van de tandarts, meldt Politics.be.

Hiermee wordt de oude wet uit 1934 aangepast. Volgens deze wet was de toegang tot ruimten waar zich een patiënt bevond voorbehouden aan tandartsen en artsen. De CD&V fractievoorzitter Raf Terwingen die het voorstel indiende, zei: “De patiënt zal er wel mee varen. Vooral bij zeer technische ingrepen is de aanwezigheid van een tandtechnicus onontbeerlijk.”

Bron:
Politics

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving

Tijdelijke verruiming willekeurige afschrijving: betalingscriterium

Van 1 juli 2013 tot en met 31 december 2013 geldt een tijdelijke verruiming van de willekeurige afschrijving op nieuwe bedrijfsmiddelen. Deze tijdelijke maatregel heeft vragen opgeroepen over de werking van het betalingscriterium. De Belastingsdienst geeft op haar website een voorbeeld van het betalingscriterium bij bedrijfsmiddelen die u niet direct in gebruik neemt.

Bekijk dit voorbeeld

 

Lees meer over: Financieel, Ondernemen

Tuchtrechtelijke uitspraken mondzorg mei en juni 2013

Soms is de scheidslijn dun. Wat is wel en niet geoorloofd? Bekijk de uitspraken van het Centraal Tuchtcollege en de regionale Tuchtcolleges van mei en juni 2013.

Tandarts verwijdert plekje op neus
Uitspraak 14 mei 2013, Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (YG2952)

Verweerder is tandarts en heeft op enig moment in zijn tandartspraktijk bij een patiënt een basaalcelcarcinoom van de neus verwijderd (“een plekje op de neus”) en vervolgens nog een na-resectie uitgevoerd. Klaagster, de Inspectie voor de Gezondheidszorg, verwijt verweerder dat hij patiënt niet heeft doorverwezen naar een deskundig behandelaar maar zelf een dermatologische ingreep heeft uitgevoerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen stellende dat vast is komen te staan dat verweerder de door hem verrichte handeling bij de patiënt als arts en niet als tandarts heeft uitgevoerd. Het hoger beroep wordt verworpen.
Bekijk hier de uitspraak

Heeft klagende vader een machtiging nodig?
Uitspraak 14 mei 2013, Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (YG2954)

Klager (vader van patiënte) verwijt verweerder dat de behandelend tandarts zijn dochter vijf jaar lang niet goed gepland en ondeskundig heeft behandeld. Patiënte was aangesloten bij een Tandheelkundig Centrum waarbij de behandelend tandarts werkte maar niet BIG geregistreerd was. Verweerder meent dat klager niet ontvankelijk is omdat de patiënte zelf een klacht had kunnen indienen. Het college stelt vast dat de patiënte minderjarig was ten tijde van de behandeling zodat de door haar afgegeven machtiging (aan haar vader) moet worden beschouwd als een instemming met de ingediende klacht. De klacht wordt gegrond bevonden en de zaak wordt aangehouden tot een nader vast te stellen datum en tijdstip om getuigen te horen.
Bekijk hier de uitspraak

Ontbreken van informed consent lijdt tot waarschuwing
Uitspraak 24 mei 2013, Regionaal Tuchtcollege te Zwolle (YG2942)

Klager verwijt de tandarts dat hij zonder (nader) overleg met klager is overgegaan tot de extractie van een hoektand terwijl deze tand van belang was voor de steun van een brug. Uit het dossier van de tandarts bleek niet dat er voor de brug een alternatief is voorgesteld en een behandelplan ontbrak in zijn geheel. Het college oordeelt dat het ontbreken van een informed consent de tandarts te verwijten valt en legt uiteindelijk de maatregel van een waarschuwing op.
Bekijk hier de uitspraak

Niet goed passende prothese en 9 extracties zonder voorafgaand overleg
Uitspraak 21 mei 2013, Regionaal Tuchtcollege te Den Haag (YG2926)

Klager verwijt de tandarts dat deze een onomkeerbare behandeling heeft uitgevoerd (extractie van 9 tanden) zonder haar voorafgaand in te lichten over de consequenties daarvan. Klager was zowel de Nederlandse als ook de Engelse taal niet machtig. Daarnaast zou de tandarts zonder voorafgaand overleg een gaatje hebben geboord zonder daarbij een verdoving te geven. Het college oordeelt dat de tandarts een tolk had moeten inschakelen. Een schriftelijk informed consent was niet nodig. Het boren van een gaatje zonder verdoving kan, maar moet ook voorafgaand aan de ingreep besproken worden. Nu vast is komen te staan dat de er geen tolk is ingeschakeld en ook het geven van een verdoving niet met klager is besproken, wordt de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
Bekijk hier de uitspraak

“Jullie zijn toch zo sterk, zeggen jullie altijd”
Uitspraak 21 mei 2013, Regionaal Tuchtcollege te Den Haag (YG2927)

Klager verwijt de tandarts dat hij bij het uitvoeren van een extractie onvoldoende heeft gewacht tot de verdoving was ingewerkt zodat de extractie zeer pijnlijk was. Daarnaast zou de tandarts na de extractie tegen klaagster hebben gezegd: “Jullie zijn toch zo sterk, zeggen jullie altijd”, waarmee hij doelde op vrouwen. De tandarts verontschuldigt zich voor het niet afwachten totdat de verdoving was ingewerkt. Daarnaast stelt hij zich niet te herkennen in de bejegeningsklacht en stelt de tandarts dat hij het bedoelde als steun en niet om blijk te geven van een afwerende houding. Het college acht beide klachten niet tuchtrechtelijke verwijtbaar. De opmerking was eerder ongelukkig. De klacht wordt daarom afgewezen.
Bekijk hier de uitspraak

Tuchtrechtelijke uitspraken mondzorg juni 2013

Tandarts is geen orthodontist
Uitspraak 7 juni 2013, Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven (YG2988 en YG2989), beslissing in de zaak onder nummer van: 12207 en 12208)

Klager verwijt tandarts dat hij klager onvoldoende en niet adequaat geïnformeerd heeft en dat hij de suggestie heeft gewekt orthodontist te zijn. Het college oordeelt dat de tandarts nimmer heeft gezegd dat hij orthodontist is, dat dat niet op zijn briefpapier staat en dat hij ook niet de kans heeft gekregen dit beeld bij klager te ontkrachten. Het college wijst daarom de klacht af.
Bekijk hier en hier de uitspraken

Zie ook eerdere uitspraken

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

 

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
ANT: NZa-kostenonderzoek onjuiste onderbouwing voor beleid mondzorg

ANT: NZa-kostenonderzoek onjuiste onderbouwing voor beleid mondzorg

De beroepsorganisatie Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) maakt zich ernstige zorgen over de opzet en uitkomsten van het NZa-kostenonderzoek. De NZa wil met het onderzoek de opbrengsten, productie, praktijkkosten en tijdsbesteding van mondzorgaanbieders in kaart brengen om zo de mondzorgtarieven voor 2014 vast te stellen. De ANT constateert dat het NZa onderzoek onjuist is opgezet. ‘Elke conclusie of consequentie die de NZa aan de onderzoeksuitkomsten verbindt, is discutabel en arbitrair’, zegt ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes.

De ANT heeft op 4 juli een brief aan de NZA gestuurd waarin zij hun bezwaren uiten tegen de opzet van het kostenonderzoek.
Lees deze brief

Een interview met ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes

Voor het NZa-onderzoek is een klankbordgroep ingesteld waarin beroepsverenigingen van mondzorgaanbieders, waaronder de ANT, zorgverzekeraars en consumentenorganisaties zijn vertegenwoordigd.

Kunt u iets vertellen over uw bijdrage in de klankbordgroep?

De ANT is onverminderd voorstander van vrije tarieven in de mondzorg, een standpunt dat feitelijk ook al jaren door de NZa gedeeld wordt. Zowel de NZa als de ANT betreuren daarom het terugdraaien door minister Schippers van een driejarig experiment na amper zes maanden. Voor de NZa is de consequentie dat ze alsnog het kostenonderzoek moeten uitvoeren dat vanwege het experiment on hold was gezet. En de ANT blijft onverminderd en uit principe tegen dit kostenonderzoek omdat de tarieven in de mondzorg vrij zouden moeten zijn. Niettemin hebben we besloten om zitting te nemen in de klankbordgroep. Wanneer een dergelijk onderzoek gedaan wordt is het belangrijk om gezamenlijk met alle marktpartijen kennis en input te leveren en tot een aanpak te komen. Met deze inbreng vanuit de praktijk als vertrekpunt voor de opzet van het onderzoek kan het de resultaten opleveren als basis voor beleid.
Tijdens overleg met de klankbordgroep is tot in detail gesproken over de onderzoeksmethode. Nu de vragenlijst openbaar is, kunnen we daarover meer vertellen en op voorhand onze bezwaren openbaren. Het is belangrijk dat we voor de resultaten van het onderzoek bekend zijn duidelijk maken dat er sprake is van een onjuiste onderzoeksopzet. Ook vinden wij dat de beroepsorganisaties slechts zeer beperkt invloed hebben op de onderzoeksopzet en besluiten hierover van de NZa. De klankbordgroep lijkt vooral te worden gebruikt om het beleid te rechtvaardigen.

Wat zijn de grootste bezwaren van de ANT tegen het onderzoek?

Alleen onderzoek mondzorgondernemingen
We zien verschillende bezwaren en gevaren. Allereerst is met de huidige opzet van het onderzoek geen conclusie te trekken over het gemiddelde inkomen van een tandarts. Het onderzoek richt zich op mondzorgondernemingen en niet op de beroepsbeoefenaren zelf. Dat is merkwaardig als je bedenkt dat de NZa aangeeft dat zij de mondzorgtarieven voor 2014 wel gaat herijken aan de hand van een norminkomen.

ZZP’ers vallen buiten onderzoek
Los van de discussie over de hoogte van het norminkomen, zou het norminkomen bedoeld moeten zijn om het gemiddeld inkomen van de werkzame en BIG-geregistreerde tandartsen te beschrijven. Daarom is het relateren van de winst van een mondzorgonderneming aan een norminkomen een methodologisch onjuiste stap. De mondzorgondernemer is niet per definitie een tandarts, er bestaan zeer diverse samenwerkingsverbanden. Bovendien worden een paar duizend tandartsen die in de mondzorg werkzaam zijn als zelfstandig ondernemer zonder personeel (ZZP’ers) buitengesloten in het onderzoek.

Compensatie grote praktijken
Daarnaast is het niet duidelijk of er gecompenseerd gaat worden als een praktijk heel groot is. Bedrijfseconomisch kan je niet verwachten dat een grote groepspraktijk met meer dan 50 medewerkers slechts een winst van eenmaal het norminkomen zou mogen behalen. Hetzelfde geldt voor een mondzorgonderneming met bijvoorbeeld tien vestigingen opererend onder één entiteit.

Tandartspraktijken zijn tegenwoordig kleine ziekenhuizen en de methodiek van het onderzoek had hierop moeten aansluiten. Nu gebruikt de NZa een onderzoeksopzet die misschien bij andere beroepsgroepen zonder ingewikkelde samenwerkingsverbanden en hightech apparatuur nog zou kunnen werken, maar de plank geheel misslaat in de mondzorg.

Selecte steekproef
Naast de aselecte steekproef van 450 praktijken worden verschillende specialismen in kaart gebracht middels een handgekozen selectie. Tandartsen gespecialiseerd in de parodontologie, implantologie en endodontologie werken vaak samen in grote gespecialiseerde centra. Doordat de onderzoeksopzet erop gericht is om de opbrengsten van mondzorgondernemingen in kaart te brengen en niet zozeer de individuele opbrengst van een tandarts, moest de selectie worden uitgebreid om meerdere specialisten, werkzaam in dezelfde praktijk, erbij te betrekken.

Een gevolg van deze methodiek is dat nagenoeg alle grote verwijspraktijken voor parodontologie, implantologie en endodontologie zijn geselecteerd. Door deze rekenmethodiek ontstaat echter wel een probleem voor de aannames voor de gehele beroepsgroep. De verwijspraktijken zijn zeer zeldzaam, zowel door grootte in personeel en medewerkers als door het volume van geavanceerde prestaties. Het is dus volkomen te verklaren dat in deze centra, waar specialisten samenwerken, de totale praktijkopbrengst als som van al deze specialisten en ondersteunend personeel bovengemiddeld zal zijn.

De groep van gespecialiseerde verwijspraktijken heeft door het selectieve beleid nu een vertekend aandeel gekregen in het onderzoek. Deloitte zal de gegevens van deze selecte steekproef gescheiden aanleveren, maar op voorhand is niet bekend hoe de NZa de gegevens zal gebruiken en al of niet zal vermengen.

Data torturing
Ondanks herhaaldelijk vragen is niet bekend hoe de NZa na het verzamelen van de data er conclusies aan verbindt, waardoor kans bestaat op data torturing. Als je maar genoeg verschillende uitkomsten van je data analyseert komt er altijd wel iets uit wat je graag wilt horen. In de medische wetenschap kan deze methode niet meer door de beugel en moeten onderzoekers van tevoren vastleggen wat ze precies gaan meten en hoe een uitkomst wordt gedefinieerd.

De NZa heeft als opdrachtgever een grote mate van vrijheid om Deloitte correlaties te laten berekenen die wenselijke uitkomsten kunnen opleveren. De leden van de klankbordgroep zullen die vrijheid niet krijgen. En wij zullen als ANT nooit de gedetailleerde databasegegevens krijgen om zelf aan het rekenen te slaan. Je staat dus als belangenvereniging al 3-0 achter bij de start.

Reputatieschade
We willen voorkomen dat in het uiteindelijke NZa-rapport van het kostenonderzoek het woord ‘tandarts’ wordt gebruikt omdat dit onderzoek gericht is op de winst uit mondzorgondernemingen, ongeacht het aantal zelfstandige tandartsen. Het publiekelijk maken van een onderzoek over mondzorgpraktijken waarbij onterecht conclusies worden getrokken voor individuele tandartsen, zal een onjuiste beeldvorming tot gevolg hebben bij verzekeraars, politiek en het grote publiek in Nederland. Wij zijn van mening dat dit onderzoek al lang niet meer over de individuele tandarts gaat, die echter wel wordt aangesproken als het rapport op media als Nu.nl staat.

Visie
Daarnaast is het gebrek aan visie op de mondzorg fnuikend. Dit is niet de verantwoordelijkheid van de NZa maar van de politiek. Maar de NZa kan met haar tarieven wel degelijk de mondzorg in hoge mate sturen en die verantwoordelijkheid kun je niet nemen zonder een beleidskader. Mondzorg is heel divers: van pure basiszorg tot en met luxe zorg met hoogstaande hospitality kenmerken. Dit laat zich nu al niet goed met uniforme tarieven regelen. Indien de gemene deler de norm wordt, dan zullen dit soort praktijken en ook gedifferentieerde tandartsen het meest moeten opofferen. Wrang is dan dat de patiënten van deze praktijken dit allemaal particulier moeten betalen en dat zij graag maatwerk zouden willen zien in plaats van eenheidsworst.

De Nederlandse mondzorg staat goed aangeschreven en de kosten liggen onder het Europees gemiddelde. Waar we bang voor zijn, is dat dit onherstelbaar beschadigd zal worden. Dat alles op basis van een onderzoek wat ontzettend belastend is en alleen gemaakt lijkt te zijn om te fungeren als een stok om de komende jaren in onderhandelingen mee te kunnen slaan.

Lees meer over: Opinie, Tarieven, Thema A-Z, ZZP-er

Oppassen voor nieuwe spookfacturen

Ondernemers moeten opletten voor nieuwe spookfacturen, nu ook de klein afgedrukte waarschuwing op het papier verdwijnt.

Misleiding
Een spookfactuur is een aanbieding die op een factuur lijkt, maar het niet is. Dat blijkt vaak uit de kleine lettertjes, waarin staat dat het om een aanbieding of offerte gaat. Maar acquisitiebureaus versturen steeds meer nota’s zonder kleine lettertjes, waarschuwt Business Compleet.

Betalingsverplichting
Bij de nieuwe nota’s gaat het in feite niet om een spookfactuur, stelt het Steunpunt Acquisitiefraude. Zonder kleine lettertjes is de nota namelijk een echte factuur. Er ontstaat dus een betalingsverplichting voor de ondernemer, zonder dat deze een opdracht heeft gegeven.

Oplossing
Het steunpunt Acquisitiefraude adviseert om het acquisitiebureau schriftelijk en eventueel aangetekend om een bewijs van de overeenkomst te vragen. Het bureau moet namelijk kunnen bewijzen dat het een overeenkomst met u heeft. In de praktijk lijkt dit advies echter niet haalbaar, omdat het veel werk voor de ondernemer oplevert.

Hulp bij spookfacturen
Op de website van het Steunpunt Acquisitiefraude staat een overzicht van acquisitiebureaus. Ook kunt u nieuwe nepfacturen daar melden en advies vragen. Een ingediende initiatiefwet moet ondernemers beter gaan beschermen en het makkelijker maken om van misleidende overeenkomsten af te komen.

Bron:
BusinessCompleet
Steunpunt Acquisitiefraude

Lees meer over: Financieel, Ondernemen

Informatie en openheid bij medische incidenten

“Patienten hebben recht op informatie als een behandeling niet goed is gegaan.” Dit zei KNMG-voorzitter Rutger Jan van der Gaag  tijdens het congres Krijg nou de GOMA, meldt de KNMG.

De Letselschade Raad organiseerde het congres samen met KNMG, NVZ, NFU, MediRisk en CentraMed met als kernvraag:
Hoe moet een arts handelen na een medisch incident?

Excuses
Bij medische incidenten zijn openheid en duidelijke communicatie volgens Van der Gaag noodzakelijk voor de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt.  “Mensen hebben recht op relevante informatie. En patiënten hebben vaker begrip voor fouten, als je er geen doekjes om windt en meewerkt aan een goede afhandeling”, gaf de KNMG-voorzitter aan.

“Excuses maken, of sorry zeggen, is op zijn plaats als een arts of team verkeerd heeft gehandeld.” Als een behandeling fout is gegaan door bijvoorbeeld complicaties zonder dat de arts verkeerd heeft gehandeld, dan kan een arts volgens de voorzitter zeggen te betreuren dat het resultaat anders is dan gehoopt.

GOMA
De GOMA is opgesteld door KNMG, verzekeraars en vertegenwoordigers van patiënten, advocatuur en wetenschap. Deze Gedragscode Openheid medische incidenten; betere afwikkeling Medische aansprakelijkheid) bevat richtlijnen over de omgang met incidenten en de afwikkeling van medische aansprakelijkheid. In 2012 is de GOMA herzien en wordt sindsdien ook onderschreven door de NFU en NVZ.

Bron:
KNMG

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen

Zacht water in uw praktijk, zuiver in de wachtruimte

Hygiëne is zowel voor u als voor uw patiënten uitermate belangrijk, maar ook gaat uw apparatuur langer mee wanneer het zo schoon mogelijk wordt gehouden.

Schoonmaakgemak
Eén van de oorzaken van storingen blijkt vaak het harde water te zijn. Schade door kalk is vaak onnodige schade. Een Ultraspring waterontharder betekent in de praktijk vooral een langere levensduur van uw apparatuur, energiebesparing en schoonmaakgemak.

Draaiende onderdelen blijven kalkvrij, het spoelreservoir blijft volkomen glad en kalkvrij waardoor vuil zich niet meer aan de wand kan hechten.

Bij een praktijk aan huis is het mogelijk om ook het woonhuis aan hetzelfde systeem te koppelen, zo heeft u op al uw tappunten ontkalkt en zacht water.

‘Het systeem werkt naar volle tevredenheid’
“We hebben gekozen voor een waterzuiverings-installatie van Ultraspring zodat we te allen tijde de beschikking hebben over gezuiverd & gedemineraliseerd water voor onder andere gebruik aan de behandelstoel, water voor de autoclaaf en hoekstukkenreinigingsapparaat. Het systeem werkt naar volle tevredenheid.”

Mw. Y. Rila, Tandartsenpraktijk Heel

Waterontharders en Omgekeerde Osmose filtersystemen
Ultraspring heeft een ruim assortiment waterontharders en Omgekeerde Osmose filtersystemen. Als onderdeel van Watercompany, marktleider op het gebied van waterkoelers aangesloten op de waterleiding, kunnen wij u een waterkoeler voor uw wachtruimte cadeau doen bij aanschaf van een waterontharder.

    

Waterontharders                                      Omgekeerde Osmose
filtersystemen

Meer informatie en proefplaatsing
Bel 0800 – 0270000 voor een afspraak met één van onze adviseurs en vraag naar de voorwaarden voor een proefplaatsing.

Ultraspring BV
De Gorzen 21
4731 TV Oudenbosch
Nederland
T 0800 – 027 0000 (gratis)
T 0165 – 30 55 80
F 0165 – 32 32 03
I www.ultraspring.nl
E info@ultraspring.nl

Lees meer over: Bedrijven, Infectiepreventie, Praktijkinrichting, Producten, Waterkwaliteit